Er is meer dan alleen de eurozone
In de eurozone, zoals overal inde wereld, gaat het om macht. Zal
Griekenland buigen of uit de euro moeten stappen. Houdt Duitsland vast aan de
laatste van zijn machtsmiddelen die hun
overblijft, de austerity, of geeft het ook dat uit handen. Vinden de EU leiders dat er een voorbeeld moet worden
gesteld voor andere lidstaten waar de onvrede groeit. Waarom heeft de eurogroep
een clausule toegevoegd aan een concept voorstel van de Europese commissie of
is dat een misvatting. Begeeft de ECB zich met haar monetaire politiek met
betrekking tot Griekenland voluit op politiek terrein of is dat ook hun mandaat.
Voldoende vragen en onvoldoende antwoorden.
Maar er zijn andere fundamenteel meeromvattende ontwikkelingen. Het
evenwicht tussen kapitaal en arbeid bijvoorbeeld. Is het inderdaad zo dat de
inkomsten uit arbeid achterblijven bij die uit kapitaal. En als dat zo is wat
is dan de oorzaak.
Het is bijvoorbeeld zonneklaar dat de lage rente politiek van de centrale
banken de gewone spaarders benadeelt en dat de aandelenmarkt daarvan profiteert
gezien het koersenverloop en dat staatsleningen en andere leningen er absurd
goedkoop door worden.
Het is ook zonneklaar dat de bij de eurogroep zo favorite "interne
devaluatie", een euphemisme voor verlaging van de arbeidskosten door
loonsverlagingen, de beloning voor arbeid
verlaagt.
De QE voorziet de banken van geld in ruil voor staatsobligaties en andere
gedekte waardepaperien die de banken daarvoor bechikbaar stellen. Een
mogelijkheid voor de banken om van dubieuze vorderingen af te komen. De
belastingbetaler staat uiteindelijk borg. Ook dat houdt de rente laag en de
spaarders arm.
Het is ook zonneklaar dat bij de talloze reorganisaties die er plaatsvinden
massaontslagen vallen. Die kunnen economische krimp als oorzaak hebben maar ook
de wens meer dividend uit te keren. Ze kunnen ook veroorzaakt worden door
automatisering of robotisering die economisch voordeliger zijn.
Loonmatiging kan noodzakelijk zijn uit concurrentieoverwegingen maar gaat niet gepaard met soortgelijke
matiging voor de beheerders en aandeelhouders.
Zo kan de verhouding kapitaalopbrengst en arbeidsopbrengst worden
gewijzigd. Er zijn echter natuurlijke grenzen voor.
Natuurlijk is dit alles gecompliceerd. Landen verschillen, economieën
verschillen.
Ik heb echter geprobeerd dit onder te brengen in een simpel schematje met de geldstromen dat vele malen herhaald kan worden.
Overal zijn er geldstromen naar de verschillende compartimenten.
Kapitaal is noodzakelijk voor de geldverschaffing aan de productie en
menselijke arbeid is nodig voor de
geldverschaffing aan de consument. Zonder koopkrachtige consument geen verkoop,
zonder menselijke arbeid geen koopkrachtige consument.
Kapitaal en betaalde menselijke arbeid houden elkaar in de houdgreep. Haal
in het schema het vakje mens weg en je snijdt ook de geldstroom naar afnemer en
zo terug naar het kapitaal weg. Natuuurlijk zal het totaal uitschakelen van
menselijke arbeid een onmogelijkheid zijn maar de gevolgen van ook gedeeltelijk
overbodig maken van menselijke arbeid zal al zijn invloed hebben.
Kapitaal en menselijke arbeid zijn dus altijd met elkaar verweven. De
kapitaalverschaffer wil een behoorlijk rendement
op zijn investering en de werkers willen een behoorlijk loon. Als die
verhouding scheef loopt ontstaat er economische schade.
Wordt de arbeid te laag betaald dan daalt de koopkracht en de verkoop en
productie en het rendement op het kapitaal.
Is het rendement op het kapitaal te gering dan hapert de geldvoorziening
voor de productie. De economie stagneert.
Altijd zijn er ontwikkelingen geweest in de hulpmiddelen die de arbeider
had om zijn werk te verlichten en zijn productiviteit te verhogen. Door die
ontwikkelingen werden andere bekwaamheden van de arbeiders geëist en kwamen er
andere arbeidsplaatsen en andersoortig werk bij.
De menselijke arbeid evolueerde zo en breidde zich steeds uit. De
uitvinding van het wiel, de gloeilamp, de stoommachine, de industriële
revolutie. Ze maakten alle de positie van de werkers anders en eisten daarmee
andere bekwaamheden. Maar nooit vervingen ze de mens, ze verhoogden zijn
productiviteit en maakten zijn taken minder inspannend.Was daardoor minder
menselijke arbeid nodig dan kwam er door die ontwikkelingen andersoortig werk bij.
Zal zich dat ook zo afspelen bij de toenemende robotisering waarbij
machines de plaats van de mens innemen en deze overbodig maken. Of komt er
daardoor een blijvend gebrek aan vraag naar menselijke arbeid.
Het onderzoeks bureau Pew heeft in september 2014 onderzoek gedaan naar de
meningen van informatica deskundigen hierover. 1896 namen deel aan het
beantwoorden van de vragen. Algemeen was de mening dat Artificial Intelligence,
robots en andere vormen van automatisering
zeer veel van huidige door mensen verrichte arbeid zouden overnemen. Die
trend is al begonnen. Over de gevolgen was minder unanimiteit. Ongeveer de
helft was van mening dat er, zoals tot nu toe altijd is gebeurd, er
andersoortig werk zou ontstaan. Werk waarop nu nog niet door het onderwijs
wordt geanticipeerd. Anderen zagen inderdaad een blijvende afname van de vraag
naar menselijke arbeid. Er waren er ook die naast de geautomatiseerde arbeid
kleinschalige identieke menselijke arbeid zou ontstaan. Maar dat er grote
sociale veranderingen zouden komen is duidelijk. Werktijdverkorting
bijvoorbeeld. Met andere woorden, niemand weet het.
Een van de belangrijkste punten die niet aan de orde kwamen is de regeling
voor de inkomsten van de overbodige werknemers.
Automatisering heeft alleen zin als daardoor de kwaliteit toeneemt, de productiviteit
hoger wordt en/of de productiekosten lager. Tenzij men robots prefereert omdat
zij geen menselijk gedrag vertonen.
De overheid zou bijvoorbeeld het gebruik van elke
robot extra kunnen belasten om iedereen een basisinkomen te kunnen garanderen.
De afname van producten blijft daardoor in stand evenals de geldstroom naar het
kapitaal.
De energiekosten zullen misschien in de toekomst
zo sterk stijgen, bijvoorbeeld door ingrijpen van de overheid, dat het verschil in kosten tussen robot en
werknemer verkleint.
Een probleem daarbij is de globalisering waardoor
materiaalaanvoer, de verwerking en afname in verschillende landen plaatsvindt.
Er zouden internationale handelsverdragen gesloten moeten worden.
In ieder geval is het niet iets dat op de lange
baan geschoven kan. De deskundigen verwachten dat in 2025 deze robotisering al
zijn impact zal laten voelen.
Er is dus wel meer dan alleen het Griekenland
probleem en de eurozone. En nog heel wat gecompliceerder.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire