mercredi 19 novembre 2014


Social Progress Index
 

                                   welvaart en welzijn   

                       kan de een zonder de ander en de ander zonder de een?

 

Een van de grondleggers van de econometrie en ook van het Bruto Binnenlands Product, Simon Kuznets zei in de dertiger jaren  al dat dat concept niet alleenzaligmakend was. Of hij daarmee bedoelde dat ook "welzijn" naast "welvaart" moest worden aangenomen als een teken van economische vooruitgang en groei? Dat speelde niet zo in die tijd. "Welfare of a nation can scarcily be inferred from a measure of national income" zei hij. Het is duidelijk dat het GDP inderdaad niet de enige indicator is voor economische gezondheid, zeker niet omdat andere dan inkomsten er ook bij betrokken zijn en dat zaken zoals begrotingsoverschotten/tekorten, de verhouding staatsschuld tot Gross Domestic Product ook een rol spleen.

Maar er gaan ook stemmen op om zijn woordkeuze welfare uit te breiden naar "wellbeing". Nu kan zowel welfare als wellbeing slaan op staten en op individuele mensen, maar als men bijvoorbeeld de Social Progress Index ziet dan  neemt die niet individuele wellbeing, die men zou kunnen omschrijven als tevredenheid maar de SPI van een geheel volk  in beschouwing. Zoals de econoom Michael Green zegt " Hoe langer onze obsessie met GDP doorgaat, hoe langer de zaken die echt van belang zijn voor de mensen overal ter wereld genegeerd zullen worden" Zich uitsluitend richten op GDP schildert de vooruitgang in puur monetaire termen af en neemt niet het bredere beeld in acht van de echte zaken die van belang zijn voor echte mensen.

De Social Progress Index omvat drie hoofdstukken van die zaken , op elkaar volgende fasen van wellbeing, welzijn. basic human needs, foundation of wellbeing, opportunities, zoals in onderstaande tabel te zien is.
 
 
Dat deze drie fasen los staan van de GDP zou blijken uit de rangorde van de landen op de SPI schaal, de VS, China en Japan, de drie grootste economieën staan nummer 16,80 en 14 op de lijst, terwijl Nieuw Zeeland, Zwitserland en IJsland bovenaan staan zo zegt de heer Green.
Er is dus geen correlatie tussen GDP en SPI bij de landen die de heer Green als vergelijkingsmatriaal vermeldde. Dat is echter schijn want als men de totale lijst ziet dan is er wel degelijk een correlatie te zien.
Net zoals het GDP is opgebouwd uit een aantal internationaal overeengekomen componenten is dat het geval met de SPI. Het zijn dus die zaken die de samenstellers als essentiëel voor welzijn hebben opgesteld.

Ik geloof dat je een onderscheid moet maken tussen basis voorwaarden voor een bestaan en die voor welzijn, het verschil tussen "kunnen " en "welzijn". De titel basic "needs" geeft dat ook aan. De basic human needs, voedsel, water, onderdak  kun je moeilijk tot welzijn rekenen. Het zijn bestaansvoorwaarden.

Bij foundations zou het dus wel om welzijn gaan. Maar is basic knowledge ook niet een basisbehoefte. Zonder basic knowledge is er geen overlevingskans. Acces to information and communications gaat inderdaad een stapje verder, het geeft de kans op verdere intellectuele ontplooing. Maar voor het grootste deel gaat het hier om levensbehoeftes en niet welzijn.

Het zij me vergund daarbij ook als voetnoot te zetten dat als met het GDP per persoon neemt, wat toch nodig is, en eigenlijk het besteedbaar inkomen per persoon neemt een zuiverder vergelijking mogelijk is.

 De drie top landen hebben alle een lagere staatsschuld dan GDP per persoon, de VS en Japan mogen dan wel tot de economische top behoren maar dan ook wat staatsschuld betreft. China ligt ver achter bij alle andere landen wat betreft GDP per persoon.
 Ook de local purchasing power indicator is een aanwijzing over de welvaart en tevens het welzijn want daarvoor bestaat voldoende koopkracht. .

Het lijkt dus alsof er geen verband bestaat tussen de SPI en de welvaart. China kan als buitenbeentje beter buiten beschouwing blijven.

Maar als we van de totale lijst van opgenomen landen kijken en we kiezen daaruit de bovenste en de onderste  dan zien we wel degelijk een correlatie tussen welvaart en wat het SPI welzijn noemt. Dan wordt ook duidelijk waarom de basic needs onder de noemer welzijn worden geschaard. "Welzijn" krijgt wel een heel brede betekenis.

 


De heer Green zegt verder "The world is ready for a measurement revolution, to help societies make better choices. The world needs a better way to define and shape our world for the next 80 years".

Hoe is het echter mogelijk om zonder economische ontwikkeling in de landen onder aan de lijst in de buurt van de 100% eraan voldoen rechts in de lijst te komen?

Ik geef de heer Green een punt wanneer hij zegt dat die "social progress index" maar zeer matig toeneemt bij een sterke economie, kijk naar bovenstaande Local Purchasing Power lijsten. Maar zou je die lijst uitbreiden met verfijnder aspecten dan de SPI eist, die tenslotte ook een lijst is van gemaakte keuzes uit een vrijwel oneindig aantal. Zijn houding is als het ware dat is genoeg, meer mag niet in plaats van hoeft niet.

Zij taal wordt ook dramatischer: "Our world marching to the drumbeat of GDP, is teetering  on the brink of environmental disaster and filed with anger and conflict". Hij wil nieuwe meet methodes die ons kunnen helpen milieu duurzaamheid, geweld, aantasten van de mensenrechten, vetzucht en ouder worden op te lossen.  Wij hebben nieuwe meetmethodes nodig die echte vooruitgang waarderen.
Nu hij er zo nadrukkelijk milieuvraagstukken bij betrekt
denk ik dat het milieu meer geweld wordt aangedaan door de landen onder aan de lijst dan de bovenkant. Want als je nauwelijks aan de basisbehoeftes voor het leven kunt voldoen zal dat de prioriteit hebben boven de zorg voor het milieu.

Maar het essentiële punt waaraan niet te ontkomen valt is dat welvaart onmisbaar is voor welzijn. Zonder welvaart kun je de voorwaarden voor  welzijn  zijn niet creêren.  Ik heb het dan niet over tevredenheid of geluk. Dat zijn gevoelens die los staan van welzijn of welvaart.
Het punt is dat als je de lijst van SPI ziet besef je onmiddellijk dat voldoen aan die lijst voor het grootste deel is voldoen aan de basisvoorwaarden voor het leven, dat daar geld voor nodig is en hoe meer je bij de 100%  vervulling van die lijst komt hoe meer geld ervoor nodig is.
Bij toenemende welvaart verlangt de mens meer welzijn. In die lijst van SPI staan in feite alle zaken die in een ontwikkeld, economisch sterk land verlangd worden en mogelijk zijn. Hoe lager de welvaart, zo blijkt uit de lijst, hoe minder er wordt voldaan aan zelfs die basisvoorwaarden voor het leven, zonder enig wat ik welzijn zou noemen. Maar net als welvaart is welzijn een relatief begrip. Wat voor onder aan de lijst "welzijn" of "luxe"  zou zijn is voor boven aan de lijst doodnormaal.


Om het scherp te stellen: de items op de lijst zijn eerder logische fasen in een toenemende welvaart dan het creëren van welzijn.

 

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire