lundi 16 février 2015


Dwarsverbanden
 
 
Vandaag wordt  er weer vergaderd door de ministers van financien van de eurozone over de  Griekse impasse Er is achter de schermen druk overleg geweest dit weekend in hoeverre afspraak is afspraak te combineren valt met het Griekse standpunt dat  de bailout periode nu afloopt en nieuwe onderhandelingen met minder voorwaarden en kwijtschelding van de halve Griekse staatsschuld nodig zijn. Compromissen of Grexit.

Dat leidt de aandacht af van andere knelpunten in de eurozone zoals de tegenvallende te trage groei of zelfs stagnatie in sommige lidstaten en de oorzaken ervan. Dat door de lagere olieprijzen in dollars - waar de eurozone overigens maar matig van profiteert door de meer dan 10% val van de euro tov de dollar -  de prognoses iets gunstiger zijn geworden doet daar niet veel aan af. Dat is een ontwikkeling buiten de eurozone.

Vergelijk de economische ontwikkeling in de USA en de eurozone na 2011. De USA hebben een snelle positieve ontwikkeling doorgemaakt met een flinke groei en een gestage teruggang in het aantal werklozen.

Donderdag avond j.l. heeft Juncker tijdens de vergadering van de europese commissie deze vergelijking gebruikt om aan te tonen dat Europa niet kan functioneren  als men zich niet houdt aan doelstellingen en er een gebrek is aan mechanieken om de economieën te doen convergeren.

De eurozone is niet zo goed uit de crisis hersteld als de USA wat zou kunnen betekenen dat een incomplete monetaire unie zich veel langzamer aanpast dan een vollediger institutioneel kader.

De Europese leiders zijn echter ambivalant wat betreft een grotere integratie van hun muntunie.

De Fransen vrezen dat hun meer gevraagd zal worden aan structurele hervormingen zoals flexibilisering van de arbeidsmarkt, de Duitsers zijn niet. geneigd tot meer solidariteit. Zo heeft elke lidstaat zijn eigen bezwaar.

Alvorens verder te gaan dan de al gedane  voorstellen van 2012 heeft Juncker nu aan de Europese leiders gevraagd aan de hand van een aantal vragen over de regeringswijze van de eurozone zich te binden aan hervormingen om de groei op de lange duur van de eurozone te verbeteren. Het eindrapport wordt in juni  verwacht.

Deze vergelijking met de USA zo vaak ten onrechte door de EU gebruikt gaat ook dit keer behoorlijk mank. De snelle groei in de USA is goeddeels te danken aan de opkomst van het schaliegas dat de energie prijzen enorm deed dalen zodat de koopkracht van de burgers flink toenam terwijl de productiekosten van de industrie evenredig flink afnamen. Dat dat een stevige stimulans voor economische groei is staat buiten kijf.

Een ander verschil is de financiële verantwoordelijkheid. In de USA kan een staat failliet gaan en moet dat zelf oplossen. Neem als voorbeeld Californië dat enkele jaren terug bijna failliet ging en door eigen maatregelen dat moest voorkomen en dat ook deed. Geen bailouts die de verantwoordelijkheid bij de federale regering en dus de andere staten leggen.

Nog afgezien van de flexibeler arbeidsmarkt in de USA is de arbeidsmobiliteit daar niet te vergelijken met die in de eurozone of EU, de taalproblemen die daarbij in de de EU optreden bestaan in de USA niet.

Zo kan men nog meer verschillen opnoemen.

Dat de verschillen in economische potentie in de eurozone lidstaten beïnvloed worden door de verschillen in wetgeving op sociaal en arbeidsgebied is duidelijk. Dat een fiscale unie met instandhouding van die verschillen onbestuurbaar zou zijn is evenzeer zeker. Het zou een profiteren van de  ene staat van de andere door die verschillen in de hand werken. Neem als simpel voorbeeld de pensioenleeftijd.

De Europese leiders zijn daardoor inderdaad ambivalent over verdere financiële integratie van welke vorm dan ook.

Maar de oorzaak daarvoor ligt ook vast in het verdrag van Lissabon dat de financiële macht verdeelde tussen de ECB die prijsstabiliteit en waarde van de euro moest bewaken en de onafhankelijke lidstaten die met hun eigen fiscale zaken, begrotingen, belastingen en heffingen en toekenning van middelen belast werden.

Met zoveel woorden werd zelfs directe financiële hulp van lidstaat aan lidstaat of ECB aanlidstaat verboden. Allerlei niet legale sluipwegen werden aangelegd om daaraan te ontkomen en de ECB breidde zijn arbeidsveld ver uit.

Om een fiscale unie verdragsmatig mogelijk te maken is dus een wijziging van het verdrag van Lissabon, een aanpassing aan die wens voor of noodzaak van zo'n unie nodig. En die clausule over directe hulp verbod is er niet voor niets in opgenomen. Het verdrag eist de eigen financiële verantwoordelijkheid van de lidstaten door dit verbod.

Als de ontwikkelingen sinds het afsluiten ervan zo sterk veranderd zijn dat een fiscale unie, met alle randvoorwaarden voor gelijke regelgeving daarbij, noodzakelijk is voor de EU (de EMU is immers het eindstation) dan kan dat niet deels op slinkse  of halfzachte wijze met ontduiking van het verdrag plaatsvinden maar moet worden geautoriseerd door een verdragswijziging.

Het verdrag van Lissabon miste op een haar na de status van grondwet maar heeft veel groter starheid. De Nederlandse grondwet bijvoorbeeld kan met een twee derde meerderheid van de stemmen gewijzigd worden. Het verdrag van Lissabon echter vereist voor een wijziging unanimiteit. Eén enkele staat kan dat tegenhouden. Bovendien moeten alle parlementen de wijzigingen goedkeuren. Want de lidstaten zijn onafhankelijk.

Dat is niet slim in een tijdperk van juist enorme ontwikkelingen in de maatschappij en tussen de landen in de wereld. Snelle aanpassing aan nieuwe verhoudingen of technieken is daardoor niet mogelijk. Een voorbeeld daarvan is het vrije verkeer zoals vastgelegd in het verdrag. Niemand kon toen bevroeden hoe dat uit de hand kon lopen.

De Europese leiders kunnen erg ver gaan in de uitleg van de bepalingen van het verdrag zoals de afgelopen jaren is gebleken maar ook daar zijn er grenzen.

Het verdrag staat eenvoudigweg een volledige fiscale unie niet toe. Elke lidstaat blijft verantwoordelijk voor zijn fiscaal beleid. Er zijn alleen grove grenzen bepaald voor opbouw schuld en grootte begrotingstekort. En door een onderhands verdrag een centraal toezicht hierop dat tot nu toe heeft uitgeblonken door falen. De maximale staattschuld mocht de zestig procent niet overschrijden. De totale staatsschuld in de eurozone bedraagt (er zijn verschillende wijzen van berekening) meer dan 90% van het eurozone BBP. Het maximale begrotingstekort zonder ingrijpenvan Brussel bedraagt 3 procent en het structureel toegestane 0,5 procent. Alleen Duitsland houdt zich aan dat laatste en ondervindt daat grote kritiek over. Zelfs die drie procent is voor een aantal staten onhaalbaar.

Onder die omstandigheden een fiscale unie scheppen betekent alleen maar een constante geldstroom op gang te brengen van lidstaten die beter scoren op de 3/60 % schaal naar de listaten die daar boven blijven

Zoals naar Griekenland Maar dan zonder enige voorwaarden daarbij.
Het verdrag van Lissabon wil nu juist dat voorkomen.

Er zijn altijd dwarsverbanden al ziet men ze niet direct.
 

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire