dimanche 7 juin 2015



De Autoriteit Spreekt

waarom is iets altijd zwart of wit en mag het niet grijs zijn.

Om indruk te maken is een eerste vereiste dat je gezaghebbend overkomt. Dat wat je zegt zekerheid uitstraalt.
Dat is één van de dingen waar onze bestuurders echt zeker van zijn. Toegeven dat er ook een kans is dat wat zij ons mededelen niet klopt zou niet goed zijn voor het vertrouwen. Of liever gezegd de goedgelovigheid.
Als trouwe bondgenoot hierbij vinden zij de mainstream media, zeker in Nederland, aan hun zijde. Dat wil zeggen dat wij steeds maar één kant van de medaille te zien en te horen krijgen.
Pas als je de media in andere landen raadpleegt en op internet wat rondbladert kom je te weten dat wat je als zeker is voorgespiegeld ook wel anders kan uitpakken.
Natuurlijk zouden we dat eigenlijk moeten weten uit bittere ervaring. Als economen altijd gelijk zouden hebben zou onze economie er heel wat beter voorstaan.

Een van die zekerheden is de QE, het printen van enorme bedragen in geld door de centrale banken, die daarmee bij banken staatsobligaties en andere gedekte waardepapieren opkopen zodat de banken over die vele honderden miljarden in cash kunnen beschikken om in de economie te pompen. Het resultaat is dan gegarandeerd dat de inflatie die veel te laag is op 2% wordt gebracht. Dat laatste is noch in de VS noch in Brittannië ondanks de lange jaren van uitgebreide QE daar gelukt. In Japan holt het de koopkracht van de bevolking uit. De ECB denkt het toch  in 2017 te bereiken.

Maar inflatie hangt ook van koopkracht, importprijzen, lage lonen landen leveringen, olie politiek af. En QE beïnvloedt allerlei andere zaken dan de inflatie zelfs sterker. Neem bijvoorbeeld de oplopende en dan weer zakkende rentes  op staatsobligaties. Neem bijvoorbeeld de hoge vlucht van de aandelenbeurs koersen. Neem de invloed van de lage rente op spaargelden. De QE is geen scherpgerichte kijkoperatie maar een ferme snee.

Zo is één  van de gevolgen van de QE  dat de USA S&P index wordt gewaardeerd op meer dan 18 maal de toekomstige verdiensten. Ze zijn dus hyper duur gevalueerd. Het is niet normaal meer en kan niet doorgaan. Want de USA economie kromp in het eerste kwartaal, de groei van de wereldeconomie wordt lager ingeschat, China kampt met lagere groei dan verwacht en de groei in de eurozone wordt zelfs door de meest grote optimisten als "fragiel" omschreven en is zeven jaar na de crash van 2008 nog niet op het peil van daarvoor gekomen. 

Die hoge waardering is dus niet door de grote groei gekomen maar door het ingrijpen van de centrale banken met het scheppen van die duizenden miljarden dollars, ponden, yens en euros, die over de gehele wereld uitgezaaid zijn. De wereld barst van het goedkope geld.
Maar de banken die een risico beperkende invloed zouden moeten verzorgen hebben door de strengere regulering de eerste plaats moeten afstaan aan de shadow banking sector, die bulkt van het geld, die minder gepleegd door strengere voorwaarden daardoor grotere risico's kan nemen met alle erbij horende gevaren. De centrale banken hebben misschien door het geld printen de crisis mede helpen bedwingen maar ook het zaad voor een volgende crisis ingezaaid.

De wereld barst ook van de schulden. Staten, bedrijven, financiële instellingen en particulieren hebben tezamen  het afschrikwekkende  schuld percentage van 286% van het wereld Gross Domestic Product, de jaarlijkse wereldinkomsten bereikt. Van 2000 tot nu met 40% gestegen. Zoveel schuld remt de groei. Maar waar veel goedkoop geld voorhanden is leent met graag en te veel.

Waar dat toe leidt is goed te zien in Griekenland waarvan ieder econoom weet dat de schuld nooit terugbetaald zal kunnen worden en dat alleen al de rente erop als een molensteen (hoewel door de eurozone en IMF uiterst laag gehouden) om de Griekse nek hangt.

Leven met schuld. De IMF heeft in een poging om tot een andere benadering van de schuld te komen een indeling gemaakt van rood tot groen. Bij groene schulden (die tegenovergesteld zijn aan de rode schulden die het molensteen effect hebben) hebben zij een simpele oplossing, los niet af want men kan gemakkelijk de rente opbrengen. In feite is dat wat nu met alle schulden gebeurt in de eurozone. Er is behalve wellicht Duitsland geen land dat aan schuldaflossing kan doen. Overal zijn begrotingstekorten dus jaar na jaar schulden vergroting. Maar zeer belangrijk is het percentage schuld ten opzichte van het GDP, het BBP. Dat geeft aan hoe zwaar de schuldenlast op de begroting drukt. De eurozone vindt het maximum percentage van 60% de houdbaarheidsgrens. De gehele zone als illusoire eenheid heeft dan een percentage van 95%. Het is dus niet alleen Griekenland dat met onhoudbare schuld leeft.

Aflopende schuld contracten worden betaald met het afsluiten van nieuwe schulden. Daarbij is het te betalen rente percentage een belangrijke factor bij houdbaarheid of niet. Helaas is de rente bij bestaande grote schuldenlasten altijd hoger dan bij kleinere en bij risicovolle landen hoger dan bij stabiele.
Het lage rentepercentage in de eurozone ook voor zwakke lidstaten door Draghi's stabiliserende garanties is echter ook een gevaar, door de lage rentepercentages is men gemakkelijker geneigd tot  veel lenen en moet men daarvoor bij aflossing en inruiling tegen hogere rentetarieven voor boeten. De rente die men op de staatsschuld moet betalen kan niet voor andere nuttige zaken worden ingezet. Daarom heeft de schuld zoveel invloed op de groei.

Er zijn twee manieren om met die schuld om te gaan. De austerity, in de eurozone verkeerd uitgelegd als vrijwel alleen lastenverhoging om het begrotingstekort omlaag te krijgen. En de andere manier is investeren juist in barre tijden om de vlam onder de pan te houden en hem niet op het waakvlammetje te zetten. Beide stromingen bekampen elkaar in de eurozone, Duitsland en het noorden austerity, de zuidelijke landen en Frankrijk een lossere aanpak om te stimuleren.
De pragmaticus zou zeggen beide, de austerity goed uitleggen als bezuinigingen op niet essentiële zaken maar niet zo dat de koopkracht van de werkende en gepensioneerde bevolking te veel terugloopt want verminderde koopkracht leidt snel tot deflatie (zoals in zuid Europa te zien) en uitsluitend investeringen in economisch rendabele projecten.
Maar beide kampen vrezen dat wat toegeven alle remmen los zou gooien en over rendabele investeringen valt ook heel wat te discussiëren. Zie de Energiewende in Duitsland. Welzijn en welvaart.

Zijn de zaken zover uit de hand gelopen dat er geen uitweg meer is? Is het bijvoorbeeld echt zo dat een coulante houding tegenover Griekenland met schuldsanering (= kwijtschelden van een behoorlijk percentage ervan) en een langzame groei (=een primair overschot dat niet de  belastbare burgers verder  uitknijpt) niet mogelijk is? Is het echt zo dat zo'n houding in andere lidstaten tot verzet zou leiden van waarom hij wel en wij niet.

Ik geloof dat dat inderdaad zo is. In veel andere landen, zelfs in Duitsland heerst veel armoede, maar niet vergelijkbaar met die in landen waar geen laatste vangnet is (waar in Duitsland dacht ik haast 2,5 miljoen mensen van moeten leven)  maar het na een of twee jaar gewoon afgelopen is. Daar telt armoede anders.
In veel andere landen is eveneens een onhoudbare schuld. Ook daar is sanering hard nodig.
Al is het bedrag van de Griekse schuld vergeleken bij de 1140 miljard euro die de ECB gaat drukken peanuts. Dat deert de eurozone niet. Maar het is de psychologische schok die ervan uitgaat. Want als het met één lidstaat mogelijk is waarom dan niet met meer? De kreet om de schulden van de lidstaten solidair uit te smeren over alle bijvoorbeeld die al door Gabriel en Macron  op de agenda is gezet.
Het zou een gevaarlijk precedent scheppen en het terugbetalen naar sint juttemis opschuiven is psychologisch beter. De schijn wordt bewaard.
Zo is ook het uittreden of uitgeduwd worden uit de eurozone van Griekenland zo'n precedent. Op zich met 2% van de economische output van de eurozone kan men Griekenland missen als kiespijn. Met eigen munt, devaluatie en dan onontkoombare schuldsanering heeft Griekenland meer opties dan gebonden te blijven aan die dure euro die het jaar na jaar, zoals is gebleken, verder omlaag trekt. Maar dat is een mogelijkheid waar men in Brussel van rilt en beeft. Een beter lopend Griekenland buiten de eurozone.
Vandaar al dat geschermutsel voor de Bühne. De eurozone  kan het zich niet veroorloven Griekenland te laten gaan. De Grieken durven er in meerderheid niet uit te stappen. Maar na nieuwe verkiezingen misschien wel.
Zoals bij zoveel in de politieke economie valt ook hier niet met zekerheid te zeggen wat er gaat gebeuren.


Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire