dimanche 6 septembre 2015


Eurozone op viersprong: 
eigen verantwoordelijkheid, transfer unie, vastlopen of ombouwen.



Er is een periode van onderhandelen en internationale vergaderingen, FED in Jackson Hole en later in september om de knoop wel of niet renteverhoging wanneer door de knippen, G20 en in Italië Ministers van Financien. De tijd om te overpeinzen hoe het allemaal gaat en zou moeten kunnen gaan in de EU en eurozone.





In het verdrag van Lissabon van 2007, een aanpassing van het verdrag van Maastricht van 1991 dat de Europese Unie en de Europese Munt Unie (EMU) instelde,  is de eigen financiële verantwoordelijkheid van de lidstaten duidelijk vastgelegd.

Ze mogen elkaar geen directe steun verschaffen, ook de ECB mag dat niet.

De lidstaten hebben elk hun eigen fiscale politiek, de ECB de monetaire met de nadruk op prijsstabiliteit die echter wordt uitgelegd als een geldontwaarding van om en nabij 2% per jaar, de 2% inflatie norm.

De euro is de vaste munt van de Europese Unie die echter pas door een lidstaat van de Europese Unie mag worden ingevoerd als deze lidstaat voldoet aan bepaalde voorwaarden waarvan een maximaal 3% begrotingstekort en maximaal 60% staatsschuld de belangrijkste zijn. Lidstaten die de euro hebben ingevoerd en zich niet aan deze normen houden worden (soms in theorie) bestraft en aan een apart regime onderworpen.

De euro werd echt ingevoerd in 2000 door elf lidstaten die aan de voorwaarden voldeden of toch maar toegelaten werden en tot 2015 uitgebreid tot 19 leden.

Die drie procent begrotingstekort werd al snel niet als maximum maar als norm beschouwd.

Men sloeg er echter geen acht op dat 3% tekort jaarlijks ook 3% hogere staatsschuld betekende. Het gevolg is dat nu in 2015 vrijwel geen enkele lidstaat meer aan de oorspronkelijke voorwaarden voldoet, vooral wat staatsschuld betreft die over de gehele eurozone 95% bedraagt en die elk jaar nog toeneemt met het percentage begrotingstekort.



Men kan dus veilig stellen dat de eurozone getoetst aan de voorwaarden eraan gesteld in het verdrag van Maastricht en Lissabon een mislukking is geworden.



Een mislukking ondanks het Stabilisatie en Groei Pact van 1998 en 1999 dat de fiscale discipline in de EMU wilde regelen en dat ondanks aanvullingen en verscherpingen geen succes had omdat de eurozone lidstaten zich er niet aan hielden en sancties wel bestonden maar of niet werden uitgevoerd of geen uitwerking hadden.



Een mislukking ook omdat na de Lehman crash van 2008 de banken van de lidstaten dreigden om te vallen door de overmatige leningen die zij Griekenland verschaft hadden en die Griekenland niet kon terugbetalen.



In 2010 werd het verdrag van Lissabon geschonden door ondanks het verbod van onderlinge steun aan Griekenland door de lidstaten een lening, bailout te laten verstrekken om de banken te kunnen betalen en voor omvallen te behoeden.

De staatsschuld van Griekenland was toen al opgelopen tot 300 miljard euros.

Griekenland verruilde in feite een lening aan de private sector voor een uit de eurozone publieke sector (belastingbetaler).

In 2012 bleek dat weliswaar de banken waren gered maar Griekenland niet en private schuldeisers werden tot een deelkwijtschelding gedwongen, de publieke sector niet, en er werd een tweede met publiek geld gefinancierde lening aan Griekenland verschaft.

In 2014 liep de zaak weer fout toen Griekenland nu de leningen van de publieke sectoren (ECB, EFSF=eurozone en IMF) niet kon terugbetalen waarna het gedwongen werd door eurozone en ECB  een derde bailout onder strictere voorwaarden dan de vorige  te aanvaarden.

Dit keer zullen  de leningen worden verstrekt door het ESM (speciaal opgericht om toch steun te kunnen verlenen aan lidstaten en banken en zo het verdrag van Lissabon te omzeilen) en het ECB en wellicht door  het niet enthousiast zijnde IMF dat eigenlijk een kwijtschelding van een deel van de Griekse schuld noodzakelijk acht.

Maar een indirecte kwijtschelding door terugbetaling van alle bestaande en nieuwe schulden een dertig jaar (of meer) uit te stellen waardoor de echte waarde met 30 keer (of meer) de inflatie per jaar is afgenomen gekoppeld aan een zeer lage rente kan er ook waarschijnlijk mee door. Aan de uitwerking van dat alles wordt nu gewerkt.

Bijgaand verschijnsel is dat Griekenland tijdens die bailout periodes 25% van zijn bruto binnenlands product in rook had zien opgaan en dat de werkeloosheid was opgelopen tot boven 25% (jeugd boven 50%) en de lonen vrijwel gehalveerd waren en pensioenen gekort. Geen eclatant succes dus onder supervisie van de Troika (Euroeone, ECB en IMF).

Geen goed woord overigens voor de Griekse regeringen die bepaald niet enthousiast meewerkten aan de afgedwongen hervormingen.



Het Griekse probleem staat niet op zichzelf, er zijn flink meer eurozone lidstaten die een onbetaalbare schuld hadden en hebben.

Ook Ierland en Portugal hebben een bailout doorstaan en hebben nog steeds een exorbitante staatsschuld.

Spanje heeft dat via onderhandelingen kunnen ontgaan en kreeg aparte steun voor de banken.

De ECB steunt echter deze lidstaten door onvoorwaardelijke steun aan de euro te garanderen waardoor de rentetarieven voor leningen van die door overmatige schulden geteisterde lidstaten kunstmatig laag gehouden worden en de schuld dus houdbaar is.



Dit als een soort inleiding voor wat de toekomst de eurozone kan brengen.



Niet alleen is het oorspronkelijke aard van de euro door steun toe te staan volledig veranderd maar ook is gebleken dat de lidstaten niet in staat zijn zonder hulp van elkaar te overleven met die gezamenlijke munt.

Daar lijkt iedereen het over eens te zijn.

Maar bailouts zoals door het ESM mogelijk gemaakt zijn mosterd na de maaltijd. Er wordt ingegrepen wanneer het al te laat is, als de situatie al uit de hand gelopen is.

Steeds meer stemmen, vooral uit de zwakkere landen gaan er nu op om in plaats daarvan gewoon steun te verlenen voor het te laat is. Zoals dat gebeurt tussen Vlaanderen en Wallonnië. De Eurozone wordt dan een transferunie.

Er zijn zelfs plannen om binnen de eurozone naast de nationale parlementen een apart eurozone financiëel parlement op te zetten met een eurozone minister van financien met een eurozone belasting, een eurozone begroting en dus geldstromen van en naar de lidstaten onderling.  Want die zullen nodig zijn en blijven.

Het grote nadeel bij zo'n constructie is dat het toch de nationale wetten en regelingen zijn die blijven gelden.

Dat werkt twee misstanden in de hand eerstens dat dat geld gebruikt kan worden  om die verschillen in wetgeving in stand te houden (neem werktijden zoals in Frankrijk maximaal 35 uur, pensioenregelingen, minimum lonen, sociale uitkeringen) zodat de noodzakelijke hervormingen om tot eenzelfde norm te komen wegvallen.

Tweedens dat daarmee wordt aanvaard dat die verschillen structureel zijn en dus die geldstromen blijvend zullen zijn en dus door de zwakke te helpen de economische ontwikkeling van de sterkere donorlanden aangetast wordt door geen of minder geld voor investeringen over te houden.

Ook in dat licht gezien is de euro zoals voorzien in het verdrag van Maastricht een mislukking.

Daarbij komt dat de sociale wetgevingen en sociale ontwikkelingen binnen de eurozonelanden zo ver uiteenlopen en als men de feiten beschouwt zelfs steeds verder uit elkaar gaan lopen dat binnen zo'n parlement de standpunten zo ver uit elkaar zouden komen te liggen dat regeren onmogelijk wordt.

Een andere oplossing wordt aangedragen door de heer Schauble, minister van financien van Duitsland, een door de wol geverfd politicus en financiëel deskundige die de huidige Commissie wil ontlasten van de controle taak op handhaving van het S&G Pact en daarvoor een aparte functionaris wil aanstellen die buitengewone volmachten heeft om de eurozone lidstaten te dwingen zich aan het S&G Pact te houden. Iets waartoe de Commissie gezien de cijfers, niet toe in staat is geweest.

Zoals er lidstaten zijn die mordicus tegen een eurozone parlement en financiëel ministerie zijn zijn er andere lidstaten die juist mordicus tegen zo'n functionaris zouden zijn die hun eigen parlementen kan overrulen en sancties kan opleggen.

Beide voorstellen hebben dus niet veel kans en dat betekent dat de derde route, de verzand route zal worden voortgezet.

Beide stellen ook nuchter beschouwd niets baanbrekends voor.



De enige echte oplossing die gezien de economische en emotionele ontwikkelingen uitgesloten is zou zijn de Europese Unie (en niet alleen die tijdelijk bedoelde eurozone) omvormen tot een Politieke Federale Unie met een echt parlement en regering met een overkoepelende wetgeving voor alle lidstaten.

Als de wetgeving in alle staten identiek is kan er een gezamenlijke begroting zijn. De spelregels zijn dan overal hetzelfde. Zoals tussen Vlaanderen en Wallonië en tussen alle Nederlandse provincies.

Dan kan er inderdaad geld op gelijke basis worden verdeeld zoals de zwakkere lidstaten zo graag willen. Maar dan moeten zij zich ook houden aan die gezamenlijke wetgeving.

Welk land wil dat? Zijn souvereiniteit afstaan?



Zoals ik altijd heb gezegd, een fiscale unie met geldtransfers is het einddoel van een aantal lidstaten met behoud van eigen wetgevende macht en zeggenschap. Maar die macht afstaan willen zij niet.



Aan het verschil tussen eurozone parlement en machtig functionaris ligt in wezen de strijd ten grondslag tussen twee economische werelden.

De wereld van de zuinigheid en vlijt en die van het lenen om te investeren en helaas in de praktijk ook te lenen om consumptief uit te geven.

Zoals de vertegenwoordiger van de ene wereld enkele dagen geleden in een interview opmerkte: nu de rente zo laag is moet je lenen om te investeren. Dat levert in de toekomst op. En de andere wereld die de schulden in bedwang wil houden en wil bezuinigen om te kunnen investeren. De losse en de gestrenge geldpolitiek.



Tussen die twee zitten de eurozone lidstaten gevangen. Voor de ene groep zuinigheid en vlijt en eigen broek ophouden. Voor de andere groep lenen en geld onvangen. Want hun broek blijft afzakken omdat de riemen voor beide groepen dezelfde zijn: de euro, te krap voor de een, te wijd voor de andere.





Is het een gordiaanse knoop die niet met tevredenheid van beide zijden kan worden opgelost maar die wel de eurozone in een wurggreep houdt.



Neen, want een twee muntenstelsel waardoor de riem voor de een wat strakker en voor de ander wat losser kan worden aangetrokken kan een oplossing bieden. De euro als overkoepelende munt en daarnaast voor binnenlands gebruik elke lidstaat een eigen munt die in waarde kan verschillen en variëren met die in andere lidstaten en dus met de euro. Door dat verschil in waarde kan het concurrentievermogen van de staten onderling goed op elkaar worden afgestemd en kan dat verschil zo de economische ontwikkeling steunen in plaats van in een dwangbuis forceren.

Dan wordt ook het verdrag van Lissabon weer gehonoreerd.








Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire