vendredi 21 novembre 2014


 Economie en Beurs
 
Het gaat niet best met de eurozone. Dat geluid klinkt al jaren met vallen en nauwelijks opstaan afgewisseld door van tijd tot tijd de mededeling vanuit Brussel dat de crisis voorbij is, dat de groei in Griekenland vanuit een met 25% gekrompen economie en een staatsschuld van boven de 200% een lichtend voorbeeld is voor de rest van de eurozone. Dat men voor het gemak de te betalen rente op de schulden niet meerekent is bijzaak.
Markit ziet niet veel vooruitgang. De werkloosheid blijft stabiel veel te hoog, Frankrijk blijft een zwak gebied waar voor de zevende maand in successie de zakelijke activiteit is afgenomen en er nieuwe ontslagrondes  vallen.
In Duitsland zijn de opdrachten voor het eerst sinds halverwege vorig jaar niet in volume gestegen; daardoor zijn minder nieuwe banen geschapen. Zowel in manufacturing als in service minder groei.
Over de gehele eurozone de laagste  PMI in 16 maanden die aangeeft dat de groei in het vierde kwartaal slehts 0,1 à 0,2% zal bedragen. In december kan de groei nog verder teruglopen gezien de marginale terugloop in het aantal orders.

Niets om over te juichen dus, want afgezien van die uiterst minieme groei nemen de schulden des te sneller toe. De blijvende begrotingstekorten zorgen daar voor en door die slechts geringe groei neemt het percentage van schuld ten opzichte van het BBP des te sneller toe.

De vooruitzichten voor 2015 zijn evenmin om over naar  huis te schrijven. De begroting van Frankrijk rammelt nog aan alle kanten en komt uit op een begrotingstekort van ongeveeer 4,5% in 2014 en 2015 als alle hervormingen volgens plan verlopen. Gezien de houding van vakbonden en links/groene facties in de linkse coalitie is dat nog geen zekerheid.
Italië kampt met een veel te grote schuld en beide landen zorgen voor veel onrust door hun verzet tegen het Stabiliteits en Groei Verdrag dat hun de mogelijkheid ontzegt orde op zaken te stellen. Of dat zo is is een betwistbaar punt. Dat het met het  huidige S&G Pact niet zal lukken is wel vrijwel zeker.
Voor de brave burgers van de eurozone is er ook weinig licht aan de horizon, de lasten worden alleen maar verder verzwaard, door de lage euro worden de importen duurder en dus ook de prijzen. Ze kunnen alleen met wat afgunst kijken naar deVerenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk waar de groei wel sterk toeneemt, de werkloosheid veel lager is en de vooruitzichten rooskleurig.

Als men de boze vinger naar de oorzaak wil uitsteken dan is dat naar de euro, die elke gunstige ontwikkeling in de kiem smoort door de uiteenlopende belangen en noden van de lidstaten, een blok aan ieders been of het nu een zwak of een sterker land is.
In de eurozone kan men voortreffelijk rekenen met potentiële groei en structurele groei en conjecturele remmingen, prachtige prognoses ontwikkelen en in het kader van de middenlange termijnplanning ingewikkelde formules opstellen voor het bereiken van 0,5% begrotingstekort en 60%  in voor dit land x jaar en voor dat land y jaar alsof het zelfstandige landen zijn. Men vergeet dat zij met een onverbreekbaar financiëel koord gekoppeld zijn aan 17 andere landen die op hun beurt met hetzelfde bezig zijn en binnen de eurozone is de winst voor het ene land het verlies voor een ander. Grof gezegd, vergroot één land de uitvoer naar andere landen dan is het winst  voor dat ene en verlies voor dat andere. Het land met de meeste grondstoffen en de laagste productiekosten zal dan altijd ten koste van de andere groeien. Dat is het verwijt dat Duitsland zo vaak te horen krijgt. Monetair zitten de landen in euro  beton gegoten. Pas wanneer ze ten opzichte van elkaar in muntwaarde kunnen verschillen kunnen ze hun eigen potentiëel ontplooien. Steeds meer analisten hellen naar die mening over en het is ook zo vanzelfsprekend.


Het merkwaardige is dat de beurzen steeds losser lijken te staan van de onderliggende economieën. Terwijl de eurozone zucht en steunt lopen de aandelenkoersen op de eurozone beurzen steeds verder op. Nu valt dat deels toe te schrijven aan het gegeven dat het meest multinationals, in meerdere landen producerende en handelende, ondernemingen zijn die dus minder aan de locale conjuctuur gekoppeld zijn maar datzelfde verschijnsel zag men in de VS en het VK toen het daar nog niet voor de wind ging. Een ander merkwaardig verschijnsel is dat er een correlatie lijkt of liever gezegd blijkt te bestaan tussen de handelswijze van de Centrale Banken en de beurskoersen. Toen de FED aankondigde dat zij de maandelijkse dollarinjecties zouden verminderen en op de duur stoppen reageerden de beurzen wereldwijd onmiddellijk. Toen de Centrale Bank van Japan de QE enorm verhoogde stegen de beurskoersen mee en  hetzelfde gebeurde toen Draghi aankondigde de balans van de ECB met 1000 miljard euro te vergroten en voor dat bedrag waardepapieren aan te kopen.
Terwijl beurzen zouden moeten reageren op economische impulsen blijken monetaire ingrepen van de Centrale Banken meer grip op de koersen te hebben.
Datzelfde geldt voor de rentetarieven door de Centrale Banken bepaald. Die hebben eveneens een flinke invloed op de beursvloer. Geld brengt door een verlaging van die tarieven minder op en als dat op een kantelpunt komt is het zinloos op rente te rekenen en zijn aandelen een uitweg om het geld toch meer op te laten brengen, zodat de relatie waarde onderneming beurskoers vertekend wordt. Daartegenover is lenen van geld juist aantrekkelijk en dat is ook een gevaar voor de economie op de duur. Tenzij de rentetarieven altijd nul of uiterst laag blijven en dat is onvoorstelbaar want door een te lage rente en daardoor grenzenloos lenen en grenzenloos geld bijdrukken om waardepapieren te kopen door de Centrale Banken wordt de functie van geld als min of meer vast ruilmiddel voor goederen en diensten uitgehold doordat een voordurende waardevermindering van het geld optreedt en waardevermindering betekent eenvoudig dat er voor hetzelfde bedrag aan geld steeds minder goederen en diensten kunnen worden verkregen, met andere woorden dat een steeds toenemende inflatie gaat volgen die grotelijks uit de hand kan lopen zoals de ervaring ons leert.

Zo'n door Centrale Banken gemanipuleerde economie verstoort de natuurlijke economie, gestuurd door vraag en aanbod en prijs. Een enkele impuls, bijsturen als dat nodig is, is nuttig maar een vrijwel compleet aansturen van de financiële basis van de economie leidt tot excessen. Daarbij komt dan ook nog dat Centrale Banken elkaar als haviken in de gaten houden om direct te kunnen reageren als hun eigen keizerrijkje door andere Centrale Banken wordt bedreigd. Zoals nu een currency war helemaal niet onwaarschijnlijk is door de felle QE van de Japanse Centrale Bank die het wisselkoers evenwicht behoorlijk verstoort door de Japanse export zo in prijs te verlagen. Gaan andere Aziatische landen ook tot wisselkoersverlagende maatregelen over  dan is het  al zover.

En eenmaal begonnen is het stoppen van die bemoeienis uiterst moeilijk, voornamelijk door de zeker voor een groot deel daardoor veroorzaakte enorme schuldenlast, globaal 175% van de totale wereldinkomsten. Verdien dat eens terug zonder een enorme devaluatie.

 

 

 

 

 

 

 

 

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire