Dwarsverbanden
Vandaag wordt er weer vergaderd door
de ministers van financien van de eurozone over de Griekse impasse Er is achter de schermen druk
overleg geweest dit weekend in hoeverre afspraak is afspraak te combineren valt
met het Griekse standpunt dat de bailout
periode nu afloopt en nieuwe onderhandelingen met minder voorwaarden en
kwijtschelding van de halve Griekse staatsschuld nodig zijn. Compromissen of
Grexit.
Dat leidt de aandacht af van andere knelpunten in de eurozone zoals de
tegenvallende te trage groei of zelfs stagnatie in sommige lidstaten en de
oorzaken ervan. Dat door de lagere olieprijzen in dollars - waar de eurozone
overigens maar matig van profiteert door de meer dan 10% val van de euro tov de
dollar - de prognoses iets gunstiger
zijn geworden doet daar niet veel aan af. Dat is een ontwikkeling buiten de
eurozone.
Vergelijk de economische ontwikkeling in de USA en de eurozone na 2011. De
USA hebben een snelle positieve ontwikkeling doorgemaakt met een flinke groei
en een gestage teruggang in het aantal werklozen.
Donderdag avond j.l. heeft Juncker tijdens de vergadering van de europese
commissie deze vergelijking gebruikt om aan te tonen dat Europa niet kan
functioneren als men zich niet houdt aan
doelstellingen en er een gebrek is aan mechanieken om de economieën te doen
convergeren.
De eurozone is niet zo goed uit de crisis hersteld als de USA wat zou
kunnen betekenen dat een incomplete monetaire unie zich veel langzamer aanpast
dan een vollediger institutioneel kader.
De Europese leiders zijn echter ambivalant wat betreft een grotere
integratie van hun muntunie.
De Fransen vrezen dat hun meer gevraagd zal worden aan structurele
hervormingen zoals flexibilisering van de arbeidsmarkt, de Duitsers zijn niet.
geneigd tot meer solidariteit. Zo heeft elke lidstaat zijn eigen bezwaar.
Alvorens verder te gaan dan de al gedane
voorstellen van 2012 heeft Juncker nu aan de Europese leiders gevraagd
aan de hand van een aantal vragen over de regeringswijze van de eurozone zich
te binden aan hervormingen om de groei op de lange duur van de eurozone te
verbeteren. Het eindrapport wordt in juni
verwacht.
Deze vergelijking met de USA zo vaak ten onrechte door de EU gebruikt gaat ook
dit keer behoorlijk mank. De snelle groei in de USA is goeddeels te danken aan
de opkomst van het schaliegas dat de energie prijzen enorm deed dalen zodat de
koopkracht van de burgers flink toenam terwijl de productiekosten van de
industrie evenredig flink afnamen. Dat dat een stevige stimulans voor
economische groei is staat buiten kijf.
Een ander verschil is de financiële verantwoordelijkheid. In de USA kan een
staat failliet gaan en moet dat zelf oplossen. Neem als voorbeeld Californië
dat enkele jaren terug bijna failliet ging en door eigen maatregelen dat moest
voorkomen en dat ook deed. Geen bailouts die de verantwoordelijkheid bij de
federale regering en dus de andere staten leggen.
Nog afgezien van de flexibeler arbeidsmarkt in de USA is de
arbeidsmobiliteit daar niet te vergelijken met die in de eurozone of EU, de
taalproblemen die daarbij in de de EU optreden bestaan in de USA niet.
Zo kan men nog meer verschillen opnoemen.
Dat de verschillen in economische potentie in de eurozone lidstaten
beïnvloed worden door de verschillen in wetgeving op sociaal en arbeidsgebied
is duidelijk. Dat een fiscale unie met instandhouding van die verschillen
onbestuurbaar zou zijn is evenzeer zeker. Het zou een profiteren van de ene staat van de andere door die verschillen
in de hand werken. Neem als simpel voorbeeld de pensioenleeftijd.
De Europese leiders zijn daardoor inderdaad ambivalent over verdere
financiële integratie van welke vorm dan ook.
Maar de oorzaak daarvoor ligt ook vast in het verdrag van Lissabon dat de
financiële macht verdeelde tussen de ECB die prijsstabiliteit en waarde van de
euro moest bewaken en de onafhankelijke lidstaten die met hun eigen fiscale
zaken, begrotingen, belastingen en heffingen en toekenning van middelen belast
werden.
Met zoveel woorden werd zelfs directe financiële hulp van lidstaat aan
lidstaat of ECB aanlidstaat verboden. Allerlei niet legale sluipwegen werden
aangelegd om daaraan te ontkomen en de ECB breidde zijn arbeidsveld ver uit.
Om een fiscale unie verdragsmatig mogelijk te maken is dus een wijziging
van het verdrag van Lissabon, een aanpassing aan die wens voor of noodzaak van
zo'n unie nodig. En die clausule over directe hulp verbod is er niet voor niets
in opgenomen. Het verdrag eist de eigen financiële verantwoordelijkheid van de
lidstaten door dit verbod.
Als de ontwikkelingen sinds het afsluiten ervan zo sterk veranderd zijn dat
een fiscale unie, met alle randvoorwaarden voor gelijke regelgeving daarbij,
noodzakelijk is voor de EU (de EMU is immers het eindstation) dan kan dat niet
deels op slinkse of halfzachte wijze met
ontduiking van het verdrag plaatsvinden maar moet worden geautoriseerd door een
verdragswijziging.
Het verdrag van Lissabon miste op een haar na de status van grondwet maar
heeft veel groter starheid. De Nederlandse grondwet bijvoorbeeld kan met een
twee derde meerderheid van de stemmen gewijzigd worden. Het verdrag van
Lissabon echter vereist voor een wijziging unanimiteit. Eén enkele staat kan
dat tegenhouden. Bovendien moeten alle parlementen de wijzigingen goedkeuren.
Want de lidstaten zijn onafhankelijk.
Dat is niet slim in een tijdperk van juist enorme ontwikkelingen in de
maatschappij en tussen de landen in de wereld. Snelle aanpassing aan nieuwe
verhoudingen of technieken is daardoor niet mogelijk. Een voorbeeld daarvan is
het vrije verkeer zoals vastgelegd in het verdrag. Niemand kon toen bevroeden
hoe dat uit de hand kon lopen.
De Europese leiders kunnen erg ver gaan in de uitleg van de bepalingen van
het verdrag zoals de afgelopen jaren is gebleken maar ook daar zijn er grenzen.
Het verdrag staat eenvoudigweg een volledige fiscale unie niet toe. Elke
lidstaat blijft verantwoordelijk voor zijn fiscaal beleid. Er zijn alleen grove
grenzen bepaald voor opbouw schuld en grootte begrotingstekort. En door een
onderhands verdrag een centraal toezicht hierop dat tot nu toe heeft
uitgeblonken door falen. De maximale staattschuld mocht de zestig procent niet
overschrijden. De totale staatsschuld in de eurozone bedraagt (er zijn
verschillende wijzen van berekening) meer dan 90% van het eurozone BBP. Het
maximale begrotingstekort zonder ingrijpenvan Brussel bedraagt 3 procent en het
structureel toegestane 0,5 procent. Alleen Duitsland houdt zich aan dat laatste
en ondervindt daat grote kritiek over. Zelfs die drie procent is voor een
aantal staten onhaalbaar.
Onder die omstandigheden een fiscale unie scheppen betekent alleen maar een
constante geldstroom op gang te brengen van lidstaten die beter scoren op de
3/60 % schaal naar de listaten die daar boven blijven
Zoals naar Griekenland Maar dan zonder enige voorwaarden daarbij.
Het verdrag van Lissabon wil nu juist dat voorkomen. Er zijn altijd dwarsverbanden al ziet men ze niet direct.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire