Een andere kijk
op deflatie en
quantitative easing
Vanochtend las ik
weer eens een van de mantras van de voorstanders van Quantitative Easing: door
de dalende prijzen houdt de koper de hand op de knip. Waarom dat nu zo fout is
werd er niet bijgezegd maar dat is uiteraard
de theorie dat de koper dan geneigd is
te wachten tot de prijzen nog verder zullen dalen om zo een fatale neerwaartse
spiraal te veroorzaken die de economie tenslotte doet instorten.
Er werd ook niet aan
toegevoegd dat in theorie door Quantitative Easing, het bijdrukken van extra
honderden miljarden tot maximaal duizend miljard euro de inflatie omhoog wordt
gestuwd, in kopers termen dat de prijzen gaan stijgen en dat ook moeten blijven
doen. Want zodra de prijzen stabiliseren is er opnieuw geen verdere inflatie. En
inflatie wordt dus gezien als een voortdurend noodzakelijk gebeuren dat zodra
het afzakt bestreden moet worden door de Centrale Banken. Dus voortdurende
prijsstijgingen en dus ook voordurende waardevermindering van de munt, de euro.
Wel een beperking van de snelheid van die waardevermindering tot 2% per jaar
heeft men theoretisch berekend als ideaal. Jaar na jaar.
Noch in de VS
noch in het VK is die theorie uitgekomen, in beide is de inflatie ondanks
enorme QE nog altijd beneden de 2%. In Japan kan de QE net zo goed een enorm
debakel worden. Succes is dus zeker niet verzekerd. Bovendien dreigt erdoor het gevaar voor een mondiale
currency war waarbij alle landen mee gaan doen om er niet onder te lijden want
winst voor de ene muntzone gaat ten koste van een andere. Het wordt ook wel de
export van de deflatie genoemd.
Centrale Banken
beginnen al te piepen als die gewenste prijsstijgingen onder die 2% beginnen te
dalen. Er is dan nog lang geen sprake van deflatie maar voorkomen schijnt beter
dan te genezen. Onmiddellijk worden de rentetarieven verlaagd, goedkope
leningen verstrekt en als alles faalt dan gaan de Centrale Banken als laatste
kunstgreep geld bijdrukken. Zo staat het in de boeken hoewel er ook andere
ideeën over bestaan. Maar de consensus is geld bijdrukken, geldverruiming. Er
wordt een soort paniekstemming gekweekt waarin QE onvermijdelijk is geworden.
Ernstige deflatie
is natuurlijk een gevaar voor de fiscale stabiliteit en de schulden van de
staat en banken. Net zoals een te grote inflatie een gevaar is. Maar ontstaat die
deflatie omdat de koper de hand op de knip houdt? Of omdat de knip leeg is? Er
is een wereld van verschil tussen die twee. In het eerste geval is er wel de
koopkracht maar dalen de prijzen om de een of andere reden, in het tweede geval
is er geen koopkracht waardoor de prijzen wel moeten dalen omdat de productie
anders moet worden verminderd en in het ergste geval stopgezet. Failliet.
Er wordt dan ook
gesproken van twee soorten deflatie, aanbod deflatie en vraag (koopkracht)
deflatie.
Prijzen kunnen om
verschillende redenen zakken. Neem bijvoorbeeld in de huidige tijd van
mondialisering de importen uit lage lonen, lage sociale lasten landen. Daar is
de productie uiteraard veel goedkoper. Verplaats de productie naar die landen
en houdt de regie hier en incasseer de marge. Daar kan de binnenlandse
productie niet tegen op en er zijn twee
gevolgen, de prijzen van die producten op de binnenlandse markt dalen en de binnenlandse productie ervan
is niet lonend meer en wordt gestopt.
Een andere
oorzaak kan zijn verbeterde productiemethodes met nieuwe technieken waardoor de
productiekosten verlaagd worden met als neveneffect het overbodig worden van
een deel van het personeel.
Een daaraan
verwante oorzaak is de concurrentie. Om de concurrentiepositie te verbeteren
gaat men knijpen in de kosten. De voor de hand liggende methodes daarvoor zijn
personeel harder laten werken en een deel ervan daardoor te kunnen ontslaan of
loonsverlagingen onder het motto dat anders ontslag onvermijdelijk zal zijn.
In alle drie van
de gevallen van prijsdaling is er dus
als een bijkomend gevolg ontslagen of loonsverlagingen van personeel. In beide
gevallen daarvan ontstaat hierdoor weer een substantiële daling van de
koopkracht. Geen werk alleen een uitkering, minder loon minder koopkracht. Een
ander gevolg is dalende belastinginkomsten voor de staat en hogere uitgaven aan
sociale uitkeringen. Het gevolg daarvan is een groter begrotingstekort voor de
staat dat, omdat de staat zelf niet kan
bezuinigen, gecompenseerd moet worden door verhoging van de belastingen en
heffingen voor burgers en bedrijven waardoor de concurrentiepositie van
bedrijven nog ongunstiger wordt en de koopkracht van de gewone man nog verder
afneemt. Zo ontstaat een andere vicieuze cirkel van minder inkomsten en dus
minder uitgaven en dus daling van de inflatie en de groei.
Te denken dat
duizend miljard euro bijdrukken en aan de banken leveren in ruil voor allerlei
waardepapieren de situatie hierboven geschetst zoals die in de loop van de
afgelopen decennia gegroeid is kan veranderen geeft mij te denken.
QE Symptoombestrijding,
want die dreigende deflatie is een symptoom en niet de kwaal, QE geeft dan misschien een tijdlang een vals
gevoel van probleem opgelost. Maar de
oorzaken blijven bestaan. We gaan niet goedkoper produceren dan de onwikkelingslanden,
hooguit gaan die wat duurder produceren, betere productietechnieken zijn niet
tegen te houden, robots zullen veel werk goedkoper en gehoorzamer uitvoeren dan
mensen, goed ontworpen programma's zullen veel meer administratieve taken gaan
overnemen, internetwinkels zullen veel
andere winkels voorbijstreven.
Tenslotte zullen alle eurozone landen elkaar blijven beconcurreren om een
groter plakje van de totale eurocake te veroveren.
Het enige,
verborgen, misschien macroeconomisch gunstige bijverschijnsel van die QE is de ongemerkte
verarming van de gehele eurozone en daardoor verbetering van de internationale concurrentiepositie door de relatief lagere loonkosten. Nu reeds, door de dreigende taal van Draghi, is de euro 12% in
waarde gedaald ten opzichte van de dollar. Natuurlijk gaat het in de USA veel
beter, dat is een deel van de oorzaak van de daling. De VS profiteren al jarenlang van de
enorme daling van de energieprijzen voor bedrijven en particulieren door de winning van schaliegas waardoor hun
productiekosten sterk afgenomen zijn en de koopkracht van de bevolking behoorlijk
toeneemt. Maar de dollar is ook de wereldmunt waartegen alles wordt
afgemeten. De wereldhandel is dollar handel de wereld reserve currency is de
dollar. Bij het echt doorvoeren van de duizend miljard euro zal die daling nog
verder doorgaan. Er zijn al analisten die een een op een voor euro dollar
verhouding zien gebeuren. In feite zou dat een enorme devaluatie zijn.
Voor de
interne eurozone handel maakt dat niets uit maar daar de eurozone grondstof arm
is en alles moet worden ingevoerd zullen dan ook alle geimporteerde
grondstoffen en ermee verwerkte producten enorm in prijs stijgen. Dat brengt
wel hogere prijzen dus inflatie maar gekoppeld aan verder verminderde
koopkracht. Voor de lidstaten met een positieve internationale handels balans een voordeel, voor de lidstaten met een
negatieve internationale handels balans
een groot nadeel.
De
wisselkoersontwikkeling zal zo een nieuw evenwicht gaan scheppen voor eurozone
dollar waarde. Maar binnen de eurozone zullen de verschillen juist groter
worden.
Maar, op de keper
beschouwd, kan QE onze concurrentiepositie zelfs verder aantasten.
Morgen wat dieper graven.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire