De ezel en de peen
kapitaal en arbeid
Het Britse Tatasteel staalbedrijf
dreigt ten onder te gaan. Behalve de sterk concurrerende markt zijn er drie
factoren die de staalindustrie in Britain de das omdoen.
De Carbon Price Floor, Renewables Obligation en de
Feed-in Tariffs. Deze drie milieu heffingen
kost de staalfabriek 30 pond extra per megawattuur. En de staalproductie slurpt
electriciteit. Maar heeft wel 40.000 mensen in dienst die bij faillissement op
straat staan. En het is niet het enige door de hoge energieheffingen bedreigde
bedrijf . Duitsland heeft het probleem opgelost door de feed-in opslag voor
energie intensieve bedrijven door de burger te laten betalen met toestemming
van Brussel. Daar zijn het afgelopen jaar 350.000 huishoudens van het
electriciteitsnet afgesloten omdat zij de hoge energie prijzen niet konden
betalen. China neemt de productie over. In China zijn de energiekosten minder.
Maar ik heb de handen al vol met nadenken over wat de centrale banken doen om
de eurozone economie sneller te laten groeien door steeds maar weer die
inflatie op 2% te brengen wat steeds opnieuw niet lukt.
De conclusie die ik denk te moeten trekken uit mijn vorige blogs is dat de
ingrepen van de ECB de kapitaalmarkt versterken en niet de vraag. Ik denk er
natuurlijk over op onorthodoxe wijze. Waarom niet.
De koersen van aandelen stijgen erdoor, ondernemingen behoeven de soms 0% leningen
niet perse te gebruiken om te investeren maar kunnen ze gebruiken om eigen
aandelen terug te kopen, consolideren inplaats van investeren.
Door de lage rente en dus lage leenkosten worden bezuinigingen bereikt die
niet aan afnemers behoeven te worden doorberekend maar de winstmarges
vergroten.
Bovendien zou dat doorberekenen juist de deflatie bevorderen, dalende
prijzen.
Maar doordat de koopkracht niet toeneemt en de vraag dus evenmin wordt de
omzet niet vergroot.
Door de lage rente komen spaarders voor een dilemma te staan.
Hun inkomen uit rente loopt sterk terug en kan zelfs negatief worden indien
inderdaad banken spaargeld gaan belasten.
De achterliggende bedoeling zou kunnen zijn hen zo te dwingen hun spaargeld
uit te geven en de vraag te verhogen.
Maar de neiging om juist vast te houden aan dat spaargeld om in moeilijker
tijden een reserve te hebben kan even goed groter zijn.
Men kan het spaargeld in een oude kous bewaren of beleggen op de
aandelenmarkt die door de geldverruiming en lage rente steeds hoger wordt.
De lage rente maatregelen kunnen tot gevaarlijke bubbels
leiden zoals we zien in de Spaanse onroerend goed crisis die nu nog steeds de
banken in hun greep houdt.
De lage rente waardoor leenkosten uiterst laag zijn en in sommige gevallen
nihil of zelfs met geld toe verleend worden noden tot te veel lenen en te
riskant investeren om toch rendement te verkrijgen. Ook door de overheid
waarvan de schulden worden overgenomen door de ECB die hun obligaties opkoopt.
Die 80 miljard euro maandelijks moeten voor de banken tenslotte geen dood
kapitaal zijn maar winst opleveren. Niet in de eurozone met die lage rente maar
daarbuiten met hoger rendement tegen hoger risico.
Want voldoende rendement is in de eurozone door de lage rente nauwelijks te
verwezenlijken.
De staatsschulden zijn in de eurozone ongeveer 95%, op twee na de hoogste
ter wereld bij de ontwikkelde landen (en de meeste andere). Een gevolg van de
lage rentekosten.
Er zijn meer bijeffecten van de ingrepen van de ECB.
De wisselkoersverlaging van de euro tegen de dollar, de mondiale
reservemunt, dus een waardedaling van de euro. Verhoging van de prijs van
grondstoffen en olie invoer, (tijdelijke) verlaging van de exportprijzen.
Dat wisselkoers bijverschijnsel van de QE, geldcreatie, geldverruiming,
wordt door andere landen met lede ogen aangezien. Want de winst van de een is
het verlies van de ander.
Dus zien we nu in de USA dat de FED zelf ook weer geldverruiming overweegt gedwongen door
de hoge koers van de dollar die de USA export positie bedreigt en dus de USA
economie. Een tegen elkaar opbieden of afdingen.
Het zijn alle bijeffecten want het enige doel van de geldverruiming en de
renteverlagingen is het omhoog dwingen van de inflatie tot nabij de 2%. De
heilige graal van de ECB (en andere centrale banken die alle dezelfde
methodieken volgen om dat doel te bereiken) die tot nu toe onbereikbaar lijkt
maar die steeds over enkele jaren voorspeld wordt binnen het bereik te liggen.
Want, zo luidt de mainstream theorie, bij 2% inflatie is er geen gevaar
voor oververhitting van de economie, bij 2% inflatie neemt de psychologische
drang tot kopen toe want men vreest verdere prijsstijgingen=verdere inflatie.
De vraag neemt dus toe, de productie eveneens, er wordt meer geïnvesteerd, de
economische groei neemt toe, begrotingstekorten verdwijnen, staatsschulden
nemen percentagegewijs af en bij begrotingsoverschotten zelfs in eurobedragen
af. Zo leidt geldcerrruiming en renteverlaging tot hetgewenste doel is de
gedachte.
Dat is de theorie. Een soort tunnelvisie doet dan
alle bijwerkingen negeren.
Want is het nu echt zo dat bij stijgende prijzen de kooplust toeneemt en
bij dalende prijzen juist afneemt.
Snel kopen omdat verdere prijsstijgingen worden gevreesd en kopen uitstellen
omdat verder dalende prijzen worden verwacht.
Het is echter wel een feit dat bij gelijkblijvend inkomen stijgende prijzen
de koopkracht doen verminderen en dalende prijzen de koopkracht doen toenemen.
Bij inflatie minder kunnen kopen en bij deflatie meer.
Voor de consument is het duidelijk welk van de twee voordeliger is.
Dat wil dus zeggen dat bij deflatie de vraag stijgt en bij inflatie daalt
uitgedrukt in hoeveelheid goederen. Want men kan niet meer uitgeven dan men
verdient, tenzij men door de lage rente gelokt geld gaat lenen en in de schuld
verzeilt.
Ik herinner me nog de kreet: "leen geld om....anders ben je een dief
van je eigen portemannaie"
Dus bij gelijkblijvend inkomen daalt door inflatie de koopkracht, wordt je
inkomen minder waard, word je armer.
In dat geval zou de gewenste inflatie van 2% elk jaar er toe leiden dat je
elk jaar ook 2% armer wordt, in tien jaar tijd dus ongeveer 20%.
Je zou dus voor 20% minder kunnen kopen.
Het aanbod zou dus ook 20% moeten slinken om niet met 20% onverkoopbare
spullen te zitten. Want het aanbod voegt zich noodzakelijkerwijze naar de
vraag.
(Wel zou de huidige staatsschuld ook met die 20% in waarde zijn afgenomen.
De staat profiteert dus. En dat valt niet te versmaden).
Het gevolg van een prijsstijging met 2% leidt echter in de normale zakelijke wereld tot een
loonstijging. Door indexering of looneisen. Maar de koopkracht stijgt daar niet
door. Die blijft min of meer constant.
Voor economische groei is echter juist een koopkrachtstijging noodzakelijk
bij gelijkbijvende prijzen, inflatie 0. Bij stijgende koopkracht neemt de vraag
toe, daardoor neemt het aanbod toe, het bedrijfsleven wordt daardoor
genoodzaakt tot investeren en innoveren, er wordt werkgelegenheid geschapen, de
economie gaat echt groeien, belastinginkomsten gaan stijgen.
Consumenten, producenten, de staat, allen profiteren ze ervan.
Het enige probleem: hoe krijg je de
koopkracht omhoog. Via bijvoorbeeld helicopter geld. Maar dat roept het spookbeeld
van de Weimar republiek op, terecht of onterecht. Of echte loonsverhogingen
(dus hoger dan de inflatie), of belastingverlagingen. Of de
inkomensverhouding kapitaal/arbeid
herzien. Vooral dat laatste is een heikel onderwerp. Want QE en renteverlagingen
bevoordelen juist de kapitaalvorming. Of meer protectionisme.
Er is nog
heel veel om over na te denken. Ook voor een leek.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire