mardi 6 janvier 2015


2015 is begonnen, en hoe!

De nieuwjaarsmist is wat opgetrokken en de eurozone en EU gaan op de oude weg door, hartnekkig volhardend in wat al vijftien jaar niet lukt. De heer Draghi heeft ons weer voorgehouden dat de Europese Unie een politieke unie is waaraan helaas het fiscale deel ontbreekt. Of misschien bedoelde hij alleen de eurozone want dat is het deel van de Europese Unie met een gezamenlijke munt. Ik zeg met opzet niet eigen munt want die munt is, gezien wat er allemaal mee gebeurt, van geen enkele lidstaat, alleen maar van de ECB. Want die doet er van alles mee.

Er zijn politieke unies en politieke unies. De Verenigde Staten is er een voorbeeld van. Het heet niet de Unie van Noord Amerikaanse staten, maar gewoon Verenigde Staten. Anders dan Europese Unie. Want vergeleken met de VS is de EU maar een vreemd gedrocht. Allereerst heeft de EU geen grondwet (door de Fransen en Nederlanders verijdeld) maar een verdrag van Lissabon. In dat verdrag staat wat de EU zelf voor zijn rekening neemt, wat de lidstaten zelf voor hun rekening nemen en wat gezamenlijk gebeurt maar dan bijvoorkeur door de lidstaten (dat subsidiariteitsbeginsel). Een en twee kunnen er mee door, maar bij drie hangt een dikke mist. Bovendien moet alles op elkaar worden afgestemd, convergentie. In de uitleg en het ontwijken van de bepalingen van dat verdrag is de EU een meester geholpen door een uitgebreid in Brusssel zetelende uiterst deskundige administratie. Uit dat Brussel daalt op de lidstaten een voortdurende jetstroom van directieven en aanwijzingen neer. Het kleinste probleem is al zo'n directieve waard.

Nu moet er in die politieke unie ook een overheid zijn, wetgevend, uitvoerend en rechterlijk. Daar begint het wat wazig te worden voor de ogen.


Het EP is het enige direct gekozen orgaan, de rest is op de een of andere manier benoemd. Het EP heeft geen wetindienende macht (initiatief). Geen echt democratisch geheel, op zijn best technocratisch op zijn slechtst defensief voor eigen belang.

De eurozone is eigenlijk het keurkorps van de Europese Unie samengesteld uit lidstaten die aan bepaalde fiscale eisen voldoen, de beruchte 3 en 60%. Zij worden beheerd volgens een onderling (niet EU) verdrag, het Stabiliteits en Groei Verdrag. Een groep van financiële lidstaatministers heeft de informele leiding.

 

Financiëel is er een splitsing in bevoegdheden. De lidstaten hebben elk hun eigen fiscale beheer (voor de eurogroep enigszins beperkt door Brusselse controle) maar het monetaire beheer uitsluitend voor de eurozone ligt bij de Europese Centrale Bank. Die splitsing maakt het totale financiële beheer van de EU gecompliceerd en ongecoordineerd.

 

De huidige EU is een tussenvorm tussen nu  en het gewenste eindstation. Dat eindstation is alle Europese Unie lidstaten lid van de eurozone, de EMU, te laten worden. Dat lidmaatschap eist voldoening aan te toelatingsciteria en is verplicht. (Denemarken en het VK hebben uitsluiting van deze verplichting).

Ironisch genoeg presteren juist de niet eurozone lidstaten economisch beter dan de elite eurozone staten. Dat op zich zou al voldoende reden zijn om het eurozone project als mislukt te classificeren.

 

2014 is geëindigd en 2015 begonnen met de zoveelste crisis in de doorlopende crisis geschiedenis van de euro. De eerste crisis begon in 2003 veroorzaakt door Duitsland en Frankrijk en werd in 2010 acuut door Griekenlands dubbele boekhouding, een intern en een voor de eurozone. Die crisis werd de doodsteek voor de financiële bepalingen in het verdrag van Lissabon. Het principe van de eigen verantwoordelijkheid voor de financiële stabiliteit vastgelegd in dat verdrag werd vervangen door het ESM dat gedeelde verantwoordelijkheid invoerde. Directe financiële steun van de eurozone aan zwakke broeders werd mogelijk, zelfs aan zwakke banken. Dus aan Griekenland.

Dat veranderde het karakter van de eurozone totaal. Zoals zoveel in de eurozone bleek  de uitwerking echter voor Griekenland het tegenovergestelde van de opzet. De opzet was kortlopende leningen om een liquiditeitscrisis (contant geldtekort) op te lossen. De uitwerking bleek langlopende leningen (dertig tot wellicht 50 jaar looptijd)  en  door de omvang van die leningen onbetaalbare rente. Deze twee veroorzaakten een zodanige verhoging van de staatsschuld van Griekenland dat deze nu minimaal 175% van het totale Bruto Binnenlands Product bedraagt. Griekenland verkeert dus technisch in een toestand van insolvabiliteit of faillissement.

Het is dus voor Griekenland, ook naar hun eigen inzicht, onmogelijk uit deze toestand van insolventie te geraken zonder kwijtschelding van een groot deel van die schuld.  Daar moeten we bij in overweging nemen dat zo'n kwijtschelding reeds in 2012 met de private schuldeisers heeft plaatsgehad. Toen werd al 50% van de Griekse schuld werd kwijtgescholden. Een tweede haircut, zoals deze kwijtschelding werd genoemd, zou dit keer de lidstaten van de EU raken. De grote meerderheid van die 175% is namelijk nu in EU overheidshanden. En nu komt het waar het om gaat. Die leningen aan Griekenland waren gefinancierd met leningen op de kapitaalmarkt onder eurozone garantie van het ESM en voorgangers ervan. Kwijtschelding zou dus inhouden dat de Griekse schulden nu ineens niet-Griekse maar schulden van de andere  Eurozone lidstaten zouden worden. Garantie omgezet in schuld. Dat is iets wat de eurozone in deze crisistijd er niet bij kan hebben. Maar hoe je het ook wendt of keert, of Griekenland nu in de eurozone blijft of niet, die schulden zijn voor Griekenland onhoudbaar. Daar zal toch een andere oplossing voor moeten komen dan dat op de 50 jaar looptijd baan schuiven. Kleine kantekening: dit is het directe gevolg van het opzijschuiven van de niet directe hulp aan lidstaten bepaling in het verdrag van Lissabon. Als dat niet was gebeurd had er in 2012 een definitieve oplossing moeten komen.

 

Naast die Griekenland crisis is er de nog fundamentelere: de rol van de ECB in de val van de euro op de wisselkoersmarkten. Het is overduidelijk dat alleen al eerst de mogelijkheid en nu de aankondiging van quantitative easing door de heer Draghi de euro in waarde sterk heeft doen dalen.  Nu bestaat zelfs de vrees dat de euro tot onbeheersbaar toe zou kunnen dalen. De vraag is allereerst of QE wel een oplossing biedt. De VS en het VK hebben ondanks enorme QE nog steeds een te lage inflatie en het doel van de QE is juist deze tot 2% te doen stijgen.  In Japan bestaat zelfs de kans dat de doldrifte QE door de Japanse CB in samenhang met de fiscale maatregelen van de Japanse overheid tot economische chaos zal leiden. Zo'n QE leidt al volgens sommige analisten tot de beruchte currency war. Is dat het risico waard van een door die QE veroorzaakte zo grote waardedaling van de euro? Want die waardedaling daardoor  is een vaststaand feit. Ook is een vaststaand feit dat er nooit 1000 miljard vers gedrukte euros door het eurozone bedrijfsleven zouden kunnen worden opgenomen. Dat geld verdwijnt dus naar elders. Want de banken kunnen het niet bij de ECB parkeren. Dat zou hun strafrente boete kosten in plaats van de renteinkomsten  die ze nu van die staatsobligaties krijgen. Wanneer zal het nu eens wat normaler gaan in de eurozone. We snakken ernaar.

 

 

 

 

 

 

 

 

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire