mercredi 31 décembre 2014



het eurozone leven op de pof

Het zou fantastisch zijn om de laatste dag van het jaar met  een optimistische geluid af te sluiten. Helaas zou dat ook alleen maar fantasie zijn.

Tsipras, leider van het Griekse protest,  betrekt nog niet gebruikte fondsen uit het ESM en andere EU fondsen bij zijn financieringsplan voor de steun aan de arme Griekse bevolking. Maar die fondsen zijn niet echt, ze zijn virtueel.
Juncker sticht een splinternieuw EU breed investeringsfonds met een kapitaal van meer dan 400 miljard euro maar heeft zelf maar 5 miljard ter beschikking. De rest is virtueel.
De ECB wil de balans van 2000 naar 3000 miljard euro vergroten door het scheppen van 1000 miljard nieuwe euros waarmee hij staatsobligaties van de eurozone lidstaten wil opkopen. Die 1000 miljard euros bestaan nog niet maar daarvoor heeft hij de virtuele geldpers van de eurozone ter beschikking.
De lidstaten van de Europese Unie lenen geld op de kapitaalmarkt tegen afgave van obligaties en lossen oude obligatieleningen af door het uitgeven van nieuwe obligatieleningen. 
Het toverwoord is leverage. Voor elke 5 euro die je echt hebt kun je er 25 lenen. Waar komt het geld vandaan, waar gaat het naar toe? Een korte blik in de virtuele geldmachine

Het Bruto Binnenland Product zou moeten zijn alle inkomsten van een staat per jaar. Maar uitgaven worden meegeteld als inkomsten omdat ze als investering kunnen worden beschouwd. Criminele inkomsten, die door hun karakter niet berekend kunnen worden, worden als geschat bedrag bij het BBP opgeteld. Sommige zaken tellen zwaarder dan anderen. Alles bij elkaar noemen we het toch maar Bruto Binnenlands Product.
De rijksbegroting zou moeten zijn een overzicht van alle inkomsten van het rijk door belastingen, accijnzen, heffingen en alle uitgaven. Maar er zijn uitgaven die niet worden meegeteld.
De staatsschuld wordt uitgedrukt als een percentage van het BBP maar de berekening ervan in euros kan op verschillende manieren.
Zoals ik al eens eerder heb gezegd, groei, begroting, alles kan current prices zijn, dus zonder rekening te houden met inflatie maar moet eigenlijk real zijn, echt, op vaste prijzen gebaseerd van een meetjaar.
Trouwens ook de inflatie kan zijn core inflatie en echte inflatie en is altijd een keuze uit alle producten, niet alle.

Niets is dus wat het schijnt of misschien zou moeten zijn. Virtuose virtualiteit.

Alleen als er echt betaald of geïnd moet worden gaat het om echte euros, als men dan nog over echt geld mag spreken. Want de wereldvaluta is de dollar en de waarde van de dollar ten opzichte van de eigen munt kan, zoals we de laatste maanden merken, sterk variëren. De wereldhandel gaat in dollars hoewel er een tijd was dat de euro ook ambiëerde een wereldvaluta te zijn. Maar die dagen zijn voorbij.

Virtueel, niet bestaand geld, beheerst onze economie. We leven in een financieel virtuele wereld.

Laten we het Europese Stabilisatie Mechanisme als voorbeeld  uitkiezen. Allereerst is de naam al een overdrijving want het omvat alleen de landen van de eurozone, niet alle Europese landen gelukkig.
Het ESM is een soort bank van lening voor armlastige eurozone landen. Die kunnen tegen een redelijke rente en een woud van bijkomende diep ingrijpende voorwaarden voor een korte periode geld lenen om uit de liquiditeitsproblemen te komen. Hij is opgericht om onder de voorwaarden van het verdrag van Lissabon (de mislukte grondwet waar Juncker onlangs de VVD, CDA en PvdA de schuld van gaf) uit te komen dat immers luid en duidelijk directe steun van lidstaten onderling of door de ECB verbiedt.
Alle lidstaten van de eurozone zijn vrijwillig verplicht deelnemer aan en aandeelhouder in dat ESM. Hun aandeel wordt berekend op grond van hun Bruto Binnenlands Product. Het begon zijn werk officiëel op 1 mei 2013 waarmee een periode van technisch illegaal steunverlenen werd beeindigd. Meteen al werd het werkingsgebied ervan uitgebreid van directe hulp aan lidstaten tot ook directe hulp aan armlastige banken en in de anderhalve jaar van het bestaan is  steeds getracht andere hulp erdoor te laten betalen. De laatste keer was de poging van Juncker om het te betrekken bij de financiering van de nieuwe investeringsbank zodat het werkterrein zelfs uitgebreid zou worden tot de gehele Europese Unie. Zo nu en dan kreeg je het idee dat het beschouwd wordt als de lichtekooi van de EU, voor iedereen beschikbaar.

De financiering van het ESM heeft twee kanten. Het kapitaal bedraagt 700 miljard euro. Dat bedrag is echter niet gestort. Slechts 80 miljard is echt door de deelnemers ingebracht, het paid in capital. Voor Nederland bijvoorbeeld,  als op vier na de grootste eurozone economie, bedraagt dat paid in capital 4,573 miljard euro. Maar daarnaast staat Nederland garant voor 40 miljard euros. Dat is oproepbaar kapitaal. Zodra het nodig zou zijn moet Nederland dat bedrag zonder morren onmiddellijk aan het ESM betalen.
Nu heeft Nederland een staatsschuld van op het ogenblik 517,176 miljard euro, 75,78% van het BBP dat volgens de nieuwe berekeningsmethode nu 682,426 miljard euro bedraagt, rente 400 euro per seconde (World Debt Program dat up to date is).
Zou zo'n oproep komen dan kan Nederland dat bedrag dus nooit zo op tafel leggen en zal het op de kapitaalmarkt moeten lenen.  
Dat zou niet leuk zijn en dus is daar het volgende op gevonden. Het ESM leent op de kapitaalmarkt dat geld op basis van de door Nederland afgegeven garantie van 40 miljard euro. Nederland merkt daar dus niets van tenzij het ESM in de problemen komt en de leningen op de kapitaalmarkt niet kan aflossen omdat het geleende geld niet terugkomt en dus op de Nederlandse garantie terugvalt en Nederland dat bedrag onverwijld moet betalen. Denk daarbij voorzichtig aan bijvoorbeeld een Griekse onmacht de honderden miljarden geleende euros nu terug te betalen  in plaats van over vijftig jaar.

Het gaat dus allemaal om op de kapitaal markt  geleend geld, niet om in de eurozone bestaand  kapitaal. Het is populair gezegd leven op de pof. Zo gaat het ook met de andere eurolanden, ook die landen die zover in de schulden steken dat niemand ze nog een cent zou willen lenen. Virtueel doen zij ook mee maar ontvangen echt geld in de hulp. Zo gaat het ook met andere fondsen. Niets is echt, alles denkbeeldig.

Deze financiële escapades die geen onderneming zich zou kunnen veroorloven zouden niet zo ernstig zijn als de eurozone (en de EU) een positieve economische ontwikkeling doormaakte, dat wil zeggen als de echte inkomsten de uitgaven te boven gingen en dus de bovengenoemde schulden geleidelijk zouden verminderen en idealiter gezien tenslotte zouden worden gecompenseerd door toekomstige extra inkomsten door die schulden mogelijk gemaakt. Met andere woorden als de schulden investeringen waren in toekomstig positief rendement opleverende projecten. Maar gezien de verhouding schuldenvermeerdering en investering is duidelijk dat de schuldenvermeerdering grotendeels consumptief krediet betreft, dat wil zeggen nooit rendement oplevert en dus puur verlies is. En dat sommige investeringen in plaats van later rendement opleveren een eeuwige staatssubsidie behoeven en dus een toekomstige verliespost zijn.

Maar ook dat is denkbeeldig.

De barre werkelijkheid is dat de economische groei gering is en dat zeer waarschijnlijk nog lang zal blijven en dat de schuldenaanwas die geringe groei verre te boven gaat en blijft gaan mede dank aan de fatale fout: de 3% getolereerde tekort grens.
De prognose is dus dat tenzij de schuldenaanwas door vermindering van de uitgaven door de overheid kleiner zou worden dan de echte groei (=nominale groei min inflatie) of dat de echte groei zo sterk stijgt dat hij de schuldenaanwas te boven gaat dit op de duur tot een failissement van de EU zal leiden. Een devaluatie is dan onvermijdelijk en een grote algemene armoedeval.
Want leven op virtueel geld is virtueel leven en dat is een onmogelijkheid. De realiteit haalt altijd de virtuele wereld in.

Maar toch een goede oudejaaravond en wat het volgend jaar betreft, Brussel beschikt en wij wikken.

1 commentaire:

  1. Ce commentaire a été supprimé par un administrateur du blog.

    RépondreSupprimer