mardi 5 janvier 2016


Polen, testcase voor wet en rechtvaardigheid.





Ik besteed te veel tijd aan Polen, zal men denken. Ik ben het daar niet mee eens want voor mij is Polen een testcase voor de democratie in de Europese Unie. Is democratie de wil van het volk of de wil van de EU. Moeten nationale regels wijken voor de  EU regels. Moet de wil van een bevolking wijken voor de wil van de EU Commissie.  Is democratie in een land dus beperkt tot wat de Europese Unie als democratie gedefinieëerd heeft. Ik probeer de feiten, voor zover mij bekend, op een rijtje te zetten. Voor zover mij bekend want wat er zich in achterkamertjes afspeelt blijkt pas veel, veel later.



De EU is niet verheugd over de nieuwe Poolse regering. De vorige pro Europese Unie regering is gevallen hetgeen voornamelijk te wijten was aan de onvrede in het oostelijk deel van Polen over de aanzienlijke armoede daar en achterstelling bij het westelijk deel, zo maak ik op uit de berichten erover.
De EU sceptische partij Wet en Gerechtigheid heeft de verkiezingen met een zo grote meerderheid gewonnen dat zij de absolute meerderheid in de Poolse tweede kamer en eerste kamer heeft verworven.
In democratische zin niets op aan te merken.

 Maar deze ommezwaai is in Brussel niet met vreugde ontvangen. Het is erger dan de uitslag van de verkiezingen in Spanje waar de pro Europese partij ook al de macht was kwijtgeraakt en een pro EU coalitie vrijwel uitgesloten lijkt.

Het is ook erger dan het tegenstribbelen van Tsipras in Griekenland want daar geeft het eurozone financiële wapen toch de doorslag.
Dat in een flink aantal EU landen het nationalisme de kop opsteekt is eveneens een gevaar maar zolang de pro EU partijen daar aan de macht blijven is dat geen reden tot zorg en Brussel gelooft niet echt in een uittreden van het Verenigd Koninkrijk.
 Maar Polen is een van de belangrijkste oost europese lidstaten. Bij die lidstaten ziet men al in de migranten crisis een blok ontstaan dat zich niet wil richten naar een verdeling van migranten over de lidstaten en dat zelf de keus zou willen maken over wie op te nemen en daarbij ook de wens van de migrant wenst te betrekken. Deze landen willen zich duidelijk niet neerleggen bij een suprematie van de EU kernlanden en vinden de rol van Duitsland te overheersend.

Dit alles zal ongetwijfeld voor de EU, zo denk ik logischerwijze, ertoe leiden  de eerste ontwikkelingen in Polen argwanend te volgen en waarschuwings signalen af te geven om de grenzen van Poolse eigenmachtigheid en de EU macht te bepalen.

De eerste wetten die de nieuwe Poolse regering heeft voorgelegd aan het parlement en die door beide kamers zijn aangenomen waren daar uitermate voor geschikt.

Als eerste heeft de nieuwe regering de werkwijze van het 15 koppige Constitutionele Hof gewijzigd. Bij de toetsing van nieuwe wetten aan de constitutie worden in plaats van negen rechters er dertien bij betrokken en het oordeel is niet langer een meerderheids besluit maar een twee derde meerderheids besluit.
Inderdaad een zwaardere eis dus maar geen beperking van de macht. De uitspraak is even bindend als voorheen alleen de procedures zijn gewijzigd.
Als we de jongste voorgeschiedenis bezien van dat gerechtshof dan wordt het een en ander duidelijker.

De termijn van vijf van de rechters van het Constitutionele Hof was juist afgelopen tijdens de verkiezings strijd. De oude regering, Civic Platform, nam haastig net voor de verkiezingen een wet aan dat dat het oude parlement de nieuwe rechters nog zou benoemen dus ook  na de verkiezingen, toen de machtswisseling al bekend was.

Nu kan men natuurlijk stellen dat rechters boven de partijen moeten staan maar dat  gelooft natuurlijk niemand. Het is duidelijk dat de snel door het weggestemde parlement benoemde rechters niet aanhangers van de Wet en Gerechtigheid partij waren en dat het Hof dus een duidelijke politieke voorkeur zou hebben.

In de USA speelt die politieke keuze van de rechters ook een rol en heeft dat in het verleden ook gedaan.

Uit de reactie van de EU Commissie op deze procedure wijziging zou men ook kunnen opmaken dat volgens de EU een Constitutioneel Hof dat de wetten aan de grondwet toetst een noodzaak is. Maar Nederland, ons eigen land,  heeft er geen. De situatie in Nederland is dus veel schrijnerder dan in Polen. Maar daar hoor ik niets over. Het is ook geen afschaffing van het Poolse Hof of beperking van de macht ervan, zoals wordt gesuggereerd, maar een verandering van procedures.

De tweede wet die tot felle kritiek leidde is de media wet, althans dat gedeelte dat gaat over de benoeming van de leidinggevenden bij de publieke tv.
Ik heb nog geen ontkenning gezien van de constatering dat onder de vroegere regering de publieke omroep de spreekbuis was van die regering en dat het benoemingsbeleid dat in stand hield. In tegendeel, dat wordt toegegeven.
Begrijpelijk dat een nieuwe, andersdenkende, regering daar maatregelen tegen neemt. Het is eerlijk daarbij openlijk te verklaren dat het een staatsomroep wordt.


Bij dit soort dingen probeer ik altijd de tegengestelde benadering. Dat wil zeggen,ik keer de zaken om.

Stel dus dat Polen een EU sceptische regering had, dat de leden van het Constitutioneel Hof benoemd waren door die regering en dat die regering werd weggestemd door een pro EU parlement en regering  maar daarna nog snel nieuwe leden van dat Constitutionele Hof hadden benoemd die dus EU sceptisch waren.
Hoe zou de EU dan gereageerd hebben. Niet moeilijk te bedenken.

Hetzelfde met de publieke omroepen. Stel dat die vol EU sceptische leidinggevenden zat en dat een pro EU regering aan de macht kwam en die EU sceptische leidinggevenden wilde vervangen door pro EU mensen.
Hoe zou de EU gereageerd hebben. Niet moeilijk te bedenken.

En, de publieke omroepen in Polen maken slechts 34% uit van alle zendgemachtigden. Zie de grafiek hieronder. En die andere 66% kunnen uitzenden wat zij willen.

 TVP = staatsomroep,  alle andere private omroep


En, als het gaat om de vrijheid van meningsuiting. Hoeveel Poolse journalisten zitten in de gevangenis wegens hun regerings onvriendelijke uitspraken?
Vergelijk dat eens met andere landen waarmee de EU onderhandelingen voert over lidmaatschap van de EU, waar honderden journalisten om die reden achter de tralies zitten, zonder proces. Liever journalist in Polen dan daar.

Wat ook weer zo boven komt drijven is de verhouding Polen Duitsland. Polen dat Duitsland verwijt tegen te houden dat er NAVO troepen in Polen een schild tegen Rusland komen vormen. Want Polen is doodsbenauwd voor Rusland. En het een Duitser die de zaak aanzwengelt, de Duitse EU media Commissaris, Günther Oettinger. En in het oosten leeft al de angst dat het Duitsland is dat achter de schermen Brussel aanstuurt. Terecht of niet maakt niet uit. Het is zo.


O tempora o mores.

















A protester waves flags of Poland and the EU at the Polish Constitutional Court following a sentence regarding the appointment of judges, December 3 | JANEK SKARZYNSKI/AFP/Getty

A protester waves flags of Poland and the EU at the Polish Constitutional Court following a sentence regarding the appointment of judges, December 3 | JANEK SKARZYNSKI/AFP/Getty

Poland’s ‘overnight court’ breaks all the rules

Law and Justice party attempt political takeover of Constitutional Court.



Poland’s constitutional order is under a full-scale assault by the country’s newly elected right-wing government. Just two weeks after a general election, the ruling Law and Justice party abandoned its friendly, moderate campaign image to enter into battle with the Constitutional Court. Its actions in its first two weeks in power heighten the worries that Poland may follow the “illiberal democracy” path set by Hungary under its populist Prime Minister Viktor Orbán.

Let us first establish the facts. As in most European countries, the Polish Constitutional Court is a powerful institution. It has sole authority to declare laws unconstitutional. With both the country’s president(elected last May) and the parliament now in the hands of Law and Justice, the court remains the last obstacle on the path of the right-wing majority to pass any laws they wish.

What Law and Justice did next goes beyond anything that Poland has seen after 1989. In late November, the new parliament passed a resolution invalidating the election of all five judges, without waiting for the court’s decision.

The fact that this action was grotesquely illegal is obvious to any first-year law student in Poland. The parliament simply does not have the power to dismiss elected judges or to pre-empt the Constitutional Court in declaring laws unconstitutional. But that, apparently, did not matter.

The majority proceeded to speed-select new judges replacing the “invalidated” ones. MPs were not allowed to ask the hastily gathered candidates a single question; the legal community’s nearly unanimous cries of protest were ignored. The replacement judges were chosen the night before the court’s verdict on the validity of the election of the original five.

* * *

And then came the most disappointing part of the story. Poland’s President Andrzej Duda is a Law and Justice ally — but he is also a lawyer with a PhD from Poland’s famous Jagiellonian University. He knows that, in the Polish constitutional order, he serves a largely ceremonial role, which includes formally receiving judicial oaths. While the ceremony is a prerequisite for assuming the duties of an active judge, there is no doubt that the president has absolutely no discretion as to whether to swear in a judge or not.

Granted, given the litigation over the legality of the election by the previous parliament, Duda could have made an argument that the extraordinary situation required him to wait until that court’s verdict was announced. But what the president did was just the opposite of ensuring the protection of the Constitution.

After refusing, for over a month, to swear in the three November judges elected by the previous parliament, he stunned the nation by swearing in four of their replacements before the court’s Thursday decision — literally in the middle of the night. A fifth judge has not yet been sworn in.

Duda stunned the nation by swearing in four replacing judges before the court’s Thursday decision — literally in the middle of the night.

The replacement judges were then whisked away in governmental vehicles to the court building to participate in the decision itself. Fortunately, the court did not yield. Deciding in a pre-scheduled panel that did not include any of the newcomers, it affirmed the election of the three November judges and declared the election of the two December judges invalid.

The court thus rendered the appointment of at least three replacement judges illegal. But the president is not backing down either. Rather incredibly, he still maintains that all five replacement judges were legally elected.

As is often the case in such stories, the sequence of events is complex and full legal technicalities. But the basic point could not be clearer.

Law and Justice, together with the president, will stop at nothing to name five new judges — a move that only makes sense if the goal is indeed the complete political takeover of the court. Apart from the five openings this year, the nine-year terms of three more judges, including that of chief judge, end within the next 18 months.

Five plus three gives you a majority in the 15-person body. Most importantly, however, after 2017 every other judge stays until at least 2019. Unless Law and Justice gets the five judges now, they will not be able to gain a majority in the court in the current term of the parliament.

But if they do, they will easily marginalize the other judges. The court is notably a final arbiter in disciplinary procedures against its own judges, which can result in both the dismissal of insufficiently pliant judges and of their generous pensions.

Given the brazen illegality of this overnight court, it is telling that the opposition to it, while loud, has by and large been limited to predictable liberal political and legal circles. On Wednesday, at the election of the replacement judges, only around 300 people braved the cold and protested in front of the parliament. They were not alone. A counter-demonstration of staunch Law and Justice supporters felt just as strongly about the issue.

* * *

Opinion polls suggest that the majority of Poles recognize the threat to the rule of law. But, disturbingly, that does not seem to be enough to create a meaningful dent in Law and Justice’s support.

To understand this widespread popular indifference, we need to realize why the new government so desperately wants to control the court. Abortion or gay marriage are often the first issues that come to mind when we talk about constitutional courts. But the Polish court is already highly conservative in that respect. A much more plausible explanation is that the government needs the court’s acquiescence to pass the sweeping and costly economic reforms that Law and Justice promised during its political campaign.

Just the flagship pledge to offer each family approximately €100 a month for its second and third child could increase the budget deficit above the 3 percent level accepted by the EU. And there is more: Law and Justice has promised a higher threshold for the zero income tax rate, a lower retirement age (as early as 60 for women), subsidies for coal mines, and a vast increase in defense spending.

It is not coincidental that Kaczyński’srole model — Hungarian Prime Minister Viktor Orbán — relied heavily on aggressive taxes to keep the deficit low.

How could the Constitutional Court stand in the way of those objectives? To begin with, the Polish constitution provides for a debt ceiling of only 60 percent of the country’s GDP. Even before accounting for the new spending, Poland was on track to reach this ceiling by the end of the decade. But, in truth, it is rather unlikely that the new government plans to balloon the deficit.

Its economic team is made up of competent technocrats unlikely to sign off on Poland’s fiscal suicide. Even more importantly, the humiliation and the de facto sovereignty loss Greece suffered served as a powerful deterrent for nationalists like Law and Justice leader Jarosław Kaczyński.

It is not coincidental that Kaczyński’srole model — Hungarian Prime Minister Viktor Orbán — relied heavily on aggressive taxes to keep the deficit low. Indeed, Orbán made sure that Hungary made an early repayment on a loan that kept the country under the IMF’s watchful eye. If a similar strategy is adopted in Poland, the new spending will have to be covered by unorthodox taxes, perhaps announced on short notice or even retroactively.

The retroactive Hungarian-style golden parachute tax has already been passed. A Constitutional Court composed of pro-Western appointees would pose a serious threat. Kaczyński openly expressed concern that the court will put the brakes on the reforms his party intends to introduce. A Law and Justice point-person on the takeover added that he believed the court plans to block the decrease of the retirement age.

* * *

If we interpret the Polish voters’ October decision as the endorsement of far-reaching redistribution from the affluent elite and multinational corporations to the vast majority of the working poor, then the current showdown with the Constitutional Court may simply be a step toward delivering what the voters want.

A legalistically inflexible court protecting economically neoliberal laws may simply pose a threat to the core policy agenda of the new government. And that poses a troubling question: How have we let our model of democracy and the rule of law become so intertwined with economic dogmas that so many citizens now see it as intolerably unjust?

Last week, one of the most outspoken constitutional law professors argued against the governmental takeover of the court on the grounds that the dismissal of the elected judges may trigger their lawsuits against the state for “the very substantial lost compensation.” He estimated the potential claim at more than €2 million — an astronomical figure in a country where the average monthly wage is about €650 net. Derisive comments about arrogance and elitism of judges and the legal community quickly spread on the right-wing blogosphere.

Contrast this narrative with by far the most memorable moment of the parliamentary debate over the resolutions invalidating the November and December judges, when Kornel Morawiecki, an icon of the anti-communist opposition and a government ally, declared: “Law is important … But law is not sacred. The good of the nation is above it. If law infringes on that good, we should not be prevented from breaking it. Law should serve us. If it does not serve the nation, it is lawlessness.”

The liberal opposition had mostly boycotted the session in protest. The vast majority of the MPs present rose in a standing ovation.

Maciej Kisilowski is assistant professor of law and public management at Central European University in Budapest, Hungary.

© 2016 POLITICO SPRL



Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire