mercredi 12 novembre 2014


Economen, cijfers en piskijken
 
 
 
Alles is betrekkelijk in de beschouwingen over de groei van de economie, de begrotingstekorten/overschotten, de schulden, in/disin/deflatie. Dat is begrijpelijk want als je de opinies van verschillende economenstromingen vergelijkt wordt  het piskijken. Het gemakkelijkst is de cyclische theorie, dan hoef je als Centrale Bank niet in te grijpen, alles gaat zijn natuurlijke gang.

Als voorbeeld van de uiteenlopende meningen een onderwerp dat op het ogenblik in de Eurozone sterk leeft en dat als Draghi zijn zin krijgt al snel zou worden uitgevoerd. Ik las in een artikel van Noah Smith over Quantitative Easing onder anderen het volgende.

Hij schrijft:

Volgens Krugman is QE een test op macroeconomische theorieën. Aan de ene kant voorspelden Keynesian theoriën dat QE maar weinig effect zou hebben, aan de andere kant was er een stel alternatieve stromingen die voorspelden dat er een hoge inflatie zou komen. Volgens Krugman is het niet optreden van die inflatie het bewijs dat de Keynesianen gelijk hadden en dat is redelijk. De theorieën die inflatie voorspelden lijken opnieuw onderzocht te moeten worden vooral in het licht van de soortgelijke ervaring in Japan in de afgelopen decennia................

Maar sommige mensen die inflatie hadden voorspeld hebben hun mening al herzien. Neo-Fisherism, het idee dat lage rente tarieven lage inflatie veroorzaken of op de lange duur deflatie, was wel de meest dramatische heroverweging, tenminste in termen van gedragslijn aanbevelingen.

En zo gaat ja, nee, anders, nog een flinke tijd door ook met reageerders die hun duit in het zakje doen..

Maar in het concrete geval van de Eurozone gaat het wel om 1000 miljard euros nieuw gedrukt geld dat in een door economen omstreden en wat Krugman  noemt "test" in omloop wordt gebracht bij de banken zonder enige zekerheid waar dat geld heen stroomt. De aandelenbeurzen zien er rijkhalzend naar uit, dat is een zekerheid. En er is nu al een kapitaalstroom naar de VS.

Misschien  is dat de reden dat ik van cijfers houd, die zijn welsprekender dan woorden. Maar je moet wel goed in de gaten hebben dat cijfers even bedriegelijk kunnen zijn.

Nu weten we natuurlijk al dat het Bruto Binnenlands Product absoluut geen bruto binnenlands product is, alleen een optelsom van internationaal overeengekomen inkomsten, investeringen en nog wat niet-inkomsten zaken die misschien ook niet allemaal even zwaar worden meegerekend. Maar als ieder land het op dezelfde manier eerlijk berekent dan is het een goede vergelijkingsstandaard voor de landen onderling.

Maar wacht even, er is een verschil tussen nominaal GDP (laat ik de internationale term ervoor maar gebruiken) of tewel GDP current value of at market prices en echt GDP, real GDP waarin de invloed van de inflatie is verwerkt. Want inflatie of deflatie beinvloedt de waarde van het geld.

Datzelfde geldt voor groei, hoewel daar de afspraak bestaat dat dat altijd "real growth" moet zijn, dus gebaseerd op real GDP jaar 2 minus  real GDP jaar 1. Je moet echter maar aannemen dat dat ook zo is. Daar kan enorme verwarring door ontstaan. Zo ook de begroting. Dat kan zijn de primaire begroting, zonder meerekenen van de  rente op schulden, en de real budget surplus or real deficit. Zo kan Griekenland een primair overschot hebben van 2% en een real deficit van 12,7 of 12,2%. Klein verschil maar listig gebruikt net voor de Europese Parlementsverkiezingen.

Dat GDP is trouwens altijd bedriegelijk want een klein land zal waarschijnlijk een kleiner GDP hebben dan een groot land. Dus krijgen we er nog een GDP PP bij, per inwoner dat een betere indicatie geeft.
Zo heeft Frankrijk een GDP van 2296 miljard euro en Nederland maar 664 miljard. Maar per inwoner is het Franse GDP 34.992 euro en het Nederlandse 39.608 euro. Zo ook de staatschuld (die trouwens ook op twee manieren berekend kan worden, gewoon of volgens het verdrag van Maastricht). De real debt per inwoner is voor Frankrijk 32.648 euro, voor Nederland 29.917.

Zo zijn er ook die kreten zoals het gaat in Spanje beter dan in de rest van de Eurozone. Ook dat is bedriegelijk. Je kunt zeggen dat Spanje tot 2009 een grote groei heeft doorgmaakt en daarna een sterke krimp en nu weer opveert.  Maar neem de werkloosheid en de verlaging van de lonen erbij en je beseft dat dat opveren op zich nog niet veel resultaat voor de werkgelegenheid heeft opgeleverd en evenmin laat zien dat de levensstandaard enorm is gezakt.

We hebben bij bijvoeglijke naamwoorden in het Nederlands de stellende, vergrotende en overtreffende trap. Alleen bij "goed" zou je kunnen zeggen dat dat niet relatief is. Maar beter dan heel slecht is erger dan slechter dan heel goed.  Dat het beter gaat in Spanje wil niet zeggen dat het beter gaat dan in Nederland. Want het tegendeel is waar,  het GDP PP in Nederland is 39.608 € en in Spanje 19.637 €. Maar daartegenover is de staatsschuld PP in Nederland 29.917 € en in Spanje slechts 18.788 €.  In Spanje was de werkloosheid in october 23,67%, in Nederland 8%.  Pas als je al die cijfers bij elkaar ziet kun je een voorzichtig oordeel uitspreken.

Dus uitspraken in de pers dat het zo goed gaat in dat en dat land zijn dan ook maar relatief. Pas als je alle indicatoren hebt vergeleken en gecontroleerd  hebt dat die juist zijn kun je voorzichtig een oordeel uitspreken.

Maar als harde werker voor het dagelijks brood heb je niet de tijd en in je vrije tijd de lust om je daarin te verdiepen. Je bent aangewezen op de media en die verkondigen over het algemeen wat de overheid prettig vindt. En al is dat dan misschien juiste deelinformatie, in het algemeen is het niet de volledige die voor een juiste beeldvorming nodig is.

En als de economen het onderling al niet eens zijn blijven alleen de cijfers van de echte waarnemingen en tellingen over, niet de prognose cijfers want de harde ervaring leert dat  die vaker niet uitkomen dan wel. Cijferen in de toekomst is ook piskijken.

 

 

 

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire