dimanche 20 octobre 2019




Our Crazy World                                                  20102019

My very personal thoughts on the world we have inherited for our use.
This time  in English for no obvious reason.

As I see it our world is becoming more and more absolute but yet full of contradictions
Lightning fast communication makes our world smaller, not bigger.
And we start more and more living in a world of absolutes.

Strongly opinionated  dogmatic minority groups try to impose their absolute views on the silent majority by often physical public actions.

Thus, by way of the Renaissance, the epoch of rationality after the Middle Ages with their mystic and absolute belief (at least in Europe) we have arrived at a cross roads, one leading to far advanced purely scientfic research, the other to postscientific absolute belief where not evidence but feeling or the majority of votes determines what is fact or nonfact.

Public space is for all but paradoxically does not allow for any intrusion into our private part of it.
Private space
Safe place
Moral right is absolute right
Which means that everything else is unacceptable.
For everything else  would be immoral and so wrong.
So moral right has in fact the same value as religion which is also absolute truth based not on evidence but on belief.
Science and scholarship
We do not derive our knowledge from personal observation but from belief in the personal experience of our ancestors and their history which is embedded in our dna.
Thus each of us is unique and different and our dna defines who we are to the exclusion of all others.
Equal rights does not mean equal  opportunities
But the existence of rights does imply the existence of duties as well.
Things and concepts exist because their opposites exist.
Evolution is a series of unfortunate faults in reproduction which lead to new species able to face the developments in the building of the world.
Man’s intelligence contains his own potential destruction.
Reproduction at higher speed than nature’s recovery allows,  by better food better medication and better control of nature,  will lead to the eventual destruction of nature and consequently of Mankind.

But, as always these are merely the most personal reminiscences of a simple layman unhampered by controlling computer models.

mardi 24 septembre 2019


Duitsland de versleten 
(auto)motor van de eurozone


De economische vooruitzichten in de eurozone zijn niet rooskleurig.
In de gehele eurozone is er een daling in de industrie en in de diensten sector (51.9 in augustus naar  50.4 in september)
In Duitsland kan men zelfs spreken van recessie.
Zie de tabel.



Preventief heeft de ECB al ingegrepen bij deze teruggang van de economie en per 1 november de depositorente nog negatiever gesteld op - 0.5% plus een hervatting van het obligatieopkoopprogramma met per maand  20 miljard euros voor in feite onbepaald lange tijd.
Bovendien gaat het herinvesteren van de vervallen opgekochte obligaties van 2.55 biljoen euro’s door.
De wereldwijde verlaging van de rente en daardoor de de wisselkoers positie van de euro zullen daar geen primaire rol in hebben gespeeld.

De financiële markten reageren positief
 
De eurozone (en daardoor meegesleurd) de Europese Unie vormen in de financiële wereld een uitzondering met de negatieve lange termijn rente en de negatieve deposito rente van de CB.
Terwijl in andere currency areas de lange termijn rente (10 jaar) wel daalt maar boven de 0% blijft is hij in de eurozone nu nog verder beneden de 0% gedaald (het geld toe niveau) en de deposito rente (nu strafrente voor het parkeren door banken van gelden bij de ECB) gedaald (negatief gestegen) tot -0.5%.
Zodra je tot het rente negatief niveau bent afgedaald bestaan er ineens andere financiële waarheden, zowel voor de banken als de spaarders als de gepensioneerden en de kleine middenstand.
Maar voor grote bedrijven en aandeelhouders zijn het goede tijden.

De negatieve gevolgen ervan voor rente afhankelijken, dus spaarders en gepensioneerden zijn al duidelijk, zie vorige blogs.

Voor welvarende eurolanden (voor wie veel lenen dus niet essentiëel is) is  de rente geen probleem meer maar een voordeel.
Voor de zwakkere landen speelt de risico opslag een beperkte rol: zolang zij de euro als munt hebben vallen zij onder de bescherming van die gemeenschappelijke munt en van de ECB die de eurozone intact moet houden.
Zie de rente voor Italië en Griekenland in de periodes dat getwijfeld werd aan hun in de eurozone blijven.

Zo zouden het financieel solide Duitsland en Nederland inderdaad “klimaatfondsen” van 50 of meer miljard euro’s kunnen opzetten met geleend kapitaal tegen een verwaarloosbare rente (en dus zonder daarmee de staatsschuld te vergroten).
Het enige probleem is dat de leningen voor zo’n fonds na de vervaldatum moeten worden afbetaald of opnieuw afgesloten tegen de rente die dan geldt, maar dat is ver in de toekomst.
Voor de zwakkere eurolanden zou dat niet zo eenvoudig zijn, hun schuldenlast is al veel te groot.

Wat mij opvalt is dat als mede oorzaken van de teruglopende groei van de wereldeconomie en van de eurozone gewezen wordt op de handelsoorlog en de teruglopende economie van China en dat de rol van de overeengekomen en nog te nemen klimaat en milieu maatregelen nauwelijks genoemd worden, terwijl deze juist door de ingrijpende nog niet geheel te overzienen ver rijkende ingrepen grote onzekerheid en hoge kosten met zich mee brengen.
En kosten worden altijd in rekening gebracht bij de belastingbetaler en consument door overheid en onderneming.

Neem als voorbeeld de CO2 uitstoot in Duitsland en de Energiewende en de economische gevolgen ervan.
Bij ons in Nederland de plotsteling opduikende gevolgen van de ammoniak en NO2 uitstoot (ten onrechte stikstof genoemd) die de milieu normen van de EG  te boven gaan en nu  bouw en constructie vrijwel lam leggen en een enorme krimp in de veestapel en landbouw noodzakelijk dreigen te maken.
Want pas als regelgeving wordt omgezet in ten uitvoerlegging ervaren de burgers de kosten die dat met zich meebrengt.

vendredi 20 septembre 2019


Lage en negatieve rente,
de staat spekt de kas er mee.
De spaarders en gepensioneerden
betalen het gelag.

De miljoenen nota is gepresenteerd door de regering, de debatten erover zijn aan de gang, de oppositiepartijen met hun varianten en hun kritiek, de regeringspartijen met hun bijval.
Iedereen gaat erop vooruit, de gepensioneerden 1% zo lees is.
Dat laatste neem ik met een grote pot zout.

Onze grote pensioenfondsen beleggen in fondsen die bij hun identiteit passen.
Dat betekent dat de fondsen die het meest opbrengen vaak niet bij die identiteit passen en dus gepasseerd worden.
Onze pensioen fondsen hebben dus naast hun financiële doelstellingen ook een moreel doel.
Laten we  de ontwikkeling van de lange rente die de Nederlandse staat betaalt op de obligatieleningen met een 10 jaar looptijd vergelijken met de pensioen ontwikkeling van het ABP, Nederlands grootste pensioenfonds.


In de periode 2008 2010 was deze obligatie rente maximaal 4% en minimaal 3%.
Voor die tijd ook ongeveer 4%.
Dat percentage daalde daarna elk jaar tot het nu in 2019 0.45% negatief is d.w.z voor elke 1000 euro lening ontvangt de Nederlandse staat nu 5 euro extra in plaats van 40 euro te betalen zoals in 2008/2010
Voor de staat levert dus obligatieleningen uitschrijven extra geld op in plaats van rentekosten te moeten betalen.
De staat betaalt dus niet alleen minder rente maar krijgt nu ook geld toe.
Hoe raar het ook klinkt: de staat verdient dus aan de leningen.

Als we deze voor de staat gunstige gang van zaken vergelijken met die voor de gepensioneerden van het ABP dan zien we het tegenovergestelde beeld.
Het ABP pensioen is (in principe) geïndexeerd en heeft dus een inflatiecorrectie en volgt dus de prijsontwikkeling.
Maar sinds 2000 heeft deze indexering niet of onvoldoende plaats gevonden.
Het gevolg is dat ieder jaar de waarde, de koopkracht  van het pensioen is afgenomen.
Vergeleken bij 2002 is een ABP pensioen nog maar 85,5% waard, in de loop van die jaren is de koopkracht ervan met 15,5% afgenomen.


Nu dreigt als gevolg van de door hun identiteit beperkter beleggingsbeleid en de zeer lage rekentente (1.18%) gebaseerd op toekomstige verwachte renteontwikkelingen door de Nederlandse Bank  niet alleen een verder dalen van de koopkracht ervan door de inflatie (de inflatie in augustus was 2.8% op jaarbasis in augustus) maar bovendien een verlaging van het nominale bedrag van tussen 5 en 8%.
Dubbel op dus, teruggang door de inflatie plus korting op het bedrag zelf door een geschatte toekomstige hoogte van de rente.


Om zo groot mogelijk duidelijkheid te tonen hieronder de jaarlijkse inflatie van 2000 tot augustus 2019, dat wil zeggen elk jaar het prijsverloop oftewel geldontwaarding ten opzichte van het jaar daarvoor.

Zo is het duidelijk dat de gunstige financiële toestand van de Nederlandse staat niet betekent dat die ook voor alle burgers geldt.
De staat wint aan lage of negatieve rente, de spaarder en gepensioneerde levert in door die lage of negatieve rente.


vendredi 13 septembre 2019


Spaarders en gepensioneerden (en banken),
 maak de borst maar nat.


Naast de 2.55 biljoen euro al bijgedrukt door de ECB en nog steeds in circulatie  nu per 1 november nog eens 20 miljard per maand voor onbepaalde tijd daar boven op bijdrukken en de deposito rente van -0.4% naar -0.5% verzwaren.
Meer van hetzelfde dus.
Pikant facet: dit alles gaat in op 1 november de dag dat Mw Lagarde President van de ECB wordt en één dag nadat de termijn van Draghi afgelopen is.
Ander pikant facet: Trump heeft dit besluit onmiddellijk genoemd als wisselkoers manipulatie hetgeen Draghi even snel ontkend heeft.
De aandelenbeurzen zijn verheugd, er komt nog meer geld.

In het verleden waren de Centrale Banken een soort ivoren toren in de financiële wereld.
Onafhankelijk van de politiek en met een vast mandaat beheerden zij de monetaire politiek, geld aanmaken en rente bepalen, (de werkgelegenheid voor de FED), om zo de waarde van de munt stabiel te houden voor hun staat.
Dat stabiel houden werd bereikt door de inflatie op en nabij 2% te houden, axiomatisch, zo geloof ik.
Maar onafhankelijk betekent niet onpartijdig of objectief maar alleen dat anderen er geen directe zeggenschap over hebben.
Tijdens de recessie van 2008 werden zij gezien als de redders van de economie, degenen die door financiële injecties en rente aderlatingen de economie weer gezond maakten.
Maar langzamerhand begint de gloed van glorie wat te dimmen.
Trump heeft geregeld kritiek op het handelen van de FED, een oud lid ervan schreef in een brief dat de FED de herverkiezing van Trump  moest tegengaan met monetaire politiek.
Zelfs binnen de CB’s lijkt de unanimiteit bij de beslissingen aan slijtage onderhevig te zijn.
Bovendien beginnen steeds meer analisten en economen zich af te vragen of steeds meer van hetzelfde wel werkt.
Want waarom is anders dat steeds meer van hetzelfde nodig?
Wanneer wordt stimuleren in feite alleen maar steunen (of is het dat al geworden).
En waarom worden de nadelen minder ernstig ingeschat dan die stimulering of steun.


De laatste tijd  komt de Modern Monetary Theory vooral door de linkse democratische vleugel in de USA in het voetlicht en zou vooral door landen met hoge staatsschulden heel aantrekkelijk zijn.

Bij de Modern Monetary Theory is een centrale bank in feite overbodig.
De staat maakt zelf de hoeveelheid geld aan die hij nodig heeft voor uitgaven en investeringen.
Die hoeveelheid kan zij zelf bepalen, een staat kan immers niet failliet gaan en de hoogte van de schuld is dus niet bepalend.
Door belasting politiek wordt inflatie in toom gehouden, bij stijgende inflatie hogere belastingen, bij deflatie lagere.
De functie van belasting wijzigt zich dus van financiering van de staat naar inflatie beteugelaar.

Grote verschillen dus met de huidige systematiek waar onafhankelijke centrale banken door rentemanipulaties de inflatie regelen tot deze om en nabij 2% is. en zelf de geldhoeveelheid bepalen en aanmaken die daarvoor nodig is (niet de staat) en waar belastingen van allerlei aard  de inkomsten van de staat betekenen.

Dus belasting bij de MMT om de inflatie in toom te houden en rente bepalen en gelddrukken bij de Centrale Banken om hetzelfde te doen.

Het grote verschil bij het geld drukken:
bij de MMT kan de staat dat rechtstreeks gericht doen voor zijn uitgaven en investeringen.
Bij de Centrale Banken doet de CB dat en wordt het geld voor opkopen obligaties door de CB naar de banken gesluisd waardoor noch de Centrale Bank noch de staat zicht heeft op het bestedingspatroon ervan.

Bij Duitsland ligt de Weimar republiek met zijn torenhoge inflatie en geldontwaarding door dat bijdrukken echter nog vers in het geheugen.

Maar of geld drukken nu door de staat of door de CB wordt gedaan, het vindt plaats met dezelfde gevolgen.

Men kan, zo geloof ik, niet de Eurozone op één lijn zien met andere landen.
Terwijl in de Eurozone sprake is van landen die fiscaal onafhankelijk zijn en onderling sterk verschillen in economische potentie (na tien jaren van “convergentie”) en wetgeving met één overkoepelende ECB is in de andere landen sprake van één CB in één staat met één wetgeving.

In de eurozone kunnen de monetaire politiek (ECB) en de fiscale politiek (eurolanden) niet op elkaar afgesteld worden door die grote verschillen in wetgeving en potentie.
In tegendeel, de economie in een aantal eurolanden heeft monetaire easing nodig een ander juist monetaire tightening.

Maar de ECB zal zich (dat is mijn puur persoonlijke gedachte) meer moeten richten op de landen die een verruiming van de middelen nodig hebben dan op de sterkere die dat niet nodig hebben.
Want de eurozone moet bij elkaar blijven.
Dat verzwakt, zo denk ik, daardoor de sterkere landen die juist een strakkere monetaire politiek nodig hebben.
Dat verzwakt ook de koopkracht van spaarders en allen die van rente  afhankelijk zijn.
Het versterkt de inkomens van aandeelhouders zoals ik in vorige blogs heb duidelijk gemaakt.
Want echte inflatie compenserende loonsverhogingen zijn er niet, zeker niet in de economisch onzekere tijden die wij nu doormaken.
De lasten nemen echter wel toe.

Maar die verruiming is, zo blijkt nu, tot nu toe onvoldoende gebleken voor die economisch zwakkere landen.
Daardoor neemt de druk vanuit die landen om de fiscale regels voor de EU en Eurozone te versoepelen steeds verder toe.
Ook de ECB erkent eigenlijk, zo interpreteer ik het, al vele jaren dat monetaire politiek tekort schiet is door de zeggen dat de eurolanden hun fiscale politiek moeten aanpassen.

Maar die fiscale politiek is alleen vrij binnen de stringente begrotingsregels van het Verdrag van Lissabon en de verdere versterking daarvan voor de eurolanden in het Growth and Stability Pact met de beruchte 3% (eigenlijk 0.5%) begrotingstekort en de 60% maximaal staatsschuld).

Daarvan uitgaande en de huidige stand van zaken wat staatsschuld betreft beziende is de toestand van de meeste eurolanden veel slechter dan in het beginjaar 2000.
Misschien wel convergentie maar niet wat solvabiliteit betreft.
Kijk maar naar de tabellen in vele vorige blogs.


Maar dit zijn weer alleen maar de overpeinzingen van een geïnteresseerde leek.


mercredi 11 septembre 2019


Naast kooldioxide CO2 nu ook stikstof N2
maar in het echt niet N2 maar Nxxx.
en
Nederlanders zijn tevreden
Maar zijn dat in een vervuild land


Natuurlijk zou ik verder kunnen peinzen over de Brexit maar dan word je misschien nog gekker dan de Britse politici die zich een stuk belangrijker vinden dan de mensen die zij vertegenwoordigen.
Ik kan ook gaan piekeren over de Trump handelsoorlog of de door velen voorspelde recessie in 2020 of waarom de ECB zo nodig weer de rente verder moet verlagen (zoals geloof ik vrijwel alle analisten en economen en bankiers voorspellen) en misschien zelfs nog meer geld gaat bijdrukken bij de overvloed die er al in circulatie is zodat de banken nog meer toeren moeten draaien om dat allemaal in de eurozone economie te beleggen (of waar dan ook) omdat geld opslaan bij de ECB dan 0, 5% boete kost en dat dus alleen maar geld aan de banken kost en niets oplevert, maar toch gebeurt, (want er is door de banken aan de ECB 7.5 biljoen euro’s boete betaald in 2018),  of zelfs over de nieuw voorgestelde Europese Commissie met de helft op één na vrouwen, of het McKinsey report over de Duitse Energiewende waar McKinzey niet veel goede woorden voor over heeft, of over het verschil tussen Modern Monetary Theory drukken van geld door de overheid en het drukken van geld door de ECB, maar ik kies toch maar overpeinzingen over hoe het milieu de economie kan raken.

Dit keer dus over een voorbeeld van de tegenstrijdige belangen van  milieu,klimaat en economie.
Maar als je daar aan begint krijg je ook snel schele hoofdpijn.

Nederland is wat bouwaktiviteiten en wegenaanleg vrijwel lamgelegd door een uitspraak van de Raad van State over de “stikstof” uitstoot.
Meer  “stikstof” wordt uitgestoten dan voor de natuurgebieden in Nederland goed is.

Nederland voldoet niet aan de Europese norm voor zoals men zegt stikstof maar bedoeld wordt stikstof(di)oxide, nitraat, nitriet en lachgas (weet u wel in die ballontjes in Amsterdam) en ammonia.
Want stikstof (N2) is het voornaamste bestanddeel van  van onze atmosfeer,  (78.08%) gevolgd door zuurstof (20.95%) en trace gases zoals CO2 (0,036%) en een naar temperatuur wisselende waterdamp (geen gas dus) van 0 tot 4%.
Stikstof is essentiëel voor ons bestaan, net zoals zuurstof, het zit tot in ons DNA.
Maar een stikstof verbinding zoals NO2, nitriet, is giftig en ontstaat uit stikstof en zuurstof bij alle ontbrandingsprocessen en is schadelijk voor de gezondheid.
Ammoniak (NH3) is een schoonmaakmiddel, koelgas en meststof die schadelijk is voor schraalgrondige natuurgebieden die om in stand te blijven juist geen bemesting kunnen verdragen.

In die stikstof verbindingen zit hem voor ons land het probleem.
Mens en dier produceren zelf die stikstofverbindingen in hun metabolisme als gas en poep en de landbouw gebruikt ze als (kunst)mest   en alle ontbrandings apparaten produceren NO2, nitriet.

Nederland is een dicht bevolkt land, op Malta na (maar dat is geen echt land) het dichtst bevolkt van de Europese Unie.
Dat heeft natuurlijk invloed op die “stikstof” en ammoniak uitstoot.
Want al die mensen hebben landbouw, veeteelt, industrie en vervoer nodig om te kunnen bestaan.
Hoe dichter bevolkt hoe hoger dus de uitstoot aan allerlei schadelijke stoffen.

Zie de grafiek:


Maar binnen Nederland zijn er ook grote verschillen in bevolkingsdichtheid:



Hier zien we dat de provincies Zuid Holland, Noord Holland en Utrecht ver uitsteken boven de overige, de bevolking concentreert zich in de randstad.
Maar voor alle provincies en landen gelden dezelfde EU voorschriften met maximaal toegestane maxima:



De ammoniak uitstoot moet tot 1929 met 13% per jaar worden verminderd en daarna met 21% per jaar (basisjaar voor de berekening is 2005).
Nederland wordt daarbij harder getroffen dan de meeste andere EU landen.

Het zal duidelijk zijn dat een dun bevolkt land, zoals Finland  (Nederland stootte in 2017 vier keer zoveel ammoniak uit als Finland) minder uitstoot zal opleveren dan een dicht bevolkt land zoals  Nederland en binnen Nederland dat de randstad veel meer NO2 uitstoot veroorzaakt  dan Friesland.
Daarnaast speelt ook de welvaart een rol, hoe welvarender, hoe meer consumptie en hoe meer uitstoot.
Maar de Europese norm houdt daar geen rekening meer, de EU rekent met deeltjes per kubieke meter.

In de toekomst zullen wij steeds sterker de invloed van milieu en klimaat regels op onze economie ondervinden en onze bevolking blijft toenemen terwijl Nederland toch niet groter in oppervlak kan worden.
Zich op één aspect concentreren zonder de gevolgen voor de economie breed erbij te betrekken zou, denk ik, onverstandig zijn.


Maar, zoals altijd, zijn dit de overpeinzingen van een volslagen, maar wel belangstellende leek.

mardi 3 septembre 2019


Het spook van 
te moeten betalen van rente aan de banken 
om je spaargeld daar onder te kunnen brengen.
   
Banken zijn al lang niet meer afhankelijk van ons spaargeld om te beleggen.
Sinds 2008 is er immers door de ECB met laagrente leningen, negatieve deposito rente en opkopen van (staats)obligaties om de rente te drukken met 2.55 biljoen euro’s aan nieuw gedrukt geld via de banken een overvloed aan goedkoop geld voor de banken gecreëerd.
Hieronder de renteontwikkeling sinds 2000.
Blauw  wat banken aan rente kregen (en nu moeten betalen) aan de ECB voor het parkeren van eurobedragen bij de ECB , tussen 3 en 4% in 2000 krijgen, nu 0.4% betalen
Rood wat banken moeten betalen voor geld lenen van de ECB, tussen 4 en 5% in 2000 en sinds 2016 niets, 0%.
Daarnaast is er ook nog de oude QE, de 2.55 biljoen euro’s bijgedrukt om obligaties van eurolanden en grote ondernemingen van banken op te kopen en bij vervallen ervan nieuwe met het vrijkomende geld op te kopen.
Nu staat, als de tekenen niet bedriegen, een nieuwe ECB  ronde van QE en nog negatievere rente, voor de deur.


De banken moeten die overvloed aan liquiditeit op de een of andere manier beleggen, niet alleen in de eurozone maar wherever,  want de ECB kan (behalve via de aankoop van obligaties van grote ondernemingen) niet gericht steunen.
QE en negatieve rente is geen gerichte bazoeka maar grove hagel geschut.
Voor banken niet leuk want beleggen tegen lage rente met toch een redelijk risico op verlies stemt een bank niet vrolijk.
Ze kunnen het geld ook niet op de plank laten liggen want terugstorten bij de ECB kost hen immers nu 0.4%  en naar men algemeen verwacht binnenkort 0.5% boete rente.
Ze kunnen ons spaargeld dus missen, het kost de bank meer dan het op kan brengen.
Zeker niet aangenaam in een economie waar ondernemers niet staan te springen om te investeren maar liever eigen aandelen terugkopen of andere ondernemingen overnemen.
Want een groter of gevarieerder (en duurder) aanbod creëren door te investeren zonder toenemende vraag is economisch gezien niet erg aanbevelenswaardig.
Gezien de toenemende lastendruk op de midden klassen in de ontwikkelde landen staat de koopkracht van deze traditioneel grootste kopers groep immers onder toenemende financiële druk met alle stijgende vaste lasten, heffingen en belasting, inflatie en tekortschietende loonsverhogingen zodat hun echt vrij besteedbare inkomen en dus hun vrije koopkracht blijft afnemen.
De ECB zegt echter dat de positieve  invloed van deze lage (negatieve) rente op de echte economie de nadelen ervan (voor spaarders en pensioenfondsen) overtreft maar de nadelen zijn wel duidelijk zichtbaar en meetbaar terwijl de voordelen waarschijnlijk uit de modellen komen.


En het is duidelijk dat de kostenbesparingen voor het bedrijfsleven en daardoor lagere productiekosten en daardoor toenemende winst bij zelfs constante vraag òf naar de aandeelhouders, de eigenaren, gaat òf doorgegeven wordt aan de factor arbeid door loonsverhogingen.
Loonsverhogingen zijn blijvend, terwijl dividend per jaar berekend wordt.
Daarom zijn ondernemingen in tijden van onzekerheid minder geneigd loonsverhogingen te overwegen, verzwakt de economie dan zouden die een te zware last kunnen worden.
En er is onzekerheid is over de gevolgen van te nemen milieu en klimaat maatregelen, er is ook onzekerheid over de Brexit, over de handelsoorlogen, er is onzekerheid over de monetaire politiek van de centrale banken en over de fiscale politiek in de eurozone, door de recessie in de Duitse industrie, de wat trager groeiende Chinese economie.
Hoewel de overheid aandringt op loonsverhogingen maar ze niet  kan afdwingen en de krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt voor vele beroepen groot is zullen toch veel ondernemers liever gezien de ontwikkeling van de wereldeconomie werken met korte contracten dan met vaste aanstellingen.
In Duitsland zien we al dreigende  ontslagen in de autoindustrie die zwaar geraakt wordt door steeds strengere globale milieu voorschriften en dreigende USA importheffingen en zo voor zowel koper als fabrikant onzeker is geworden.


Inkomsten uit kapitaal zijn grensoverschrijdend, inkomsten uit arbeid zijn plaatsgebonden;  globaal contra lokaal.




vendredi 30 août 2019


De vier werelden: 
overheid kapitaal economie consumenten


Het is uit mijn overpeinzingen duidelijk dat ik geen aanhanger ben van de QE en lage rente monetaire politiek van de centrale banken die, zo denk is, meer gericht is op de kapitaalmarkt dan op de echte economie en zelfs uitgelegd zou kunnen worden als wisselkoers beïnvloeding .
Bijgedrukt geld wordt ongericht in de wereldeconomie gepompt en de lage rentetarieven met die money glut, overvloed aan geld, leiden te snel naar overgrote staatsschulden bedrijfs en persoonlijke schulden en dreigen bubbles, opgezwollen blazen, te veroorzaken die met nare gevolgen kunnen barsten zoals we in 2008 hebben gezien.
De laatste jaren en nu nog sterker denk ik te zien dat men van die lage rente afhankelijk is geworden, een renteverhoging zou al snel tot problemen bij aflossen en rentebetalingen  leiden.
Men spreekt dan van de “debt trap” waaruit het moeilijk ontsnappen is, als dat nog kan.
De FED is dan ook snel van “tightening” , renteverhogingen en afbouwen money glut, moeten terugkomen en de ECB heeft het zelfs niet geprobeerd.
Nu willen de centrale banken, althans de meerderheid van de leden, desondanks zelfs weer tot renteverlagingen en zelfs bijdrukken en opkopen  overgaan of ermee doorgaan al zijn ze ervan overtuigd dat alleen de landen zelf met hun eigen fiscale politiek hun economie efficient kunnen stimuleren.
Ze worden daarbij ook ondereling beïnvloed door het wisselkoers effect dat de monetaire politiek heeft.
Dit keer denk ik echter in mijn overpeinzingen hoe ik deze wereld van geld zie.
Als leek zie ik daar vier, van elkaar afhankelijke  maar ook deels in zichzelf gekeerde afzonderlijk systemen.
Natuurlijk simplificeer ik daarbij, maar het lijkt mij, als leek, beter het bos te proberen te zien dan me te verliezen in de bomen.


·     De overheid: stuurt kapitaal en handel en industrie door monetaire (geld scheppen en rente bepalen) en fiscale politiek (belasting, heffingen, subsidies, regelgeving).
·     De kapitaalmarkten verschaffen geld aan de echte economie
obligaties (=schuldeisers) aandelen (mede eigenaren) maar lijken meer gestuurd t worden door de monetaire politiek van de centrale banken dan door de echte economie.
·     De echte economie, handel en industrie: aanschaf, produktie, bewerking, afzet, (aanbodkant).
·     De consumenten, eindgebruikers (vraagkant).

Deze systemen worden verbonden door allerlei geldstromen die ze, in ideale omstandigheden, onderling in evenwicht houden.
Hieronder een schema dat die geldstromen tussen de verschillende systemen schetst, inclusief de “outsourcing”.
Zwarte lijn goederenstroom, rode lijnen geldstromen.
Dikke lijnen geven de goederen en geldstroom bij outsourcing van productie, de eigen economie wordt omzeild.


Duidelijk is hoe de invloed van outsourcing is  op de eigen economie.
Met de productie verdwijnen niet alleen de arbeidsplaatsen en de industrie infrastructuur maar ook belasting inkomsten ervan voor de staat en wordt sociale zorg voor de werklozen nodig.
Bovendien worden de ondernemingen die outsourcen afhankelijk van de buitenlandse supply lines.

Ook is duidelijk dat de gehele keten van  gebeurtenissen berust op wat de natuur ons biedt. Daarover later meer.





mardi 27 août 2019


Globalisering, Centrale Banken 
en de Groeiende 
Ongelijkheid tussen Kapitaal en Loon.


Mijn overpeinzingen dit keer volgen logisch (althans, zo denk ik), op vorige overpeinzingen.


Ben ik een voorstander van de Europese Unie?
Zeker, want gezamenlijk vormen de lidstaten een machtig handelsblok dat zich kan meten met de USA en de machtige handelsblokken in de wereld met daarbij de aanstormende zoals Indonesië.
Daardoor kan het handelsovereenkomsten sluiten met deze handelspartners op voet van gelijkheid en zo goede voorwaarden verkrijgen.
Maar ben ik ook een voorstander van een Europese Superstaat, een Federaal Europa met ondergeschikte lidstaten gecentreerd in Brussel.
Nee, zeker niet, ik ben van mening dat alleen wat onmogelijk  decentraal kan gebeuren centraal moet en dat de vrije markt van goederen en diensten de kern van de EU uitmaakt.
De lidstaten blijven politiek zelfstandig.
Dat verklaart de Brexit want het VK wil wel de vrijhandelszone maar niet de groeiende politieke macht van Brussel en vreest voor het EU lidmaatschap van een steeds overheersender Brussel.
Als economische macht staat Britain op de tweede plaats in de EU na Duitsland en is dus niet zomaar een van de achtentwintig lidstaten, brengt 15% op van het GDP van de EU (Nederland: 0.5%).
Met een harde Brexit zou dus de EU bijna 1/6 deel van zijn economische  potentie verliezen.
Daarom hoop ik op een oplossing van de Brexit tussen het VK en de EU die voor beide aanvaardbaar en voordelig is.
Daarom hoop ik ook dat dat slepende conflict tussen eindstadium EU als superstaat of zelfstandige staten met enkele centrale thema’s opgelost wordt zodat elke lidstaat weet wat de definitieve stand van zaken is.

De EU is een economisch machtsblok en sluit met potentiële handelspartners, andere landen of handelsblokken in de gehele wereld handelsovereenkomsten met bijkomende voorwaarden.
Ongereguleerde globalisering bestaat zo niet, douanerechten en allerlei heffingen beschermen de landen daartegen met de WTO die waakt tegen uitwassen.

Deze globalisering kan echter een ongelijkheid van inkomen uit loon en uit kapitaal veroorzaken veroorzaakt door "outsourcing".
Door de productie van halffabrikaten of eindproducten of diensten te laten plaatsvinden in lage lonen landen kan men een flinke kosten besparing op de eindprijs verkrijgen.
Een gevolg hiervan is dat arbeidsplaatsen in het eigen land worden opgeheven en er arbeidsplaatsen in de lage lonen landen worden geschapen.
Daar worden lonen en vaak lagere belastingen betaald.
Een tweede gevolg is dat de productiekosten worden verlaagd en bij gelijkblijvende verkoopprijs in het eigen land de winstmarge toeneemt en de eigenaren (aandeelhouders) profiteren.
De totale economie in het eigen land vermindert dus en de economie in het lage lonen land groeit.
De koopkracht in het eigen land neemt deels toe (aandeelhouders) en deels af (ontslagen werknemers).
De post manufacturing neemt in volume af en moet worden opgevangen door service, dienstverlening om de arbeidsmarkt in stand te houden, waar de lonen vaak lager zijn dan in manufacturing.
Voor de staat betekent dit overigens lagere belastinginkomsten en grotere uitgaven voor de sociale zorg en hogere staatsschulden.
Voor de lage lonen landen betekent het een groeiende economie met hogere belastinginkomsten en toenemende welvaart waardoor ook daar tenslotte de lonen zullen stijgen en nieuwe lage lonenlanden moeten worden gezocht voor de nodige supply lines.

Een volgende factor in de inkomensongelijkheid komt voor uit de losse geldpolitiek van de centrale banken.
Door de rente laag te houden kunnen ondernemingen tegen lage en soms verwaarloosbare  rentekosten geld lenen waarmee ze twee dingen kunnen doen: investeren om de productiecapaciteit op te voeren of te optimaliseren of om de productiekosten te verlagen en zo de winstmarge te vergroten en deze de aandeelhouders ten goede laten komen en niet om de lonen te verhogen.
Daarbij in aanmerking nemen dat ondernemingen alleen geneigd zijn te investeren als zij daartegenover een grotere omzet kunnen verwachten.
Maar als de koopkracht niet stijgt door stagnerende lonen en teruglopende  arbeidsmarkt (door bijvoorbeeld outsourcing) dan zal de omzet niet stijgen en zullen zij niet investeren.

Deze inkomensongelijkheid leidt bij ons sociale klimaat enerzijds tot steeds hogere lasten voor de grote midden klasse die in de productie sector werkzaam is of was want daar is het meeste geld te behalen bij gelijkblijvende of zelfs door inflatie verminderde lonen waardoor deze middenklasse krimpt en zelfs zou kunnen verdwijnen.



Ik zie in de handelspolitiek van de USA of moet ik zeggen Trump, gericht op het meer in balans brengen van de handelsbalans, als ultiem doel zoveel mogelijk geëxporteerde productie naar de USA terug te halen.
Door heronderhandelen van bestaande handels akkoorden en opleggen van invoerrechten zou de kosten balans tussen eigen productie en importen in evenwicht kunnen komen en dus weer opbouwen van het productieapparaat in de USA ten goede komen.
Een vermindering van de globalisering en terug naar de nationale markt, zo autarkisch mogelijk, waarbij het bezit van grondstoffen uiterst belangrijk is.


Een onzekere factor hierbij is de robotisering.
Mocht het inderdaad zo zijn dat een hoog percentage van de huidige menselijke arbeid door robots zal worden overgenomen dan zijn in plaats van arbeidsloonkosten  de energiekosten een doorslaggevende factor voor de locatie van productie.
Dan zal ook de gehele sociale en belasting wetgeving moeten worden aangepast.
Dan staat alles op zijn kop.
Maar zal het ooit zover komen?

Maar uiteraard zijn deze speculaties alleen maar de overpeinzingen van een geïnteresseerde oude gepensioneerde leek.

vendredi 23 août 2019


De G7 en Jackson Hole, 
economie en milieu


Mijn overpeinzingen dit keer gaan over de vrees voor een komende recessie aangewakkerd door de inverted yield curve en de geringere groei en over het verband tussen economie en milieu, die niet gescheiden van elkaar kunnen worden gezien.
Neem in Nederland de economische projecten die niet  uitgevoerd kunnen worden doordat zij niet voldoen aan aantoonbare directe compensatie voor de nitraat (NO2) uitstoot die ze (indirect) veroorzaken.

Dit weekend vergaderen de G7 leiders in Biarritz en de centrale banken in Jackson Hole van donderdag tot zondag.
In Biarritz is het de politiek die over onze ook economische toekomst vergadert, in Jackson Hole zijn het de bankiers die de wereld monetaire politiek bespreken en op elkaar afstemmen.
En monetaire politiek kan niet compenseren wat de lidstaten met hun fiscale politiek zouden moeten doen om hun economie te stimuleren, zo lees ik hier en daar.
G7 contra Jackson Hole.
Beide bijeenkomsten in een tijd waar globalisering onder druk staat van nationale handelsbalansen, van Brexit en langzamer China en een tijd na de QE en renteverlagingen door centrale banken gevoerd ter stimulering van de economie waarvan de groei nu weer afneemt en velen zelfs in de komende jaren een recessie vrezen.
Zullen de bankiers weer hun QE en rentewapens inzetten.
Hebben die dan de laatste tien jaren niet de gewenste uitwerking gehad.
En zullen zij dit keer, indien volgens de bankiers nodig, wel die gewenste uitwerking hebben?
En is de situatie zo zorgelijk als gevreesd wordt.

De groei van de wereldeconomie werd in juli j.l. door het IMF geschat op 3.2% in 2019, 3.5% in 2020, eurozone 1.3% en 1.6% (1.2% en 1.4% door de Europese Commissie), USA 2.6% en 1.9%.
Duidelijk lager dan in 2017 maar niet onrustbarend als men  de strubbelingen door Brexit onzekerheid, minder globalisering, handelsoorlog en mede daardoor  China’s lagere groei als oorzaken ervan in acht neemt.
Meer symptomatisch dan structureel.
Goed, in Duitsland krimpt de industrie maar dat is gezien de overgang van fossiel naar duurder elektrisch en CO2neutraal en door de onzekerheid en de scherpe milieu eisen voor de autobranche en alle eraan toeleverende bedrijven wel begrijpelijk in een zo sterk industrie en export georiënteerd land.

Flash France and Germany



Zowel in de gehele eurozone als in Frankrijk en Duitsland is er in augustus een hogere groei voorzien dan in de maand juli.
Wel toont de industrie in Duitsland een doorgaande daling.

Natuurlijk geringere groei dan in 2017 maar geen krimp.
Wel de vrijwel zekerheid dat lage rentepercentages (hoewel hoger dan de 0 en negatief van de ECB) lange tijd blijvend zullen zijn.
Waarom staan de centrale banken dan bij wijze van spreken in de rij om die al lage rente nog verder te verlagen en geld bij te drukken om waardepapieren op te kopen.

Duitsland staat klaar om zijn economie te stimuleren met 50 Miljard euro.
Die kunnen doelmatiger gebruikt worden dan de ECB kan doen met ongericht geld aan banken ter beschikking stellen.
Bijvoorbeeld door belastingverlaging de consumptie te verhogen, de verouderde infrastructuur aan te pakken.
Duitsland kan dat doordat zijn begroting neutraal is en de staatsschuld weliswaar iets hoger dan de EU toestaat maar er ruimte genoeg is en de rentelast zelfs 0% rente bedraagt voor een lening van 0.8 miljard euro met een looptijd van dertig jaar (hoewel de bedoeling was een 2 miljard euro lening).
Dat in tegenstelling tot een aantal andere eurolanden die zo’n grote bestaande staatsschuld hebben dat meer schuld, al is het tegen lage rente,  onverantwoord zou zijn.
Waar weer tegenover gesteld kan worden dat de rentelasten voor euro obligatie leningen zo laag zijn, ook voor hoge schuldenlanden, dat deze ook bij nog grotere schulden op te brengen zijn en leningen met een looptijd van 50 jaar of zelfs langer zeer lang respijt bieden.
Maar eens in de toekomst zullen ze toch afgelost moeten worden.
Nederland wil, naar ik lees, een andere weg volgen, de oprichting van een investeringsfonds van ca 50 miljard euro’s (te vullen met leningen tegen lage of nul rente of lager).
Ook Nederland heeft een positieve begroting en lage staatsschuld.
Dat maakt het zonder problemen mogelijk.
Maar ook Italië met zijn hoge schuldenlast wil deze weg inslaan.
Dat zijn voorbeelden van de inbreng van de fiscale politiek in de lidstaten.
Wat de centrale banken kunnen bewerkstelligen is voornamelijk de rente laag houden zodat de fiscale nationale schulden betaalbaar blijven.
Geld bijdrukken met obligatieopkoop en zo ongericht geld in de wereldeconomie pompen tegenover met door de landen geleend geld gericht bepaalde economie versterkende en koopkracht verbeterende projecten in gang zetten.
In ieder geval weg van de knellende austerity in de landen en ongerichte geldverruiming door de centrale banken.
Dichter bij de Modern Monetary Theory (en ook zijn dreigende inflatie gevaar).
Maar tegen de EU verdragen.

In Biarritz zijn het de G7 landen, Canada, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, het VK en de VS (Rusland is buitengesloten) die vergaderen
Economisch machtige landen.
In Jackson Hole de centrale banken van de machtigste wereldlanden.
Maar nauwelijks vertegenwoordigingen van de arme en de opkomende landen.

Maar in een wereldomvattend verband moet het voor iedereen, zo denk ik, duidelijk zijn dat economie en milieu op gespannen voet leven.
Neem de wereldeconomie die de komende jaren met meer dan drie procent groeit.
Die groei brengt uiteraard een grotere vraag naar energie met zich mee, energie die economisch gezien tegen de laagst mogelijke kosten opgewekt moet worden.
Want het productiekosten aspect speelt een grote rol in de economie van opkomende landen.
Het opwekken van die meerdere energie veroorzaakt weer een grotere uitstoot van CO2.
Juist in die groei landen waar de bevolking snel toeneemt en de economische  groei relatief hoog is, is er nauwelijks CO2 neutrale energieopwekking;  tenslotte zelfs in onze technisch hoogontwikkelde  landen zijn fossiele brandstoffen ook nog steeds onmisbaar voor de totale energie opwekking.
Dit lijkt mij als eenvoudige leek een zorgelijke gedachte.
En dan gaat het over meer dan alleen de CO2 uitstoot.
Economische groei en milieu in onderling verband.
Een gedachte die bij de G7 en Jackson Hole wel niet op de agenda zal staan, behoudens het vasthouden aan het Parijse klimaat accoord.

Maar, zoals altijd zijn dit alleen maar de overpeinzingen van een bejaarde gepensioneerde volslagen leek