mercredi 22 juillet 2015


Van Plichten en Rechten
 

of is het tenslotte alleen maar een storm in een glas water

 

In de eurozone heeft de bevolking van elke lidstaat via belastinginning en heffingen de plicht er zorg voor te dragen dat het land voldoet aan de door de eurozone gestelde eisen wat betreft de financiële stabiliteit,  het primair overschot, de staatsschuld.

Helaas lukt dat niet en worden de eisen niet gehaald hetgeen leidt tot lasten verzwaringen voor die bevolking om alsnog in vele jaren tijd wel aan die eisen te kunnen voldoen, althans dat is het streven.

Maar welke plichten heeft de lidstaat daarbij ten opzichte van zijn bevolking?

Wat gaat voor?

Dat is een vraag die opgeroepen wordt door de extra zware voorwaarden die Europa Griekenland oplegt om in aanmerking te komen voor een derde bailout.


Het is duidelijk dat de Griekse bevolking onder de eerste twee bailouts heel veel heeft moeten inleveren.

Naast lastenverzwaringen een "interne devaluatie" bestaande uit loonsverlagingen om de productiekosten te verminderen en de concurrentiepositie te verbeteren.

Dat leidde tot een werkloosheids percentage van meer dan 25% en de mede daardoor veroorzaakte armoede voor ongeveer 30% van de bevolking.

Dat is in tegenstelling met de verwachtingen die de crediteuren hadden.

Na een korte krimp hadden zij een snelle ontwikkeling van de Griekse economie verwacht. Niet alleen bleef die uit maar de krimp zette juist door. Later gaf het IMF dan ook toe dat zij de gevolgen van de "austerity" politiek hadden onderschat.


Vergeleken met het werkloosheids percentage over de gehele eurozone van 11,1 % is de werkloosheid in Griekenland meer dat twee keer zo hoog. Volgens Eurostat was de "severe deprivation",  ernstige armoede,  indicator over de gehele  eurozone  in 2013 7,5%, in Griekenland 20,3%  in 2014 oplopend tot 21,7%  terwijl in de overige juist vooral een vermindering of stabilisatie plaats vond.

 Aan het einde van 2014 bereikte Griekenland dank zij de bailout een primair begrotingsoverschot. Dat wil zeggen dat er een positieve fiscale ontwikkeling was en dat de Griekse overheid minder uitgaf dan er binnenkwam.

Het zegt echter niets over de economie. Het BBP was intussen met 25% geslonken en de staatsschuld opgelopen tot eind 2014 175%, nu reeds een stuk hoger. Dat primair overschot; toegejuichd als een succes zei dus  alleen iets over de overheidsbestedingen.

Een verbetering dus van de fiscale positie maar een verslechtering van de welvaart van de bevolking vergeleken met de andere euro lidstaten.

Men kan natuurlijk stellen dat de oorzaak lag in het niet uitvoeren door de Griekse regering van een aantal structurele hervormingen. Daardoor zou misschien geen verbetering zijn opgetreden maar zeker geen verslechtering, zij werden inmmers niet uitgevoerd en dus veranderde de situatie daardoor niet.

Het logische gevolg is nu de noodzaak van een derde bailout omdat Griekenland nog geen toegang tot de kapitaalmarkt krijgt. Wat wellicht minder logisch is dat deze derde balout gepaard gaat met nog zwaardere lasten voor de bevolking dan de eerste twee.

Want zoals gezegd, de bevolking is al zwaar getroffen door de lastenverzwaringen van de eerste twee bailouts. Is dat nog tegenover deze bevolking te verantwoorden.

En zal die serie bailouts na deze derde werkelijk ophouden, d.w.z. niet nodig zijn. Want als de eerste twee niet hebben voldaan waarom dan de derde wel.
 

Zoals ik in een vorig blog heb gezegd is de fiscale politiek van de eurozone erop gericht via hervormingen en innovatie de economieën op één lijn te krijgen, die in het Stabiliteits en Groei Pact met de aanvullingen erop zijn vastgelegd.

Tot nu toe, zoals blijkt uit de tabellen die ik in de loop van de tijd in mijn blogs heb getoond, is die situatie door vrijwel geen enkele lidstaat bereikt. Griekenland ligt daarbij op de laatste plaats.

Men kan natuurlijk stellen dat de oorzaak daarvan onwil is om de noodzakelijke hervormingen, vooral die van de arbeidsmarkt, uit te voeren.

Maar te veronderstellen dat Griekenland door hervormingen dezelfde economische kracht als Duitsland zou kunnen verwerven is pure fantasie.

Daarom is ook te veronderstellen dat Griekenland door austerity en hervormingen dezelfde economische kracht als Duitsland zou kunnen bereiken eveneens pure fantasie. Want zelfs Duitsland heeft een hoger staatsschuld percentage dan door de verdragen wordt toegestaan.
 

De eurozone heeft wel één munt maar is geen optimal currency zone, bij lange na niet.

Daarom zal het in de eurozone altijd dweilen met de kraan open blijven. Monetaire maatregelen, zoals geldverruiming, zijn voor sterke landen gunstiger dan voor zwakke landen. Een lagere wisselkoers van de euro bevoordeelt die landen die al een sterke exportpositie hebben omdat zij tegen lagere prijzen kunnen leveren. Sterke landen worden sterker en daardoor zwakke landen zwakker. Fiscale politiek is beperkt omdat devaluaties onmogelijk zijn geworden. Dus zijn lastenverzwaringen en hervormingen de enige weg. Een weg die de welvaart van de bevolking aantast.

Bailouts verhogen de schulden bovenmate. Kijk naar Griekenland, Portugal en Ierland. Want de bailouts dienen grotendeels alleen voor het aflossen van oude schulden omdat er niet op de kapitaalmarkt kan worden geleend tegen redelijke rente. Daardoor wordt niet de economie bevorderd. Door de bevolking gedwongen zware lasten op te leggen wordt de concurrentiepositie verbeterd maar de welvaart van de bevolking aangetast.
 

Er moet een keus worden gemaakt.

Een muntunie die geen optimum currency zone is, met zo sterk uiteenlopende economieën, kan alleen blijven bestaan als er blijvende geldstromen gaan van de sterke landen naar de zwakke.

Bij deze keuze is het echter essentiëel dat hij niet leidt tot het ontlopen  van hervormingen. Want geld laten stromen naar andere landen om daar hogere lonen, uitkeringen en pensioenen, arbeidsvoorwaarden e.d. dan in de donorlanden mogelijk te maken is unacceptabel. Er moet dus een overkoepelend gezag zijn dat toezicht houdt. Die weg leidt onvermijdelijk naar een politieke unie met centraal gezag.


Als men dat niet wil kan men door parallelle per land verschillende munten in te voeren naast de euro met verschillende wisselkoersen ten opzichte van die euro de mogelijkheid scheppen tot devaluatie en op de economische verschillen afstellen van die parallel munt. Dan behoudt men de illusie van een echte muntunie met de regelende kracht van de wisselkoers

Als men dat ook niet wil moet men de muntunie ordelijk opheffen, via parallelle munten als overgangsfase

Als men weigert een keus te maken is de enige weg die van het doormodderen met bailouts die geen permanente oplossing vormen en de schulden groter maken tot de onwil om nog verder bij te dragen de zaak vast laat lopen en imploderen.

Dat lijkt mij de enig mogelijke weg want geen land is bereid zijn  politieke zelfstandigheid op te geven en op te gaan in een politieke unie.

En alleen een financiëel parlement zoals wel voorgesteld heeft te weinig bevoegdheden om landen tot hervorming en aanpassing te dwingen.

Het is alles of niets.

 
Of overdrijf ik schromelijk omdat het toch alleen maar om Griekenland gaat. De andere landen hebben toch geen geld van ons nodig. Maar waarom maakt iedereen er dan zo'n heisa over.  Want het gaat verder prima met de eurozone lees ik. Met de oude bailout landen gaat het weer goed. Ierland barst weer van de multinationals, Spanje groeit als kool en van Portugal horen we niets. En om dan voor  Griekenland alleen een fiscale unie, politieke unie  op te richten is toch wat overdreven.

 

Of zie ik het weer helemaal verkeerd.

 

 

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire