jeudi 13 novembre 2014


                Een Economische Epidemie 
                               Quantitative Easing

 
van inflatie naar deflatie naar inflatie
 

Gisteren brak een van de twee kabels van de bak waarin ramenlappers bezig waren de ramen van het nieuwe World Trade Center schoon te maken. Vrijwel meteen was het te zien op internet en vanmorgen was het een hot item in de media. Zelfs dat ramen moesten worden ingeslagen om de twee te bevrijden werd vermeld.

Vroeger was er die verre wereld, nu is hij de gehele dag in onze huiskamers. In de tijd van het Britse Imperium duurde het maanden voor berichten  uit India in Londen arriveerden. Nu bij wijze van spreken nu al voor er iets is gebeurt.

Maar de gehele wereld is nu ook  elke seconde economisch jachtterrrein. Macro, meso en micro.

Niet alleen binnen onze Eurozone voeren de bedrijven en de lidstaten een strijd om de economische ondergang te vermijden. Ja, ondergang want het gaat niet beter maar slechter. Renault heeft een nieuwe hi tech fabriek geopend in Spanje. Renault heeft gelijk want de lonen in Spanje liggen tientallen procenten beneden die in Frankrijk en de Spanjaarden geplaagd door enorme werkloosheid stellen niet veel eisen. Door die nieuwe fabriek gaat het in Spanje beter, want de werkloosheid neemt erdoor af en de export neemt toe. In Frankrijk daartentegen neemt de werkloosheid erdoor toe. Spanje wint, Frankrijk verliest.

Wie profiteren tenslotte? De geldverschaffers, de aandeelhouders van Renault, die weet ik waar in de wereld zitten. Piketty zou zeggen zie je wel, maar aandeelhouders tegenwoordig zijn niet allemaal de rijken, eerder de spaarvluchtelingen die hun  spaargeld liever in aandelen dan in spaartegoeden steken want door de lage rente politiek van de ECB en andere centrale banken levert spaargeld niets meer op en wordt soms al zelfs door negatieve rente belast.

Natuurlijk is het een vreemd verschijnsel als leden van dezelfde muntunie elkaar beconcurreren. Dat veroorzaakt een niet optimaal functioneren van zo'n unie.  Kom dan weer niet met de VS, want dat is onvergelijkbaar, alleen al door de simpele mobiliteit van hetzelfde social security nummer en dezelfde rechten daardoor en dezelfde taal. Dat veroorzaakt juist een optimaal functioneren, het gebeurt waar het economisch het voordeligst is. Aanpassing is eenvoudig. Afgezien dan nog van het verschil in grootte.

De staten moeten hun begroting op orde krijgen. In de Eurozone betekent dat volgens de verdragen dat ze geen grotere schuld dan 60% van hun Bruto Binnenlands Product zouden mogen hebben en evenmin een groter begrotingstekort dan 3% van dat BBP. Om dat te bereiken in economisch moeilijke tijden gaan ze er toe over de lasten voor burgers en bedrijven te verhogen en zo een groter deel van het BBP op te eisen dan voorheen en dat geregeld ook te doen. Het resultaat is dat zowel consument als producent minder geld heeft te besteden dan voorheen. Zij kunnen minder kopen bij hetzelfde aanbod, de prijzen moeten dus zakken, de bedrijven zien hun winst verdampen, moeten hun productie terugschroeven, personeel ontslaan en tenslotte nhet uiterste geval sluiten. Dat kan een spraal worden van lager inflatie  tot deflatie toe. Een vraagdeflatie.

Daarbij kan het in de globale economie gebeuren dat, ondanks tariefbarrières, de lage lonen landen, de Emerging Markets, uiterst goedkoop kunnen produceren door lage loonkosten en goedkope leningen  door de Quantitative Easing van de VS en hun  producten tegen aanzienlijk lagere prijzen op de markt brengen van duurdere landen zoals de VS en Europese landen. Daardoor komt dezelfde cyclus op gang zoals hierboven beschreven. Producenten  in het duurdere land worden uit de markt geprijsd, moeten personeel ontslaan, sluiten waardoor de koopkracht nog verder afneemt en inflatie terugloopt en zelfs deflatie kan ontstaan. Koopkrachtgebrek en vraagdeflatie.

Die twee oorzaken werken dus in tandem disinflatie en tenslotte deflatie in de hand.

De Centrale Banken bewaken de inflatie en waarde van hun munt en proberen dus twee oorzaken van deflatie te neutraliseren. Zij zijn wat hulpmiddelen betreft daartoe niet bijster goed uitgerust. Dat kan ruwweg op twee manieren. De eerste is de productiekosten te verlagen door de rentetarieven laag te houden. Daardoor kan het bedrijfsleven goedkoop lenen en dus goedkoop produceren. Dat is de interne kant. De andere is de wisselkoers van hun munt te verlagen. Dat maakt de importen duurder. Voorts maakt het de eigen productie  wel niet goedkoper maar doet wel zo de export prijs dalen en stimuleert deze dus. Dat is de externe kant en  is op zijn beurt het afwentelen van het probleem op andere munt eenheden, want voor hen wordt invoer goedkoper dan de eigen productie die dus afneemt met alle gevolgen van dien.
Dus dat rentewapen werkt intern, de wisselkoerstruk extern.

Men kan stellen dat de interne renteverlaging de levensstandaard van een muntunie niet ernstig aantast met uitzondering van diegenen die van de opbrengst van hun spaargeld moeten leven.
Dat werkt anders bij een wisselkoers verlaging. Die verhoogt wel de concurrentiepositie van de muntunie maar maakt ook de invoer duurder. Daarbij lopen muntunies uiteen. Er zijn muntunies die vrij onafhankelijk van invoer zijn omdat zij voldoende mineralen, ook olie en gas zelf produceren. Voor hen is de situatie blijvend gunstig zelfs extra want een aantal producten dat eerst goedkoper kon worden ingevoerd dan intern geproduceerd is nu zo in prijs gestegen dat ze nu voordeliger intern geproduceerd kunnen worden. Een voorbeeld is de VS die zelfs door die uiterst goedkope shalegas en olie een extra steuntje in de rug hebben gekregen.

Voor landen zonder die mineralen, die voor hun productie aangewezen zijn op de invoer ervan ligt het echter anders. In het begin, door het opgebruiken van geimporteerde voorraden aan grondstoffen en brandstoffen kunnen zij goedkoper leveren maar zodra ze de grondstoffen weer moeten invoeren neemt  het voordeel voor alle producten die hier afhankelijk van zijn snel af. Het voordeel van lagere arbeidskosten blijft. Daar staat tegenover dat de prijzen door de duurdere invoer zullen stijgen, er komt eerst een wat hogere inflatie en een verlaging van de koopkracht, waardoor de aanvankelijke inflatie afneemt,  disinflatie toeneemt tot zelfs deflatie erop volgt. Een daling van de levensstandaard. Wordt dan toegegeven aan de wens om compensatie door loonsverhogingen dan is dat de eerste aanzet voor de spiraal hogere prijzen, hogere inflatie, hogere lonen, daardoor hogere prijzen enzovoort. Daarom zijn loonsverhogingen dan uitgesloten. Een voorbeeld van zo'n land is Japan.

Maar de wisselkoersen worden in een open markt economie bepaald door de marktwerking en die zoekt naar een evenwicht vraag/aanbod. De Centrale Bank grijpt daarom in. Daar komt nu de geldverruiming, Quantitative Easing door de Centrale Bank te voorschijn. Naar de mening van vele economen verlaagt deze het gevaar voor deflatie, geldopwaardering in plaats van geldontwaarding. Door enorme extra geldbedragen bij te drukken neemt men aan dat de inflatie flink gaat stijgen tot zo'n 2% en dat is volgens hen het ideale percentage en het gevaar voor disinflatie en deflatie is geweken. In de VS en het VK is gebleken dat de invloed op de infaltie echter zeer beperkt is.   De bijwerking van die QE is dat de waarde van de muntsoort afneemt door dat enorme geld bijdrukken en daardoor de wisselkoers daalt. Dat zegt men dan niet openlijk  want het is officiëel  niet het beoogde doel, maar toch mooi meegenomen.

Er wordt wel gezegd dat men hierdoor de eigen deflatie exporteeert.

Het is vanzelfsprekend dat andere landen zo'n wisselkoerseffect met lede ogen aanzien, want het verslechtert hun exportpositie naar die andere munteenheid, zij komen zelf in de problemen, er treedt bij hen deflatie op want de anders geexporteerde producten moeten ze nu in eigen land afzetten,  het aanbod stijgt, daardoor overtreft het aanbod de vraag, dus dalen de prijzen en ja hoor, deflatie.

Om hun eigen deflatie nu te lijf te gaan worden de rentetarieven verlaagd, en er wordt QE gepleegd en de zaak is weer in het evenwicht dat anders door de marktwerking zou worden bereikt. Andere landen worden dan ook gedwongen eenzelfde geld politiek te voeren. Zo'n QEzing kan dus dat beroemde domino effect bereiken waar niemand beter van wordt, er ontstaat een currency war die kan eindigen in een gelddrukchaos. Men begint mondiaal de vrees te koesteren dat we op de rand van zo'n currency war balanceren want hoewel er wereldwijd afspraken zijn gemaakt om zo'n ontwikkeling te vermijden zien we nu met die enorme QE van Japan dat er grote onrust  gaat heersen in de Aziatische markten.
Begrijpelijk dat Duitsland, met de ervaring van de dertiger jaren van de vorige eeuw met de kruiwagens vol waardeloze markbiljetten, niet erg geporteerd is voor deze ingreep.

Maar QE is volgens sommigen niet meer weg te denken. Hij voorkomt een ineenstorting van de wereldmarkt. Zodra die geldverruiming, van welk land dan ook,  ophoudt gaat er een geringer aanbod van nieuw goedkoop geld komen, de rentes zullen oplopen en bedrijven en landen in de problemen komen. Men zag dat al gebeuren bij de aankondiging van de FED dat zij hun geldverruimingsprogramma zouden afbouwen en stopzetten. Vooral voor de Emerging Markets die sterk afhankelijk van krediet zijn, kwam dat hard aan.

Vandaar de druk van IFM, OECD en VS op Draghi om met QE te beginnen en de vreugde op de aandelenmarkten alleen al bij dat vooruitzicht.

Maar pennywise, pound foolish. Steeds doorgaan met  geldbijdrukken, bijdrukken, bijdrukken. Het is een hardloper die zijn eigen benen niet meer kan bijhouden en op zijn bek valt. Oftewel op de duur is het middel ernstiger dan de kwaal.

Een andere oplossing wordt weliswaar steeds nadrukkelijker gemeld: openbreken van ons leefpatroon, onze sociale verworvenheden. Maar dat doet vreselijk veel pijn.
 
De wereld is veranderd, van enkele grote belangrijke landen in het begin van de vorige eeuw, die elkaar de tent uitvochten, zijn er nu in alle werelddelen economisch  belangrijke muntunies ontstaan. Oude kolonieën zijn nu gigantische reuzen.  De G20, met de twintig belangrijkste economieën, gaat weer vergaderen. Merkel zal weer onder zware druk gezet worden om haar bezwaren tegen QE op te geven. Austerity is uit, investeren met nieuw te drukken geld is in. Een nieuw sprookje. En fundamenteel gebeurt er niets, alleen lapmiddeltjes aangebracht, tijd winnen tot een wonder gebeurt of een ramp.

 

 

 

 

 

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire