vendredi 30 août 2019


De vier werelden: 
overheid kapitaal economie consumenten


Het is uit mijn overpeinzingen duidelijk dat ik geen aanhanger ben van de QE en lage rente monetaire politiek van de centrale banken die, zo denk is, meer gericht is op de kapitaalmarkt dan op de echte economie en zelfs uitgelegd zou kunnen worden als wisselkoers beïnvloeding .
Bijgedrukt geld wordt ongericht in de wereldeconomie gepompt en de lage rentetarieven met die money glut, overvloed aan geld, leiden te snel naar overgrote staatsschulden bedrijfs en persoonlijke schulden en dreigen bubbles, opgezwollen blazen, te veroorzaken die met nare gevolgen kunnen barsten zoals we in 2008 hebben gezien.
De laatste jaren en nu nog sterker denk ik te zien dat men van die lage rente afhankelijk is geworden, een renteverhoging zou al snel tot problemen bij aflossen en rentebetalingen  leiden.
Men spreekt dan van de “debt trap” waaruit het moeilijk ontsnappen is, als dat nog kan.
De FED is dan ook snel van “tightening” , renteverhogingen en afbouwen money glut, moeten terugkomen en de ECB heeft het zelfs niet geprobeerd.
Nu willen de centrale banken, althans de meerderheid van de leden, desondanks zelfs weer tot renteverlagingen en zelfs bijdrukken en opkopen  overgaan of ermee doorgaan al zijn ze ervan overtuigd dat alleen de landen zelf met hun eigen fiscale politiek hun economie efficient kunnen stimuleren.
Ze worden daarbij ook ondereling beïnvloed door het wisselkoers effect dat de monetaire politiek heeft.
Dit keer denk ik echter in mijn overpeinzingen hoe ik deze wereld van geld zie.
Als leek zie ik daar vier, van elkaar afhankelijke  maar ook deels in zichzelf gekeerde afzonderlijk systemen.
Natuurlijk simplificeer ik daarbij, maar het lijkt mij, als leek, beter het bos te proberen te zien dan me te verliezen in de bomen.


·     De overheid: stuurt kapitaal en handel en industrie door monetaire (geld scheppen en rente bepalen) en fiscale politiek (belasting, heffingen, subsidies, regelgeving).
·     De kapitaalmarkten verschaffen geld aan de echte economie
obligaties (=schuldeisers) aandelen (mede eigenaren) maar lijken meer gestuurd t worden door de monetaire politiek van de centrale banken dan door de echte economie.
·     De echte economie, handel en industrie: aanschaf, produktie, bewerking, afzet, (aanbodkant).
·     De consumenten, eindgebruikers (vraagkant).

Deze systemen worden verbonden door allerlei geldstromen die ze, in ideale omstandigheden, onderling in evenwicht houden.
Hieronder een schema dat die geldstromen tussen de verschillende systemen schetst, inclusief de “outsourcing”.
Zwarte lijn goederenstroom, rode lijnen geldstromen.
Dikke lijnen geven de goederen en geldstroom bij outsourcing van productie, de eigen economie wordt omzeild.


Duidelijk is hoe de invloed van outsourcing is  op de eigen economie.
Met de productie verdwijnen niet alleen de arbeidsplaatsen en de industrie infrastructuur maar ook belasting inkomsten ervan voor de staat en wordt sociale zorg voor de werklozen nodig.
Bovendien worden de ondernemingen die outsourcen afhankelijk van de buitenlandse supply lines.

Ook is duidelijk dat de gehele keten van  gebeurtenissen berust op wat de natuur ons biedt. Daarover later meer.





mardi 27 août 2019


Globalisering, Centrale Banken 
en de Groeiende 
Ongelijkheid tussen Kapitaal en Loon.


Mijn overpeinzingen dit keer volgen logisch (althans, zo denk ik), op vorige overpeinzingen.


Ben ik een voorstander van de Europese Unie?
Zeker, want gezamenlijk vormen de lidstaten een machtig handelsblok dat zich kan meten met de USA en de machtige handelsblokken in de wereld met daarbij de aanstormende zoals Indonesië.
Daardoor kan het handelsovereenkomsten sluiten met deze handelspartners op voet van gelijkheid en zo goede voorwaarden verkrijgen.
Maar ben ik ook een voorstander van een Europese Superstaat, een Federaal Europa met ondergeschikte lidstaten gecentreerd in Brussel.
Nee, zeker niet, ik ben van mening dat alleen wat onmogelijk  decentraal kan gebeuren centraal moet en dat de vrije markt van goederen en diensten de kern van de EU uitmaakt.
De lidstaten blijven politiek zelfstandig.
Dat verklaart de Brexit want het VK wil wel de vrijhandelszone maar niet de groeiende politieke macht van Brussel en vreest voor het EU lidmaatschap van een steeds overheersender Brussel.
Als economische macht staat Britain op de tweede plaats in de EU na Duitsland en is dus niet zomaar een van de achtentwintig lidstaten, brengt 15% op van het GDP van de EU (Nederland: 0.5%).
Met een harde Brexit zou dus de EU bijna 1/6 deel van zijn economische  potentie verliezen.
Daarom hoop ik op een oplossing van de Brexit tussen het VK en de EU die voor beide aanvaardbaar en voordelig is.
Daarom hoop ik ook dat dat slepende conflict tussen eindstadium EU als superstaat of zelfstandige staten met enkele centrale thema’s opgelost wordt zodat elke lidstaat weet wat de definitieve stand van zaken is.

De EU is een economisch machtsblok en sluit met potentiële handelspartners, andere landen of handelsblokken in de gehele wereld handelsovereenkomsten met bijkomende voorwaarden.
Ongereguleerde globalisering bestaat zo niet, douanerechten en allerlei heffingen beschermen de landen daartegen met de WTO die waakt tegen uitwassen.

Deze globalisering kan echter een ongelijkheid van inkomen uit loon en uit kapitaal veroorzaken veroorzaakt door "outsourcing".
Door de productie van halffabrikaten of eindproducten of diensten te laten plaatsvinden in lage lonen landen kan men een flinke kosten besparing op de eindprijs verkrijgen.
Een gevolg hiervan is dat arbeidsplaatsen in het eigen land worden opgeheven en er arbeidsplaatsen in de lage lonen landen worden geschapen.
Daar worden lonen en vaak lagere belastingen betaald.
Een tweede gevolg is dat de productiekosten worden verlaagd en bij gelijkblijvende verkoopprijs in het eigen land de winstmarge toeneemt en de eigenaren (aandeelhouders) profiteren.
De totale economie in het eigen land vermindert dus en de economie in het lage lonen land groeit.
De koopkracht in het eigen land neemt deels toe (aandeelhouders) en deels af (ontslagen werknemers).
De post manufacturing neemt in volume af en moet worden opgevangen door service, dienstverlening om de arbeidsmarkt in stand te houden, waar de lonen vaak lager zijn dan in manufacturing.
Voor de staat betekent dit overigens lagere belastinginkomsten en grotere uitgaven voor de sociale zorg en hogere staatsschulden.
Voor de lage lonen landen betekent het een groeiende economie met hogere belastinginkomsten en toenemende welvaart waardoor ook daar tenslotte de lonen zullen stijgen en nieuwe lage lonenlanden moeten worden gezocht voor de nodige supply lines.

Een volgende factor in de inkomensongelijkheid komt voor uit de losse geldpolitiek van de centrale banken.
Door de rente laag te houden kunnen ondernemingen tegen lage en soms verwaarloosbare  rentekosten geld lenen waarmee ze twee dingen kunnen doen: investeren om de productiecapaciteit op te voeren of te optimaliseren of om de productiekosten te verlagen en zo de winstmarge te vergroten en deze de aandeelhouders ten goede laten komen en niet om de lonen te verhogen.
Daarbij in aanmerking nemen dat ondernemingen alleen geneigd zijn te investeren als zij daartegenover een grotere omzet kunnen verwachten.
Maar als de koopkracht niet stijgt door stagnerende lonen en teruglopende  arbeidsmarkt (door bijvoorbeeld outsourcing) dan zal de omzet niet stijgen en zullen zij niet investeren.

Deze inkomensongelijkheid leidt bij ons sociale klimaat enerzijds tot steeds hogere lasten voor de grote midden klasse die in de productie sector werkzaam is of was want daar is het meeste geld te behalen bij gelijkblijvende of zelfs door inflatie verminderde lonen waardoor deze middenklasse krimpt en zelfs zou kunnen verdwijnen.



Ik zie in de handelspolitiek van de USA of moet ik zeggen Trump, gericht op het meer in balans brengen van de handelsbalans, als ultiem doel zoveel mogelijk geëxporteerde productie naar de USA terug te halen.
Door heronderhandelen van bestaande handels akkoorden en opleggen van invoerrechten zou de kosten balans tussen eigen productie en importen in evenwicht kunnen komen en dus weer opbouwen van het productieapparaat in de USA ten goede komen.
Een vermindering van de globalisering en terug naar de nationale markt, zo autarkisch mogelijk, waarbij het bezit van grondstoffen uiterst belangrijk is.


Een onzekere factor hierbij is de robotisering.
Mocht het inderdaad zo zijn dat een hoog percentage van de huidige menselijke arbeid door robots zal worden overgenomen dan zijn in plaats van arbeidsloonkosten  de energiekosten een doorslaggevende factor voor de locatie van productie.
Dan zal ook de gehele sociale en belasting wetgeving moeten worden aangepast.
Dan staat alles op zijn kop.
Maar zal het ooit zover komen?

Maar uiteraard zijn deze speculaties alleen maar de overpeinzingen van een geïnteresseerde oude gepensioneerde leek.

vendredi 23 août 2019


De G7 en Jackson Hole, 
economie en milieu


Mijn overpeinzingen dit keer gaan over de vrees voor een komende recessie aangewakkerd door de inverted yield curve en de geringere groei en over het verband tussen economie en milieu, die niet gescheiden van elkaar kunnen worden gezien.
Neem in Nederland de economische projecten die niet  uitgevoerd kunnen worden doordat zij niet voldoen aan aantoonbare directe compensatie voor de nitraat (NO2) uitstoot die ze (indirect) veroorzaken.

Dit weekend vergaderen de G7 leiders in Biarritz en de centrale banken in Jackson Hole van donderdag tot zondag.
In Biarritz is het de politiek die over onze ook economische toekomst vergadert, in Jackson Hole zijn het de bankiers die de wereld monetaire politiek bespreken en op elkaar afstemmen.
En monetaire politiek kan niet compenseren wat de lidstaten met hun fiscale politiek zouden moeten doen om hun economie te stimuleren, zo lees ik hier en daar.
G7 contra Jackson Hole.
Beide bijeenkomsten in een tijd waar globalisering onder druk staat van nationale handelsbalansen, van Brexit en langzamer China en een tijd na de QE en renteverlagingen door centrale banken gevoerd ter stimulering van de economie waarvan de groei nu weer afneemt en velen zelfs in de komende jaren een recessie vrezen.
Zullen de bankiers weer hun QE en rentewapens inzetten.
Hebben die dan de laatste tien jaren niet de gewenste uitwerking gehad.
En zullen zij dit keer, indien volgens de bankiers nodig, wel die gewenste uitwerking hebben?
En is de situatie zo zorgelijk als gevreesd wordt.

De groei van de wereldeconomie werd in juli j.l. door het IMF geschat op 3.2% in 2019, 3.5% in 2020, eurozone 1.3% en 1.6% (1.2% en 1.4% door de Europese Commissie), USA 2.6% en 1.9%.
Duidelijk lager dan in 2017 maar niet onrustbarend als men  de strubbelingen door Brexit onzekerheid, minder globalisering, handelsoorlog en mede daardoor  China’s lagere groei als oorzaken ervan in acht neemt.
Meer symptomatisch dan structureel.
Goed, in Duitsland krimpt de industrie maar dat is gezien de overgang van fossiel naar duurder elektrisch en CO2neutraal en door de onzekerheid en de scherpe milieu eisen voor de autobranche en alle eraan toeleverende bedrijven wel begrijpelijk in een zo sterk industrie en export georiënteerd land.

Flash France and Germany



Zowel in de gehele eurozone als in Frankrijk en Duitsland is er in augustus een hogere groei voorzien dan in de maand juli.
Wel toont de industrie in Duitsland een doorgaande daling.

Natuurlijk geringere groei dan in 2017 maar geen krimp.
Wel de vrijwel zekerheid dat lage rentepercentages (hoewel hoger dan de 0 en negatief van de ECB) lange tijd blijvend zullen zijn.
Waarom staan de centrale banken dan bij wijze van spreken in de rij om die al lage rente nog verder te verlagen en geld bij te drukken om waardepapieren op te kopen.

Duitsland staat klaar om zijn economie te stimuleren met 50 Miljard euro.
Die kunnen doelmatiger gebruikt worden dan de ECB kan doen met ongericht geld aan banken ter beschikking stellen.
Bijvoorbeeld door belastingverlaging de consumptie te verhogen, de verouderde infrastructuur aan te pakken.
Duitsland kan dat doordat zijn begroting neutraal is en de staatsschuld weliswaar iets hoger dan de EU toestaat maar er ruimte genoeg is en de rentelast zelfs 0% rente bedraagt voor een lening van 0.8 miljard euro met een looptijd van dertig jaar (hoewel de bedoeling was een 2 miljard euro lening).
Dat in tegenstelling tot een aantal andere eurolanden die zo’n grote bestaande staatsschuld hebben dat meer schuld, al is het tegen lage rente,  onverantwoord zou zijn.
Waar weer tegenover gesteld kan worden dat de rentelasten voor euro obligatie leningen zo laag zijn, ook voor hoge schuldenlanden, dat deze ook bij nog grotere schulden op te brengen zijn en leningen met een looptijd van 50 jaar of zelfs langer zeer lang respijt bieden.
Maar eens in de toekomst zullen ze toch afgelost moeten worden.
Nederland wil, naar ik lees, een andere weg volgen, de oprichting van een investeringsfonds van ca 50 miljard euro’s (te vullen met leningen tegen lage of nul rente of lager).
Ook Nederland heeft een positieve begroting en lage staatsschuld.
Dat maakt het zonder problemen mogelijk.
Maar ook Italië met zijn hoge schuldenlast wil deze weg inslaan.
Dat zijn voorbeelden van de inbreng van de fiscale politiek in de lidstaten.
Wat de centrale banken kunnen bewerkstelligen is voornamelijk de rente laag houden zodat de fiscale nationale schulden betaalbaar blijven.
Geld bijdrukken met obligatieopkoop en zo ongericht geld in de wereldeconomie pompen tegenover met door de landen geleend geld gericht bepaalde economie versterkende en koopkracht verbeterende projecten in gang zetten.
In ieder geval weg van de knellende austerity in de landen en ongerichte geldverruiming door de centrale banken.
Dichter bij de Modern Monetary Theory (en ook zijn dreigende inflatie gevaar).
Maar tegen de EU verdragen.

In Biarritz zijn het de G7 landen, Canada, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, het VK en de VS (Rusland is buitengesloten) die vergaderen
Economisch machtige landen.
In Jackson Hole de centrale banken van de machtigste wereldlanden.
Maar nauwelijks vertegenwoordigingen van de arme en de opkomende landen.

Maar in een wereldomvattend verband moet het voor iedereen, zo denk ik, duidelijk zijn dat economie en milieu op gespannen voet leven.
Neem de wereldeconomie die de komende jaren met meer dan drie procent groeit.
Die groei brengt uiteraard een grotere vraag naar energie met zich mee, energie die economisch gezien tegen de laagst mogelijke kosten opgewekt moet worden.
Want het productiekosten aspect speelt een grote rol in de economie van opkomende landen.
Het opwekken van die meerdere energie veroorzaakt weer een grotere uitstoot van CO2.
Juist in die groei landen waar de bevolking snel toeneemt en de economische  groei relatief hoog is, is er nauwelijks CO2 neutrale energieopwekking;  tenslotte zelfs in onze technisch hoogontwikkelde  landen zijn fossiele brandstoffen ook nog steeds onmisbaar voor de totale energie opwekking.
Dit lijkt mij als eenvoudige leek een zorgelijke gedachte.
En dan gaat het over meer dan alleen de CO2 uitstoot.
Economische groei en milieu in onderling verband.
Een gedachte die bij de G7 en Jackson Hole wel niet op de agenda zal staan, behoudens het vasthouden aan het Parijse klimaat accoord.

Maar, zoals altijd zijn dit alleen maar de overpeinzingen van een bejaarde gepensioneerde volslagen leek

vendredi 9 août 2019


Geld lenen kost geld
Geld sparen kost geld

De Handelsbalans
En
De wisselkoersen


In mijn leken visie zijn vaak de dingen niet helemaal zoals ze op het eerste gezicht lijken maar gaat er meer achter schuil.
Maar die lekenvisie kan uiteraard de plank ook volkomen misslaan.
Zo gaan mijn overpeinzingen dit keer over die renteverlagingen die voor de gepensioneerden zulke grote gevolgen kunnen hebben.
Lange overpeinzingen voor de vakantietijd.

Voor het jaar 2000 toen de euro werd ingevoerd zou de titel van deze overpeinzingen een waanzinnige opmerking zijn geweest.
Geld sparen bracht immers meer rente op dan de inflatie die de waarde verminderde.
In 2020 zal het echter een normale toestand weergeven.

Natuurlijk kost het als burger en bedrijf (behalve de erg grote) geld om de rente op leningen te betalen.
Ook voor landen buiten Europa geldt dat.
Maar binnen de eurozone zijn er al drie landen die geld, een rentepercentage,  er bij cadeau krijgen als ze tienjarige obligatie leningen uitschrijven.
Een negatieve rente.
En rente op spaargeld in de eurozone  is 0 of vrijwel 0  en zou binnenkort  wel negatief kunnen worden.
Dat wil zeggen dat de spaarder (en pensioenfondsen en ieder die van spaargeld afhankelijk is) niet alleen de waardevermindering van het spaargeld door de inflatie ondergaat maar ook nog rente aan de bank zou moeten betalen voor dat spaargeld.
Dat wil look zeggen dat er komend jaar In ons land al flinke kortingen dreigen op de pensioenen.

Dat alles vindt plaats als direct gevolg van de al sinds 2008 lopende geldverruiming en renteverlagingen door de Centrale Banken bedoeld om de echte economie te stimuleren en groei te bevorderen.
Met als bijkomstige omstandigheid nu dat de schulden van de eurolanden, door die overvloed aan geld en lage of geen of negatieve rentekosten die lenen zo aantrekkelijk maken veel te groot zijn geworden.
Of nu de eurozone economie is gestimuleerd of ten koste van die hoge schulden in stand is gehouden blijft voor mij de vraag.
Wat wel bijna zeker is dat ondanks die 2.6 biljoen euro en renteloosheid nog meer geld bijdrukken om waardepapieren te kopen en verlagen van de rente tot verder negatief, - 0.5% (nu – 0.4%) bijvoorbeeld onvermijdelijk lijkt.
Althans, dat lees ik hier en daar.
Het een of het ander of beide.
Al zou de ECB de rente niet willen verlagen, dan wordt hij er toch door gedwongen omdat vele andere centrale banken het al hebben gedaan of gaan doen.
Met dat verschil dat die banken de rente niet tot onder de nul procent behoeven te laten zakken.
Want daar is de rente nu nog behoorlijk boven de 0% er blijft er dus positieve ruimte.

Maar waarom gaan al die centrale banken nu achter elkaar met de FED als eerste die rente verlagen?
Terwijl er in de USA helemaal geen noodzaak voor is, groei 2.1% op jaarbasis, werkloosheid onder de 4% en de belastingverlagingen stimuleren de echte economie (hoewel ze de staatsschuld tot boven 105% brengen, maar dat is met de lage rentestand nu geen probleem).

Graaf dieper en ik geloof dat je dan tenslotte uitkomt bij de import en de export.
Altijd al is er handel geweest tussen landen om grondstoffen en goederen die niet in het land zelf verkrijgbaar waren te importeren en daartegenover grondstoffen en goederen die andere landen niet zelf hadden te exporteren.
En na de oorspronkelijk ruilhandel is van oudsher altijd geld gebruikt om die importen te betalen en die exporten te laten betalen.
Goederen en grondstoffen werden dus aan geld gekoppeld.
En consumenten zijn bereid om in plaats van nationaal geproduceerde goederen geïmporteerde te kopen indien die goedkoper zijn
Dat gaat goed zolang de waarde van de invoer gelijk blijft aan die van de uitvoer.
Maar is er een onbalans dan moet deze hersteld worden.
Dan ontstaan er schulden of vorderingen die niet blijvend van aard kunnen zijn.

In het ergste geval moet een land dan de munt devalueren waardoor de import duurder wordt en de export goedkoper zodat de balans hersteld wordt en de schuldeisers met een strop worden opgezadeld.
Devaluatie is vroeger in de landen van Europa geen uitzondering geweest maar vaak voorgekomen.
Binnen de eurozone is een devaluatie nu onmogelijk geworden door de gezamenlijke munt, de euro.
De gehele eurozone zou kunnen devalueren maar niet de afzonderlijke lidstaten.
Dat is volgens sommigen een van de oorzaken van het zo stroef functioneren van de eurozone.
Maar dat als losse opmerking.

Het is dus voor landen noodzakelijk om methodes te vinden om een evenwichtige (of liefst positieve) handelsbalans tot stand te brengen.

Dat valt in de praktijk niet mee, de USA bijvoorbeeld heeft een permanent negatieve handelsbalans van nu 55 miljard dollar (35 in 2001).
De eurozone heeft een overschot op de handelsbalans van nu 23 miljard euro (sinds 2013 steeds positief, daarvoor sinds 2000 afwisselend negatief/positief).
De EU heeft een overschot op de current account van 45 miljard euro.
China heeft sinds 2000 vrijwel constant een overschot dat nu is uitgegroeid tot 45 miljard dollar.
Dit zijn, zo geloof ik de belangrijkste voorbeelden.


Terwijl onder Bush en Obama geen maatregelen werden genomen om dit blijvende tekort te verminderen of weg te werken is sinds Trump president is dat wel het geval.
De USA moet een betere concurrentiepositie verwerven dan nu het geval is om zo dat tekort op de handelsbalans te verkleinen.

Trump is van mening dat om dat te bereiken de handelsverdragen door de USA gesloten open moeten worden gebroken en opnieuw onderhandeld.
Uiteraard voelen de andere partners in deze verdragen daar niets voor.

Nu wil Trump zijn handelspartners dwingen door hoge import heffingen op te leggen en zo de import te verlagen en de eigen productie in de USA concurrerend te maken.
Dat lokt weer tegenmaatregelen van de handelspartners op en zo ontstaat een soort handelsoorlog.

Een andere belangrijke factor bij het bepalen van de concurrentiepositie is de wisselkoers, de waarde van de valuta ten opzichte van andere landen die in principe door de handel tot stand komt maar in sterke mate beïnvloed wordt door de poiltiek van de centrale banken.
Hoe minder de munt waard is ten opzichte van een andere hoe duurder de import en goedkoper de export, dus hoe beter de concurrentiepositie.
Dus, hoe raar het ook klinkt, het is van belang je wisselkoers zo laag mogelijk te houden.

Nu wordt die wisselkoers mede bepaald door de geldhoeveelheid en de rente op leningen.
Door een lage rente wordt de munt minder aantrekkelijk dan munten met een hogere renteopbrengst en door de geldhoeveelheid te vergroten wordt de waarde ervan per eenheid lager.
Dus wordt hij minder waard en dat verbetert de concurrentiepositie.

Ik denk nu in  te zien dat dit nu is wat QE en renteverlaging ook doet, een indirecte beïnvloeding van de wisselkoers.

We zien nu dat de forward guidance van de ECB er op wijst dat steunmaatregelen, dus renteverlaging en geldverruimig onmiddellijk zijn invloed heeft op andere landen.
Op de steun woorden van Draghi oppert Trump zijn opinie dat zo’n ingreep dreigt te lijken op een currency war, een wisselkoersoorlog.
De FED verlaagt prompt de rente met 0.25% (en men rekent op nog eens zo’n zelfde verlaging binnenkort),  zoals sommigen zeggen onder druk van Trump en de kapitaalmarkten, en men ziet dat de ene na de andere centrale bank soortgelijke stappen onderneemt zodat uiteindelijk de onderlinge verhoudingen weer hersteld zouden worden.
Maar binnen de landen zijn de gevolgen merkbaar.

Zo denk ik op mijn amateuristische manier dat de problemen waarin de pensioenfondsen en de spaarders in de eurozone verkeren in de grond in verband staan met  de onbalans in de handelsbalansen van de wereldlanden.
Sterker nog bij ons omdat in tegenstelling tot bij andere valuta bij ons de rente al 0% of negatief was.

Maar natuurlijk zijn dit alleen maar de overpeinzingen van een bejaarde gepensioneerde leek.