jeudi 19 février 2015


 

 

Er is meer dan alleen de eurozone

 
In de eurozone, zoals overal inde wereld, gaat het om macht. Zal Griekenland buigen of uit de euro moeten stappen. Houdt Duitsland vast aan de laatste van zijn machtsmiddelen  die hun overblijft, de austerity, of geeft het ook dat uit handen. Vinden de  EU leiders dat er een voorbeeld moet worden gesteld voor andere lidstaten waar de onvrede groeit. Waarom heeft de eurogroep een clausule toegevoegd aan een concept voorstel van de Europese commissie of is dat een misvatting. Begeeft de ECB zich met haar monetaire politiek met betrekking tot Griekenland voluit op politiek terrein of is dat ook hun mandaat. Voldoende vragen en onvoldoende antwoorden.

 

Maar er zijn andere fundamenteel meeromvattende ontwikkelingen. Het evenwicht tussen kapitaal en arbeid bijvoorbeeld. Is het inderdaad zo dat de inkomsten uit arbeid achterblijven bij die uit kapitaal. En als dat zo is wat is dan de oorzaak.

Het is bijvoorbeeld zonneklaar dat de lage rente politiek van de centrale banken de gewone spaarders benadeelt en dat de aandelenmarkt daarvan profiteert gezien het koersenverloop en dat staatsleningen en andere leningen er absurd goedkoop door worden.

Het is ook zonneklaar dat de bij de eurogroep zo favorite "interne devaluatie", een euphemisme voor verlaging van de arbeidskosten door loonsverlagingen, de beloning voor arbeid  verlaagt.

De QE voorziet de banken van geld in ruil voor staatsobligaties en andere gedekte waardepaperien die de banken daarvoor bechikbaar stellen. Een mogelijkheid voor de banken om van dubieuze vorderingen af te komen. De belastingbetaler staat uiteindelijk borg. Ook dat houdt de rente laag en de spaarders arm.

Het is ook zonneklaar dat bij de talloze reorganisaties die er plaatsvinden massaontslagen vallen. Die kunnen economische krimp als oorzaak hebben maar ook de wens meer dividend uit te keren. Ze kunnen ook veroorzaakt worden door automatisering of robotisering die economisch voordeliger zijn.

Loonmatiging kan noodzakelijk zijn uit concurrentieoverwegingen  maar gaat niet gepaard met soortgelijke matiging voor de beheerders en aandeelhouders.

 

Zo kan de verhouding kapitaalopbrengst en arbeidsopbrengst worden gewijzigd. Er zijn echter natuurlijke grenzen voor.

 

Natuurlijk is dit alles gecompliceerd. Landen verschillen, economieën verschillen.

Ik heb echter geprobeerd dit onder te brengen  in een simpel schematje met de geldstromen  dat vele malen herhaald kan worden. 

 


De verwerking kan van alles zijn. wat geldt voor materiaal kan ook gelden voor robots, energie, ruimte. Overal is kapitaal en arbeid voor nodig om te verwerken. Of dat nu een compleet fabricageproces is of een pakje in een vak  leggen.

Overal zijn er geldstromen naar de verschillende compartimenten.


Kapitaal is noodzakelijk voor de geldverschaffing aan de productie en menselijke arbeid is nodig  voor de geldverschaffing aan de consument. Zonder koopkrachtige consument geen verkoop, zonder menselijke arbeid geen koopkrachtige consument.

Kapitaal en betaalde menselijke arbeid houden elkaar in de houdgreep. Haal in het schema het vakje mens weg en je snijdt ook de geldstroom naar afnemer en zo terug naar het kapitaal weg. Natuuurlijk zal het totaal uitschakelen van menselijke arbeid een onmogelijkheid zijn maar de gevolgen van ook gedeeltelijk overbodig maken van menselijke arbeid zal al zijn invloed hebben.

Kapitaal en menselijke arbeid zijn dus altijd met elkaar verweven. De kapitaalverschaffer wil een behoorlijk rendement

op zijn investering en de werkers willen een behoorlijk loon. Als die verhouding scheef loopt ontstaat er economische schade.

Wordt de arbeid te laag betaald dan daalt de koopkracht en de verkoop en productie en het rendement op het kapitaal.

Is het rendement op het kapitaal te gering dan hapert de geldvoorziening voor de productie. De economie stagneert.

Altijd zijn er ontwikkelingen geweest in de hulpmiddelen die de arbeider had om zijn werk te verlichten en zijn productiviteit te verhogen. Door die ontwikkelingen werden andere bekwaamheden van de arbeiders geëist en kwamen er andere arbeidsplaatsen en andersoortig werk bij.

De menselijke arbeid evolueerde zo en breidde zich steeds uit. De uitvinding van het wiel, de gloeilamp, de stoommachine, de industriële revolutie. Ze maakten alle de positie van de werkers anders en eisten daarmee andere bekwaamheden. Maar nooit vervingen ze de mens, ze verhoogden zijn productiviteit en maakten zijn taken minder inspannend.Was daardoor minder menselijke arbeid nodig dan kwam er door die ontwikkelingen andersoortig werk bij.

Zal zich dat ook zo afspelen bij de toenemende robotisering waarbij machines de plaats van de mens innemen en deze overbodig maken. Of komt er daardoor een blijvend gebrek aan vraag naar menselijke arbeid.

Het onderzoeks bureau Pew heeft in september 2014 onderzoek gedaan naar de meningen van informatica deskundigen hierover. 1896 namen deel aan het beantwoorden van de vragen. Algemeen was de mening dat Artificial Intelligence, robots en andere vormen van automatisering  zeer veel van huidige door mensen verrichte arbeid zouden overnemen. Die trend is al begonnen. Over de gevolgen was minder unanimiteit. Ongeveer de helft was van mening dat er, zoals tot nu toe altijd is gebeurd, er andersoortig werk zou ontstaan. Werk waarop nu nog niet door het onderwijs wordt geanticipeerd. Anderen zagen inderdaad een blijvende afname van de vraag naar menselijke arbeid. Er waren er ook die naast de geautomatiseerde arbeid kleinschalige identieke menselijke arbeid zou ontstaan. Maar dat er grote sociale veranderingen zouden komen is duidelijk. Werktijdverkorting bijvoorbeeld. Met andere woorden, niemand weet het.

Een van de belangrijkste punten die niet aan de orde kwamen is de regeling voor de inkomsten van de overbodige werknemers.

Automatisering heeft alleen zin als daardoor de kwaliteit toeneemt, de productiviteit hoger wordt en/of de productiekosten lager. Tenzij men robots prefereert omdat zij geen menselijk gedrag vertonen.

De overheid zou bijvoorbeeld het gebruik van elke robot extra kunnen belasten om iedereen een basisinkomen te kunnen garanderen. De afname van producten blijft daardoor in stand evenals de geldstroom naar het kapitaal.

De energiekosten zullen misschien in de toekomst zo sterk stijgen, bijvoorbeeld door ingrijpen van de overheid,  dat het verschil in kosten tussen robot en werknemer verkleint.

Een probleem daarbij is de globalisering waardoor materiaalaanvoer, de verwerking en afname in verschillende landen plaatsvindt. Er zouden internationale handelsverdragen gesloten moeten worden.

In ieder geval is het niet iets dat op de lange baan geschoven kan. De deskundigen verwachten dat in 2025 deze robotisering al zijn impact zal laten voelen.
 

Er is dus wel meer dan alleen het Griekenland probleem en de eurozone. En nog heel wat gecompliceerder.

 

 

 

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire