mardi 27 octobre 2015





 Tweedracht en Macht

Als je met pensioen bent heb je de gelegenheid je bezig te houden met allerlei zaken waar je daarvoor geen tijd had. 
Toen moest je aannemen dat de politici op wie je stemde je belangen goed dienden.
Na mijn pensionering ben ik geboeid geraakt juist door die zaken, zoals de Europese Unie en de eurozone.
Het gaat niet goed met beide en ik ben gaan piekeren waar de oorzaak ervan zou kunnen liggen.
Want het is niet eenvoudig de crisis situatie waarin de Europese Unie zich in rap tempo begint te bevinden te verklaren.
De oorsprong ervan is wellicht in twee twistpunten te vangen.

De eerste is dat de lidstaten de Europese Unie op twee verschillende manieren kunnen zien.
De ene groep ziet de EU als een federatie van nationale zelfstandige staten die een aantal gemeenschappelijke belangen door die EU laat behartigen zoals in het verdrag van Lissabon is overeengekomen.
De andere ziet in de frase "ever closer union" van dat verdrag een aanwijzing dat er een steeds verder in elkaar opgaan van die lidstaten is zodat er tenslotte een superstaat ontstaat met daarvan afhankelijke deelstaten.

De ene groep ziet die zelfstandigheid en soevereiniteit van de lidstaten in de artikelen in het Verdrag van Lissabon die de taken aan de EU toegewezen opsomt, ook de taken die zowel door de EU als door de lidstaten worden behartigd met dien verstande dat de lidstaten daarin voorrang hebben als dat beter is (het subsidiariteits beginsel) en de mededeling dat alle andere zaken aan de lidstaten toevallen.
Dat omvat ook de fiscale politiek die de kern vormen van die zelfstandigheid.

De andere groep ziet men gesteund door de uitspraken van het Europees Hof van Justitie die wijzen nadrukkelijk op de "closer union" als een soort utiliteitsprincipe. Dat is de zienswijze dat de EU anders niet volledig kan functioneren. De lidstaten moeten daarom meer bevoegdheden overdragen aan de EU. Dat levert van enkele kanten het verwijt op dat het hof geen juridische maar politieke uitspraken doet. De EU is allesoverstijgend de lidstaten zijn ondergeschikt.

Het tweede twistpunt is gelegen in de historie van de Europese Unie.
De kern van de Europese landen is te vinden in de westelijke lidstaten, vooral Frankrijk en Duitsland, in beginsel ook om die twee uit elkaar en bij elkaar te houden.
De een gaf en de ander gaf, de een nam en de ander nam.
Dat begon in de kolen en staalgemeenschap, die groeide uit tot de Europese Economische Gemeenschap en die liep uit op de Europese Unie.
Daar heeft  dus een groei proces plaatsgevonden van economische samenwerking tot ook politieke samenwerking.
De eerste deelnemers waren West Duitsland, Frankrijk, Italië en de Benelux (België, Nederland, Luxemburg). Dat aantal heeft zich in de loop van de tijd uitgebreid tot 28 lidstaten.

Terwijl de beginlidstaten dus dit groeiproces hebben doorlopen hebben de latere lidstaten zich aangesloten bij een bestaand systeem waar zij zich in moesten passen en waarin zijn hun eigen voordeel zagen. Subsidies, handelsvrijheid, bescherming tegen Rusland.
Maar een systeem ontworpen door de kernleden  die zich ook als de hoeders ervan zagen.
Nog steeds zien we het koppel Duitsland Frankrijk als leiders optreden. Voor de kernlanden een vrij normale zaak maar voor de nieuwe lidstaten niet.
Zolang dit systeem niet de identiteit van die nieuwe lidstaten raakt is dat geen gevaar. Zodra echter, zoals nu, de nieuwe staten zich voelen overweldigd door de kernstaten blijkt dat zij hun identiteit niet prijs willen geven. Dat geldt ook voor wat men zo graag de peripherie lidstaten noemt. Uit die naam spreekt al het onderscheid.

Wat de ontwikkelingen in de ene richting of de andere vertroebelt is dat er geen keuze wordt gemaakt. Natuurlijk is er het voortdurend luidruchtig hameren op een superstaat door Verhofstat en anderen dat soms als ongevaarlijk en licht vermakelijk wordt beschouwd. Dat is echter de schijn. Want vrijwel ongemerkt worden er kleine stapjes genomen in de richting van die superstaat. Dat gebeurt zodra er een probleem is waar de EU zich niet op voorbereid heeft. Om dat probleem niet op te lossen maar aan te pakken is vrijwel altijd nodig dat er meer bevoegdheid naar de EU gaat en weggenomen wordt bij de lidstaten.
Dat is het duidelijkst zichtbaar bij die lidstaten die de euro hebben ingevoerd.
Die euro kan niet functioneren in een samenstel van staten die economisch en misschien ook cultureel behoorlijk van elkaar afwijken. Staten waarvan de economische potentie ver uit elkaar ligt. Zoals Blanchard, na zijn pensionering als hoofd Europa van het IMF, nu zegt dat ook een fiscale unie geen oplossing biedt omdat die potentie er nu eenmaal niet is. Ook een politieke unie is geen oplossing. Want die bieden geen grotere economische potentie maar alleen een subsidie om de gevolgen ervan te compenseren. Zo'n politieke unie komt dan in de plaats van solidariteit.  Een politieke unie vervangt die solidariteit door wetmatigheid.
Maar wel zien we dat de eurozone  bij elke crisis situatie een stap verder wil doen naar wat zij integratie noemen maar wat  in feite steeds een volgend stapje naar die centralistische superstaat is. Zonder een oplossing voor het probleem te zijn maar alleen een toedekking.

Door die euro ontstaat onmin bij de bevolking want die krijgt te maken met de gevolgen van die mismatch, dat bij elkaar brengen van het onverenigbare. Dat zien we nu in de verkiezingsuitslagen in Griekenland, Portugal en ook in Polen, dat ook geen neiging heeft op de euro over te gaan.

We zien dan ook de reacties die ontstaan als de bevolking door de verkiezingen die onmin laat blijken en een andere koers wil.

In Griekenland gesmoord door gebruik te maken van de euro.
Griekenland kon geen eigen munt maken en was dus machteloos tegenover het snijden in de kredieten. Griekenland werd in het gareel gedwongen.  Nu bij de derde bailout begint al te blijken dat Griekenland niet kan voldoen aan de strenge condities. Ze lopen alweer achter op het tijdschema. Dat is niet primair onwil maar eenvoudig weg wat modelmatig wordt beraamd praktisch onuitvoerbaar is.

In Portugal hebben de linkse partijen bij de verkiezingen een meerderheid verworven. Zij mogen van de President geen regering trachten te vormen want die zou  kunnen ingaan tegen de eurozone afspraken over austerity. Hij wil een minderheidsregering onder de verslagen oud minister president. Een regering die door de linkse meerderheid geen motie van wantrouwen kan doorstaan en niet zal kunnen regeren. Een regering die onrust onder de bevolking veroorzaakt.

In Polen is de regerende partij bij de verkiezingen verslagen. De Recht en Gerechtigheids partij heeft het regerende Burgerplatform verpletterend  verslagen met 39 tegen 23 procent van de stemmen. Recht en Gerechtigheid verwoorden het achtergebleven oosten van Polen dat niet profiteert van de groeiende economie. R en G is nationalistisch, wil geen euro, en uitzonderingen voor de carbon tax of cap and trade, belasting op de CO2 uitstoot want Polens economie is sterk afhankelijk juist van kolen.
Dijsselbloem dreigt al met het intrekken van of korten op subsidies aan de oostelijke lidstaten die dwars liggen. Kenners zeggen dat hij daarmee voornamelijk Polen bedoelt.

De boodschap is duidelijk. De nationale democratie is ondergeschikt aan de totalitaire EU politiek. Dat wordt nu nog bereikt door financiële middelen in te schakelen.

Dit wakkert juist de nationalistische gevoelens in de lidstaten aan.
Dat de gevestigde EU elite dat afdoet met de traditionele kreten van uiterst rechts (of in Portugal uiterst links) en populisme en orde ondermijnend of zelfs gevaarlijk bewijst hoever deze EU elite is weggegroeid van de bevolkingen van de lidstaten.
Want al is de elite ervan overtuigd dat de gewone burger niet het intellectuele niveau heeft om te oordelen over ingewikkelde zaken als de EU neemt dat niet weg dat die gewone burgers met hun gezond verstand  heel goed inzien wat er fout gaat in die EU en eurozone en dat zij daarvoor de belasting rekening gepresenteerd zullen krijgen.















Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire