samedi 8 novembre 2014


Staatsschuld en werkloosheid 
 
                                    de ijzige boodschap  

 
De staatsschuld in de Eurozone als geheel bedraagt circa  95% van het Eurozone BBP. Maar dat is een totalisering van alle lidstaten. Het geeft duidelijk aan dat het er met de  Eurozone als geheel niet best voorstaat.  Het is echter veel  interessanter en belangrijker om te zien hoe het de lidstaten van die Eurozone vergaat.

 
Nederland heeft, zoals het hoort, zich tot 2010 keurig aan de regels gehouden.
Daarna steeg de staatsschuld tot in 2013 75%, door de nieuwe berekeningswijze van het Bruto Binnenlands Product teruggebracht tot 69%. Nu weer gestegen naar 75%. Nederland heeft  dus een redelijk beheersbare staatsschuld door sinds 1999 een behoudende politiek te volgen.

Van sommige andere landen valt dat niet te zeggen.


België en Italië zijn niet bepaald zulke goede voorbeelden als Nederland. De ontwikkelingen in de Eurozone lopen ver uiteen. Dat is het tegengestelde van wat de Eurozone beoogde. Een ontwikkeling naar algemene welvaart, een naar elkaar toegroeiende lidstaten. In plaats daarvan een verslechtering van de economische stand van zaken, een vermindering van de welvaart en een steeds groter wordende kloof tussen redelijk presterende en zwakkere lidstaten ondanks steunprogramma's en bailouts.

De Eurozone bestaat nu 14 jaar. Jarenlang heeft men ons voorgehouden dat die gezamenlijke munt ons inderdaad grotere welvaart heeft gebracht en werd critici de mond gesnoerd (dat blijkt wel meer voor te komen, vergelijk klimaatactivisten en scptici, die zich liever realisten noemen). De laatste twee jaren zijn die stemmen minder en minder luid geworden. Er heerst nu meer een sfeer van overleven dan van een zich voorspoedig ontwikkelende regio. Keer op keer wordt ons voorgehouden dat het tij is gekeerd, dat het beter gaat en keer op keer duikt een nieuwe crisis op.

Wat is nu het verschil tussen 1999 en nu. Natuurlijk is er in die jaren een inflatie geweest van circa 33%, dus bedragen vergelijken heeft niet veel zin. Percentages echter wel. Cijfers zijn welsprekender dan woorden, tenminste als het niet over prognose cijfers gaat want die zijn, zoals we al 14 jaar lang  merken, zeer geduldig. Cijfers gebaseerd op waarnemingen geven daarentegen de werkelijkheid weer. Daar kunnen we conclusies uit trekken. Staatsschuld en werkloosheid. Die twee kunnen ons veel vertellen.

 

Uit deze tabel van staatschuld en werkloosheid kunnen we enkele conclusies trekken.

Als eerste dat België, Griekenland (2001)   en Italië in 1999 niet hadden mogen worden toegelaten tot de Eurozone want het percentage staatsschuld dat zij in 1999 hadden was aanzienlijk hoger dan de toelatingsnorm van 60%. België en Italië  bijna het dubbele ervan. Bovendien zaten Spanje, Oostenrijk ook boven die grens en Nederland had ook 1,1% te hoog percentage. Zes landen dus die bij een strenge selectie niet zouden zijn toegelaten. Griekenland had er in 2001 evemin bij mogen komen. In dat geval was er geen Eurozone geweest, hetgeen achteraf bezien ook beter zou zijn geweest.

Een tweede conclusie is dat van de oorsponkelijke lidstaten er 1 is die een beter schuldpercentage heeft dan in 1999, België, maar dat zegt niet veel want het is nog steeds boven de 100%.

Alle overige lidstaten van het eerste uur hebben hogere schuldpercentages.

Een derde conclusie is dat terwijl er in 1999 3 lidstaten waren met een  te hoog percentage dat aantal in october 2014 gestegen was tot 10.

Ook is te zien dat er een behoorlijke correlatie is tussen de hoogte van de staatsschuld en het werkloosheidpercentage dat een goede indicator is van de staat van de economie.

Een derde conclusie is dat er 8 van de lidstaten een schuldpercentage hebben van meer dan 90%.  Algemeen wordt door economen aangenomen dat 90% het point of no return is. Boven die 90% is het dus uitgesloten om zonder hulp tot een normaal functionerende economie te komen.

Tenslotte is er sinds 2012 (jaar van de bailouts) geen verbetering opgetreden maar een verslechtering. Er is gezien de stand van de werkloosheid geen reden om aan te nemen dat er  na 2014 een ommekeer zou komen in de groei van de staatsschulden.

Er zouden dus slechts 10 van de 18 lidstaten levensvatbaar zijn. Daarvan zijn  er 4 later toegetreden lidstaten.
 
Zou men nu echt denken dat Quantitative Easing, 1000 miljard euros aan de banken leveren een verbetering te weeg zou brengen? Een gebouw op zulke fundering kan zo niet gestut worden.
 
 
 
 

 

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire