mercredi 30 septembre 2015





Vandaag eens over overheid en nutsbedrijven en wie de baas is.

Het toneelstuk over ProRail gisteravond met de staatssecretaris toonde de complicaties die ontstaan als je iets financiert waar je niets meer over te zeggen hebt. Afgezien van de hoe de tweede kamer over het algemeen functioneren van de staatssecretaris  denkt.

Publiek geld moet ook publiek verantwoord worden.
Dat lijkt een redelijk statement maar het is niet zoals het is.
Nederland heeft, net zoals zoveel andere landen, de meeste wat ik noem nutsbedrijven waaronder ik ook zorg en onderwijs e.d. zie geprivatiseerd.
Die privatisering zou de marktwerking, dus de prijs kwaliteit verhouding ten goede komen en de overheid tot zijn kerntaken terugbrengen..
De overheid bepaalt de budgets als het geld uit de begroting wordt verstrekt en de bevolking brengt in andere gevallen via gedwongen nering de nodige middelen op.
In beide gevallen dus publiek geld.
Door die privatisering en marktwerking kan de overheid alleen zeer indirect of zelfs in het geheel niet controle uitoefenen op de besteding of zelfs omvang van deze publieke middelen.
Maar desondanks blijft de overheid toch invloed uitoefenen op het werkgebied van die "bedrijven" door aanvullende of nieuwe wetgeving over inhoud, omvang en soms zelfs uitvoering.

Deze privatisering heeft er toe geleid dat de zo tot stand gekomen bedrijven, zich als bedrijven gingen opstellen.
Ten onrechte want er is geen sprake van echte concurrentie, in veel gevallen is er een monopolie en in andere gedwongen nering zonder echte concurrentie op prijs kwaliteit en door de klant kiezen of hij wel of niet gebruik wil maken van een dienst.
Want hij moet meedoen, kan niet "neen" zeggen.. Als er meer van dit soort "bedrijven" is dan is er geen echte concurrentie zoals in het echte bedrijfsleven waar het gaat om voortbestaan en renderen, winst maken en klanten tot kopen verleiden.
Door die verzelfstandiging vervielen de traditionele rijks en gemeente salarissschalen en werden in onderling overleg de salarissen van het top management bepaald, waarbij raden van bestuur of commissarissen (vaak onderling aangetrokken en vol dwarsverbanden) of niet ingreep of veel hogere salarissen dan bij de oude  rijksschalen een logische ontwikkeling vonden.  De salarissen van het uitvoerend  personeel werden via cao's geregeld.
Het gegeven dat beleid en beheer aantrekkelijker is dan uitvoering van dat beleid leidde tot uitbreiding van management(taken) en dus tot minder fondsen voor wat breed gezegd de werkvloer genoemd wordt.
Drie factoren dus die tot wanverhoudingen kunnen leiden, grootte van management in verhouding tot werkers en wanverhouding in salaris tussen de twee categorieën en de onmogelijkheid voor "klanten" om van gebruik af te zien.
ProRail is daar een sprekend voorbeeld van waarbij nu het parlement min of meer terugeist wat het voorheen uit handen heeft gegeven. Het toezicht op de  besteding van de ter beschikking gestelde middelen. Maar zij hebben dat recht uit handen gegeven.
ProRail is natuurlijk niet het enige voorbeeld. Neem de zorg waar de wantoestanden alleen maar toenemen. De overheid schept daarbij een denkbeeldig goed functionerend raamwerk dat in de praktijk niet kan werken. Maar op papier valt alles kloppend te regelen. Daarmee wordt de verantwoordelijkheid afgeschoven op degenen die het onmogelijke moeten uitvoeren.
Zo krijgt de overheid een papieren functie.
Loopt het dan zodanig fout als bij ProRail waardoor er bij het publiek onrust of grote ergernis ontstaat dan loopt het weer fout bij het tot verantwoording roepen van bewindslieden die er geen zeggenschap over hebben maar wel de verantwoordelijkheid voor de budgetten, de begrotingen dragen.
Dan ontstaat de onontknoopbare situatie dat de uitvoerder niet kan uitvoeren wat nodig is door de budgetering en de budgetverstrekker niet uit de weg kan met de bestedingswijze van dat budget.  Dat gebeurt pas als er een onhoudbare situatie is ontstaan, dus te laat. En omdat er een monopolie is kan niet worden nagegaan of er een alternatief is.
De overheid die door de burgers opgebrachte  belastingen en heffingen beheert is ook aan die burgers verantwoording schuldig over de besteding ervan en moet daarom ook eisen stellen over de besteding en moet daarin zo nodig kunnen ingrijpen.
Een begin daarvan zou zijn als de overheid weer de salarissen gaat bepalen van de management en uitvoerend personeel van publiek bekostigde instellingen en de aantalsverhoudingen tussen die twee. Geen bonussen. 
Dat zou voor een groot deel het groeiend ongenoegen van de mensen wegnemen over wat velen zien als de zelfverrijking van categorieën bestuurders en beheerders van met publiek geld gefinancierde diensten en de uitvoering ervan verbeteren.
Maar zelf vind ik dat diensten met overheids geld gefinancierd waar burgers verplicht gebruik van moeten maken ook geheel in overheidshanden moeten zijn.
Het argument dat de overheid te bureaucratisch is en te weinig gecontroleerd om dat efficiënt te verrichten gaat evenzeer op voor de geprivatiseerde versies ervan.
En dan kan en moet ook van bewindslieden en parlement geëist worden dat zij hun controlerende taak naar behoren uitvoeren.

Dat de overheid zich daarentegen zo min mogelijk moet bemoeien met het echte bedrijfsleven doet daar niets aan af. Want daar gaat het om echte concurrentie. Als het management daar zelf geen goede prijs/kwaliteitsverhouding heeft is het einde verhaal voor hen.


Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire