vendredi 1 avril 2016


De eurolanden,

verenigd in munt,

gescheiden door onderlinge concurrentie

en concurrentie op de wereldmarkt 

en onderlinge verschillen.  

 bizarre constructie



Het is onze morele plicht vluchtelingen onbeperkt op te nemen zonder beperkingen. Is dat zo. Idealisten en ideologen zien alleen hun ideaal en ideologie en zijn verder ziende blind, lijkt het mij soms. Wat een pragmatisch denkend mens zou voorzien gebeurt dan ook. Het gevolg van deze morele plicht is dat er nu meer dan een miljoen binnenkomers alleen al in Duitsland zijn. Dat er een onbekend enorm groot aantal illegale migranten in de Schengenzone rondzwerven, 50.000 mensen die in Griekenland opgesloten zitten omdat Macedonië de grens gesloten houdt. Bij die grens bivakkeren duizenden in de meest ellendige omstandigheden. Het betekent dat er dagelijks weer meerdere honderden illegale migranten in de EU arriveren. Op  4 april moet het terugzenden vanuit Griekenland naar Turkije beginnen maar de infrastructuur om dat te doen bestaat nog niet. Ondertussen wordt iedereen die na 20 maart is binnengekomen opgesloten in opvangcentra op de Griekse eilanden en weet niemand daar wat er gaat gebeuren. Of Turkije tot veilig land kan worden verklaard zonder dat zeker is of het wel een veilig land is, moet nog door Griekenland worden bepaald. Alles asielaanvragen moeten volgens de Griekse wet in de Griekse taal plaats vinden. Alleen bewijs dat in Turkije vervolging dreigt is reden aanvrage toe te kennen. Doorgestoken kaart dus, hoe dat te bewijzen als Turkije tot veilig land is verklaard en je net uit Turkije komt zonder daar vervolgd te zijn. 4000 EU ambtenaren moeten nog op de Griekse eilanden aankomen. Huisvesting moet nog worden gebouwd en het aantal binnenkomers gaat door, niet alleen naar Griekenland maar ook naar Italië. 6000 "gevallen" moeten per maand in behandeling worden genomen en dit jaar maximaal 72.000 (12 maanden maal 6000) vluchtelingen uit Turkije daarvoor in ruil in de EU opgenomen. Groeps terugzending is in strijd met de verdragen. De gehele procedure is juridisch omstreden. Procedures dreigen. En om dat mogelijk te maken is de EU afhankelijk van de eisen van Turkije. Een dwangpositie voor de EU, tegen het principe in dat je als staat nooit geheel afhankelijk mag zijn van één andere staat. Turkije weet dat. Turkije profiteert daarvan door politieke eisen te stellen.
Al die binnenkomers leven in de veronderstelling dat Europa voor hen een paradijs is en dat zij welkom zijn. Zij zijn ook welkom geheten. Huisvesting, familie overkomen, levensonderhoud wachten hen, en werk. De enige reële oplossing van het probleem is de EU als aanlokkelijk paradijs voor illegale migranten om te vormen tot een onaantrekkelijk gebied. Dan zal de stroom langzaam opdrogen. Dat vereist tijdelijke opzegging van verdragen en het snel aannemen van nieuwe wetten. Illegale migranten moet geen asielaanvrage worden toegestaan, zoals tot nu toe.  De noodtoestand die is ontstaan en nog erger dreigt te worden wettigt dat niet alleen maar maakt het ook maatschappelijk noodzakelijk. Maar dat is niet het enige probleem. Ik denk wat verder na over de eurozone. Want ook daar kraakt en knarst het.

De eurozone is dus een verzameling van EU lidstaten die op grond van artikel 20 van het verdrag van Lissabon vooruitlopen op de overige lidstaten. Zij voldeden al aan de criteria voor invoering van de euro, sommige de facto niet maar werden toch geschikt bevonden. Oorspronkelijk 11 in getal en nu 19 zodat nog 9 EU lidstaten met een eigen munt en centrale bank werken. Voldoet een land aan de toelatingscriteria dan moet het de euro invoeren, dat is geen vrijblijvende zaak. Alleen Denemarken en Groot Brittannië zijn vrijgesteld.
De eurolanden treffen sinds de vorming van deze niet in de verdragen opgenomen groep een eigen regelgeving en eigen instellingen. Deze regelgeving gaat verplicht gelden voor alle tot de eurozone toetredende lidstaten. Dat wil zeggen dat uiteindelijk, als de Europese Unie zijn eindpunt heeft bereikt, deze regels voor 26 van de 28 EU lidstaten gaan gelden. In feite is dan de EU eurozone geworden. Vandaar de vrees van Groot Brittannië dan onderworpen te worden aan deze regelgeving.
De eurolanden moeten zich onderwerpen aan de maatregelen die de Europese Centrale Bank neemt om de inflatie in de eurozone nabij 2% te brengen. Ik zeg "onderwerpen" want de ECB is onafhankelijk in zijn mandaat en de lidstaten kunnen er, theoretisch, geen invloed op uitoefenen. Maar elk euroland heeft wel zijn president van de nationale centrale bank in het bestuur van de ECB.
Dat wil dus zeggen dat de eurolanden alleen hun fiscale politiek, dus eigen begroting, belasting, uitgaven en schuld hebben om een eigen financiële politiek te voeren die optimaal is voor het eigen land. Maar zelfs dat binnen de door de Verdragen gestelde grenzen en in overeenstemming met de 20 jaren plannen.
De speelruimte is dus zeer beperkt.
Zij hebben daarnaast alle hun eigen sociale wetgeving, economische wetgeving en belastingwetgeving.
Door belasting maatregelen, wijzigingen in de sociale wetgeving en economische wetgeving kunnen zij hun economische positie beinvloeden.
Dat zou niet bezwaarlijk zijn als onderling hun economische potentie, dwz de optimaal te bereiken economische kracht, binnen nauwe grenzen zou blijven. Met andere woorden dat zij economisch niet teveel van elkaar zouden verschillen in mogelijkheden. Dat wordt algemeen gezien als een eis voor een muntunie, deze moet een "optimal currency zone" vormen.
Dat nu is in de eurozone absoluut niet het geval.

Neem daartoe deze twee eurolanden, Oostenrijk en Portugal en vergelijk ze. De gegevens dateren uit 2014  maar er is zeker geen positieve verbetering sindsdien.  Uit deze gegevens blijkt dat deze twee landen zeer sterk uiteenlopen in economisch potentieel en dat ze dus niet in een en dezelfde muntunie thuishoren.


Het zal ook duidelijk zijn dat de ECB nooit en te nimmer een monetair beleid kan voeren dat voor zowel Oostenrijk als Portugal optimaal is.
Het is ook duidelijk op welk van de twee het beleid gericht moet worden om Portugal niet nog verder van Oostenrijk te doen afwijken.
Dat is het beleids dilemma  van de ECB.
Want het is onmogelijk een monetaire strategie te ontwerpen die voor zowel zwakke landen die steun behoeven als voor sterke landen die misschien te snel groeien positief uitwerkt. Er moet dus een keuze worden gemaakt die een politieke is. Dat maakt het onvermijdelijk dat er lidstaten zijn die profiteren van die politiek en lidstaten die er schade van ondervinden. Het geheel kan dus niet optimaal functioneren.
Dit afgezien van het gegeven dat de monetaire politiek van een Centrale Bank gebaseerd is op veronderstellingen over de uitwerking ervan en op de veronderstelling  dat een inflatie van om en nabij de 2% een positieve uitwerking heeft op de economie. Het is geen exacte wetenschap.

Er zijn meer eigenaardige gevolgen van de eurozone constructie. De eurolanden voeren naar elkaar uit en van elkaar in. Natuurlijk doen de Verenigde Staten dat onderling ook evenals de Duitse deelstaten. Maar in dat geval is het tussen deelstaten onder een federale wetgeving die gelijke omstandigheden schept, niet tussen volkomen zelfstandige staten  met elk eigen (sociale) wetgeving, eigen begroting enzovoort. 
Maar de eurolanden zijn als zelfstandige landen elkaars concurrenten. Door hun fiscale zelfstandigheid kunnen zij bijvoorbeeld hun arbeidskosten ten opzichte van andere eurolanden verlagen en daardoor hun concurrentiepositie tegenover andere eurolanden verbeteren om zo hun exporten naar die eurolanden te kunnen verhogen. Dat betekent echter dat in een ander euroland de concurrentiepositie verslechtert. In de praktijk komt dat er op neer dat de sterke landen hiervan profiteren en de zwakken verder verzwakken. Want de arbeidskosten verlagen betekent vaak loonstilstand of verlaging waardoor de interne koopkracht terugloopt. De verschillen nemen daardoor juist toe.

De grafiek over het target 2 systeem, het onderlinge betalingssysteem van de eurozone uitgevoerd door de ECB, laat zien hoe de sterke landen grote vorderingen op de zwakke landen (uitgezonderd Portugal) opbouwen en de zwakken overeenkomstig hoge schulden. Het zou zo moeten zijn dat na de dagelijkse verwerking van de transacties de balans 0-0 zou moeten zijn maar in werkelijkheid functioneert het target 2 systeem ook als een bank van lening. Ook hier wreekt zich het feit dat de eurozone geen Optimal Currency Area is maar een geografische bundeling van landen met een wijd uiteenlopende potentie. En veroorzaakt een nog zwakkere positie van de toch al zwakke landen.

Om het beeld, zoals ik het zie, te completeren, concurreren de eurolanden ook met elkaar op de wereldmarkt. Ook hier zie ik dat de sterkere eurolanden zoals Duitsland en Nederland daar een overschot op de handelsbalans hebben en de zwakke een negatieve. Dat de eurozone over alle eurolanden genomen een overschot op de handelsbalans heeft zegt niets over de positie van elke lidstaat. Daarvoor moet je de handelsbalans van elke lidstaat afzonderlijk bekijken.

Er gaan vanuit de zuidelijke landen steeds luidere stemmen klinken die verdere integratie van de eurozone willen. De achterliggende wens is structurele geldstromen van sterk naar zwak mogelijk te maken. Het argument erachter is bijvoorbeeld dat dat ook tussen Vlaanderen en Wallonië plaats vindt. In de eerste plaats verzuurt dat de verhouding tussen de twee delen van België steeds meer en neemt de weerstand van Vlaanderen steeds verder toe, tot opdeling van België toe. In de tweede plaats, en dat is veelzeggender, verbetert de economische positie van Wallonië er niet door. In de derde plaats vindt deze transfer plaats onder gezamenlijke  wetgeving.
Zo kan, zoals door Frankrijk wordt voorgesteld,  een apart eurozone parlement met een eurozone Minister van Financiën maar met per euroland verschillende pensioenleeftijden en voorzieningen, afwijkende sociale wetgeving over arbeidstijd, werkloosheid voorzieningen, minimum loon, bijstand nooit op gelijkberechtigde wijze geldstromen organiseren. Dat is maatschappelijk en rationeel onaanvaardbaar. Dat zou bovendien voor de sterke eurolanden betekenen geld overmaken zonder zeggenschap over de besteding.

Tenslotte, en dat is het belangrijkst, zou het de zwakkere landen niet sterker maken, integendeel, de grote druk om te hervormen zou wegvallen. Zie Wallonië en Zuid Italië.
Dat dat ook zou betekenen dat er in de EU dan twee verschillende parlementen zouden zijn met verschillend mandaat, want de eurozone valt onder de Commissie en dus ook onder het Europarlement, en staatkundig zou dat een vreemde constructie zijn.
Een stap verder gaan en een federale eurozone vormen met een eenvormige wetgeving voor alle eurolanden geldend zou allereerst betekenen de eurolanden hun zelfstandigheid af te nemen en hen tot regios te degraderen hetgeen gezien de juist sterk opkomende nationalistische partijen in die landen die zich juist keren tegen verdere integratie uitgesloten moet worden.
Economisch gesproken is het eveneens uitgesloten gezien de enorme economische verschillen, zie bijvoorbeeld Portugal en Oostenrijk. Probeer maar eens minimumlonen  van 500 euro en 1500 euro op één lijn te krijgen. En bijstand en liefdadigheid bij langdurige werkeloosheid. Een economische onmogelijkheid.
Natuurlijk beseft men dat, lijkt mij logisch, en probeert op allerlei manieren met kleine stapjes via andere wegen toch tot een geldverdeling te komen. Want dat is het doel van elk stapje.
Maar linksom of rechtsom, de eurozone zal door zijn eigen constructie nooit een succes kunnen worden, denk ik. Je kunt nu eenmaal niet én zelfstandig zijn én een ever closer union vormen. Maar het zijn allemaal maar de gedachten van een leek.

Wat is de belangrijkste factor in de economie. Daar ben ik over aan het denken.

grafieken ontwikkeling eurozone en target2 op naarhethemleek.blogspot.fr
































Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire