dimanche 26 juillet 2015


 

Deel twee van de weekend overwegingen.
de Euro Waan of Waarde

 

begint het geloof in de euro te wankelen of is het al gekelderd?

 
In Die Welt lees ik een artikel over de toekomst van de euro. In mijn laatste twee blogs heb ik daar ook over nagedacht maar deels in wat badinerende toonzetting weergegeven.

Maar die Welt gaat er naar Duitse gewoonte grondig op in. Geen relativerende benadering.

Het thema is waarom de Amerikaanse economen van het begin af aan rekening hebben gehouden met de ondergang van de euro. De Griekenland crisis heeft hen in die mening gesterkt.

Waarom dan toch die euro. Was het omdat hij Duitsland in toom moest gehouden? We kennen dat verhaal natuurlijk allemaal. In ruil voor de vereniging van Oost en West Duitsland eiste Frankrijk de euro om zo Duitsland te binden.

Die Welt vermeldt hoe  Martin Feldstein (hoogleraar aan de Harvard Universiteit en Nobelprijswinnaar)   in 1997 zijn visie erop uiteenzet. 

Ik ga wat dieper in op wat Feldstein daarover zei onder de omineuze titel "EMU and International Conflict"

Volgens Feldstein zou de euro zal het politieke karakter van Europa zodanig veranderen dat hij tot conflicten in Europa en confrontatie met de VS zou kunnen leiden.

Een fundamenteel aspect van de gezamenlijke euro zou volgens de scheppers ervan een politieke unie zijn, een federale Europese staat met de verantwoordelijkheid voor buitenlands en veiligheidsbeleid en voor wat nu nog binnenlandse en sociale politiek is.

De werkelijke rationale voor de EMU was dus politiek want de nadelige economische effecten van de euro zoals werkloosheid en inflatie overschaduwen de winst van het vergemakkelijken van handel en kapitaal tussen EMU leden.

Het verdrag van Maastricht  in 1992 roept expliciet op tot de ontwikkeling naar een toekomstige politieke unie. Maar ook zonder die specifieke verwoording ervan is de aanvaarding van een gezamenlijke munt een niet terug te draaien stap naar dat doel. Er is geen land van betekenis zonder eigen munt, zowel een symbool van eigen zeggenschap en de sleutel tot het voeren van een eigen monetaire en begrotings politiek.

Monnet en zijn tijdgenoten net na de Tweede Wereldoorlog zagen een politieke Europese unie als een manier om het risico van oorlog tussen de naties te voorkomen. Maar een monetaire en later politieke unie te stichten heeft meer waarschijnlijk het tegenovergestelde effect en kan leiden tot toenemende conflicten in Europa en met de VS.

Waarom?

In het begin zou er grote onenigheid zijn over de doelen en methodieken van de monetaire politiek. Dat zou verergeren zodra de economische cyclus in een bepaald land of groep landen werkloosheid zou veroorzaken. Deze economische onenigheid zou bijdragen aan een algemener wantrouwen tussen de Europese naties.

Naarmate de politieke unie zich verder ontwikkelde zouden er nieuwe conflicten komen over het verdelen van de macht en belangrijke onenigheid over binnenlandse en internationale politiek.  Met niet leden van de groep, de staten in Oost Europa en de Sovjet unie. Er zouden ook conflicten ontstaan over buitenlandse politiek en internationale handel ook met de VS.

Interne onenigheid zouden een concensus over buitenlandse politiek verzwakken en de dominerende landen van de EU zouden de buitenlandse en defensie politiek bepalen.

Hoewel 50 jaar vrede sinds het einde van WW2 een goed voorteken kan zijn moeten we wel in gedachten houden dat er meer dan 50 jaar lag tussen het Congres van Wenen en de Frans Pruisische oorlog. De Amerikaanse burgeroorlog toont ook aan dat een politieke unie geen waarborg is.

De ECB bewaakt de prijsstabiliteit door de monetaire politiek die uitsluitend bij de ECB berust, drukt geld, bepaalt de rentevoet.

Als een land de export zag dalen of de vraag om andere redenen verzwakken zodat werkeloosheid steeg zou de onenigheid sterker worden. Door die ene munt zou geen automatische aanpassing van de wisselkoers en daling van de rente dat compenseren en was er geen eigen monetaire ingreep zoals rente daling of wisselkoersaanpassing mogelijk.

In plaats daarvan zouden de regeringen belastingverlagingen en vergroting van overheidsuitgaven moeten toepassen. Maar de 3% grens beperkte deze mogelijkheden. Dit kan tot conflicten tussen de landen leiden.

De EU zou grote geldtransfers naar getroffen landen moeten zenden hetgeen tot hogere belastingen door de EU zou leiden. Dat zou tot conflicten leiden. De EC streeft naar harmonisering van belastingen  om concurrentievervalsing te voorkomen.  De ene munt zou dat nog versterken.

Bovendien is er geen enkele regeling getroffen over het uittreden uit de eurozone.

Volgens hem zou de eurozone de eerste crisis niet overleven.

Die prognose was te pessimistisch.
 
Zover Feldstein.

Zelfs een eurofiel als Paul Krugman heeft gewaarschuwd voor het nauwe kader waarin de eurolidstaten werden gedrongen. Hij voelt nu hoe zeer hij gelijk had.
 
Feldstein heeft profetische woorden gesproken. Veel van wat hij voorspelde is uitgekomen of doemt dreigend op aan de horizon. Veel punten dus waarover nu in 2015 de discussie weer is losgebarsten nadat de eurozone al vele crises heeft doorstaan. Wat dat betreft heeft Martin Feldstein ongelijk gehad. Maar doorstaan, niet overwonnen maar opgelapt.

Het is duidelijk dat de eurozone in de verkeerde volgorde is opgestart. In plaats van een politieke unie op te zetten met met een wettenpakket die het speelveld dicteerde om zo tot een muntunie te komen is de omgekeerde weg gekozen.

Een gemeenschappelijke munt zonder gemeenschappelijk wettelijk kader waardoor langzaam maar zeker een politieke unie zou ontstaan uit economische noodzaak. Zo zagen de EU vaders het.

Logisch omdat de stichting van een politieke unie in die tijd het einde van de onderhandelingen had betekend. Net als nu in 2015.

De 3% en 60% zou in een optimal currency area geen probleem hebben opgeleverd. Landen die economisch gelijkwaardig zijn zouden gelijke gebalanceerde budgets hebben en onderlinge handelsbalansen in evenwicht.

Door begrotingsverschillen tussen 0 en 3% zouden  schulden die daardoor flexibel varieerden goed op te vangen zijn.

Maar in een munt unie waar de economische verschillen groot zijn, zoals in de eurozone, zouden, zoals inderdaad het geval is, de begrotingstekorten in zwak presterende lidstaten hoger moeten zijn om de andere bij te kunnen houden, kort gezegd verschillen in verdien capaciteit worden opgevangen door schuldvergroting. Zwakke economieën worden daardoor steeds zwakker terwijl sterkere economieën relatief sterker worden en er onderling zwaar negatieve en positieve handelsbalansen ontstaan.

De visie dat door de gezamenlijke munt de zwakke lidstaten zich zouden optrekken aan de sterke was wel idealistisch maar niet realistisch.

De ECB heeft het alleenrecht op monetair gebied maar moet zich onthouden van politiek en moet met zijn maatregelen de gehele eurozone bedienen. Hij kan dus geen maatregelen nemen om speciaal zwakke landen te steunen maar moet ook beseffen dat zijn monetair beleid op rentegebied en geldverruiming niet voor alle lidstaten gunstig zal zijn en of de sterkere of de zwakkere zal steunen.

In moeilijke tijden ontstaat daardoor een onmogelijke positie zoals Feldstein voorzag.

Normaal gesproken zouden bij eigen munt verschillen worden opgevangen door de wisselkoersen die een remmend effect zouden hebben op het uitgavenpatroon van de zwakke landen waardoor de handelsbalansen in evenwicht zouden worden gedwongen en wanneer dat niet lukt het aloude in zuidelijke landen geliefde patroon van devaluatie, schuldaanpassing, hervorming (of in ieder geval het voornemen daartoe) zou worden gevolgd waardoor althans voor een aantal jaren een nieuw evenwicht werd bereikt.

Maar die ene munt unie hebben wisselkoersen opgeheven, devaluatie onmogelijk gemaakt en daardoor die financiële weg tot nieuwe aanpassing uitgesloten.

Dus zijn er maar twee oplossingen.

De ene is aanpassingen van belastingen en lonen en verlaging overheidsuitgaven om de overheidsfinancien binnen de 3% en 60% te houden.

Dat zijn alle drie paardenmidddelen die direct de welvaart van de bevolking bedreigen. De koopkracht van de bevolking wordt aangetast en de vermindering van de overheidsuitgaven gaat ten koste van sociale uitkeringen en investeringen.

De terugslag is het teruglopen van de economie, het Bruto Binnenlands Product wat leidt tot een vicieuze cirkel naar de ondergang.

De andere weg is dat er een geldstroom van de sterke naar de zwakke lidstaten op gang komt zodat op die subsidiërende manier een nieuw evenwicht wordt bereikt.

Dat kan echter alleen als dat sociaal acceptabel is voor de gevende lidstaten en als er een gemeenschappelijke belasting- en sociale wetgeving is zodat er toezicht is op de omvang en besteding van die geldstromen. 

Dat geeft aan waarom deze geldstromen wel kunnen in de VS en tussen Vlaanderen en Wallonië, want in de gehele VS is eenvormige federale wetgeving evenals in België.

Binnen de eurozone zijn echter niet alleen de talen verschillend, hetgeen de communicatie bemoeilijkt maar lopen eveneens de wetgevingen op belasting, sociaal, en arbeidsrecht gebied wijd uit elkaar.

Snel gezegd een transfer unie of fiscale unie zonder politieke unie is onwerkbaar.

Martin Geldstein, hoogleraar aan de Harvard universiteit had het allemaal in 1997 al voorzien. In 2011 herhaalde hij het nog eens met te zeggen dat het beter was geweest als de euro nooit was ingevoerd. Volgens hem moest de euro als een mislukt experiment worden gezien.

Zelfs de politieke wrijving tussen de lidstaten door de muntunie heeft hij voorzien.

We moeten uit zijn woorden opmaken dat de eurozone muntunie tot ondergang is gedoemd tenzij

-er een sociaal breed draagvlak is in alle lidstaten voor geregelde geldstromen van sterke naar zwakke lidstaten

- alle lidstaten bereid zijn hun soevereiniteit op het gebied van belasting, sociaal en arbeidsrecht (en meer gebieden indien nodig) af te staan aan Brussel of aan een nieuw op te richten federale unie van eurolanden.

Beide zouden een openbreken van het verdrag van Lissabon betekenen hetgeen gelijk staat met het blootshoofd in een wespennest terecht komen of zoals een EU functionaris ooit zei, het openen van de doos van Pandora.

Feldstein staat  niet alleen met met zijn fundamentele kritiek.

Zelfs Euro voorstander en ook Nobelprijswinnaar Paul Krugman heeft zich tegen het nauwe raamwerk voor de eurolanden gekeerd waardoor deze geen enkele   speelruimte hadden.

Voor de Amerikaanse economen komt de huidige euro crisis dus niet als een verrassing.

Een andere Nobelprijswinnaar, Robert Mundell heeft in zijn boeken geschreven dat een economische unie bij grote onderlinge verschillen pas kan werken als arbeids en kapitaal mobiliteit groot zijn. Als dus arbeiders daarheen kunnen gaan waar werk is.

Maar, zoals gezegd, de taalverschillen en levensverschillen binnen de eurozone en het bestaande raamwerk verhinderen dat.

Niet alleen Amerikaanse economen keren zich tegen de euro. Nu komt ook in Duitsland en zelfs Nederland fundamentele kritiek los.

Voor de Nederlandse cameras, altijd zo pro euro geweest verschenen hoofdfiguren uit de begintijd van de euro met hun argumenten van toen dat de euro een enorme fout was en dat de toelatingseisen ondeugdelijk waren. Men vraagt zich af waarom dan toen toegestemd.

Daarvoor verklaarde een oud president van de Nederlandse Bank dat na deze Griekse schuldenkwestie landen voortaan op eigen benen moeten staan en er niet van uit kunnen gaat dat ze wel gered worden.

Typisch want als men zich gehouden had aan het verdrag van Lissabon waarin directe steun aan lidstaten verboden werd dan hadden we nu niet de zoveelste Griekenland crisis gehad.

Een kenmerkend falen van het eurozone denken. Griekenland moet nu een primair begrotingsoverschot opleveren van 1% en over twee jaar van 3,5% en dat vele decennia volhouden. Het IMF vindt dat iets teveel.
Maar tijdens de vorige bailouts is Griekenlands economie  juist enorm gekelderd. De IOBE waarschuwt dan ook dat het met de economie niet snel beter zal gaan.

Misschien beginnen onze mainstream media langzamerhand hun diepe geloof in de euro te verliezen. En twijfel aan een geloof is ketterij.

Maar gezien de nog steeds aanzwellende schuldenberg van de eurolanden, die weer extra is toegenomen door de lage rente en voorts de nieuwe fiscale plannen van de vijf presidenten voor fiscale integratie, lees geldstromen, ijlt de eurozone in de twee betekenissen van dat werkwoord voort.

Want geldtransfers zijn geen oplossing voor structurele onmacht. En bailouts zijn doorschuivingen van de schuldenberg naar ons nageslacht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire