mercredi 31 décembre 2014



het eurozone leven op de pof

Het zou fantastisch zijn om de laatste dag van het jaar met  een optimistische geluid af te sluiten. Helaas zou dat ook alleen maar fantasie zijn.

Tsipras, leider van het Griekse protest,  betrekt nog niet gebruikte fondsen uit het ESM en andere EU fondsen bij zijn financieringsplan voor de steun aan de arme Griekse bevolking. Maar die fondsen zijn niet echt, ze zijn virtueel.
Juncker sticht een splinternieuw EU breed investeringsfonds met een kapitaal van meer dan 400 miljard euro maar heeft zelf maar 5 miljard ter beschikking. De rest is virtueel.
De ECB wil de balans van 2000 naar 3000 miljard euro vergroten door het scheppen van 1000 miljard nieuwe euros waarmee hij staatsobligaties van de eurozone lidstaten wil opkopen. Die 1000 miljard euros bestaan nog niet maar daarvoor heeft hij de virtuele geldpers van de eurozone ter beschikking.
De lidstaten van de Europese Unie lenen geld op de kapitaalmarkt tegen afgave van obligaties en lossen oude obligatieleningen af door het uitgeven van nieuwe obligatieleningen. 
Het toverwoord is leverage. Voor elke 5 euro die je echt hebt kun je er 25 lenen. Waar komt het geld vandaan, waar gaat het naar toe? Een korte blik in de virtuele geldmachine

Het Bruto Binnenland Product zou moeten zijn alle inkomsten van een staat per jaar. Maar uitgaven worden meegeteld als inkomsten omdat ze als investering kunnen worden beschouwd. Criminele inkomsten, die door hun karakter niet berekend kunnen worden, worden als geschat bedrag bij het BBP opgeteld. Sommige zaken tellen zwaarder dan anderen. Alles bij elkaar noemen we het toch maar Bruto Binnenlands Product.
De rijksbegroting zou moeten zijn een overzicht van alle inkomsten van het rijk door belastingen, accijnzen, heffingen en alle uitgaven. Maar er zijn uitgaven die niet worden meegeteld.
De staatsschuld wordt uitgedrukt als een percentage van het BBP maar de berekening ervan in euros kan op verschillende manieren.
Zoals ik al eens eerder heb gezegd, groei, begroting, alles kan current prices zijn, dus zonder rekening te houden met inflatie maar moet eigenlijk real zijn, echt, op vaste prijzen gebaseerd van een meetjaar.
Trouwens ook de inflatie kan zijn core inflatie en echte inflatie en is altijd een keuze uit alle producten, niet alle.

Niets is dus wat het schijnt of misschien zou moeten zijn. Virtuose virtualiteit.

Alleen als er echt betaald of geïnd moet worden gaat het om echte euros, als men dan nog over echt geld mag spreken. Want de wereldvaluta is de dollar en de waarde van de dollar ten opzichte van de eigen munt kan, zoals we de laatste maanden merken, sterk variëren. De wereldhandel gaat in dollars hoewel er een tijd was dat de euro ook ambiëerde een wereldvaluta te zijn. Maar die dagen zijn voorbij.

Virtueel, niet bestaand geld, beheerst onze economie. We leven in een financieel virtuele wereld.

Laten we het Europese Stabilisatie Mechanisme als voorbeeld  uitkiezen. Allereerst is de naam al een overdrijving want het omvat alleen de landen van de eurozone, niet alle Europese landen gelukkig.
Het ESM is een soort bank van lening voor armlastige eurozone landen. Die kunnen tegen een redelijke rente en een woud van bijkomende diep ingrijpende voorwaarden voor een korte periode geld lenen om uit de liquiditeitsproblemen te komen. Hij is opgericht om onder de voorwaarden van het verdrag van Lissabon (de mislukte grondwet waar Juncker onlangs de VVD, CDA en PvdA de schuld van gaf) uit te komen dat immers luid en duidelijk directe steun van lidstaten onderling of door de ECB verbiedt.
Alle lidstaten van de eurozone zijn vrijwillig verplicht deelnemer aan en aandeelhouder in dat ESM. Hun aandeel wordt berekend op grond van hun Bruto Binnenlands Product. Het begon zijn werk officiëel op 1 mei 2013 waarmee een periode van technisch illegaal steunverlenen werd beeindigd. Meteen al werd het werkingsgebied ervan uitgebreid van directe hulp aan lidstaten tot ook directe hulp aan armlastige banken en in de anderhalve jaar van het bestaan is  steeds getracht andere hulp erdoor te laten betalen. De laatste keer was de poging van Juncker om het te betrekken bij de financiering van de nieuwe investeringsbank zodat het werkterrein zelfs uitgebreid zou worden tot de gehele Europese Unie. Zo nu en dan kreeg je het idee dat het beschouwd wordt als de lichtekooi van de EU, voor iedereen beschikbaar.

De financiering van het ESM heeft twee kanten. Het kapitaal bedraagt 700 miljard euro. Dat bedrag is echter niet gestort. Slechts 80 miljard is echt door de deelnemers ingebracht, het paid in capital. Voor Nederland bijvoorbeeld,  als op vier na de grootste eurozone economie, bedraagt dat paid in capital 4,573 miljard euro. Maar daarnaast staat Nederland garant voor 40 miljard euros. Dat is oproepbaar kapitaal. Zodra het nodig zou zijn moet Nederland dat bedrag zonder morren onmiddellijk aan het ESM betalen.
Nu heeft Nederland een staatsschuld van op het ogenblik 517,176 miljard euro, 75,78% van het BBP dat volgens de nieuwe berekeningsmethode nu 682,426 miljard euro bedraagt, rente 400 euro per seconde (World Debt Program dat up to date is).
Zou zo'n oproep komen dan kan Nederland dat bedrag dus nooit zo op tafel leggen en zal het op de kapitaalmarkt moeten lenen.  
Dat zou niet leuk zijn en dus is daar het volgende op gevonden. Het ESM leent op de kapitaalmarkt dat geld op basis van de door Nederland afgegeven garantie van 40 miljard euro. Nederland merkt daar dus niets van tenzij het ESM in de problemen komt en de leningen op de kapitaalmarkt niet kan aflossen omdat het geleende geld niet terugkomt en dus op de Nederlandse garantie terugvalt en Nederland dat bedrag onverwijld moet betalen. Denk daarbij voorzichtig aan bijvoorbeeld een Griekse onmacht de honderden miljarden geleende euros nu terug te betalen  in plaats van over vijftig jaar.

Het gaat dus allemaal om op de kapitaal markt  geleend geld, niet om in de eurozone bestaand  kapitaal. Het is populair gezegd leven op de pof. Zo gaat het ook met de andere eurolanden, ook die landen die zover in de schulden steken dat niemand ze nog een cent zou willen lenen. Virtueel doen zij ook mee maar ontvangen echt geld in de hulp. Zo gaat het ook met andere fondsen. Niets is echt, alles denkbeeldig.

Deze financiële escapades die geen onderneming zich zou kunnen veroorloven zouden niet zo ernstig zijn als de eurozone (en de EU) een positieve economische ontwikkeling doormaakte, dat wil zeggen als de echte inkomsten de uitgaven te boven gingen en dus de bovengenoemde schulden geleidelijk zouden verminderen en idealiter gezien tenslotte zouden worden gecompenseerd door toekomstige extra inkomsten door die schulden mogelijk gemaakt. Met andere woorden als de schulden investeringen waren in toekomstig positief rendement opleverende projecten. Maar gezien de verhouding schuldenvermeerdering en investering is duidelijk dat de schuldenvermeerdering grotendeels consumptief krediet betreft, dat wil zeggen nooit rendement oplevert en dus puur verlies is. En dat sommige investeringen in plaats van later rendement opleveren een eeuwige staatssubsidie behoeven en dus een toekomstige verliespost zijn.

Maar ook dat is denkbeeldig.

De barre werkelijkheid is dat de economische groei gering is en dat zeer waarschijnlijk nog lang zal blijven en dat de schuldenaanwas die geringe groei verre te boven gaat en blijft gaan mede dank aan de fatale fout: de 3% getolereerde tekort grens.
De prognose is dus dat tenzij de schuldenaanwas door vermindering van de uitgaven door de overheid kleiner zou worden dan de echte groei (=nominale groei min inflatie) of dat de echte groei zo sterk stijgt dat hij de schuldenaanwas te boven gaat dit op de duur tot een failissement van de EU zal leiden. Een devaluatie is dan onvermijdelijk en een grote algemene armoedeval.
Want leven op virtueel geld is virtueel leven en dat is een onmogelijkheid. De realiteit haalt altijd de virtuele wereld in.

Maar toch een goede oudejaaravond en wat het volgend jaar betreft, Brussel beschikt en wij wikken.

mardi 30 décembre 2014


De euro crisis is  terug van nooit weggeweest

 

Is de eurocrisis ooit weggeweest? Tot 2008 in een tijd van tot in de hemel groeiende bomen en ditto schulden leek er geen vuiltje aan de lucht. Leek, want al in 2003 vertoonde de eurozone al dat hij niet opgewassen was tegen een andere dan een kalme, golvenloze zee. Zowel Duitsland als Frankrijk waren niet in staat hun begroting binnen de overeengekomen norm, het vermaledijde, uitmergelende 3% in een achterkamertje overeengekomen toegestane percenstage begrotingstekort te houden. Het werd tegen de bepalingen van de verdragen in afgedaan als een incidentje.
Duitsland had echter zijn lesje geleerd en legde in de volgende jaren met een scala aan sociale hervormingen de basis voor een gezonde huishouding, Frankrijk flierde op de oude wijze door. Nu zien we de gevolgen.

Afgezien van het feit dat het een onmogelijke opgave is een aantal economisch en cultureel totaal verschillende landen in een enkele munt te persen in de vrome hoop dat ze mettertijd naar elkaar toe zullen groeien en volledige werkgelegenheid en algemene welvaart zullen  brengen is die 3% de archilleshiel van de euro geworden,  want in plaats van op te roepen tot het scheppen van een reserve voor magere jaren stimuleerde hij juist schulden maken.

Griekenland, het land van goden en helden, werd in januari 2001 met listig opgesierde cijfers de eurozone ingefrommeld. Of dat nu bekend was of niet, Griekenland werd op grond van onjuiste cijfers toegelaten. Tot 2009, daarna dus acht jaren lang, was het zelfs voor Griekenland mogelijk stelselmatig vervalste cijfers over het begrotingstekort aan Brussel over te leggen. Pas lang na de Lehmann crisis in 2008 onthulde de nieuwe minister van financiën Papaconstantinou wat zijn voorgangers hadden gedaan. In plaats van het Griekse officiële tekortcijfer  over 2009 dat als  3,7%  aan Brussel was opgegeven bedroeg het echte begrotingstekort over dat jaar 15,6%.

Hiermee begon de aftakeling van de geloofwaardigheid van de verdragen van de Europese Unie.

Het was duidelijk dat Griekenland door deze voortdurende malversaties niet in staat was zelf zijn financiële problemen op te lossen.

Het was ook duidelijk dat de andere lidstaten, noch de ECB Griekenland te hulp konden schieten, het verdrag van Lissabon verbood directe hulp aan lidstaten.

De redelijke oplossing zou zijn dat Griekenland de eurozone zou moeten verlaten, hoewel daar in de verdragen niets over geregeld was. Een Grexit toen achtte de Europese Commissie politiek niet mogelijk, de reputatie van de Europese Unie zou onherstelbare schade lijden want het einddoel ervan was immers dat alle lidstaten van de Europese Unie zodra zij daar economisch voor in aanmerking kwamen zich moesten aansluiten bij de Eurozone. Alleen Denemarken en het Verenigd Koninkrijk hadden een uitsluiting afgedwongen. Als nu een lidstaat de eurozone zou moeten verlaten en daarmee ook de Europese Unie zou dat een te grote tegenslag zijn.

Dus moest het bepaalde in het verdrag van Lissabon wijken, via een ontsnappingsclausule, die niet op bedrog sloeg, dus niet valide was. Het  principe dat geen directe hulp toegestaan was werd doorbroken en later geformaliseerd door de oprichting van het ESM, het Europese Stabilisatie Mechanisme, een aparte financiële instelling gegarandeerd door alle  eurozone landen die de hulp verschafte zodat het geen directe steun meer was maar via een andere instelling en dus niet formeel verboden.

Hiermede werd een van de guiding priciples  van de eurozone totaal overboord geworpen want nu werd de weg geopend voor reguliere steun van lidstaten onderling via dat ESM.

Een andere overweging om Griekenland binnenboord te houden was de vrees voor contaminatie. Andere lidstaten waren via hun banken financieel te zwaar in Griekenland betrokken en men vreesde dat een faillissement van Griekenland de gehele eurozone of althans een aantal zuidelijke landen zou meeslepen en de ondergang van de eurozone zou inluiden.

 de Griekse bailouts


 
Griekenland moest dus op de been gehouden worden via een aantal bailouts.

Nu zijn die bailouts door het ESM aan bepaalde voorwaarden verbonden. Allereerst zijn het leningen met een beperkte looptijd en dienen uitsluitend om liquiditeitsproblemen van lidstaten op te lossen zodat de solvabiliteit ervan niet in gevaar komt. Lidstaten die niet solvabel zijn komen dus niet in aanmerking.

Dat is zichtbaar bij andere lidstaten die ook, zij het veel geringere, bailouts kregen dan Griekenland. Portugal en Ierland, twee andere bailout lidstaten hebben  inderdaad hun bailouts kunnen terugbetalen en kunnen nu weer zelfstandig op de kapitaalmarkt lenen. Voor Griekenland is de terugbetaling, met daarbij een verlaging van de te betalen rente, tot dertig jaar verlengd een periode die waarschijnlijk tot vijftig  jaar zal worden uitgebreid. Wie dat nog liquidieitssteun noemt?

Een andere voorwaarde voor de hulp is het onder curatele van een Troika terecht komen, financieel en  economische experts van de EU, Eurozone en IMF, dat ook in de bailouts participeert.

Deze Troika dwingt hervormingen af op sociaal en administratief gebied die moeten worden doorgevoerd. Brussel neemt grotendeels het financiële beheer over. Begrotingsdisclipline speelt daarbij een grote rol, de beruchte 3%. Om daaraan te voldoen worden de lasten voor bedrijven en burgers verhoogd en om de concurrentiepositie op de exportmarkt te verbeteren de lonen verlaagd waardoor de binnenlandse koopkracht terugloopt tot schade van de binnenlandse economie. Oftewel wat men theoretisch aan export wint verliest men met zekerheid op de binnenlandse markt. De huidige deflatie in het zuiden is een van gevolgen ervan.
 
van inflatie tot deflatie, de ondergang van de koopkracht van de Grieken

 
Als we de financiële en economische toestand van Griekenland bekijken dan zien we dat het BBP in 2013 182 miljard euro groot was, 25% lager dan voor de crisis (althans volgens de toen offciële cijfers) de schuld bedroeg in 2013  348,703 miljard euro, 175% van het BBP. Leggen wij daarnaast de gegevens van het World Debt Program die meer up to date zijn zien we een BBP van 182 miljard maar een schuld van 391,578 miljard euro, 214% van het BBP. Een flink verschil tussen de twee bronnen dus. Het begrotingstekort in 2013 bedroeg 12,7%. Volgens Brussel (zie de afbeelding ervan) via een andere berekeningsmethode was er echter een primair overschot van 4,5%.  Ook nu is dus de situatie ondoorzichtig.

de wijze waarop Brussel het Griekse begrotingstekort  2013 berekende en de calculatie zonder "aftrekposten"

 


na een daling van 25% nu een kleine groei


 

Het is goed werkbaar  modelmatig een ontwikkelingsplan voor de economie te ontwikkelen. Als alle parameters kloppen is de uitkomst mathematisch juist. Wat de modellen niet in aanmerking kunnen nemen is de human factor. Economie is geen mathematisch gestuurd project maar een menselijk handelen. In de modellen kan men de mens als parameter opnemen en de calculeerbare gevolgen voor de mens kan men zo vaststellen maar niet de emotionele kant ervan. Dat is duidelijk bij het verlagen van de lonen om zo de arbeidskosten en de productiekosten te verminderen en zo de concurrentiepositie op de exportmarkt te vergroten. Het  gevolg ervan is de verminderde koopkracht, krimpen van de binenlandse economie en verarming van de bevolking, dat wil zeggen dat deel van de bevolking dat door loons en pensioensverlagingen wordt getroffen want de rest blijft buiten schot. In Griekenland waar belastingontduiking normaal blijkt te zijn komt dat dubbel hard aan. Als mede daardoor meer dan 25% van de beroepsbevolking werkloos is en er is geen vooruitzicht dat daarin verbetering zal komen, integendeel er zullen nog meer bezuinigingen dwz koopkrachtverlies voor de gewone man komen dan kan dat modelmatig in de economie een verbetering tonen maar niet in de levensomstandigheden van die gewone man. Er wordt een punt bereikt waarop de veerkracht breekt.

 de koopkracht op basis van het gemiddelde loon en het prijsniveau in verschillende landen. Griekenland komt er bekaaid af. werklozen hebben geen gemiddeld loon!

Dat dat punt in Griekenland nu bereikt is blijkt uit de presidentsverkiezing, een ceremoniële functie, maar nu als meetpaal voor het sentiment. Door het niet bereiken van voldoende stemmen na drie verkiezingsronden moeten nu eerst begin volgende jaar versneld parlementsverkiezingen worden gehouden. Een soort verzetsdaad van het parlement. De oppositionele Syriza partij die bij die nieuwe verkiezingen gezien de polls een zeer grote kans maakt aan de macht te komen  is tegen de door het buitenland (want dat is de eurozone voor hen) opgelegde bezuinigingen. Tsipras, de charismatische leider van de Syriza partij, wil allereerst de humanitaire crisis in zijn land oplossen. Gratis stroom en levensmiddelen pakketten voor de armen en 300.000 nieuwe banen. Dat gaat volgens Syriza 13,5 miljard euro kosten. Dat moet gefinancierd worden door betere  belastinginning en hogere belastingen voor de rijken. Ook de nog niet gebruikte middelen uit het ESM en andere EU fondsen moeten gebruikt worden. Dan behoeven er geen nieuwe schulden te worden gemaakt. Alle sinds 2010 gemaakte wetten worden herroepen. Het allergrootste en voor de eurozone pijnlijkste punt  is echter een kwijtschelding van een groot deel van de Griekse schulden. Hij gaat ervan uit dat haalbaar is omdat de eurozone Griekenland kost wat kost binnen de zone zal willen houden.

Analisten denken dat het plan onuitvoerbaar is. Meer belasting innen is immers nog nooit gelukt in Griekenland. Maar analisten bepalen niet wat er echt gebeurt.

Egenlijk is dat ook de kern van de zaak niet. De kern is dat door de Brusselse politiek de levensomstandigheden van de gewone burgers zijn opgeofferd aan de middelen van de eurozone, fiscale stabiliteit, monetair evenwicht  van staat en banken om zo het doel van de eurozone, eenvormigheid, te bereiken. Zoals in de Griekse mythologie waar de waard één bed had waarin iedere gast moest passen;  de te korte gasten werden opgerekt, de te lange de benen ingekort. Zo pasten alle gasten in dat ene bed. Helaas, ze stonden nooit meer op.

 

 

 

 

 

 

lundi 29 décembre 2014


De laatste loodjes

 
2014 wankelt naar zijn einde, 2015 ziet al nieuwe problemen aankomen. Samara heeft zijn gok verloren. Vandaag heeft het Griekse parlement de derde kans een nieuwe president te kiezen en zo snelle nieuwe verkiezingen in 2015 te voorkomen weggestemd. Twee maal was Stavros Dimas er al niet in geslaagd de 200 stemmen nodig voor zijn benoeming bij elkaar te krijgen, de derde poging eiste slechts 180 stemmen en zelfs dat aantal heeft hij niet gehaald. De toekomstige koers van Griekenland en de eurozone hangt nu af van de uitslag van de snelle parlementsverkiezingen begin volgend jaar.  Alexis Tspiras met zijn Syriza partij heeft de beste papieren om die verkiezingen te winnen en dat ziet de eurozone met angst en schrik tegemoet. Hij is anti euro en stelt zware eisen aan de eurozone en dreigt anders met een Grexit.  
Een van zijn zijn eisen is schuldkwijtschelding en dat is  niet acceptabel voor de eurozone.  Griekenland heeft een staatsschuld van meer dan 170% van het BBP, niet in het minst door de twee bailouts van het ESM.
Bovendien wil hij het austerity programma opnieuw onderhandelen  en de Griekse lonen en pensioenen verhogen. Griekenland heeft sinds 2012 ook nog eens 25% van het BBP zien verdwijnen terwijl bijvoorbeeld Duitsland net als het VK alweer boven die crisis uitgestegen zijn. Een eis van loonsverhoging is dus niet realistisch.
Alleen deze eisen al  zijn voor de eurozone onaanvaardbaar mede omdat in dat geval andere door de austerity getroffen landen ongetwijfeld  eveneens overeenkomstige eisen zouden stellen.
Duitsland heeft al gesteld dat ook toekomstige Griekse regeringen aan het programma zouden moeten voldoen. Dat kan natuurlijk gemakkelijk gezegd worden maar de praktijk zal weerbarstiger zijn. Bij winst van Syiza zullen er nieuwe onderhandelingen moeten plaatsvinden. Een uittreden van Griekenland uit de eurozone (en dus ook uit de EU?) is dan een realistische optie. Nu het immers wat beter gaat met de Griekse economie is Griekenland naar het oordeel van behoorlijk wat analisten beter af op eigen kracht en eigen economische afwegingen dan binnen het keurslijf van de eurozone. De vrees voor contaminatie is nu ook veel geringer dan in 2012.

Griekenland is trouwens niet het enige knelpunt volgend jaar. Ook in Italië zijn er verkiezingen, ook daar is het BBP nog 10% lager dan voor de crisis, de nationale schuld is extreem hoog en ook daar zijn de oppositiepartijen van plan de eurozone te verlaten. Beppo Grillo en zijn vijfsterren beweging is een belangrijke nieuwkomer en sterk gekant tegen de Eurozone.
In Spanje is in zijn acht maanden bestaan de partij van Pablo Iglesias als een komeet omhoog geschoten in de Spaanse polls, een bewijs van wat er bij de Spanjaarden  leeft. Ook hij keert zich scherp tegen de traditionele partijen en de eurozone. In Frankrijk is het Front National van Marine le Pen in polls zelfs de grootste partij en zou Marine bij presidentsverkiezingen een kansrijke kandidaat zijn. Ook haar partij is anti euro. In Groot Britannië is binnen de Tories een sterke eurosceptische vleugel en de UKIP, sterk anti EU in de huidige vorm wint nog steeds aan kracht.
Zelfs in het Europees Parlement is de oppositie bij de laatste verkiezingen sterk in kracht toegenomen, 30% van de zetels. Hoewel natuurlijk nog een grote minderheid tegenover de 70% EU getrouwen geeft het toch de trend aan.

Een lage prognose, voordurende stagnatie in de economische groei, een snelle toename van de schulden, een vrijwel statische grote werkeloosheid en voor het ECB geen instrumenten meer om met monetaire ingrepen de inflatie op het gewenste peil te brengen. Integendeel ondanks de inzet van het rentewapen, goedkope leningen en een flinke portie geldverruiming wordt het gevaar voor deflatie en in de zuidelijke staten de echte deflatie alleen maar groter. Gezien de ervaringen in Japan, het VK en de VS zal een QE niet veel  invloed hebben op die inflatie, alleen de geldontwaarding van de euro nog versnellen en de koopkracht niet doen toenemen.
Alleen de lage olieprijs, en dat is geen verdienste van de eurozone is een gunstige opsteker voor de economie. Halaas door de dalende waarde van de euro kan de eurozone daar niet voor 100% van profiteren.

Wat zal 2015 verder nog kunnen bijdragen aan de voortdurende crisis in de eurozone.

 

 

samedi 27 décembre 2014


Tussen Democratie en Ideocratie.


De tijd tussen kerst en oud en nieuw is de favorite periode voor bestuurders om hun zegje te doen. Zoals de heer Juncker in de Volkskrant.

Heeft de heer Juncker gelijk als hij zegt dat landen in Europa onbestuurbaar worden omdat traditionele politieke groeperingen zoals VVD, PvdA en CDA populistische partijen imiteren.

Zijn gelijk zou impliceren dat traditionele partijen geen veranderingen in hun politieke gedragslijn zouden kunnen aanbrengen ook al leven die wel bij hun kiezers. Want wat hij noemt populistische partijen krijgen macht omdat kiezers hun politiek aantrekkelijker of beter achten dan die van de traditionele partijen. Door die partijen overigens populistsch te noemen wordt er al een label van niet deugen opgeplakt, iets minderwaardigs waarbij de bekende onderbuikgevoelens worden gesuggereerd. Maar dat heet wel democratie, de wil van het volk die door de politieke partijen  moeten worden uitgedragen. Als traditonele partijen zich niet willen richten naar de veranderende eisen van de kiezers in een democratie is het de keiharde realiteit dat kiezers dan naar nieuwere partijen zullen weglopen en dat de traditionele partijen aan macht inboeten en dat is het laatste wat zij willen. Als de heer Juncker dus echt meent wat hij zegt betekent dat het einde van de democratie, de wil van het volk. Dat betekent dat de traditionele partijen de wil van hun kiezers niet moeten volgen maar de lijn van, ja wie, de Europese Unie misschien, dienen te volgen.
Wat verstaat Juncker onder de chaos die het gevolg zou zijn van dit luisteren naar het populisme? Is het een chaos in een land als Zwitserland, waar de bevolking een directe greep heeft op de besluitvorming door een referendum. Is het in Groot Brittannië een chaos geworden omdat daar via een referendum door de bevolking over de toekomst van het Verenigd Koninkrijk werd beslist en niet door de politieke partijen?
Twee uitspraken van de heer Juncker dus waarvan de één anti democratisch is want de traditionele politieke partijen moeten zich niets aantrekken van de veranderende houding van de bevolkingen en waarvan de tweede apert onjuist is. Ook twee die maar één doel hebben. De invloed van de nationale bevolkingen op de ontwikkeling van de Europese Unie uit te schakelen. Natuurlijk is dat doel begrijpelijk, hoe minder kritiek op die ontwikkelingen, hoe minder interferentie en hoe eenvoudiger is zonder omkijken op de ingeslagen weg voort te gaan. Domweg voortgaan zonder reflecteren op wat bereikt is en wat erdoor niet bereikt is.
Hij stelt dat in alle landen mensen negatief zijn over politiek en politici, de boosheid richt zich niet exclusief op Brussel. Dat laatste klopt misschien in zoverre dat de bevolkingen zich richten tegen hun eigen regeringen als spreekbuis van Brussel. Hij zegt dat in plaats van zich af te vragen wat de oorzaken zijn van die boosheid en negativiteit. Populistische en eurosceptische partijen zijn niet de oorzaak van dit probleem, ze hebben succes omdat ze erop reageren.'
In plaats van dus naar de oorzaken van deze gevolens van onvrede en boosheid te zoeken adviseert hij de de traditionele partijen niet de populisten te imiteren! Als je met boze burgers wilt praten, moet je vóór ze gaan staan. Niet weglopen of achter ze aan hollen.
Maar je moet die boze burgers dan wel iets te vertellen hebben en als je als enig argument hun  moet gaan vertellen dat ze hun mond moeten houden en luisteren en niet lastig zijn en dat die traditionele partijen het beter weten dan is dat een wel erg schamel verhaal en dat zal hun "populistische" gevoelens hooguit versterken. Want in onze tijd met onze communicatiemiddelen is één ding zeker. De burgers zijn niet meer alleen afhankelijk van de mainstream media en voorlichting door de overheid maar hebben alle moderne communicatie kanalen tot hun beschikking. Zij zijn, als zij dat willen,  heel goed in staat om zelf tot een oordeel te komen op grond van beschikbare feiten. En gezien de gestaag toenemende onvrede is er geen enkele reden om aan te nemen dat tegenover de burgers te gaan staan en hen toe te  spreken daar verandering in zal komen.

In feite is het enge verschijnsel dat het tij zou kunnen doen keren een snel toenemende groei van de economie, daardoor snelle afname van de massale werkeloosheid, het terugdringen van de schulden naar een houdbaar niveau, en wat het allerbelangrijkst is, het verbeteren van het armlastige levenspeil van de grote meerderheid van de bevolkingen  van de achterblijvende lidstaten.
Maar het besef dat juist de structuur van de eurozone en dus de toekomstige structuur van de gehele Europese Unie zo'n positieve ontwikkeling  vrijwel onmogelijk maakt omdat geen enkele lidstaat zijn eigen optimale economische ontwikkelings weg kan bepalen maar onderworpen is aan een systeem dat eenvormigheid afdwingt zonder de wegen ertoe ter beschikking te stellen, leeft ook, gezien de uitingen van de overheden op regeringsniveau in de lidstaten. Want elk proberen ze de economische maatregelen in een richting te buigen die voor hun specifieke situatie beter is, maar voor andere lidstaten juist niet.
Het is die structuur die de vruchtbare voedingsbodem is voor wat de heer Juncker het populisme noemt. Een structuur die politiek mogelijk is maar economisch rampzalig.

 

vendredi 26 décembre 2014

onverdraagzaamheid

Vorige keer had ik het over het "aanzetten tot...." dat in ons Nederland strafbaar is. Het verst in dit geval van  niet indoctrinatie maar keihard verbod is dat aanzetten tot intolerantie, wat intolerantie dan ook moge voorstellen, dat zit nog in de pen van de jurisprudentie. Dat wil dus zeggen dat het een vergrijp is waar nog inhoud aan moet worden gegeven en men moet wel aannemen dat dat dezelfde criteria zullen zijn die men bij het aanzetten tot discriminatie vermeldt want intolerantie is passieve discriminatie, de houding of gedachtegang die tot discriminatie of een andere delict kan leiden. Het in de kiem reeds smoren ervan.

Het eigenaardige van dit aanzetten is dat het zich vreemd verhoudt tot andere misdrijven. Hoe vaak lezen we niet dat de politie tegen wil en dank niet kan ingrijpen bij een dreigend misdrijf omdat het  nog niet gepleegd is. Al vindt men bij suspecte lieden papieren die er geen doekje om winden dat men willens is een delict te plegen. Bij intolerantie is dat dus anders. Daar is dat gevoel, want het is een gevoel, nog niet omgezet in een daad, want in dat geval spreekt men niet van aanzetten tot maar plegen van. Het is dus een voorbeeld van wat in zijn boek 1984 door Eric Blair "thougthcrime" werd genoemd. Alleen al het denken aan of over, het van mening zijn dat het niet fout zou zijn om iets te doen, in dit geval een daad van intolerantie is strafbaar.

Als men van mening is zo'n gevoel of mening strafbaar te moeten stellen  dan moet het toch bar slecht gesteld zijn met de tolerantie in Nederland. Want in een tolerante samenleving behoeft men toch niet te vrezen voor het tegenovergestelde. Dat roept dus de vraag op of men in Nederland wel zo tolerant is. Of zijn er groeperingen of personen in Nederland die met hinderlijk aandringen, lastig vallen  of zelfs geweld hun mening willen opleggen aan anderen of zelfs iedereen? Die het alleenrecht van het gelijk voor zich opeisen en een ieder die een andere opvatting heeft het recht erop willen ontzeggen? Want in dat geval kan men met recht spreken van een intolerante samenleving waarin die intolerantie zelfs  in daden wordt omgezet en dus discriminatie oplevert. En men kan zich ook afvragen waarom dat criterium "zijn mening willen opdringen of opleggen aan anderen" niet in dat lijstje van aanzetten voorkomt.

Maar misschien is het beter er maar niet verder over na te denken.

 

mercredi 24 décembre 2014


Aanzetten tot haat, discriminatie en intolerantie
 

Dit gaat niet over Europa en toch wel over Europa. Want zoals in Nederland is het ook een beetje hetzelfde in de Europese Unie.
 De grondwet garandeert de gelijke behandeling van een ieder. Op grond hiervan zijn er wetten aangenomen die dat nader moeten regelen.
Zo is er de wetgeving tegen aanzetten tot haat en discriminatie die nu door de Hoge Raad in haar interpretatie uitgebreid is tot het aanzetten tot intolerantie. Dat is nu ook strafbaar. Er is een gradatie  in deze wet van ernstig, haat, tot minder ernstig, discriminatie, en nu nog daaraan toegevoegd intolerantie. Haat is al moeilijk te definiëren want haat kent vele schakeringen. Van een gedegenereerd versie ervan, ik haat te hete soep, tot de echte wil tot vernietiging. Haat kan actief zijn als hij tot een uiting ervan leidt maar ook passief, als hij zich tot een gevoel beperkt.

Discriminatie wordt nog problematiser. We discrimineren zodra we een keus maken. Een keus wil immers zeggen dat we het ene verwerpen en het andere verkiezen. Het ene houdt het andere in, men kan ze niet scheiden. Door bij de definitie van discriminatie de criteria toe te voegen, op grond van  religie, sexuele geaardheid, ras, nationaliteit,  transsexualiteit, nationaliteit, burgerlijke staat, leeftijd, arbeidsduur, contractsoort, handicap, politieke overtuiging wordt er aan dat begrip discriminatie inhoud gegeven, al is die wel heel ruim en  blijft er niet veel anders over. Vroeger had men er ongetwijfeld nog  rood haar "peenhaar" aan toegevoegd als criterium.  Impliciet mag discriminatie dus wel op andere gronden dan deze. Dat een aantal van de criteria wat willekeurig en arbitrair overkomt moet je op de koop toe nemen. Dat bijvoorbeeld een vrouw van 64 jaar geen baan als houthakker kan eisen en geweigerd wordt op grond van leeftijd  en geslacht lijkt duidelijk maar wel kan zij bij weigering zich op discriminatie beroepen. Dat vrijwel iedereen met een beetje goede wil een of meer van deze criteria als in zijn/haar geval geldig kan vinden is niet onlogisch gezien het aantal en soort ervan, zodat vrijwel elke werkgever die een keuze doet uit een aantal gegadigden zich op de een of andere wijze wel aan een vorm van discriminatie schuldig moet maken. Eén ding is zeker, discriminatie is actief. Men doet het of wordt beschuldigd van het te doen.

Intolerantie is niet actief want zodra het actief wordt is het geen intolerantie meer maar discriminatie, actief, een handeling. Het enige wat men van intolerantie  kan zeggen is dat het het tegenovergestelde is van tolerantie, en dat is ook passief, want tolerantie  is het niet optreden tegen iets, iets accepteren, door de vingers zien of niet willen zien, maar niet goedkeuren. Intolerantie is dus iets geestelijk niet willen aanvaarden zonder echter tot een handeling waaruit dat blijkt over te gaan want dan wordt het discriminatie.
 
In een zo vage materie moet men wel gaan interpreteren. Al worden er discriminatiegronden aangetast is het misschien toch geen echte discriminatie want discriminatie is niet het oogmerk. Maar waar blijkt dat uit? Hoe valt dat te bewijzen?  

Bij de meeste wetsovertredingen ligt dat wat eenvoudiger, daar hoeft men alleen te bewijzen dat iemand die overtreding heeft begaan of niet. Hier echter of wat hij/zij  heeft begaan of niet heeft begaan een daad van haat, discriminatie of intolerantie is geweest of daartoe heeft aangezet of dat het iets anders was.  En is een daad van intolerantie wel mogelijk? Intolerantie is toch passief,  een gevoel zonder dat men tot actie, discriminatie, overgaat. Wat dus in dat specifieke geval geldt. Wat was de bedoeling. Daar begeef je je op gevaarlijk terrein. Hoe kun je de bedoeling zichtbaar maken? Hoe kun je niet aannemelijk maken maar bewijzen wat de achterliggende bedoeling van de aangeklaagde is. Wat je de dieptestructuur zou kunnen noemen.

Dat brengt het geval van Wilders en zijn "minder" vraagkreet naar voren. Wilders is een politicus en politici zeggen zelden iets zonder bijbedoelingen. Daarmee wil ik niets goeds en niets slechts over hen zeggen. Het Openbaar Ministerie is van mening dat Wilders met deze uitroep de bedoeling had een oproep te doen een maatschappelijke groep te discrimineren, dus daadwerkelijk. Of misschien dat hij bij zijn gehoor een gevoel van intolerantie wilde opwekken.  Dat is strafbaar. Wat als Wilders had gezegd "minder ambtenaren" of "minder zakkenvullers". Was dat ook strafbaar geweest. Ook dat had gevoelens tegenover die groepen kunnen oproepen en dat zijn ook maatschappelijke groepen.

Wilders zelf wijst op de uitspraak van andere politici die wellicht discriminerende uitlatingen over een bevolkingsgroep hadden gedaan waarvan het OM de interpretatie is toegedaan dat dit niet het geval of de bedoeling was en er dus geen reden is om de rechter dat te laten toetsen. Wilders is echter ook van mening dat de interpretatie van het  OM in  zijn geval niet zijn achterliggende bedoeling was.

Hij vindt dat dit, zo kort voor nieuwe verkiezingen, een politiek proces is.

Je moet je afvragen of dat inderdaad waar is of dat het er misschien alleen maar op lijkt of dat het absoluut uitgesloten is dat het dat zou zijn. Want ook hier zijn verschillende interpretaties mogelijk.

En, op "grond van politieke overtuiging", is ook een van de criteria van discriminatie. Als  het OM Wilders op grond van zijn politieke overtuiging wil aanklagen is dat discriminatie. De wet zegt het.

Denk niet dat ik Wilders kant kies of die van het OM.  Alleen een bepaald soort mens kan politicus worden, een soort mens dat zijn individuele overtuigingen kan inruilen voor die van zijn partij en naar de aard van andere partijen waarmee de zijne een coalitie is aangegaan ook zijn  partijbeginselen kan inruilen voor die van de coalitiegenoot. Daarmee wil ik niet discrimineren maar alleen wijzen op een karaktereigenschap die voor een politicus onontbeerlijk is om goed te kunnen functioneren. Ik zie dat vaak met verwondering aan.

Een ding is zeker. We hebben het zelf zo moeilijk gemaakt.

 

 

mardi 23 décembre 2014



Griekenland een (geleend) dubbeltje op zijn kant



Met het uitschrijven van vervroegde verkiezingen voor het presidentschap, naar voren gehaald door Samaras van 2015, het einde van de ambtstermijn van de zittende president,  naar eind 2014 heeft Samaras minstens één berekende gok gemaakt. 
Samaras voelt de hete adem van Alexis Tspiras de leider van de Syriza, de grootste oppositiepartij, in zijn nek. Een geslaagde nieuwe presidentsverkiezing zou Tspiras de wind uit de zeilen nemen en Samaras de ruimte verschaffen om zonder tussenkomst verder onderhandelingen te kunnen voeren met de Troika om Griekenland uit het bailout programma te verlossen en als zelfstandig land weer verder te kunnen laten gaan. Het zou de onzekerheid bij de crediteuren, die de rente op Griekse staatsobligaties tot boven de 9% deed opjagen, zo weg kunnen nemen en hem vanuit een gunstige positie concessies kunnen laten wegslepen.
Loopt de gok echter fout af en kan de presidentskandidaat na drie rondes geen verkiezing afdwingen dan keert de situatie zich tegen Samaras want dan volgen er volgens het Griekse staatsrecht snel nieuwe parlementsverkiezingen die, als de polls gelijk krijgen, slecht voor Samaras kunnen aflopen en Tspiras aan de macht brengen. En Tspiras wenst (of eist) herstructurering van de Griekse onhoudbare schuldenlast en dreigt zelfs met een Grexis, een Grieks uittreden uit de eurozone,  als hij zijn zin niet krijgt. Niet alleen dus voor Samaras maar ook voor de eurozone een grote gok want de eurozone  wil niets weten van een haircut van de Griekse schulden, die na de eerste haircut ten laste van de private crediteuren nu grotendeels in eurozone handen zijn. Een kwijtschelding zou voor het grootste deel neerkomen op het verschuiven van de Griekse schulden naar andere eurozone landen die dan met die schuld opgezadeld zouden worden. Dat is voor Brussel een  nachtmerrie. Maar de kans wordt nu steeds kleiner dat Dimas, de presidentskandidaat het vereiste aantal stemmen zelfs na drie stemrondes zal bereiken.
Ook in de tweede stemronde heeft Stavros Dimas, de officiële presidents kandidaat niet de vereiste tweede derde meerderheid van de stemmen in het parlement voor zich kunnen winnen. Hij had 200 stemmen nodig van de 300 leden van het parlement en verzamelde er 168, ruimschoots te weinig om zich president te kunnen gaan noemen. In de eerste ronde had hij ook slechts 160 stemmen op zich gekregen dus nu acht meer dan in de eerste ronde.  Samaras, de minister president,  had na de eerste stemronde als concessie nog toegezegd dat hij tegen het eind van volgend jaar nieuwe verkiezingen zou uitschrijven in plaats van aan het einde van zijn mandaat in 2016. Die toezegging bleek goed te zijn voor slechts acht extra stemmen.
Nu komt het erop aan of in de derde ronde Stavros Dimas nog eens twaalf stemmen meer erbij krijgt zodat hij aan de minimaal 180 stemmen komt die bij de derde stemronde voor een verkiezing nodig zijn. 
We moeten begrijpen dat dat presidentschap, een louter ceremoniele functie, op zich van geen enkel belang is. Maar de consequentie van een mislukte derde ronde betekent vervroegde verkiezingen begin volgend jaar. Samaras gokt erop dat dat vermeden  kan worden en dat hij de vrije hand krijgt tot het einde van zijn mandaat. Bij vervroegde verkiezingen is gezien de polls de kans zeer groot dat Tspiras aan de macht komt. Voor Samaras een nederlaag maar voor de eurozone een potentiële crisis.
Er zal dus voor de laatste definitieve ronde heel wat gemasseerd worden tussen Brussel en Samaras om het tij alsnog te keren. Want er is nog een andere mogelijkheid. Is het van Samaras ook een gok om hoe dan ook extra concessies van de Troika (en dus van Brussel) in de wacht te slepen omdat voor Brussel ook veel op het spel staat. Zoveel concessies dat het voor het parlement voordeliger is om Samaras in het zadel te houden en dus Dimas de voor de derde ronde nodige 180 stemmen te gunnen. Rien ne va plus.

Een pokerspelletje op de eurozone dus. Waarom ook niet.


lundi 22 décembre 2014




QE:   niet te remmen


Is het u wel eens gebeurd dat u  op straat  half struikelde over een losliggende stoeptegel, haast voorover viel en om niet te vallen steeds sneller de ene voet voor de andere moest zetten om niet op uw gezicht te vallen zodat u half begon te rennen en dat steeds sneller moest doen tot u òf weer in evenwicht kwam òf het niet meer kon houden en tegen de grond sloeg en veel harder terecht kwam dan indien  u zich meteen had laten vallen. Ik hoop voor u dat het nooit gebeurd is.

Dat nu is het geval met Quantitative Easing. Hij valt niet meer te stoppen. Er zijn teveel belangen mee gemoeid. Als die geldstroom, die nu al meer dan een tiental jaren doorgaat, dan door de ene centrale bank, dan weer door een ander, waarbij nu de ECB aan de beurt lijkt te zijn, zou opdrogen en geld daardoor minder goedkoop zou worden en de markt rente zou oplopen (want de ware rente trekt zich weinig aan van de onnatuurlijke rentebepaling door de centrale banken maar meer van de beschikbaarheid van kapitaal en de vraag ernaar) dan vloeit het geld weg uit  de aandelen, die dan relatief minder zouden opleveren naar dan meer rendabele gebieden.
Dan gaat, en dat is kritiek,  de wereld schuldenlast (staats en privé),  die nu al 220% van het totale wereld GDP bedraagt, zwaarder wegen dan nu en is de erop te betalen rente voor veel bedrijven en staten niet meer op te brengen. Geld vloeit naar de hoogste opbrengst. De koersen op de aandelen markt zou daardoor behoorlijk dalen  en bedrijven en staten zouden failliet kunnen gaan.
Maar de geldverruiming gaat door en er is geen vrije marktwerking en de beurzen dansen op de muziek van de Centrale Banken. Maar er moet een moment komen waarop de muziek stopt.
Het is merkwaardig dat het juist de linkse partijen in Duitsland zijn die het plan van Draghi voor de QE steunen terwijl het duidelijk moet zijn dat QE niet de arbeid beloont maar diegene die het kapitaal bezit.
In Duitsland neemt de strijd tegen de QE, want zo kan men het wel noemen, toe. Vooral het aankopen van staatsobligaties valt slecht. Er zijn twee argumenten. De ECB doet verkapt aan staatssteun door deze aankopen en de de ECB loopt het gevaar een "bad bank" te worden door de aankoop van staatsobligaties van niet kredietwaardige  lidstaten. Indirect leidt bovendien deze staatsteun  tot een uitstellen of afstellen van de nodige hervormingen zeker bij staten die, prachtig woord, hervormingsweigerig zijn. De stabiliteit wordt er niet mee gediend, integendeel.

Een andere kritiek, niet uit Duitsland, heeft een totaal andere invalshoek. QE in de vorm van staatsobligaties aankoop heeft een liquiditeits doel en dat is niet aan de orde. Het geld komt niet direct terecht waar het nodig is. QE in de vorm van aankopen van waardepapieren van ondernemingen injecteert daarentegen geld direct in het bedrijfsleven en verhoogt daarmee de solvabiliteit. Dat is de QE die de Bank of England voornamelijk heeft gepleegd en dat heeft goed gewerkt. Zo is het argument van Diana  Choyleva, Lombard Street Research. Hiertegen in te brengen valt natuurlijk dat dat het bevoordelen van het ene bedrijf ten opzichte van andere bedrijven inhoudt.
Niet alleen het òf maar ook het hoe is dus discutabel.
Om een idee te krijgen om welke bedragen het gaat, De balans van de FED is groter dan 4 billioen dollar, tot 2008 was hij maximaal 900 miljard dollar. Zoveel is electronisch bijgeprint in die tijd. Voor de crisis bedroeg de balans van de Centrale Banken van de USA, Europa en Japan samen 11% van het gezamenlijke GDP. Nu bijna 30% oftewel ongeveer 11 billioen dollar, drie keer zo groot als voor de crisis.
Het is logisch dat deze enorme toename van de geldvoorraad ook de waarde van de assets heeft opgejaagd tot, waarschijnlijk niet toevallig,  ook bijna het drievoudige.
Deze extra rijkdom is naar de 1% rijksten gevloeid volgens Helena Morrissey, van de 30% club.

Het effect van deze stroom van QE kapitalen is, wordt wel gezegd, een verslaving eraan. Het gaat er niet alleen om hoe QE wordt uitgevoerd maar ook hoe ze af te remmen en te stoppen of verantwoorde wijze. Zonder de wereldeconomie in een chaos te storten. Voor de eurozone  heeft dat verdergaande overwegingen nodig behalve de vraag of het binnen het mandaat van de ECB valt, of het de in het verdrag van Lissabon verboden verkapte directe steun aan lidstaten is, of het tegen de Duitse grondwet indruist.
Daarom staat de QE op het moment zo internationaal in het middelpunt van de belangstelling. Wat zijn de niet oppervlakking direct waar te nemen beweegredenen van de ECB? Is het geo politiek of eurozone politiek. Is het onderdeel van een groot masterplan of een geïsoleerde actie?
In ieder geval is het zo dat de aandelenbeurzen er met spanning op wachten.



dimanche 21 décembre 2014


De Donkere Dagen voor Kerstmis
 
ook voor de Europese Unie
 

In Beursgenoten vanochtend was het goed te horen. De geldverruiming, quantitative easing komt in de eurozone omdat het nu eenmaal het Amerikaanse model is en het  goed is voor de beurs. Ik vraag me soms in een achterdochtige stemming wel eens af of het nu de Centrale Banken zijn die de QE willen of dat ze min of meer door de beurs ertoe worden aangezet. Kip of ei. Want dat de beurzen ervan profiteren wordt nu wel algemeen erkend. En dat consumenten wel delaatste zijn om ervan te profiteren lijkt ook zeker, ze zijn de laatste in de keten. Zo ook met de olieprijzen: goed voor de consument, maar dat is disinflatie en dus mag het niet. Het gaat immers niet om de mensen maar om het systeem.

Het gaat slecht met de democratie in de Europese Unie. Renzo kan met decreten gaan regeren om onwillige partners te kunnen passeren, en het Rutte kabinet blijkt bereid per maatregel van bestuur onwillige eerste kamerleden de facto hun stemrecht te ontnemen. Kamerleden, eerste of tweede kamer behoren zich aan de partijlijn te houden. Stemvee of MvBestuur. Wat is het verschil met een decreet? Het klinkt beter. Het gaat niet alleen slecht met de democratie maar ook met de onderlinge solidariteit. Raar woord solidariteit. Het riekt er in EU verband er meer op dat de ene partij de zin van de andere doet. Doet hij dat niet dan is dat een gebrek aan solidariteit. Zo is het duidelijk dat de noordelijke lidstaten absoluut geen baat bij die QE zouden hebben. Goedkoop geld leidt ook daar alleen maar tot meer lenen op grond van de lage rente die de lening betaalbaar maakt zonder acht te slaan op een onvermijdelijk komende renteverhoging in 2015. De USA en het VK kunnen niet blijvend de noodzaak ervan voor hun economieën negeren. Maar de ECB, gedomineerd door het zuiden zal de QE doordrijven. De zuidelijke landen denken er meer geld door vrij te krijgen maar dat kan toch niet zonder hun schulden nog verder te laten oplopen. Dat wil het noorden nu juist niet toestaan want dat weet waar de backstop tenslotte terecht komt. En het noorden vreest dat de noodzaak tot hervorming zodra er meer geld ter beschikking komt als sneeuw voor de zon zal verdwijnen. Want net als bij de de solidariteit is er  gebrek aan vertrouwen.

Wat houdt de eurozone en de EU eigenlijk samen? Wat zou voor het VK de reden zijn om er in te blijven? Zeker niet wederzijdse solidariteit. Want als het VK probeert de voor hen niet meer te beheersen immigratie te heronderhandelen wordt daar onmiddellijk de banvloek opgelegd. Want dat zou niet in het belang van de oostelijke lidstaten zijn. Solidariteit wordt geëist. Wat houdt de EU dan intact?

 

jeudi 18 décembre 2014


Quantitative Easing          panacee of placebo
 

deel twee

 

Hoe zeer de beurs afhankelijk is van de luimen van de Centrale Banken en hoe de Centrale Banken onderling elkaars stappen volgen en erop reageren blijkt vanmorgen alweer. De beurzen veren op door de mededeling van de FED dat er nog geen rente verhoging komt (waar de Amerikaanse economie naar verlangt) en Zwitserland voert een negatieve rente in voor depositos bij de Centrale Bank volgens sommigen als voorbehoedmiddel op een verwachte eurozone Quantitative Easing, volgens anderen als schild tegen de val van de roebel..
De FED heeft in oktober het maandelijkse opkopen van securities gestaakt. Dat wil niet zeggen dat daarmee onmiddellijk een krimp is gekomen in de geldhoeveelheid. Die zou pas komen als de Fed de door haar gekochte obligaties op de afloopdatum zou verkopen en het vrijkomende geld uit de circulatie zou nemen zoals ze het er eerst in heeft gebracht oftewel het vernietigen. Maar de FED gaat voor dat vrijkomende geld toch weer obligaties aankopen en zo blijft de ruime geldvoorraad in stand.
Japan wil met nog grotere Quantitative Easing de inflatie verhogen, economische groei veroorzaken  en zo de schulden percentagegewijs houdbaarder te maken. Japan was trouwens de eerste om Quantitative Easing te plegen van 2000 tot 2006 zonder veel resultaat.
De ECB is van plan ("expect" vervangen door "intend" in Draghis mededeling) met die QE te beginnen, volgens vele analisten vroeg in 2015.
China heeft kort geleden de rente verlaagd ook als antwoord op de Japanse QE. De jacht op hogere inflatie kan zo tot een (verkapte) currency oorlog worden want de winst voor de QE voerende partij kan het verlies worden voor een of meer andere.
Wat haalt die QE nu eigenlijk uit. Er zijn veel artikelen over geschreven waaruit voornamelijk blijkt dat verschillende economiestromingen er ook verschillend over denken en dat maar weinig duidelijk aantoonbaar is en dat is logisch want je kunt wel mathematisch proberen te sturen en berekenen wat dan zou kunnen  gebeuren maar de economie is een menselijk gebeuren, vandaar dat economen zo vaak het woord "vertrouwen" in de mond nemen.

Na de verkiezingsoverwinning in Japan op 14 december j.l. van de regerende Liberal Democratic Party van eerste minister Shinzo Abe kan de rigoreuze QE, naar hem Abenomics genoemd, op nog grotere voet doorgaan. De toch al enorm omvangrijke QE tot nu toe heeft te weining effect gehad. Vergeet daarbij niet dat op de USA en China na  Japan  de derde  grootste economie in dewereld is. Desondanks is er nauwelijks economische groei geweest terwijl de USA economie en die van China opbloeiden. Twee verloren decennia. Vandaar de Japanse drievoudige aanpak in 2012 toen Abe aan de macht kwam. Het stimuleren van uitgaven, geldverruiming en structurele hervormingen. Bekende slogans. De overheid pompte 84 miljard dollar in de economie, de CB ging haar balans verhogen zodat kapitaal in de economie stroomde en de effectenbeurs juichte.
De verhoging van de btw in april j.l.  van 5% naar 8% deed echter de vraag instorten en het GDP verdorde. Abe stelde daarom de tweede verhoging van de btw in 2015 uit waardoor de fiscale consolidatie weer gevaar loopt.

japanse staatschuld vergeleken met USA, eurozone en VK

 
japans CB balans

Nu wil Abe dat de CB de balans met 15% per jaar laat groeien en de looptijd van de obligatieaankopen verlengt van 7 tot 10 jaar. De beurskoersen gingen met 5% omhoog nadat dit nieuws bekend werd en de yen daalde sterk in waarde (30% tov de euro) waardoor de exportpositie van Japan sterk verbeterde en de vrees ontstaat voor een Aziatische onbalans
japan CB assets
Japan heeft de hoogste staatsschuld in de  wereld, meer dan 2,5 keer de grootte van het GDP.  Dat terwijl het GDP in het tweede kwartaal van 2014 ook nog eens met 7,1% gekrompen is. Dat maakt het herstructureren van de economie des te moeilijker. De verhoging van de btw was juist nodig om die schuld beheersbaar te maken. Nu is de vraag of Abe na zijn verkiezingsoverwinning ook die herstructurering kan doorvoeren. Door de krimpende en verouderende bevolking zal dat geen gemakkelijke opgave zijn.

Wat zegt dit nu over QE? In ieder geval niet dat het gewenste resultaat verzekerd is.

De nieuwe golf QE lijkt wel een kamikaze poging om de economie te redden. Maar wat kan Abe anders doen?
 
de drie series QE FED

Wat  heeft de USA QE bereikt? In ieder geval dat veel mensen op Wall Street er rijk door zijn geworden, volgens de New York Times.
Wat kon de FED doen toen de Lehmancrisi uitbrak.  Haar taak is prijsstabiliteit en minimum werkloosheid garanderen, economische doelen dus maar alleen te bereiken via de financiële markt, rentebepaling en kopen en verkopen van obligaties. Dus haar invloed op de financiële markt is groot en direct   maar die op de economie niet direct. Dat beperkt de effectiviteit ervan.
Er zijn drie reeksen QE geweest

 kaart een


 

Kaart 1 laat de kern zien, de balans. Tot 2008 egaal, tot bij d crisis in 2008 de  FED begon geld te scheppen, eerst om de crisis het hoofd te bieden, daarna om de economie te steunen. Nu zal de balans zo hoog blijven, eerst zal de rente omhoog gaan om het geld schaarser te maken, pas daarna kan de balans verkleind gaan worden.
De QE had twee invalshoeken, credit easing, dat geld pompte in specifieke leenmarkten die problemen hadden en quantitative easing  oftewel gewoon de geldvoorraad vergroten.
Bij de eerste en derde QE werden daarbij daarom  niet alleen overheids obligaties maar ook op hypotheek gebaseerde waardepapieren gekocht.
 
overheid en hypotheek aankopen FED
Door die QE daalden de rentetarieven voor zowel huiseigenaren als grote bedrijven. De opzet was dan ook de geldstroom direct in de in de problemen geraakte huizenmarkt te sturen die de rente voor huizenaankoop deed dalen. Het is een gevaarlijke aanpak want het bevoordeelt een deel van de economie, niet de gehele.
Door die massale aankoop door de FED van staatsobligaties en hypotheek waardepapieren moesten investeerders naar iets anders uitzien, meestal bedrijfsobligaties waardoor de vraag daarnaar steeg en daardoor de prijs ervan ook steeg en de rente die grote bedijven op de obligatiemarkt moesten betalen daalde.
Zowel voor consumenten als voor bedrijven daalden de rentekosten voor leningen tijdens de QE. Maar daartegenover stond dat  de waarde van bijna alle assests een historisch hoogtepunt bereikte met het gevaar voor een bubble.

aandelenmarkt 2004 tot 2014
De aandelen markt is nu weer terug op het niveau van voor de financiële crisis, misschien door de QE te hoog en te snel weer gestegen in vergelijking met het rendement van de bedrijven.

Een van de meest dringende redenen voor het QE programma was de vrees voor deflatie. zoals die in 1930 gebeurde zodat dalende prijzen in een vicieuze cirkel terecht zouden komen en massale werkeloosheid zouden veroorzaken. Dat gevaar leek in 2009 reëel. Dat werd in ieder geval door de QE voorkomen. In 2010 was de verwachting dat dat doel van 2% inflatie in de toekomst binnen bereik lag. Maar desondanks bleven  zowel inflatie als de inflatieverwachting beneden de 2% ondanks de drie rondes QE en de biljoenen dollars die de FED in de economie pompte. Maar aan de andere kant is er ook geen gevaar gekomen voor hyperinflatie zoals sommige economen verwachtten. Wat dat betreft heeft de QE niet zijn doel bereikt. Want  bij een grote schuld en grote werkeloosheid kan een te lage inflatie problematisch zijn en groei tegenhouden.


groei 2004 tot 2014
Het goede nieuws is dat de groei sinds midden 2009 gestaag was. Er waren momenten van gevaar voor een dip in recessie maar die bleef uit. Dat is heel goed mogelijk het resultaat van de politek van de FED geweest, elke keer dat een recessie dreigde kwam de FED met  een volgende QE ronde. Maar de groei ligt  nog steeds beneden wat men noemt de potentiële groei, bij volledige werkglegenheid en fabrieken die werken op volle capaciteit. Het potentiële GDP blijft dus achter.  De groei blijft teleurstellende voor al diegenen die een terugkeer naar de pre-crisis tijd verwachtten. Hetzelfde geld voor de banenmarkt. Er is een gestage groei in de werkgelegenheid  geweest, maar niet buitengewoon. Op het moment is hij beter dan de FED als kernpunt had bepaald.

Er was ook een flinke invloed op de economie van andere landen. De QE droeg aanmerkelijk bij tot de instroom van kapitaal in de Aziatische landen.

Quantitative Easing is dus geen onomstreden ingreep. Economen kunnen geen wiskundige zekerheid verschaffen. Alom wordt aangenomen, zoals ook Draghi stelde, dat het op zich alleen een adempauze verschaft en dat economische hervormingen en aanpassingen een noodzaak zijn. QE is dan alleen een ruggesteun en men moet zich afvragen of het zolang scheppen van zoveel nieuw geld met de risico's van het vormen van bubbles en fictieve waarde daar tegen opweegt. QE gaat er mischien teveel van uit dat het scheppen van nieuw geld ten behoeve van handelsbanken die het dan uit  lenen aan leners zowel de assetwaarde als de consumptie stimuleert waardoor groei ontstaat.
Maar in feite is het waarschijnlijker andersom. Het is juist de vraag naar krediet  die leningen door banken stimuleert en de ontvangers ervan deponeren de opbrengst ervan weer bij banken.
Men leent geen geld omdat het goedkoper is maar omdat men vertrouwen in de economie heeft en het dus aandurft. Volgens sommigen kan QE zelfs dan contraproductief werken. Omdat de assets er zo in prijs door stijgen kan er een vrees ontstaan ze aan te schaffen vooral in een zwakke economie waar baanzekerheid en inkomens vertrouwen juist geringer zijn. En vraag onstaat als gevolg van koopkracht. Zonder koopkracht kan geen enkele economie voortbestaan. En economie is en blijft mensenwerk