mercredi 27 avril 2016


 Griekenland   en de overige
Kommer en Kwel



Tsipras en de Vier Troikas zijn niet tot een overeenkomst gekomen over de straf “buffer” van 2 % extra bezuinigingen als de 3,5 % primair surplus in 2018 (en alle, alle, alle vele volgende jaren) niet wordt gehaald. Begrijpelijk gezien het feit dat zo’n overschot zelfs voor sterke landen een huzarenstukje zou zijn. Logisch gezien zou je die 2% als  zeker kunnen incalculeren. Maar formeel moet hij gekoppeld worden aan die voorwaarde. Tsipras heeft nu om een bijeenkomst van de Raad van Regeringsleiders gevraagd. Als het nu goed zou gaan met alle andere eurolanden dan zou een zekere clementie welllicht niet te veel gevraagd zijn. Maar als je onderstaande tabellen bekijkt dan zie je al snel dat het niet zo goed gaat met alle eurolanden. Clementie voor Griekenland zou een reeks clementie aanvragen van andere wankelende landen op kunnen roepen. In feite zijn die er al met de groeiende roep een einde te maken aan de austerity en het S&G Pact. Want de groei in de eurozone blijft  lager dan de begrotingstekorten. Dus nemen de schulden toe zowel percentagegewijs als in euros. Alleen Duitsland steekt met kop en schouders boven de andere uit. Nog wel. In de gehele eurozone met de illegale migratie kosten, torenhoge kosten energiebeleid, torenhoge schulden, import druk van lage lonen landen en voortdurend veel te kleine groei ondanks de weinig effectieve inspanningen van de ECB, secular stagnation in de wil en mogelijkheid te hervormen en steeds somberder prognoses voor de wereldeconomie is er wel heel weinig ruimte voor clementie voor het allerzwakste kudde lid.



Draghi heeft na de kritiek van Duitse kant de  morele steun verworven van Mw Lagarde en ook Dijsselboem. Alleen morele steun want de ECB is onafhankelijk en mag zich niet laten beïnvloeden. Natuurlijk is het voor het IMF belangrijk dat de ECB  met zijn extra geldpers omzet van 80 miljard euro per maand geldverschaffer voor de wereldmarkt blijft nu de FED en de BOE zijn gestopt met hun programma. Dat de eurogroep voorzitter  Dijsselbloem Draghi steunt is ook duidelijk, want zoals ik gisteren aantoonde met de vergelijking van de rente op obligaties tussen Griekenland en Portugal is het de ECB die de eurozone bij elkaar houdt door dit soort steun aan de zwakke landen.
Ook Frankrijk profiteert van de lage rente niet door extra te bezuinigen maar om er het voor de zoveelste keer gemiste bezuinigings doel  mee te financieren.

Maar ik blijf van mening dat de steun van de ECB de spaarders en werkers benadeelt en het kapitaal steunt. De geldmarkten hangen aan de lippen van de ECB en FED en reageren onmiddellijk zelfs op geruchten uit die hoek.




Om de situatie in de eurozone in kaart te brengen heb ik de gegevens van Eurostat over 2015 in bovenstaande table gerangschikt.
De grote verschillen in het Bruto Binnenlands Product zijn natuurlijk voornamelijk het gevolg van de verschillen in de grootte van de economieën.
Maar de begrotingstekorten, die volgens het verdrag van Maastricht en het S&G Pact  slechts 0,5% mochten bedragen zijn weliswaar in de meeste gevallen onder de strafmaat van  3% maar benaderen die 0,5% bij lange na niet.  Er zijn zelfs nog vier eurolanden met een tekort hoger dan die 3%.waaronder drie die een vorm van bail out steun hebben ontvangen. Bij alle vier de bailout landen is de staatsschuld boven de 100% gestegen of tot net daaronder. Dat geeft te denken over de efficaciteit ervan.
De staatsschuld is, op enkele voornamelijk nieuwe eurolanden na, fors boven de toegestane 60% van het BBP. Bij acht landen zelfs boven de tipping point grens van 90%. Het is duidelijk dat de lage rente politiek van de ECB deze lidstaten boven water houdt.
Het is evident dat bij deze begrotingstekorten de uitgaven van de overheid de inkomsten ervan behoorlijk overschrijden. Dat is goed te zien aan de percentages van het BBP dat de overheid via belastingen en heffingen  binnenhaalt en het percentage van de uitgaven. Het laat ook de onderlinge verschillen zien tussen de percentages van het BBP dat de staat voor zich opeist en dus ook wat er voor bedrijfsleven en consumenten overblijft.

De laatste kolom geeft de koopkracht van de bevolking aan, de relatieve waarde en hoogte van hun besteedbaar inkomen vergeleken bij geloof ik dat in NewYork. De verschillen hierbij tussen de lidstaten zijn in sommige gevallen onoverbrugbaar groot. Ook toont het aan dat de financiële toestand van de staat niet altijd overeenkomt met de welvaart of gebrek eraan van de bevolking.

Ter illustratie voeg ik nog de PPP in voor enkele naburige landen.

15 jaar na de invoering van de euro is de financiële toestand van de meeste lidstaten achteruitgegaan en zijn de vooruitzichten niet rooskleurig.
Allereerst doordat blijkt dat zonder indirecte steun van de ECB de zwakke landen met een onhoudbare schuld zouden kampen  hetgeen het bestaansrecht van de erozone erodeert.
Vervolgens omdat er steeds groter verzet ontstaan tegen de in de verdragen en S&G Pact vastgelegde austerity strategie. Begrijpelijk omdat deze de koopkracht en daardoor de veerkracht van de bevolking van de zwakke economieën te sterk aantasten.
Maar mede door de lage rente politiek van de ECB zijn de schulden van de lidstaten zover opgelopen dat de methode van extra investeren in infrastuctuur en innovatie om daardoor zoveel groei te scheppen dat het schuldenpercentage daalt niet gefinancierd kan worden. Het bedrijfsleven investeert te weinig door de geringe vraag die weer zwaker wordt door zwaardere lasten.
Men heeft de schulden te lang laten oplopen totdat al het vlees van de botten is, er zijn geen reserves.
Aan de andere kant zijn de minder arme landen niet geneigd structureel ongecontroleerde geldstromen naar de zwakkere landen toe te staan en zijn van mening dat deze landen te weinig hebben hervormd en dat geldelijke steun de toch al geringe lust hiertoe nog verder zou wegnemen daar er toch wel hulp zou komen.


Dat de strategie van de centrale bank niet de gewenste uitwerking heeft gehad blijkt dat nu, zij het niet officieel, zelfs helicopter geld wordt overwogen, geld dus dat direct van de geldpers, zonder onderpand, op de een of andere manier wordt uitgereikt aan de consumenten, de burgers, in de verwachting dat die dat geld zullen gebruiken voor aankopen en niet opzij zullen leggen voor nog zwaardere tijden. Dat ongedekte geld vergroot immers niet de schuldenlast van de lidstaten. Maar is omdat het ongedekt is nog gevaarijker dan de geldpers laten draaien tegenover Asset Backed Securities, hoewel de waarde daarvan ook vaak betwistbaar is.

Tenslotte kun je je afvragen hoeveel verschil er nu zit tussen de financiële toestand van Griekenland en die van een aantal andere eurolanden.








Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire