dimanche 25 octobre 2015




 Zondag overspiegelingen over 
financiën en economie


Ik mijmer nog wat verder over geldverruiming, renteverlaging, austerity, staatsschulden. Het is natuurlijk alleen wat ìk denk. Anderen hebben misschien heel andere inzichten hierbij dan ik heb. Maar ik kan het niet helpen. Ik zie de zin van de eurozone niet in. Wel van de Europese Unie, maar dan anders. Flexibel, niet dat socialistische alles en allen hetzelfde maar afstemmen op het optimale voor ieder afzonderlijk. Dat maakt een sterk geheel, zo denk ik in mijn onschuld. Niet elk land inpassen maar passend maken voor ieder land met eigen mogelijkheden en onmogelijkheden en hulp voor elkaar. Dat was toch de bedoeling als ik het Verdrag van Lisssabon lees.

Toen ik mijn laatste blog weer doorlas moest ik wel denken aan de uitspraak van Karl Marx die zei dat godsdienst opium voor het volk was. Of hij nu pijnstiller bedoelde of verslaving.
Ik hel over naar de mening dat een korte stevige Quantitative Easing de economie een kick kan geven waardoor die een impuls krijgt, snelheid oppikt en dan op eigen kracht verder groeit. Een soort kickstart.
 Maar die voortdurende QE zoals we nu zien, eerst de USA dan het VK, als die afnokken dan Japan en de ECB, die dan nog een extra schep er boven op willen gooien,  tot een verslaving aan de QE leidt. Het IMF geeft dat in feite toe met de waarschuwing voor de USA de rente niet te verhogen omdat anders de wereldeconomie zou kunnen instorten. 
Zodra die extra geld injecties ophouden stokt de globale economie. Zodra de rente omhoog gaat worden globale schulden onhoudbaar.
Misschien ook wel een teken dat QE en lage rente niet-rendabele bedrijven door hun steun laat voortbestaan, niet op eigen kracht. De centrale banken moeten doorgaan, niet meer om de economie te stimuleren maar om ze voor instorten te behoeden. En in de verte lonkt dan de omslag waardoor de economie aantrekt. Waardoor veroorzaakt? Omdat dat in het verleden ook altijd is gebeurd, toen de globale economie nog niet bestond. Fata Morgana of Reële Mogelijkheid.
Want niet alleen blijft de economie nog steeds haperen, anders zou die extra QE niet nodig zijn, maar de staatsschulden blijven door stijgen, zodat ruimte voor investeringen steeds krapper wordt.
Er zijn ook economen die de lage rente als blijvend zien. Een teken dat ze de economie geen leven hebben ingeblazen. Er zijn zelfs economen die een negatieve rente normaal vinden en wel tot zo'n -3% haalbaar. Kopen met een credit card kost dat toch ook.
Dan praten ze toch niet meer over het stimuleren van de economie.

De ECB blijft er dan ook op wijzen dat monetaire politiek alleen geen redding brengt. De eurozone lidstaten moeten hun fiscale politiek optimaliseren. Die fiscale politiek is echter flink afhankelijk van juist die monetaire politiek want die is verantwoordelijk voor de prijsstabiliteit.
In de meeste muntunies kunnen die twee goed op elkaar worden afgestemd want er is een gemeenschappelijke wetgeving op sociaal en economisch gebied en is er dus maar één fiscale politiek.
In de eurozone zijn er echter 19 lidstaten met elk de eigen wetgeving en dus eigen fiscale politiek. Die wetgeving is niet gemeenschappelijk te maken door de enorme onderlinge verschillen.
De monetaire politiek van de ECB kan derhalve nooit optimaal afgestemd worden op de fiscale politiek van de lidstaten en omgekeerd. Het droeve gevolg is dat er geschipperd moet worden en schipperen levert nooit een optimaal resultaat op. 

Er zijn, wat die fiscale politiek betreft, echter twee gemeenschappelijke eisen, in de verdragen vastgelegd en  verder in directieven uitgewerkt.
Een maximaal begrotingstekort van 3% om Brussels ingrijpen met (imaginaire) sancties te voorkomen en een maximale staatsschuld van 60% van het Bruto Binnenlands Product. Waar geen lidstaat zich om bekommert is dat in theorie slechts 0,5% begrotingstekort geoorloofd is.
Omdat het economisch potentieel van de lidstaten zo ver uiteenloopt is dit geworden tot een toekomstvisie waarin door de eurozone per lidstaat plannen worden ontworpen die in een periode van 20 jaar zouden moeten leiden tot voldoen aan deze eisen. Financiële eisen, geen economische. Ik laat in het midden dat ik twintig jaar groei wel een forse wissel op de toekomst vind zijn. De laatste twintig jaar is het niet gelukt en nu zijn de staatsschulden ook nog eens prohibitief hoog.
Dan laten we de staten die een speciaal bezuinigings/hervormings regime krijgen in ruil voor een bailout,  geldlening onder voorwaarden door het ESM (European Stability Mechanism) buiten beschouwing.

Om dat begrotingstekort van maximaal 3% om aan Brussels toezicht te ontkomen te bereiken is er een aantal mogelijkheden die, zo geloof ik,  allemaal misschien wel even veel nadelen als voordelen hebben.

De eerste en gemakkelijkste is de belastingen en heffingen voor particulieren en bedrijfsleven te verhogen. Dat vergroot de inkomsten van de staat en verkleint dus het begrotingstekort.
Het gevolg is minder investeringsruimte of geringere winst voor het bedrijfsleven en verminderde koopkracht voor de particulieren. Niet de ideale wijze dus om de economie te stimuleren, integendeel.

Een tweede is bezuinigingen, dat wil zeggen het verminderen van de uitgaven van de overheid. Hier komt men op het terrein van de politieke kleur van de staat. Verminderen kan komen door het kaasschaven op alle gebieden van de overheid, het verminderen van de uitgaven voor sociale zekerheid, pensioenen, subsidies e.d. Politici hebben echter de neiging om zodra de toestand iets verbetert onmiddellijk weer te gaan uitgeven. Onverantwoord uitgeven levert meer stemmen op dan verantwoord minder uitgeven.

Een derde is het privatiseren van nutsbedrijven, d.w.z. alle aktiviteiten die voor de burgers noodzakelijk zijn en dus de kosten ervan voor de overheid of via verplichte nering door de burgers.
Gas, electriciteit, water, ziekenverzorging, vervoer, onderwijs, ouderenzorg, infrastructuur.  Daarbij is de veronderstelling dat door deze privatisering concurrentie zal ontstaan en dus lagere kosten voor de particulier. De ervaring leert dat dat  een loos argument is.
Vaak is het middel erger dan de kwaal. Bijvoorbeeld in plaats van een door het parlement gecontroleerde organisatie komt er een aantal met elk bestuur en management (wet van Parkinson) en hoge beheerskosten en ongecontroleerd hoewel publiek gefinancierd. Je behoeft geen doorgewinterde socialist te zijn om dat in te zien.

Het afstoten van taken naar lagere overheden tegen een budget dat lager is dan de staatsuitgaven ervoor. Zie de gevolgen bij de problemen van de zorg.

Het is duidelijk dat geen van deze bezuinigingen de economie steunen. Vaak zijn het verschuivingen die de staat misschien enige besparingen opleveren maar meestal de particulier hogere kosten. Dus koopkracht verlagend.

Naast deze bezuinigingen die het begrotingstekort direct moeten terugdringen  ziet men de interne devaluatie. Dat is een euphemisme voor loonsverlagingen meestal alleen in het bedrijfsleven.
De achterliggende gedachte is dat door het verlagen van de lonen de productiekosten voor de industrie verminderen waardoor een betere concurrentiepositie op de wereldmarkt ontstaat. Door de grotere export stijgt het BBP zodat de belastingopbrengst stijgt en het begrotingstekort daardoor percentage gewijs daalt. Bovendien zal daardoor het aantal arbeidsplaatsen toenemen zodat de uitgaven voor sociale zorg afnemen.
Dat door deze loonsverlagingen de koopkracht van de werkende bevolking (niet van degenen die niet door deze loonsverlagingen getroffen worden, vaak de door de grondwet of wet beschermde groepen) uitholt wordt op de koop toegenomen.
Voorts moet de bureaucratie sterk worden teruggedrongen zodat het het bedrijfsleven gemakkelijker kan inspelen op de nieuwe eisen van de globale economie en de best mogelijke concurrentiepositie verwerft. 

De eurozone bevindt zich bovendien in een speciale positie. De lidstaten zijn gebonden aan de euro. De lidstaten zijn zelfstandig, alleen gebonden aan de eurozone voorwaarden voor de fiscale politiek en onderworpen aan de monetaire politiek van de ECB waarop zij geen invloed kunnen uitoefenen.
Op handelsgebied zijn zij elkaars concurrenten maar gebruiken dezelfde munt. Door interne devaluatie kan dus de ene lidstaat goedkoper gaan produceren dan een andere  lidstaat. De goedkopere staat kan dus door de bestaande vrijhandelszone exporteren naar een duurder producerende staat. Dat wil dus zeggen dat het behaalde economische voordeel gaat ten nadele van de economie van de andere staat. Het gevolg zal zijn dat ook de andere staat de interne devaluatie zal gaan toepassen om het evenwicht weer te herstellen. Maar voor de eurozone als geheel maakt het niets uit.
Diezelfde concurrentie bestaat ook voor export naar buiten de eurozone. Ook daar geldt het meest aantrekkelijke assortiment, beste kwaliteit/prijs verhouding.
Bij zowel exporten naar de buitenmarkt als transacties op de binnen euromarkt speelt de economische potentie van de lidstaten een grote rol. Voor de ene lidstaat is de euro ondergewaardeerd voor de economie, voor een andere overgewaardeerd.
Dat wordt zichtbaar in de export en binneneuro transacties. Dat is voor de ene lidstaat een voordeel de euro te hebben, voor een andere lidstaat een nadeel.
Die andere zou door een devaluatie een betere kans krijgen maar door die ene euro blijft dat beperkt tot de asociale interne devaluatie die alleen een groep treft en de koopkracht onderuit haalt.
Dat betekent dat voor een sterke lidstaat de sterke daling van de wisselkoers van de euro het laatste jaar door de lage rente en QE, met dezelfde effecten als een devaluatie,  de al bestaande  export meer bevordert dan voor de zwakkere lidstaten voor wie de zwakkere euro nog steeds te duur is en de import van grondstoffen en brandstof een zwaardere last vormt dan voor de sterkere.

Al die maatregelen zijn een ondoelmatig middel om de nadelen van de ene munt voor al die economisch ver uiteenlopende lidstaten te compenseren.

Een fiscale unie verandert niets aan deze discrepanties  maar subsidieert alleen de minder presterende lidstaten met het geld van de sterkere via de geld transfers die dan onvermijdelijk zijn om de eurozone intact te houden. Omdat de sociale en belasting wetgevingen van de lidstaten zo ver uiteen lopen zijn die geldstromen niet te controleren en bovendien sociaal onaanvaardbaar. Denk bijvoorbeeld  aan de verschillende pensioenleeftijden, uitkeringsregels en hoogten.
Alleen bij een echte politieke unie met één democratisch gekozen parlement met volledige bevoegdheden, één regering die steunt op een meerderheid in het parlement en één en dezelfde wetgeving op economisch en financieel gebied zouden deze geldtransfers op de juiste wijze kunnen plaatsvinden.
Dan nog moet je je afvragen of dat redelijk zou zijn. Er zijn immers lidstaten die zwaar bezuinigd hebben en nu met een armere bevolking economisch betere resultaten hebben en lidstaten die de hervormingen schuwen en dan daarvoor beloond zouden worden met subsidies.

De huidige bestuursvorm van de EU, want dat zou tenslotte het bevoegd gezag van de eurozone zijn, voldoet trouwens absoluut niet aan deze eisen, evenmin is er een gemeenschappelijke wetgeving.
Het is vrijwel ondenkbaar dat de regeringen van de lidstaten en zeker de bevolkingen van de lidstaten zo'n politieke unie zouden goedkeuren. Bij verkiezingen ziet men een kritischer houding.

Er is slechts een oplossing. De eurozone geleidelijk in een aantal jaren opheffen door eerst een nationale munt naast de euro in te voeren. Deze eigen munten moeten een variabele waarde ten opzichte van de euro krijgen naar de sterkte/zwakte van elke lidstaat. Dan ontstaat een evenwicht waarna de euro kan vervallen. De kern van de EU, de vrijhandelszone, is een garantie dat de staten geen protectionistische handels politiek kunnen gaan voeren.

Dan blijft nog de afhandeling van de gigantische schuld die de lidstaten tijdens deze vijftien jaren eurozone hebben opgebouwd. Op 8% na (optimistisch berekend) het gehele jaarinkomen (GDP) van de gehele eurozone. Alsof u als huishouden een schuld hebt zonder dekking van één jaar salaris.

Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.





        




Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire