samedi 27 décembre 2014


Tussen Democratie en Ideocratie.


De tijd tussen kerst en oud en nieuw is de favorite periode voor bestuurders om hun zegje te doen. Zoals de heer Juncker in de Volkskrant.

Heeft de heer Juncker gelijk als hij zegt dat landen in Europa onbestuurbaar worden omdat traditionele politieke groeperingen zoals VVD, PvdA en CDA populistische partijen imiteren.

Zijn gelijk zou impliceren dat traditionele partijen geen veranderingen in hun politieke gedragslijn zouden kunnen aanbrengen ook al leven die wel bij hun kiezers. Want wat hij noemt populistische partijen krijgen macht omdat kiezers hun politiek aantrekkelijker of beter achten dan die van de traditionele partijen. Door die partijen overigens populistsch te noemen wordt er al een label van niet deugen opgeplakt, iets minderwaardigs waarbij de bekende onderbuikgevoelens worden gesuggereerd. Maar dat heet wel democratie, de wil van het volk die door de politieke partijen  moeten worden uitgedragen. Als traditonele partijen zich niet willen richten naar de veranderende eisen van de kiezers in een democratie is het de keiharde realiteit dat kiezers dan naar nieuwere partijen zullen weglopen en dat de traditionele partijen aan macht inboeten en dat is het laatste wat zij willen. Als de heer Juncker dus echt meent wat hij zegt betekent dat het einde van de democratie, de wil van het volk. Dat betekent dat de traditionele partijen de wil van hun kiezers niet moeten volgen maar de lijn van, ja wie, de Europese Unie misschien, dienen te volgen.
Wat verstaat Juncker onder de chaos die het gevolg zou zijn van dit luisteren naar het populisme? Is het een chaos in een land als Zwitserland, waar de bevolking een directe greep heeft op de besluitvorming door een referendum. Is het in Groot Brittannië een chaos geworden omdat daar via een referendum door de bevolking over de toekomst van het Verenigd Koninkrijk werd beslist en niet door de politieke partijen?
Twee uitspraken van de heer Juncker dus waarvan de één anti democratisch is want de traditionele politieke partijen moeten zich niets aantrekken van de veranderende houding van de bevolkingen en waarvan de tweede apert onjuist is. Ook twee die maar één doel hebben. De invloed van de nationale bevolkingen op de ontwikkeling van de Europese Unie uit te schakelen. Natuurlijk is dat doel begrijpelijk, hoe minder kritiek op die ontwikkelingen, hoe minder interferentie en hoe eenvoudiger is zonder omkijken op de ingeslagen weg voort te gaan. Domweg voortgaan zonder reflecteren op wat bereikt is en wat erdoor niet bereikt is.
Hij stelt dat in alle landen mensen negatief zijn over politiek en politici, de boosheid richt zich niet exclusief op Brussel. Dat laatste klopt misschien in zoverre dat de bevolkingen zich richten tegen hun eigen regeringen als spreekbuis van Brussel. Hij zegt dat in plaats van zich af te vragen wat de oorzaken zijn van die boosheid en negativiteit. Populistische en eurosceptische partijen zijn niet de oorzaak van dit probleem, ze hebben succes omdat ze erop reageren.'
In plaats van dus naar de oorzaken van deze gevolens van onvrede en boosheid te zoeken adviseert hij de de traditionele partijen niet de populisten te imiteren! Als je met boze burgers wilt praten, moet je vóór ze gaan staan. Niet weglopen of achter ze aan hollen.
Maar je moet die boze burgers dan wel iets te vertellen hebben en als je als enig argument hun  moet gaan vertellen dat ze hun mond moeten houden en luisteren en niet lastig zijn en dat die traditionele partijen het beter weten dan is dat een wel erg schamel verhaal en dat zal hun "populistische" gevoelens hooguit versterken. Want in onze tijd met onze communicatiemiddelen is één ding zeker. De burgers zijn niet meer alleen afhankelijk van de mainstream media en voorlichting door de overheid maar hebben alle moderne communicatie kanalen tot hun beschikking. Zij zijn, als zij dat willen,  heel goed in staat om zelf tot een oordeel te komen op grond van beschikbare feiten. En gezien de gestaag toenemende onvrede is er geen enkele reden om aan te nemen dat tegenover de burgers te gaan staan en hen toe te  spreken daar verandering in zal komen.

In feite is het enge verschijnsel dat het tij zou kunnen doen keren een snel toenemende groei van de economie, daardoor snelle afname van de massale werkeloosheid, het terugdringen van de schulden naar een houdbaar niveau, en wat het allerbelangrijkst is, het verbeteren van het armlastige levenspeil van de grote meerderheid van de bevolkingen  van de achterblijvende lidstaten.
Maar het besef dat juist de structuur van de eurozone en dus de toekomstige structuur van de gehele Europese Unie zo'n positieve ontwikkeling  vrijwel onmogelijk maakt omdat geen enkele lidstaat zijn eigen optimale economische ontwikkelings weg kan bepalen maar onderworpen is aan een systeem dat eenvormigheid afdwingt zonder de wegen ertoe ter beschikking te stellen, leeft ook, gezien de uitingen van de overheden op regeringsniveau in de lidstaten. Want elk proberen ze de economische maatregelen in een richting te buigen die voor hun specifieke situatie beter is, maar voor andere lidstaten juist niet.
Het is die structuur die de vruchtbare voedingsbodem is voor wat de heer Juncker het populisme noemt. Een structuur die politiek mogelijk is maar economisch rampzalig.

 

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire