dimanche 30 novembre 2014

No-bailout garantie, S&P Pact garantie
steunmuren van de euro
 
waar zijn ze gebleven?
 
 
 
Draghi begon zijn betoog in Helsinki met de verklaring dat het een misverstand is als men de Europese Unie en de eurozone ziet als economische unies zonder onderliggende politieke unie. Dit geeft een diep wanbegrip aan van wat een economische unie betekent: hij is van nature politiek. Zijn verdere betoog werkte vervolgens eigenlijk uit waar het aan schort en wat niet werkt.

Natuurlijk heeft Draghi  gelijk. Een economische unie zonder gezamenlijke wetgeving op het gebied van loon, pensioen(leeftijd), werkeloosheiduitkering, ouderdomspensioen, belastingwetgeving, munt, en verdere sociale wetgeving is geen uitgebalanceerde economische unie maar een op basis van sommige punten van overeenkomst  samengevoegd aantal landen. De Europese Unie voldoet aan geen van de eisen en toont op bovengenoemde gebieden een zeer grote divergentie, de eurozone voldoet alleen aan de eis van fiscale overeenkomst (deficit en staatsschuld) die in de theorie dan wel aanvankelijk deels bestond maar nu in de praktijk allang niet meer bestaat en die van een gezamenlijke munt.

De Europese Unie bestaat op gezag van een verdrag dat van alles regelt maar heeft geen gekozen parlement met volledige wetgevende bevoegdheid maar een dat beperkt is tot een goed of afkeuren, een door de regeringsleiders benoemde commissie, commissarissen van elke staat een, een Centrale Bank met een beperkter mandaat dan de CB's van eehte staten en een gerechtshof.  Geen democratisch geregeerde staat dus zoals bijvoorbeeld de Verenigde Staten die zo graag als lichtend voorbeeld worden gesteld.  Op het scherp van de snede kan men stellen dat de wetgevende macht van de EU in handen ligt van de regeringsleiders die elk eerst naar het belang van het eigen land kijken.

In de EU bestaat dus geen enkele van de eisen die aan zo'n unie zou moeten worden gesteld. Men dient zich zelfs af te vragen of inderdaad die wens om echt tot een politieke unie te komen wel bestaat bij de regeringen en, wat in feite belangrijker is, bij de bevolkingen.

De eurozone hangt dus aan elkaar door het bezit van een gezamenlijke munt en een illusoire samenhang in begrotingsdiscipline en staatsschuldbeperking. De regels voor de laatste twee gelden theoretisch voor de gehele Europese Unie maar zijn voor de lidstaten van de eurozone apart vastgelegd in een onderling verdrag.  Dat zijn ook de enige lidstaten die aan die eisen voldoen want alle EU lidstaten die er aan gaan voldoen (met  uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en Denemarken die bij het verdrag van Lissabon een voorbehoud hebben bedongen en dus van de euro vrijgesteld zijn)  moeten verplicht zich bij de eurozone aansluiten zodra zij aan de eisen voldoen.

Het Stabiliteits en Groei Verdrag geeft de kaders aan waaraan de eurozone lidstaten zich dienen te houden wat betreft maximaal begrotingstekort, dus maximaal bedrag per jaar te lenen als percentage van het Bruto Binnenlands Product zonder ingrijpen van Brussel.  Dat percentage is op 3% gesteld. Daarnaast mag de staatsschuld niet hoger oplopen dan tot 60% van dat BBP. Bij overtreden van een of beide  twee regels grijpt de eurozone, hierna voor het gemak Brussel genoemd in. Die 3% voor ingrijpen door Brussel regel heeft tot veel wanbegrip geleid, want door deze als norm te gaan gebruiken liepen en lopen de staatschulden elk jaar onhoudbaar op. In het verdrag staat in werkeliijkheid een maximaal te hebben tekort van 0,5% van het BBP maar niemand die zich aar nog aan houdt. Voor de landen die meer dan 60% schuld hebben en/of te grote begrotingstekorten wordt in overleg met Brussel een middenlangetermijn plan opgesteld om weer op het juiste spoor te komen.

In het verdrag van Lissabon was speciaal opgenomen een "no bailout" clausule die het de lidstaten verbood andere lidstaten  financiëel direct te steunen en ook de ECB had dat verbod. Iedere lidstaat had dus de eigen verantwoordelijkheid voor zijn financiële gezondheid en het S&G Pact gaf Brussel het toezicht erop en de macht in te grijpen om ontsporingen te voorkomen.

In zijn betoog in Helsinki (en daarvoor ook in Jackson Hole) haalde Draghi dit S&G Pact aan als robuuste waarborg voor de fiscale stabiliteit van de eurozone.
De werkelijkheid is dat dit S&G Pact in de praktijk een dreigend vingertje is.

In 2003 kwamen Duitsland en Frankrijk in begrotings problemen en overschreden de 3% norm. Brussel besloot niet in te grijpen. Het S&G Pact werkte niet. Dit niet bestraffen werkte als lichtend voorbeeld, de begrotingsdiscipline was een wassen neus geworden.

In 2012 kwamen Griekenland, Portugal en Ierland in zulke ernstige problemen dat zij alleen nog maar tegen exorbitante onhoudbare rentetarieven op de kapîtaal markt konden lenen. Failissement dreigde. De Lehman crisis had daar aan meegewerkt maar ook het toezicht uit Brussel had gefaald.
Het bailout verbod in het verdrag van Lissabon werd omzeild via een noodprocedure en liquiditeitsleningen verstrekt aan de drie landen. De tweede pilaar onder de eurozone, geen onderlinge directe hulp, werd bij de vuilnisbak gedeponeerd. S&G Pact genegeerd, no bailout genegeerd, in feite de basis onder de zekerheden van de euro dus onderuit gehaald.

Om verdere bailouts een legaal tintje te geven werd het European Stabiliteits Mechanisme, het ESM opgericht door de eurolanden. Zij namen deel in dat fonds met een percentage garantiestelling per land. Door de hulp door die instelling te laten verlopen was zij niet direct van land tot land en dus niet verboden.

Zowel dus het nobailout principe als het S&G verdrag, de twee  draagmuren van de eurozone zijn een loos gebaar geworden.

Ook dit jaar zijn er weer onregelmatigeheden. Zowel Frankrijk als Italië ontgaan ondanks hun zware  overtredingen van het S&P Pact sancties, Brussel schuift de zaak weer door naar maart volgend jaar alvorens een besluit te nemen. Dan zijn er ongetwijfeld weer zoveel andere zaken die de aandacht van Brussel vragen en de aandacht hiervan afleiden. Bovendien is het dan toch niet meer terug te draaien.
 
Misschien is het nuttig om wat cijfers te zien over de ontwikkelingen in de Eurozone. Hieronder een table over de stand van zaken in 2000, het jaar waarin de euro de praktijk in werd gebracht en het jaar 2012. Dat is dus voor de nieuwe berekeningswijze van het BBP werd gebruikt.
 
 
 
Vergeleken wordt het begrotingstekort, deficit, het percentage staatsschuld , het percentage slink/groei van het BBP tussen 2000 en 2012  de werkloosheidspercentages tussen 2000 en 2013 en tenslotte het mediaan inkomen in 2012 vermeld.
Zo kan de beginsituatie en de tussenstand in 2012 vergeleken worden.
Het is duidelijk dat er geen vooruitgang is geweest in die jaren, dat de begrotingstekorten zijn opgelopen, evenals de schuldpercentages en de werkloosheidpercentages. Ook de inkomsten vertonen grote verschillen. In 2013 is er zeker geen verbetering in de toestand gekomen en ook 2014 vertoont geen opgaande lijn.
 
Volgende keer nog wat tabellen oa over minimumloon.
 
 
 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire