kapitaal en
arbeid
Ik vraag me van tijd tot tijd af
of het wel geoorloofd zou moeten zijn om of je
als economisch en financieel niet gespecialiseerde leek je uit te laten
over hoe je denkt dat het gaat in de eurozone. Moet je dat niet aan de experts
overlaten. Ben je dan niet als een oen bezig. Maar dan denk ik altijd maar dat
de grote zakenlui zoals Zuckenberg, Bill Gates en Steve Jobs ook geen
afgestudeerde en alom erkende economische experts waren maar wel zakenimperia
stichtten. En dat de wereld geplaveid is met economen die niet rijk zijn of
zelfs arm. En de tijd van de gilden is (althans in Nederland) voorbij. Vandaar
dat ik me geen zorgen maak. Maar wel steeds toevoeg dat het mijn lekenblik is.
En als troost dat economen het meestal ook niet met elkaar eens zijn over hoe
het moet in de financiële en economische wereld. Troost dat nu ook Duitsland
zich in de kritiek over de ECB politiek van negatieve rente en steeds meer geld
bijdrukken terwijl desondannks de inflatie ondermaats blijft en zelfs zakt.
Een vorig blog eindigde met mijn bewering:
Het enige probleem: hoe krijg je de
koopkracht omhoog. Via bijvoorbeeld helicopter geld. Maar dat roept het spookbeeld
van de Weimar republiek op, terecht of onterecht. Of echte loonsverhogingen
(dus hoger dan de inflatie), of belastingverlagingen. Of de
inkomensverhouding kapitaal/arbeid
herzien. Vooral dat laatste is een heikel onderwerp. Want QE en
renteverlagingen bevoordelen juist de kapitaalvorming. Of meer protectionisme.
QE en renteverlaging door de ECB gedurende nu een jaar hebben de koopkracht
niet beïnvloed. Met die meer dan 700 miljard euro geldcreatie in dat jaar voor
de banken en negatieve rente hebben ze wel de koopkracht van de spaarder zeer
aanzienlijk verlaagd. Een negatief
resultaat dus.
Evenmin hebben ze de inflatie beïnvloed, die bepaald wordt door goedkope invoer
uit lage lonen landen, verbeterde productiemethoden en lage olie en grondstoffenprijzen en lage
vraag veroorzaakt door lage koopkracht.
Verwar daarbij niet vraag en behoefte. Zonder koopkracht wordt behoefte
niet omgezet in vraag.
Neem daarbij in aanmerking dat de vraag zich in eerste instantie richt op
eerste levensbehoeften, daarna op vervanging van defecte huishoudapparatuur en
woonkosten met inbegrip daarbij van elektriciteit.
Neem daarbij in aanmerking het gegeven dat in het rijkste euroland, Duitsland,
jaarlijks 350.000 mensen worden afgesloten van elektriciteit, een van de voor
een normaal bestaan essentiële behoeftes.
Neem ook in aanmerking dat meer mensen de armoedegrens hebben bereikt of
overschreden.
Neem eveneens in aanmerking dat de eurozone economie ondanks het voordeel
van lage grondstoffenprijzen en 700 miljard euro extra potentieel
bedrijfskapitaal nauwelijks meer dan 1% echte groei vertoont terwijl de
uitgaven nog steeds met meer dan 2% de inkomsten overstijgen zodat de
staatsschulden blijven groeien.
Financieel gezien vertoont de eurozone zo een gestage achteruitgang terwijl
de prognoses (historisch gezien vrijwel altijd te gunstig) geen verbetering tot
positieve resultaten voorspellen.
Geen verhoging van de inflatie maar een daling tot in sommige eurolanden
deflatie toe.
Hoewel je kunt twisten of dat nu in de huidige omvang zo erg is. De
consument profiteert ervan.
In de zwakke landen, die niet kunnen devalueren door hun vastzitten aan de
euro, is het een logische ontwikkeling lijkt mij. Door de voortdurende
loonsverlagingen (zoals nu weer in Griekenland geëist) en daardoor dalende
koopkracht en vraag valt eigenlijk niets anders te verwachten.
Een eigenaardig maar veelbetekenend aspect is daarbij dat de enige
positieve invloed (hoewel je er ook over kunt twisten of die op de lange duur
ook positief gebleven is of nuttig was) in 2012 de verklaring van Draghi was
dat hij alles zou doen om de euro te redden. Die verklaring deed het vertrouwen
in de euro stijgen, maar dat vertrouwen werd juist niet bestendigd door de
geldverruiming en renteverlagingen door de ECB.
Een ander ding dat mij opgevallen is dat mensen graag imiteren. Dat zie je
aan mode uitdrukkingen die ineens door iedereen gebruikt worden. Of zomer en
wintermode. Toen iemand een pizzatent begon en die liep als een trein begonnen
plotseling overal pizza tenten te verschijnen, zoveel dat de spoeling dun begon
te worden en ze hun geld niet meer opbrachten.
Dus is het niet verwonderlijk dat ook Centrale Bankiers dat doen. Japan
startte al voor 2000 met QE maar oordeelde in 2001 dat het niet effectief was
en stopte er mee.
Maar in de crisis van 2008 begon de USA een programma van Quantitative
Easing dat drie fases zou kennen en in 2014 werd stopgezet. De FED had toen
voor 4.5 biljoen dollars aan ‘assets’ waardepapieren opgekocht.
De Bank of England was de volgende
centrale bank die in 2009 QE
aankopen begon te doen. In 2012 werd het opkoopprogramma gestopt.
De Bank van Japan was de volgende zwaan kleef aan en begon in 2010 met een
omvangrijk QE programma dat nog steeds doorloopt met slechts weinig resultaat.
Zweden is QE in februari 2015 begonnen.
De ECB kon niet achterblijven en in maart 2015 begon een uitgebreid
aankoopprogramma van staatsobligaties en andere waardepapieren. In Maart jl
werd het programma nog uitgebreid en zal pas beëindigd worden als de inflatie
nabij de 2% is gestegen. Wanneer dat zal zijn en of het ooit zal gebeuren
blijft in het duister. Maar de ECB gaat door.
Het is als met de pizzatenten.
Laten we zeggen dat er onder economische stromingen verdeeldheid heerst
over het al dan niet effectief zijn van dit systeem van geld bijdrukken.
Maar de mainstream is voor.
Wat onmiskenbaar is dat het een soort verholen concurrentie tussen landen
te weeg brengt.
Want onder het mom van de inflatie tot 2% willen brengen worden de
wisselkoersen sterk beïnvloed. Hoe meer geld bijgedrukt wordt hoe minder het
geld waard wordt en hoe lager de wisselkoers wordt en hoe beter de
concurrentiepositie. Wordt dat te gek dan gaan andere landen hetzelfde doen.
In ieder geval drukt de QE dus de
waarde van de munt en dus de koopkracht. Het
tegenovergestelde van wat nodig is. De consument profiteert niet, wel
het kapitaal.
Wat kan dan wel de koopkracht opvijzelen.
Helicoptergeld of loonsverhogingen.
Dat laatste verschuift de balans arbeid versus kapitaal.
Want bij een gegeven opbrengst van een bedrijf die verdeeld moet worden
tussen kapitaalverschaffers en werknemers krijgt als de een meer krijgt, de
ander minder. Zo simpel is dat.
En het is toch wel duidelijk dat op het moment, ook door de Quantitative
Easing en de lage rentepolitiek, het kapitaal in het voordeel is. Ook dat
verklaart de lage inflatie. De koopkracht zit meer bij het kapitaal dan bij de
arbeid. En het koopgedrag is bij beide groepen totaal verschillend.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire