dimanche 9 décembre 2018


Energie,
een levensnoodzaak voor ons allen

Dit jaar vindt de 24ste COP plaats in Katowici, Polen.
De vier en twintigste jaarlijkse bijeenkomst sinds de eerste COP in 1995.
De Conference of Parties met meer dan 22.000 deelnemers vergadert van 8 tot 15 december dit jaar in Polen over het klimaat en energie.
Ook vanuit Nederland is er een soort shuttle service van dignitariers naar en van de conferentie.
De jaarlijkse conferentie over  klimaatverandering en dit jaar moeten er dwingende besluiten vallen na de streefgetallen van het Parijse Klimaat Accoord.
Want dit keer is 2020 het kanteljaar voor het klimaat.

Kun je als belangstellende amateur ook over de consequenties van deze problemen nadenken of is dat het privilege voor politiek (en commercieel betrokkenen)  zoals sommige politiek partijen lijken te denken.

Energie is de krachtbron die ons aller leven mogelijk maakt.
In ons bestaan speelt  energie, elektriciteit een centrale rol.
Voor ons is elektriciteit vanzelfsprekend.
Zonder elektriciteit stort onze maatschappij totaal ineen.

Van in het begin menselijke energie later meer en meer ondersteund door  werktuigen tot in onze tijd met werktuigen, robots en computers, die menselijke energie, arbeid, zelfs voor een aanzienlijk deel overbodig (gaan) maken maar voor zichzelf  daarbij steeds meer energie, elektriciteit  eisen.
Hoe meer mensen hoe meer energie daarvoor noodzakelijk is.
Hoe hoger de economische ontwikkeling van de mens, hoe groter de behoefte aan energie, elektriciteit.

Als ik het vanuit mijn persoonlijke optiek beschouw zijn de uitvinding van de stoommachine en de elektriciteit als energieverschaffers in het begin van de negentiende eeuw, het  begin en doorzetten geweest van de industriële revolutie,  die, naar mijn mening, drie belangrijke de maatschappij volledig veranderende sociale en industriële stromingen heeft veroorzaakt.
De eerste is de overgang van kleine familie nijverheids instellingen naar grote op massaproductie gerichte stoom aangedreven ondernemingen.
Als voorbeeld de kleine familie (weefgetouw) bedrijfjes op het platteland verdwenen door de opkomst van massale weverijen in de steden.
Als tweede de  hierdoor gedwongen verhuizing van de daardoor werklozen van het platteland naar de steden.
Het begin van de verstedelijking van de maatschappij.
Nijverheid werd moderne industrie, het platteland liep leeg en de steden breidden zich meer en meer uit, een ontwikkeling die nog steeds doorgaat,  misschien wel het sterkst in de ontwikkelingslanden.
De derde is dat door die steeds grotere energie verschaffing de wereldbevolking zich veel sneller kon uitbreiden en ontwikkelen waardoor de behoefte, de noodzaak, voor nog meer energie ontstond.

Nu bevinden we ons weer in een periode van industriële revolutie.
Niet alleen de vervanging van menselijke arbeid door computers en robots waardoor de arbeidsmarkt zal veranderen.

De stoommachine van de eerste industriële revolutie en de  fossiele brandstoffen die nu de voor ons bestaan  noodzakelijke energie en elektriciteit opwekken maar tevens kooldioxide, CO², produceren, een gas dat bij alle verbrandingsprocessen, ook in ons lichaam, als afvalproduct vrijkomt moeten worden vervangen door CO² neutrale technieken.
Want deze door menselijke activiteiten veroorzaakte CO² wordt door klimaat wetenschappers gezien als de oorzaak van een rampzalige opwarming van de aarde die ten koste van alles moet worden voorkomen.
Ironisch genoeg is deze CO² juist ook de noodzakelijke  levensbron voor planten en bossen die via  fotosynthese CO² omzetten in zuurstof en is zo ook noodzakelijk voor ons leven.

Dat alles wil zeggen dat het geheel van fossiele brandstoffen en om andere redenen niet aanvaardbare nucleaire energiebronnen die aan onze energie en elektriciteitsbehoefte (eigenlijk een pleonasme) voldoen moet worden vervangen door niet CO² producerende technieken, windenergie, zonne-energie, waterkracht energie.
Biomassaenergie (voornamelijk houtpellets) wordt daarbij als CO² neutraal gezien hoewel ze meer CO² produceren dan andere fossiele brandstoffen.

Het is duidelijk dat een omschakeling als deze, die kolen, olie en gas en nucleaire centrales  tot sluiting brengt en daarvoor in de plaats een netwerk van natuurkunstmatige windmolen parken, zonnepanelen parken moet doen opbouwen, enerzijds een enorme kapitaal vernietiging van de gedane  investeringen in fossiele en nucleaire installaties tot gevolg heeft en anderzijds enorme nieuwe kapitaal investeringen eist voor de vervanging ervan door deze renewable technieken.

Als bijkomend probleem is de omschakeling daarbij van door vraag bepaald aanbod zoals bij de traditionele energievoorziening die regelbaar is en zich kan aanpassen aan de altijd wisselende elektriciteitsbehoefte, naar een aanbod dat door de aanwezigheid van wind en/of zon wordt bepaald en daardoor ver van de vraag naar energie kan afwijken.
De zon schijnt  ’s nachts niet en er zijn vaak windstille periodes waardoor er geen elektriciteitsaanbod is en men zal moeten terugvallen op batterijen (nu nog volstrekt onvoldoende) of wat men pleegt te noemen fossiele backup, hetgeen betekent dat men naast de renewable technieken ook de oude fossiele elektriciteitopwekking in stand moet houden voor windstille en nachtelijke perioden met alle daaraan verbonden kosten.

Netwerken zo verbinden dat windstille periodes en nacht worden gekoppeld aan andere geografische gebieden waar wel wind en zonlicht is zou overal een dubbele capaciteit eisen.
Immers bij wind en zon moet niet alleen het eigen gebied worden voorzien van elektriciteit maar ook de verbonden gebieden waar toevallig windstilte of geen zonlicht is.
Dat zou overal een dubbele capaciteit eisen en dus dubbele investeringen, afgezien nog van de gigantische kosten om de ervoor noodzakelijke  alles verbindende zeer hoge capaciteits elektriciteitskabel netwerken  boven of onder de grond voor het transport van de elektriciteit  van hier naar daar en omgekeerd aan te leggen.
Helaas is er nog geen manier gevonden om elektriciteit in voldoende capaciteit op te slaan.

Economie en energie (elektriciteits) verbruik zijn nauw met elkaar verbonden.
In de tijd van een kwakkelende economie die nu achter ons ligt nam de CO² uitstoot langzaam wat af.
Maar met de opbloei van de economie en grotere economische groei neemt ook het energieverbruik en dus de uitstoot van CO² weer toe.
In 2017 is zo de wereldwijde  uitstoot van CO² weer gestegen, zelfs in een pionier land zoals Duitsland waar bovendien de elektriciteitstarieven (naast die in Denemarken) de hoogste in de EU zijn.

Het is duidelijk dat deze omschakeling een enorme invloed zal hebben op de economie en welvaart van de staten en de bevolking.
Want de staten die  het bedrijfsleven de financiële middelen zullen moeten  verschaffen deze omschakeling uit te voeren zullen deze toch uit de algemene middelen oftewel de belastingbetaling dus door de bevolking moeten financieren naast de verhogingen van de elektriciteits en andere energie  tarieven door de gebruikers te betalen en doorberekend in de prijzen van alle producten.
Privé investeerders in deze energie omwenteling zullen naast staatssubsidies,  die hun uit belastingopbrengsten worden verschaft, rendement willen hebben op het door hen geïnvesteerde kapitaal, hetgeen ook de kosten voor energie levering aan de economie zullen doen stijgen wat weer leidt tot prijsstijgingen van alle artikelen die tenslotte ook door de burgers zullen moeten worden opgebracht.

Tenslotte moet ook worden betaald voor het in stand houden van oude fossiele installaties die voor backup paraat moeten worden gehouden om elektriciteit te kunnen leveren bij zon/windloze periodes.

Dat zal alles bij elkaar een grote aantasting van de koopkracht van de burgers zijn.

Soms vraag ik me als stomme leek af hoe weldoordacht al deze plannen wel zijn.
Soms vraag ik me af waarom eigenlijk de derde generatie (kleine) nucleaire installaties in de ban zijn.
Deze derde generatie installaties zijn veel veiliger dan de vorige, ze veroorzaken geen CO² uitstoot en kunnen de taak van fossiele brandstoffen volledig  overnemen en zijn bovendien vraag gestuurd  zodat er geen massale energie opslag nodig is en de huidige netwerken voldoen.

Maar zoals altijd zijn dit mijn puur persoonlijke overpeinzingen, die van een volslagen leek en amateur.
Ik kan de plank dus wel volkomen mis slaan.


jeudi 6 décembre 2018


Het is de tijd van de conferenties en meetings.
  
De toekomst van de eurozone
De Grote 20 wereldlanden, USA en China
De COP (24ste klimaattop)
De Brexit May versus Parliament

De eurozone financiële ministers zijn bijeengeweest om de toekomst van de eurozone te bespreken. Op de agenda staan natuurlijk de verdere opbouw van de bankenunie en de modernisering van de eurozone.
Lees daarin vooral geldsteun van noord naar zuid voorlopig nog door ombouw van het ESM maar vooral een door Frankrijk en Duitsland voorgestaan eigen eurozone budget (Duitsland klein en Frankrijk groot van inhoud).
Veel enthousiasme voor verdere integratie lijkt mij niet sterk aanwezig.

Dan de G20 bijeenkomst waar het hoofdonderwerp de Chinees Amerikaanse tarieven kwestie blijkt te zijn geweest en waar globalisering en protectionisme (of nationalisme of unieïsme) besproken werden.
Want globalisering zoals die nu bestaat lijkt meer op protectionisme in groepsverband.

De jaarlijkse COP (dit keer de 24ste) klimaat meerdaagse conferentie met meer dan 22.000 (twee en twintig duizend) deelnemers waar klimaatplannen worden besproken en het wenselijk zou zijn dat bindende afspraken worden gemaakt.
Want in het Parijs klimaat akkoord zijn geen bindende afspraken gemaakt, slechts strevens naar.

Tenslotte, al is dat niet EU maar het VK, de  zittingen serie van het Britse parlement over de Brexit.
Brexit een begrip met vele aspecten die in de loop der jaren steeds wijzigden.
De nieuwste factor, enkele dagen oud, is dat het Europees Hof waarschijnlijk zal bepalen dat het VK eenzijdig kan besluiten gewoon weer lid van de EU te blijven of te herworden.
In het Britse parlement is duidelijk de alleengang van May doorbroken en de macht door het House of Commons teruggenomen.
Wat de uitkomst van de serie debatten de komende dagen gaat worden is nog niet helder en klaar, maar zeker is dat het (althans naar mijn bescheiden mening hierover) niet erg meer lijkt op wat het referendum erover bedoelde.


Het is opmerkelijk dat in de financiële en economische wereld er wetmatigheden bestaan die lijken niet te bestaan.
Zo is er het axioma dat twee procent inflatie optimaal is voor de economische ontwikkeling.
Inflatie is synoniem aan prijsstijging oftewel, geldontwaarding
Voorts dat om op die twee procent te stabiliseren er twee gebruikelijke technieken zijn.
Is de inflatie lager dan twee procent dan wordt door de centrale bank de rente verlaagd waardoor lenen en investeren goedkoper wordt, daardoor de productie toeneemt, daardoor de vraag naar arbeid stijgt en daardoor de lonen eveneens stijgen waardoor de geproduceerde goederen duurder worden en zo de twee procent inflatie wordt bereikt.
Is de inflatie hoger dan gebeurt het omgekeerde, de centrale bank verhoogt de rente, geld lenen en investeren wordt duurder, de economie wordt afgeremd en de inflatie loopt terug.
Soms loopt dat gierend uit de hand  en wordt de inflatie onbedwingbaar hoog zoals nu in Venezuela.
Helaas in de moderne economie lijkt die wetmatigheid niet op te gaan.
Ondanks rente ingrepen wordt er steeds gemeld dat de inflatie in de komende jaren zal toenemen, niet nu.
Zelfs de ongekende  vele biljoenen Quantitative Easing door BOJ, FED en ECB voornamelijk ter ondersteuning van dat rentebeleid heeft die uitwerking niet  gehad en die 2% inflatie bleef uit.
Is er echter een plotselinge toename van de inflatie dan is die veroorzaakt door andere factoren, zoals olieprijs schommelingen soms door productieafspraken veroorzaakt of stijging van de electriciteitstarieven door de energie omwenteling.
Maar de onderliggende core inflatie, waar die sterk fluctuerende onderdelen zijn weggelaten, blijft kennelijk laag.
Zo is er ook de wetmatigheid dat bij een groeiende economie de werkgelegenheid toeneemt, er schaarste op de arbeidsmarkt komt en daardoor de lonen gaan stijgen (en dus de inflatie toeneemt).
Maar ook hier blijkt in de USA dat ondanks de bijna volledige werkgelegenheid de daardoor te veroorzaken loonstijgingen uitblijven.
Daar heerst zelfs de gedachte dat de generatie na de millennials het financieel slechter zal hebben dan hun ouders.
Ook in ons land blijven de loonstijgingen achter.
Nu heerst er ineens angst op de beurzen omdat voor het eerst in tijden de rente op kortlopende leningen hoger is gestegen dan op de langlopende leningen.
Wetmatig gezien is dat een teken van een naderbij komende recessie.
Maar kijk ik bijvoorbeeld naar de eurozone dan blijkt dat de langlopende leningen abnormaal laag zijn door het rentebeleid van de ECB vergeleken bij de wereldrente en dat deze wereldrente lang is laag gebleven en nog is door  de overvloed aan bijgedrukt geld door de FED en de ECB.
Kijk maar eens naar de rente voor de eurozone zijn intrede deed.
Het is simpelweg zo (althans dat denk ik met mijn lekenverstand)  dat door de decennia lange monetaire ingrepen door centrale banken de “normale” invloeden op de echte financiële markten steeds kunstmatig zijn aangepast door die monetaire politiek van de centrale banken.
En de overheidsuitgaven en overschrijding van de budgets en dus nog verder vergroten van de reeds overgrote schuldenlast in geld uitgedrukt blijven nog doorgaan.
Gestimuleerd door de lage rentepolitiek die lenen zo goedkoop maakt.

Nu deze beïnvloeding, stimulering of steun, wegvalt (zij het in het geval van de ECB slechts zeer gedeeltelijk) gaan de “natuurlijke” invloeden op de financiële en economische wereld een sterkere rol spelen.
Soms vraag ik me als volslagen amateur af of al die stimulering door de centrale banken echt een oplossing is geweest voor de economische problemen van de toenmaals opkomende recessie of slechts een voor zich af schuiven ervan.
Met als bijkomend niet beoogd gevolg dat door de lage rentetarieven de (staats)schulden enorm gestegen zijn en nu juist als een loden last op de financiële mogelijkheden drukken.
Zie Italië (maar ook die andere eurolanden die een staatsschuld boven 90% hebben).
Een zo hoge schuld dat nieuwe leningen tegen veel hogere markttarieven zullen moeten worden afgesloten, behalve de aflopende over te sluiten leningen die door de ECB uit de 2.6 miljard bijgedrukte euro pot opgekocht kunnen worden.
En het is ook duidelijk, zoals de ECB zelf herhaaldelijk heeft benadrukt, dat de landen zelf hervormingen, op allerlei gebied moeten doorvoeren om de problematiek op te lossen.
Dan heeft de steun van de centrale banken alleen tijd geschapen voor de landen om die hervormingen door te voeren.
Dan blijft de vraag of al die landen intrinsiek economisch gezien daartoe in staat zouden zijn geweest.
Zouden zijn, want het is duidelijk dat de groeiprognoses, en groei is noodzakelijk,  steeds verder naar beneden worden bijgesteld.
En de doorgevoerde hervormingen zijn grotendeels bezuinigingen geweest die op de burgers zijn afgewenteld.
Want de staatuitgaven zijn blijven doorstijgen.

Dat de eurozone ondanks deze stimulans of steun niet zonder steun kan blijkt uit de door de ECB nog minstens tot midden 2019 aangehouden nul rente en de blijvende balans hoogte.
Want als  oude door de ECB opgekochte leningen vervallen en het kapitaal ervoor vrijkomt wordt dit geld weer belegd in de aankoop van ervoor in de plaats komende leningen (een soort rollover) of wellicht in de aankoop van totaal andere leningen, dat is nog niet duidelijk.
Maar de bijgedrukte 2.6 biljoen euro worden (voor onbepaalde tijd) niet uit de circulatie genomen en vernietigd.
De eurozone economie en groei draait dus niet volledig op eigen kracht maar blijft ondersteund door de ECB steun.
Combineer dat met de bijstelling naar beneden van de (te verwachten) groei.
Als ik daarnaast de voorlopige resultaten zie van de november ontwikkelingen in de production en service ratio’s van  de eurozone landen is optimisme ver te zoeken.

Bij al deze te vewachten of te vrezen ontwikkelingen staat één ding vast: het is de belastingbetaler die uiteindelijk alles moet financieren.
Maar zoals altijd zijn dit slechts de overpeinzingen van een geïnteresseerde leek.

Maar er zijn meer beren.
Na de eerste industriële revolutie in de 19de eeuw is er nu de tweede industriële revolutie, de energie omwenteling en de robotisering.
Met enorme gevolgen voor ons leven en de economie.
Daarover een volgend blog.