lundi 20 juin 2016


Wat schort er aan de EU
deel twee

De vraag is, als ik de schrijver begrijp, hoe dan wel dat vertrouwen van de mensen in de Europese instellingen kan worden herwonnen. Of dat de mensen al deze, of een aantal van, deze instellingen principieel afwijst.
Want het is niet een kwestie die de laatste jaren speelt.
Het afwijzen van de grondwet van Lissabon door referenda in Frankrijk en Nederland (en in andere landen durfde men een referendum niet aan, geloof ik) was al een duidelijk teken aan de wand. Het afwijzen van een centraal bestuurd Europa bestond toen al. De EU is op slechte fundamenten gebouwd. De EU draagt de grondslagen van zijn falen vanaf het begin in zich. Het hinken op twee gedachten.

Als ik terugga naar het Verdrag van Lissabon dan zie ik daar al duidelijk dat de grenzen van de acceptatie van de Europese Unie voor de meerderheid in Frankrijk en in Nederland al bereikt waren en in de concept grondwet voor hen overschreden waren. Zij wezen de concept grondwet, want dat was het toen, in een referendum af.
In de andere landen was er geen volksraadpleging. Maar er was wel een politieke meerderheid, ja, zelfs unanimiteit onder de regeringsleiders.  Alleen daardoor kon de "concept grondwet" snel omgedoopt tot "verdrag" toch doorgezet worden. De kloof tussen volk en elite was al duidelijk.

Die EU was het resultaat van het groeiproces dat na de tweede wereldoorlog werd ingezet om de ingestorte economie van west Europa te steunen. De Kolen en Staal Gemeenschap die uitliep op de Europese Economische Gemeenschap met het vrije verkeer van goederen, diensten en personen. Een vrije markt die economisch zelfs heden ten dage nog niet is voltooid.
Met het verdrag van Maastricht werd de politiek toegevoegd aan de economie, de EU, met zijn gezamenlijke munt,  de euro en de EU centrale bank, de ECB zagen alle het licht.  
De "grondwet" van Lissabon zou het eindpunt van de ontwikkeling zijn, de grondwet van de Europese Unie. Maar deze grondwet werd dus  verworpen door een Frans referendum en een Nederlands referendum. 
Door het de nieuwe naam "verdrag" te noemen werd het toch  door de regeringsleiders aangenomen.
Hier is de grondoorzaak van het afbrokkelen van het vertrouwen in de EU zichtbaar geworden.
De keuze tussen eigen souvereiniteit en Europese superieure souvereiniteit, het verschil tussen volk en leiders.

De historie van die afgewezen grondwet herboren in een verdrag is er een geweest van aanpassing van dat verdrag aan de nog steeds levende wens van de regeringsleiders om tot een ware politieke unie te komen.
Maar het verdrag spreekt over zelfstandige lidstaten  die een aantal bevoegdheden overgedragen hebben aan de EU, die voorts bepaalde bevoegdheden delen met de EU op voorwaarde van subsidiariteit, hetgeen wil zeggen dat deze bevoegdheden aan de lidstaten toevallen tenzij dat niet goed mogelijk zou zijn.
Alle andere, dus niet met name genoemde bevoegdheden, vallen ten deel aan de lidstaten, waaronder de zeer belangrijke fiscale bevoegdheid, staatsbegroting en belastingen. 
Weliswaar  met dien verstande dat (volgens het verdrag van Maastricht) de staatsschuld niet de 60% van het Bruto Binnenlands Product overstijgt en een begrotingstekort van meer dan 3% van het BBP  door corrigerend optreden van het bestuur van de EU wordt gevolgd.   
Bovendien wordt het de lidstaten verboden andere lidstaten direct financiëel te steunen, hetgeen de ECB, de centrale bank evenmin mag.  
Ik noem deze voorwaarden uitdrukkelijk omdat zij direct of indirect geschonden werden waardoor de geloofwaardigheid van het verdrag zwaar onder duk kwam te staan.

De euro, ingesteld bij het Verdrag van Maastricht, is de munt van de Europese Unie en tevens de splijtzwam van de EU.
De euro die juist datgene moest zijn dat de landen van de EU vast aan elkaar zou koppelen.
Die als tegenwicht moest dienen voor de hereniging van Oost en West Duitsland door de inruil van de Deutschmark voor de euro die de EU landen aan elkaar zou verbinden.
Die euro zou het sluitstuk van de EU  zijn als alle lidstaten aan de voorwaarden tot invoering ervan zouden hebben voldaan en de euro dan verplicht hadden ingevoerd.
EU en euro onverbrekelijk aan elkaar verbonden.

Diezelfde euro bracht de onverenigbaarheid van de zuidelijke landen en de noordelijke aan het licht.
In 2003 al toen zowel Duitsland als Frankrijk de 3% norm schonden.
Let wel, Duitsland was toen nog niet de financier van de eurozone maar een economisch zwak land.
Geen van beide landen werd gestraft zoals had moeten gebeuren.
Maar Duitsland had zijn les geleerd en voerde uitgebreide hervormingen in bij de arbeidswetgeving, de Hartz wetgeving. Het tijdperk van de austerity, zuinigheid en vlijt werd hiermede ingeleid. Daardoor kwam Duitsland snel tot bloei. En dit Duitse model werd de eurolanden opgelegd. 3% en 60%.
Frankrijk daarentegen ging op de oude voet verder, evenals de zuidelijke lidstaten.
Tot 2007 kwamen de weeffouten van de euro nog niet zo sterk in zicht en onvolkomenheden bij de naleving van de voorwaarden werden oogluikend toegelaten.
Na 2008, de bankencrisis, begon het eurogebouw te kraken. De Europese banken moesten van de ondergang worden gered,  daardoor namen de staatschulden enorm toe.
Griekenland had een dubbele boekhouding gevoerd die in 2009 uit kwam. Een schuld van 300 miljard euros, 113% in plaats van 60%. Later zou het nog erger worden.
De banken moesten daardoor gered worden van de ondergang hetgeen inhield dat Griekenland om dat mogelijk te maken ook gered moest worden en de lamentabele periode van de bailouts begon.
Maar ook Portugal, Ierland en Spanje hadden een overmaat aan schuld.
In 2010 krijgt Griekenland het eerste bail-out pakket van de EU en het IMF.
Ook Ierland krijgt een bail-out pakket.
Maar het verdrag van Lissabon verbiedt directe financiële steun van lidstaat naar lidstaat en ECB naar lidstaat.
Het verdrag werd daarom via een zeer ruime uitleg van een nood paragraaf  genegeerd en de bail-outs waren een feit.
Directe financiële steun. Een van de belangrijkste verbods artikelen in het verdrag doorbroken.
Om het "directe" van de steun in het vervolg te omzeilen wordt een aparte organisatie voor de eurolanden opgezet, het ESM, European Stability Mechanism waarin alle eurolanden participeren en dat bail-out leningen aan lidstaten in liquiditeitsnood kan verscaffen. Het begrip "liquiditeit'" werd daarbij zeer ruim uitgelegd.
In 2011 krijgt ook Portugal een bail-out lening, nu legaal via het ESM.
In Griekenland is de situatie zo hopeloos dat een tweede bailout noodzakelijk blijkt.
De ECB gaat over tot het opkopen van Italiaanse en Spaanse staatsobligaties om de rentekosten omlaag te brengen om zo  uitbreiding van de crisis te voorkomen.
De staatschuld van Griekenland wordt verminderd door een haircut voor private crediteuren van 50%.
Eurozone banken moeten geherkapitaliseerd worden door de staten.
Spanje omzeilt een bail-out maar krijgt een lening om de banken te herkapitaliseren. De eurozone wankelt op zijn grondvesten.

Een van de grote nadelen van de bail-outs is dat de staatschulden van de bail-out landen verhoogd worden met het bedrag van die bail-out leningen.
Dat houdt in dat de terugbetaling ervan een flinke rem zet op de mogelijkheden tot extra steun aan de economie.
De leningen zijn er om de schulden die aflopen te vervangen door nieuwe leningen gefinancierd met bail-out geld.
Een ander groot nadeel is dat de bail-out landen naast de leningen onderworpen worden aan een strikt hervormingsregime onder dwingend toezicht van de zogenaamde Troika, met vertegenwoordigers van EU, ECB, IMF.
Die voorwaarden houden o.a. hogere belastingen, aanpassing van de arbeidswetgeving, o.a. loonsverlagingen, bureaucratie en lagere overheidsuitgaven in.
Door deze ingrepen neemt de koopkracht en dus de binnenlandse vraag aanzienlijk af. In plaats van ondersteuning van de economie volgt een afbraak. Zie het Griekse BBP dat met 30% is ingezakt. Zie de staatschulden van de bail-out landen die schrikbarend hoog zijn
Zie de totaal tabel over de toestand van de eurozone die ik enige tijd geleden heb samengesteld. 
Op een enkel land na voldoet er geen enkele na 15 jaar euro nog aan de toetredingsvoorwaarden ervoor.

Bovendien is gebleken dat er grote verschillen zijn in de economische potentie van de eurolanden. Het monetair beleid, dat kapitaal versterkt en sparen verlies doet opleveren en bedoeld is de schulden van de zwakke landen betaalbaar te houden zorgt er juist voor dat de verschillen tussen zwak en sterker toenemen in plaats van afnemen.

De enige noodgreep (want geen oplossing) lijkt de sprong naar voren door een fiscale unie en eurozone parlement naast het EU parlement in te stellen waardoor in plaats van leningen die terug betaald moeten worden en bij de staatsschuld worden opgeteld, reguliere geldstromen van sterk naar zwak mogelijk worden die dus niet tot hogere schuld en terugbetaling leiden. Echter verboden in het verdrag van Lissabon en dus onmogelijk zonder verdragswijziging.

Bovendien leveren  gezien de ervaringen in België en Italië die geldstromen geen verbetering in de economische situatie van de zwakke regios maar alleen een voortdurend aanvullen van de tekorten om de begroting rond te krijgen. Boze tongen beweren dat ook alle noodzaak om te hervormen dan wegvallen want het nodige geld komt toch wel.

De Euro als enige munt voor de EU is een mislukking door de grote potentiële verschillen van de EU landen en was van het begin al aan gedoemd te mislukken.
De Commissie die corrigerend had moeten optreden bij overtredingen van de 3% en 60% regels en dat vanaf 2003 al niet deed heeft ook bijgedragen tot het uit de pan rijzen van de schulden.
Maar straffen zouden toch niets uitgehaald hebben omdat de diepere oorzaak nu  eenmaal niet kan worden weggenomen en de Duitse austerity aan de zwakke landen opgelegd hun problemen slechts heeft vergroot want de enige echte oplossing, een devaluatie van de valuta van de zwakke landen is onmogelijk door die éne gezamenlijke munt.

Zelfs de wisselkoers daling door de Quantitative Easing (toen de QE nog dat bijverschijnsel had) en de lage olieprijs en lage grondstoffen prijzen en vrijwel gratis leningen door de ECB aan de eurobanken hebben geen behoorlijke economische groei opgeleverd die in staat was het schuldpercentage stevig te doen zakken en de schulden in euros nemen nog jaarlijks toe door de begrotingstekorten.

Dat alle EU landen op de duur de euro zullen invoeren lijkt als men het lijstje kandidaatsleden doorneemt erg onwaarschinlijk gezien hun economische achterstand op de rest. En dat landen als Polen, die een flinke groei doormaken, staan te popelen om de euro in te voeren is gezien de toestand van de eurozone hoogst onwaarschijnlijk.
Dat op zich al is een veeg teken, een EU met diverse munten.

Dan laat ik de bankenunie maar buiten beschouwing omdat door de felle Duitse tegenstand die zich ertegen keert de Duitse banken ook aansprakelijk te maken voor schulden en gaten bij banken in andere landen de zaak in feite onbespreekbaar maakt.

Volgende keer het tweede en derde rampenplan van de EU.



Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire