Tweedracht en Macht
Als je met pensioen bent heb je de gelegenheid je bezig te houden met
allerlei zaken waar je daarvoor geen tijd had.
Toen moest je aannemen dat de politici op wie je stemde je belangen goed
dienden.
Na mijn pensionering ben ik geboeid geraakt juist door die zaken, zoals de
Europese Unie en de eurozone.
Het gaat niet goed met beide en ik ben gaan piekeren waar de oorzaak ervan
zou kunnen liggen.
Want het is niet eenvoudig de crisis situatie waarin de Europese Unie zich
in rap tempo begint te bevinden te verklaren.
De oorsprong ervan is wellicht in twee twistpunten te vangen.
De eerste is dat de lidstaten de Europese Unie op twee verschillende manieren
kunnen zien.
De ene groep ziet de EU als een federatie van nationale zelfstandige staten
die een aantal gemeenschappelijke belangen door die EU laat behartigen zoals in
het verdrag van Lissabon is overeengekomen.
De andere ziet in de frase "ever closer union" van dat verdrag
een aanwijzing dat er een steeds verder in elkaar opgaan van die lidstaten is
zodat er tenslotte een superstaat ontstaat met daarvan afhankelijke deelstaten.
De ene groep ziet die zelfstandigheid en soevereiniteit van de lidstaten in
de artikelen in het Verdrag van Lissabon die de taken aan de EU toegewezen
opsomt, ook de taken die zowel door de EU als door de lidstaten worden
behartigd met dien verstande dat de lidstaten daarin voorrang hebben als dat
beter is (het subsidiariteits beginsel) en de mededeling dat alle andere zaken
aan de lidstaten toevallen.
Dat omvat ook de fiscale politiek die de kern vormen van die zelfstandigheid.
De andere groep ziet men gesteund door de uitspraken van het Europees Hof
van Justitie die wijzen nadrukkelijk op de "closer union" als een
soort utiliteitsprincipe. Dat is de zienswijze dat de EU anders niet volledig
kan functioneren. De lidstaten moeten daarom meer bevoegdheden overdragen aan
de EU. Dat levert van enkele kanten het verwijt op dat het hof geen juridische
maar politieke uitspraken doet. De EU is allesoverstijgend de lidstaten zijn
ondergeschikt.
Het tweede twistpunt is gelegen in de historie van de Europese Unie.
De kern van de Europese landen is te vinden in de westelijke lidstaten,
vooral Frankrijk en Duitsland, in beginsel ook om die twee uit elkaar en bij
elkaar te houden.
De een gaf en de ander gaf, de een nam en de ander nam.
Dat begon in de kolen en staalgemeenschap, die groeide uit tot de Europese
Economische Gemeenschap en die liep uit op de Europese Unie.
Daar heeft dus een groei proces
plaatsgevonden van economische samenwerking tot ook politieke samenwerking.
De eerste deelnemers waren West Duitsland, Frankrijk, Italië en de Benelux (België, Nederland, Luxemburg). Dat aantal heeft
zich in de loop van de tijd uitgebreid tot 28 lidstaten.
Terwijl de beginlidstaten dus dit groeiproces hebben doorlopen hebben de
latere lidstaten zich aangesloten bij een bestaand systeem waar zij zich in
moesten passen en waarin zijn hun eigen voordeel zagen. Subsidies, handelsvrijheid, bescherming tegen Rusland.
Maar een systeem ontworpen door de kernleden die zich ook als de hoeders ervan zagen.
Nog steeds zien we het koppel Duitsland Frankrijk als leiders optreden.
Voor de kernlanden een vrij normale zaak maar voor de nieuwe lidstaten niet.
Zolang dit systeem niet de identiteit van die nieuwe lidstaten raakt is dat
geen gevaar. Zodra echter, zoals nu, de nieuwe staten zich voelen overweldigd
door de kernstaten blijkt dat zij hun identiteit niet prijs willen geven. Dat
geldt ook voor wat men zo graag de peripherie lidstaten noemt. Uit die naam
spreekt al het onderscheid.
Wat de ontwikkelingen in de ene richting of de andere vertroebelt is dat er
geen keuze wordt gemaakt. Natuurlijk is er het voortdurend luidruchtig hameren
op een superstaat door Verhofstat en anderen dat soms als ongevaarlijk en licht
vermakelijk wordt beschouwd. Dat is echter de schijn. Want vrijwel ongemerkt
worden er kleine stapjes genomen in de richting van die superstaat. Dat gebeurt
zodra er een probleem is waar de EU zich niet op voorbereid heeft. Om dat probleem
niet op te lossen maar aan te pakken is vrijwel altijd nodig dat er meer
bevoegdheid naar de EU gaat en weggenomen wordt bij de lidstaten.
Dat is het duidelijkst zichtbaar bij die lidstaten die de euro hebben
ingevoerd.
Die euro kan niet functioneren in een samenstel van staten die economisch
en misschien ook cultureel behoorlijk van elkaar afwijken. Staten waarvan de
economische potentie ver uit elkaar ligt. Zoals Blanchard, na zijn pensionering
als hoofd Europa van het IMF, nu zegt dat ook een fiscale unie geen oplossing
biedt omdat die potentie er nu eenmaal niet is. Ook een politieke unie is geen
oplossing. Want die bieden geen grotere economische potentie maar alleen een
subsidie om de gevolgen ervan te compenseren. Zo'n politieke unie komt dan in
de plaats van solidariteit. Een
politieke unie vervangt die solidariteit door wetmatigheid.
Maar wel zien we dat de eurozone bij
elke crisis situatie een stap verder wil doen naar wat zij integratie noemen
maar wat in feite steeds een volgend
stapje naar die centralistische superstaat is. Zonder een oplossing voor het
probleem te zijn maar alleen een toedekking.
Door die euro ontstaat onmin bij de bevolking want die krijgt te maken met
de gevolgen van die mismatch, dat bij elkaar brengen van het onverenigbare. Dat
zien we nu in de verkiezingsuitslagen in Griekenland, Portugal en ook in Polen,
dat ook geen neiging heeft op de euro over te gaan.
We zien dan ook de reacties die ontstaan als de bevolking door de
verkiezingen die onmin laat blijken en een andere koers wil.
In Griekenland gesmoord door gebruik te maken van de euro.
Griekenland kon geen eigen munt maken en was dus machteloos tegenover het
snijden in de kredieten. Griekenland werd in het gareel gedwongen. Nu bij de derde bailout begint al te blijken
dat Griekenland niet kan voldoen aan de strenge condities. Ze lopen alweer
achter op het tijdschema. Dat is niet primair onwil maar eenvoudig weg wat
modelmatig wordt beraamd praktisch onuitvoerbaar is.
In Portugal hebben de linkse partijen bij de verkiezingen een meerderheid
verworven. Zij mogen van de President geen regering trachten te vormen want die
zou kunnen ingaan tegen de eurozone
afspraken over austerity. Hij wil een minderheidsregering onder de verslagen oud
minister president. Een regering die door de linkse meerderheid geen motie van
wantrouwen kan doorstaan en niet zal kunnen regeren. Een regering die onrust
onder de bevolking veroorzaakt.
In Polen is de regerende partij bij de verkiezingen verslagen. De Recht en
Gerechtigheids partij heeft het regerende Burgerplatform verpletterend verslagen met 39 tegen 23 procent van de
stemmen. Recht en Gerechtigheid verwoorden het achtergebleven oosten van Polen dat
niet profiteert van de groeiende economie. R en G is nationalistisch, wil geen
euro, en uitzonderingen voor de carbon tax of cap and trade, belasting op de
CO2 uitstoot want Polens economie is sterk afhankelijk juist van kolen.
Dijsselbloem dreigt al met het intrekken van of korten op subsidies aan de
oostelijke lidstaten die dwars liggen. Kenners zeggen dat hij daarmee
voornamelijk Polen bedoelt.
De boodschap is duidelijk. De nationale democratie is ondergeschikt aan de
totalitaire EU politiek. Dat wordt nu nog bereikt door financiële middelen in
te schakelen.
Dit wakkert juist de nationalistische gevoelens in de lidstaten aan.
Dat de gevestigde EU elite dat afdoet met de traditionele kreten van
uiterst rechts (of in Portugal uiterst links) en populisme en orde ondermijnend
of zelfs gevaarlijk bewijst hoever deze EU elite is weggegroeid van de
bevolkingen van de lidstaten.
Want al is de elite ervan overtuigd dat de gewone burger niet het
intellectuele niveau heeft om te oordelen over ingewikkelde zaken als de EU neemt
dat niet weg dat die gewone burgers met hun gezond verstand heel goed inzien wat er fout gaat in die EU en
eurozone en dat zij daarvoor de belasting rekening gepresenteerd zullen
krijgen.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire