lundi 17 novembre 2014


De sacrosancte 2%    Draghis Droombeeld of Waandenkbeeld
                                                           
                                                                   en
 
                                   waarom lukt het toch maar niet in die eurozone


Het is overdreven om te doen alsof de eurozone van alle ellende in de wereld de schuld is, een beeld dat een beetje wordt opgeroepen in de internationale literatuur en nu ook bij de G20 in Brisbane. Natuulijk, de eurozone heeft een grote schuld, maar qua omvang altijd nog ver beneden het percentage van de globale schuld. Zeker, de eurozone heeft een te lage inflatie, enkele lidstaten zelfs een deflatie maar globaal zien we een inflatie die lager is dan die als merkpunt gekozen 2% en ook zelfs deflatie. Die twee procent is een inflatiepercentage van de groei. De theorie is immers dat die steeds maar doorgaat, dat jaar na jaar, met 2% doorstijgende prijzen de consumenten gevoelsmatig worden aangespoord om nu te kopen,omdat volgend jaar de prijzen immers weer 2% hoger zullen zijn. De consumptie wordt dus bevorderd, de vraag is hoog dus zwelt het aanbod in reactie daarop, de productie neemt toe, de groei blijft elk jaar in stand.
Bijkomend voordeel voor de staat is dat de waarde van de schuld elk jaar afneemt. Bijkomend effect voor de economie dat ook de inkomsten, het BBP, elk jaar in waarde dalen. Vandaar dat een nominale groei zelfs achteruitgang kan betekenen en dat we moeten werken met de "echte" groei, waar de inflatie van is afgetrokken.
Maar groei tot wanneer? tot in het oneindige of wordt er eens een verzadigingspunt bereikt?

Men leest nu steeds vaker dat nu zowat overal ter wereld de inflatie afneemt en die 2% hoe langer hoe meer onbereikbaar lijken te zijn. Volgens een toenemend aantal analisten moeten we wellicht in de eurozone en vooral elders in de wereld rekening gaan houden met een lange periode van  lage inflatie, misschien zelfs een kleine deflatie, en dus geringe groei of zelfs krimp.
Want de theorie zegt ook dat bij deflatie de neiging tot nu kopen verdwijnt en men wacht tot de prijzen verder zijn gezakt met als ellendig gevolg dat de vraag afneemt, de bedrijven met hun voorraden blijven zitten, dus de prijzen nog meer moeten verlagen, in de financiële problemen komen, personeel moeten ontslaan, want dat is meestal de eerste stap, gevolg hiervan verder dalende koopkracht, nog minder kopen en zo kan een neerwaartse spiraal ontstaan. Omdat spaargeld in waarde toeneemt, is het goed voor spaarders, in tenstelling tot bij inflatie. Maar de staatschulden worden ook hoger in waarde.
Maar goed, theorieën zijn ook niet meer wat ze vroeger waren.
Dan neemt een nationale Centrale Bank allerlei maatregelen om voor hun land de economie weer in het goede spoor te krijgen

Maar we kunnen niet meer doen alsof alles zich afspeelt binnen de grenzen van één land, want elke financiële of economische ingreep blijft in de moderne wereld niet beperkt tot één land. We leven niet meer in de tijd dat er gesloten grenzen waren die alles buiten de binnenlandse deur trachtten houden. Integendeel we leven in een tijd dat het niet meer alleen gaat om de grote Europese landen met daarna de Verenigde Staten toegevoegd en de rest hangt er een beetje bij. Het percentage omvang oude wereld in de globale economie neemt steeds verder af en andere landen dan de oude eisen een steeds groter deel van de koek op, maar voegen ook hun deel aan die koek toe.
Elke ingreep door welke centrale bank dan ook heeft zijn repercussies in andere landen  waar de centrale banken daar op hun beurt weer hun beschermende maatregelen treffen, of dat nu rentebesluiten zijn of geld bijdrukken dat naar alle andere landen kan uitwaaieren.

Onze eurozone is maar net ontsnapt aan een recessie  mede door de 0.3% groei in Frankrijk die echter niet structureel is maar steunt op eenmalige uitgaven. Het blijft dus kwakkelen met als groot nadeel en gevaar dat de schuldaanwas niet kwakkelt maar gestaag doorgaat met elk percentage begrotingstekort. Er moet snel nieuwe groei komen, hoog genoeg om die schuldberg beheersbaar te houden (of zo men wil te maken). Vanuit allerlei hoeken komen er dan adviezen en noodkreten wat in de eurozone te doen.
In Italië gaat het niet best. De echte staatschuld is 2329 miljard euro (world debt clock), 136,88% van het BBP, 38.297 euro per persoon, het begrotingstekort 3%, er is een lichte krimp en de vooruitzichten zijn ook niet gunstig. Italië is van mening dat dat aan de politiek van de eurozone ligt.
Zo zegt Stefano Fassina, vroeger onderminister financiën, dat de Titanic Europa op een schipbreuk afkoerst. De Italiaanse overheid moet met de vuist op tafel bonken want de austerity politiek vernietigt de Italiaanse economie. Zij zouden als die politiek niet verandert moeten dreigen met een ordelijk opbreken van de eurozone.
Jacob Lew (VS) wil dat Duitsland meer doet om de vraag te stimuleren. Duitsland is een surplus country (handelsbalans). Anders dreigt er een verloren decennium.
De eurozone bevindt zich in het centrum van een liquiditeitsval volgens G+Econolicz Lena Komileva, de consensus dat er een door de peroferie geleide herstel zou komen ligt aan scherven.
Frankrijk eist net als Italië een loslaten van de voorwaarden uit het Stabiliteits en Groei verdrag. Ook internationaal wordt het door een aantal analisten gezien als stammend uit een voorbije periode. Maar het is juist keer op keer tot nu toe bijgesteld om aan die nieuwe omstandigheden aan te passen.
En als Duitsland volgend jaar, zoals de prognoses luiden,  weer vooruitgaat zal dat de eurozone economie steunen maar tezelfdertijd de Duitse politiek van zuinigheid een sterkere basis geven en dus het S&G Pact handhaven.

Uit Duitsland, maar ook vanuit de ECB wordt gesteld dat zonder hervormingen de economie van de eurozone niet tot groei kan worden gebracht want alleen geldinjecties, direct of zijdelings, veranderen niets aan de structurele problemen van de eurozone. De structuur van de eurozone zelf houdt dat echter tegen.

Een verbetering  met hervormingen uitgespreid in tijd, niet in één klap overal uit te voeren maar te verwezenlijken  in de omvang en in het tempo dat voor een  bepaalde lidstaat mogelijk en nodig is zou wel uitvoerbaar worden indien elke lidstaat  vanuit zijn eigen structuur en potentie zijn eigen weg naar de groei zou kunnen nemen en zijn eigen problemen op eigen wijze oplossen. Want voor de zuidelijke staten en eveneens voor Franrijk zijn er andere prioriteiten nodig om orde op zaken te stellen en een groeipad in te slaan dan voor de al verder gevorderde noordelijke lidstaten waar hervormingen al eerder in een niet geforceerd tempo hebben plaatsgevonden.
Zoals het nu gaat met onwerkbare scenarios met de eurozone afgesproken of afgedwongen werkt het niet.
Dat houdt echter in waarmee Italië dreigt als het zijn eigen weg niet kan gaan, namelijk een ordelijk opbreken van de eurozone. Want binnen de eurozone zou door die ene munt 18 verschillende groei en hervormingswegen elkaar hinderen, tegenwerken. Door die munt zijn alle lidstaten oorzakelijk verbonden.

Het is zo logisch, de oplossing ligt zo voor de hand.
We zijn er nu toch echt wel van overtuigd geraakt dat de verschillen tussen de lidstaten van de euro nu zo groot en fundamenteel zijn dat één gemeenschappelijke financiële en politieke lijn niet mogelijk is en dat door het schipperen tussen de belangen van de een en de belangen van de ander voor geen enkele lidstaat een optimale ontplooing mogelijk is. Elke lidstaat houdt elke andere in zijn ontwikkeling tegen. Het ideaal van gelijkvormigheid is achterhaald.
Laat eerst ieder land, in overleg met de andere en zelfs steun van de andere met een eigen munt, eigen fiscale politiek eigen monetaire politiek en eigen economische politiek zijn eigen weg gaan. Wel moet de gemeenschappelijke vrije markt blijven bestaan.
Op deze wijze kan er samenwerking ontstaan. Er is door de verschillende munten, die een vrije wisselkoers hebben, geen wrijving meer veroorzaakt door een gezamenlijke munt die voor de een te duur en voor de ander te goedkoop is.
De euro blijft dan de gemeenschappelijke munt voor grensoverschrijdend financiëel verkeer. Naar buiten de zone verandert er dus niets.
De afgrijselijke interne devaluatie met zijn verderfelijke demoraliserende uitwerking op de werkende bevolking is niet meer nodig. Bovendien ligt de organisatie van de vernieuwing niet meer veraf in het anonieme Brussel maar bij de eigen zelf gekozen overheid. Dat bevordert het draagvlak.
De wisselkoersen bepalen de ruimtes die de lidstaten onderling hebben. Zo kan er een harmonieuze ontwikkeling op gang komen, ieder op eigen kracht maar in samenwerking met alle anderen.
Het voordeel is dat wanneer de lidstaten op de duur een voor hen optimale groei en stabiliteit hebben bereikt wellicht wèl het goede moment is aangebroken om weer intern dezelfde munt te kunnen gebruiken. Maar binnen de euro zoals nu zullen ze dat juist door het te duur en te goedkoop nooit bereiken.

De stemmen vanuit de lidstaten vertonen steeds sterkere nationalistische en anti eurozone klank. Zonder snelle verbetering zal dat geluid alleen maar sterker worden. Je ziet dat al in Griekanland, Italië, Spanje, waar de anti geluiden in volume toenemen. Dat zou ertoe kunnen leiden dat de eurozone op onvriendelijke wijze wordt opgeblazen. Dat kan zo voorkomen worden.

Progressie moet niet het halstarrig vasthouden aan een onhaalbaar ideaal zijn maar zich richten naar veranderende omstandigheden en daar optimaal op inspelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

s.

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire