vendredi 23 octobre 2015


Quantitative Easing en de Echte Economie

Natuurlijk wordt onze aandacht geconcentreerd op  de steeds verder toenemende chaotische volksverhuizing en de angst ons uit te leveren aan Turkije in de illusie dat dat het probleem van ons weg zou houden en de steeds opzichtiger onmacht van de Europese Unie die alleen de kreet "meer Europa" hanteert in plaats van te streven naar een krachtdadiger Europa. Want het is een minimale eis zelf veilige en dichte grenzen te handhaven en ons niet van ervan profiterende derden afhankelijk te maken. Zelf hebben wij ook rechten en niet alleen plichten. Maar er zijn ook andere vraagstukken die ons bezig moeten houden.

Mag je zonder een eenzijdige economie studie toch ook een mening hebben over kapitaal en arbeid of is dat alleen voorbehouden aan de vaklui. Tenslotte kun je, ook al ben je geen gediplomeerd fietsenmaker, een fietsband plakken. Centrale Banken: Tovenaars of illusionisten.

Draghi heeft  gisteren vanuit Malta zijn voornemen aangekondigd zo nodig nog meer waardepapieren te kopen dan voor de 1,4 biljoen  euro reeds geplanned en sluit ook rentemaatregelen niet uit. 
Dit alles om de inflatie nabij die zo gewenste 2% te brengen, het enige doel voor de QE en rentemaatregelen zoals de ECB volhoudt (als enige, vermoed ik)  wat tot nu toe niet is gelukt en waarvan hij zelf zegt dat dat de eerste jaren wel niet zal lukken. 
In feite is de eurozone in de deflatie verzeild geraakt mede door de lage olie en grondstoffen prijzen. Het is dus mikken op de lange termijn en Draghi dekt zich al in door de mantra te herhalen dat monetaire politiek niet alles kan en dat hervormingen en fiscale maatregelen nodig zijn. Hij gebruikt de term "vigilant" net als zijn voorganger Trichet.

Onmiddellijk was er een respons uit de investeringen hoek. De koers van de euro ging omlaag, de sterkste daling tegenover de dollar in negen maanden. De rente op Duitse obligaties daalde naar een nieuw dieptepunt en de koersen zelfs op de Aziatische beurzen stegen. De QE 2 van de ECB komt er zeker was het gevoel, hoewel ECB QE 1 pas halverwege is.

Dat alles had niets te maken met de echte economie, want die is allesbehalve zo florissant.
Het lijkt erop dat  kapitaalmarkt en de echte economie elk hun eigen leven leiden. De een bepaald door de ingrepen van de centrale banken, de andere onderhevig aan de gewone marktwerking.

Niet alleen de deflatie wordt als gevaar gezien maar ook de stuntelende globale economie speelt een rol. Er zijn, zie de prognoses van de IMF over lagere groei, grote zorgen over de Emerging Markets, De Chinese economie hapert wat, hoewel een groei van meer dan 6% voor de eurozone een onbereikbaar ideaal zou zijn. Het gevaar van een renteverhoging in de USA zoals in december niet onwaarschijnlijk is zou de rentekosten voor die EM's voor hun dollarleningen onhoudbaar omhoog stuwen.
Alle redenen voor de voorstanders voor een vergrote QE niet primair op de eurozone gericht maar op de wereldmarkt. Maar het risico ervan wordt door de eurozone gedragen.

Economen lijken wel voornamelijk  in modellen te denken en kunnen daardoor in een soort tunnelvisie vervallen.

Hebben de enorme geldverruimingen in de USA, het VK zoveel aan de economie bijgedragen.
Voorstanders ervan zeggen ja, anderen twijfelen, sommigen zeggen neen.
Noch het een noch het ander valt te bewijzen.
Het enige wat met enige zekerheid kan worden gezegd is dat het voor het bereiken van de 2% inflatie niet werkt.
Kijk naar de inflatie in de USA en die in het VK waar ook daar na enorme Quantitative Easing toch weer deflatie dreigt of veel te lage inflatie.
Kijk naar Japan met zijn voortdurende massale QE waar de Centrale Bank zowat de gehele Japanse staatsschuld opkoopt. De ene dag positieve berichten, de dag erna weer negatief. Maar een doorslaand succes, neen, tot nu toe niet.

Een aspect van de QE waarover vrijwel niet wordt gesproken is het lange termijn effect.
De QE is volgens de voorstanders geen echte geldschepping. Het is immers aankopen van waardepapieren, zoals obligaties met een beperkte levensduur.
Op de vervaldatum moeten de uitgevers van de waardepapieren aan de centrale bank de waarde ervan terugbetalen in baar (nuja, computer-) geld. Dat is dus het geld dat de centrale bank al tijdens de QE heeft uitgegeven, toen gebruikt als een soort voorschot.
Na de vervaldatum moet het dus vernietigd worden, uit de circulatie genomen. Doet men dat niet en geeft men dat geld nog een keer uit dan is er inderdaad echt extra geld geschapen. En dat mag niet. Koopt de centrale bank met dat geld weer nieuwe ABS op, dan blijft dus dat meerdere geld circuleren en blijft de geldhoeveelheid dus nog steeds groter dan voorheen. Men kan dat tot in het oneindige volhouden, een soort eeuwigdurende QE. 
Alleen als het geld dus echt aan de circulatie onttrokken  wordt is de situatie weer normaal.
Dat houdt wel in dat na die vervaldata de rekening wordt betaald, dan vermindert de geldhoeveelheid en treedt de gevreesde tightening op, geld wordt krap en dat schaadt de economie.
Hiermee wil ik voorzichtig zeggen dat naar mijn bescheiden leken mening de QE gevaarlijke bijverschijnselen teweeg kan brengen.

Ik heb me al eerder afgevraagd, waarom wil men dan toch die inflatie. Dat inflatie de koopneiging vergroot omdat men nog hogere prijzen in de toekomst vreest en daardoor aan het kopen slaat lijkt me vergezocht.
Allereerst heeft dat geen invloed op de noodzakelijke inkopen voor het dagelijks bestaan, noch op die ter vervanging van versleten of defecte (huishoud)apparatuur.
In de tweede plaats zullen de vakbonden, als indexatie van de lonen, dus automatische aanpassing aan die inflatie, niet is overeen gekomen, onmiddellijk loonsverhogingen eisen die de koopkracht op peil moeten houden.
Want inflatie, synoniem voor prijsverhogingen, bij gelijkblijvende lonen betekent dalende koopkracht en dus minder aankopen. Dat pikken de vakbonden niet.
Die loonsverhogingen op hun beurt verhogen de productiekosten en dus de prijzen en veroorzaken dus meer inflatie en geringer concurrentievermogen met het buitenland (of ander eurozone land).
Iedereen die niet van indexatie of loonsverhoging kan profiteren gaat er voorts steeds verder in koopkracht op achteruit. Zie onze pensioengerechtigden bijvoorbeeld.
Voor wie inflatie wel gunstig is: de staat en andere schuldenaren. Want door de inflatie neemt de reële waarde van de schulden jaarlijks af, met dat inflatie percentage.

Een ander nadeel van die QE (en lage bankrente door de centrale bank) is dat lenen zo lekker goedkoop wordt. Alleen al de aankondiging van Draghi doet de waarde van obligaties stijgen en de rente ervan afnemen.
Voor staten, bedrijven en particulieren een aanmoediging om meer (dan verantwoord is) te gaan lenen. Lenen kost dan wel geld, maar heel weinig.
De gevaren daarvan kunnen we zien in de eurozone aan de grootte van de staatsschulden na jaren  en jaren lage rente. Meer dan 90% voor de gehele eurozone, over het tipping point heen.
Gaat de rente omhoog dan wordt de rollover van leningen,  oude leningen aflossen door nieuwe te sluiten, behoorlijk duurder. Slecht voor de economie.

Nog een effect is de invloed op de wisselkoersen. Direct na Draghi's boodschap daalt de waarde van de euro. Dat maakt de export goedkoper, maar de import duurder. We merken dat laatste nu niet zo erg omdat de olie en grondstoffen prijzen zo laag zijn. Gaan die echter stijgen dan gaat die duurdere import inflatie kweken. Al de prijzen van geïmporteerde grondstoffen, olie, gas en alle artikelen waarin die verwerkt zijn, stijgen met het percentage daling wisselkoersen. In de EU moeten de meeste grondstoffen geïmporteerd worden. Die prijsstijgingen veroorzaken dus geïmporteerde inflatie.

De euro is na de aankondiging van de QE behoorlijk in waarde gedaald ten opzichte van de dollar en alle handel in dollars. Alles bij elkaar een flinke devaluatie, want devaluatie is waardevermindering. Binnen de eurozone merkt men dat niet direct doordat alle lidstaten dezelfde waardevermindering hebben. Dat is jammer want er zou juist binnen de eurozone variatie in geldwaarde moeten zijn.
Maar als men de globale grafieken bekijkt ziet men dat de waarde van alles in de eurozone in dollars uitgedrukt, de globale reservemunt, behoorlijk is gedaald. De economie van de eurozone is dus in de wereld minder waard geworden.
De concurrentiepositie van de euro is wel veel beter geworden hetgeen tot uitdrukking moet komen in de verhouding import/export naar buiten de eurozone en zo in de economie en het Bruto Binnenlands Product dat flink zou moeten stijgen.
Maar de groei van de eurozone economie neemt veel minder snel toe dan buiten die eurozone.
Kijk naar landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Denemarken, Polen. De staatsschulden daar zijn kleiner, dus de financiële positie beter, de groei is groter.
De eurozone loopt economisch achter op de andere EU lidstaten terwijl het omgekeerde het geval had moeten zijn. De euro lidstaten zijn immers de voorlopers. De conclusie moet zijn dat de euro een remmende factor is.

Een veeg teken is dat er steeds meer gedacht en gepraat wordt over een tweedeling in de Europese Unie. 
De eurozone die steeds verder wordt dichtgemetseld en de overige lidstaten die een veel losser verband hebben.
Niet de oorspronkelijke bedoeling maar welk land wil nu de euro invoeren en daardoor er flink op achteruit gaan.

Tovenaars of illusionisten (vroeger goochelaars genoemd).

Een tovenaar maakt het onmogelijke waar, een illusionist schept alleen de illusie dat iets de werkelijkheid is.













Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire