jeudi 18 juin 2015




De Griekse Eurozone patstelling

wat zei Plato ook weer over de beste bestuurder

Het is vrijwel onmogelijk om in  het Griekse probleem een objectieve houding aan te nemen.
Het is toch in essentie een eenvoudige situatie. Griekenland is toegelaten tot een EMU,  een currency zone waar het niet in thuis hoorde. Iedereen wist dat maar om een balans tussen zwak en sterk te scheppen moest het er bij horen. Niets te maken met economie, alles met politiek. Voor de politieke balans tussen het herenigd Duitsland en Frankrijk was Griekenland als zwakste schakel nodig.
Griekenland was al onmiddellijk in de economische gevarenzone maar verborg dat in een dubbele boekhouding.
Banken waren overigens maar al te bereid Griekenland leningen te verschaffen met een lage rente. De redenering, net als die door de  Draghi uitspraak nu, was dat de lidstaten elkaar niet laten vallen dus het risico van lenen is nihil.
Griekenland was maar al te bereid om die leningen aan te gaan. Ze werden niet gebruikt voor investeringen maar voor consumptieve doelen, salarisaanpassingen bijvoorbeeld en aankopen in de uitlenende landen. De eurozone greep niet in.
Toen tijdens en na de Lehmann crisis bleek dat ook de eurozone banken diep in de Amerikaanse derivaten verliezen zaten werd het duidelijk dat de Griekse leningen onoplosbaar waren en het land de rekeningen niet langer kon betalen. Niets ongewoons overigens in de zuidelijke staten en de oplossing was altijd geweest devaluatie, sanering van de schulden en opnieuw beginnen.
In dit geval derhalve Griekenland uit de eurozone, de drachma weer invoeren, deze devalueren, de schulden saneren en opnieuw beginnen zoals steeds in het verleden. Want devalueren binnen de euro is per definitie onmogelijk.
Maar dat zou de banken van de eurozone (vooral de Duitse en Franse) vele tientallen miljarden aan verliezen opleveren, ze zouden dat in combinatie met de Lehmann verliezen niet kunnen opbrengen, en zouden zoals men dat euphemistisch zegt, omvallen, d.w.z failliet gaan. Dat zou de eurozone uit elkaar doen spatten. Dat mocht uit politieke overwegingen niet gebeuren.

Dus werd een oplossing gezocht die Griekenland binnen de eurozone zou houden en tevens de banken voor die verliezen zou behoeden. Griekenland kreeg van de eurozone, de ECB en het IMF een lening die voldoende was om de bestaande schulden te  betalen. In gewone mensentaal, de schulden werden verplaatst van aan de banken naar aan de belastingbetalers in de eurozone. Van privaat naar publiek. Griekenland zelf schoot er dus niets mee op. Het was voor Griekenland alleen de ene schuldeiser door een andere vervangen.
Toen dat niet voldoende bleek volgde een tweede lening van eurozone, ECB en IMF die weer werd gebruikt om intussen vervallende leningen af te betalen. Zelfs volgde een "haircut" waarbij de meest overgebleven private schuldeisers het grootste deel van de schulden kwijtscholden. De eurozone, ECB en IMF deden daar niet aan mee.
Aan deze z.g.n bailouts waren strenge voorwaarden voor hervorming verbonden. Bovendien nam een Troika (eurozone, ECB en IMF) in feite het financiële beheer van Griekenland over.
In een tegenstribbelend Griekenland moesten allerlei hervormingen worden doorgevoerd waarvan de voornaamste waren salarisverlagingen en lastenverhogingen. De Griekse economie stortte erdoor in. 25% lager Bruto Binnenlands Product, meer dan 25% werkloosheid (jeugd 50%), een torenhoog oplopende staatsschuld  180% (waar de bailouts werden bijgeteld). Geen economische vooruitgang dus, wel door de oplopende lasten en lagere lonen, in 2014 een primair begrotingsoverschot op een sterk gekrompen BBP.  Maar wel een enorme armoede onder de bevolking. Zonder de bestaande schulden zou Griekenland zich theoretisch dus weer zelf kunnen bedruipen. Maar die schulden bleven een molensteen.
Als de tweede bailout periode voorbij was zou een derde nodig zijn met nog een extra verzwaring van de al bestaande voorwaarden. Hogere btw, lagere pensioenen (die al meer dan 40% waren verlaagd).

Griekenland kwam in verzet. Bij verkiezingen werd de pro-voorwaarden regering naar huis gestuurd en een nieuwe regering gekozen met de opdracht geen verdere bezuinigingen toe te staan, het terugdraaien van humanitair onaanvaardbare voorwaarden en weer zelf het beheer overnemen, geen Troika meer.

Van de lopende bailout was nog 7,2 miljard euro beschikbaar. Dat geld was in Griekenland hard nodig om aan lopende verplichtingen, voornamelijk rente op schulden en vervallende leningen van IMF en ECB te kunnen voldoen. De eurozone was alleen bereid dat bedrag uit te keren als Griekenland aan alle voorwaarden bleef voldoen en zelfs zwaardere zou accepteren.

Griekenland houdt vast aan het opheffen van de austerity en het terugkrijgen van zelfbestuur en heeft een rode lijn, btw en pensioenen o.a. die zij kost wat kost handhaven.
De eurozone eist onvoorwaardelijke overgave van Griekenland met een paar lokkertjes.

Het is de keus tussen aan de ene kant default, niet kunnen betalen van de schulden, failliet en binnen de eurozone blijven of eruit stappen, en aan de andere kant  het  accepteren van de zwaardere voorwaarden van de eurozone, tegen de uitslag van de verkiezingen en het mandaat van de regering in.

Binnen de eurozone blijven betekent niet kunnen devalueren en saneren maar aan de te dure euro blijven hangen.

Dat is de keus, waarbij nu al maanden lang om de hete brei gesprongen wordt. Geen van beide kampen, want het is geen vriendenstrijd, wil de verantwoordelijkheid op zich nemen van een keuze. Laat de ander de schuld krijgen.

Maar het tijdstip waarop default niet meer kan worden vermeden nadert snel. Daarna is de teerling geworpen.

De Griekse centrale bank voorspelt een catastrophe als Griekenland niet toegeeft, dat het land uit de eurozone en uit de EU zal worden gezet. De president van die centrale bank is echter een oud minister uit de vorige pro voorwaarden regering, dus tegen de huidige. Duidelijk uit welke motieven hij spreekt. Wat hij zegt zijn zijn vermoedens, geen feiten.
Hij toont overigens weer aan dat de centrale banken, ondanks hun onafhankelijkheid, wel degelijk een politieke opstelling innemen, een verwijt dat ook tegen de ECB wordt gehanteerd. Monetaire politiek die uitmondt in partijpolitiek.

Andere bronnen zijn juist van mening dat bij doorzetten van Griekenland de beste kansen liggen en wijzen erop dat vijf jaren van Troika beheer geen vooruitgang voor Griekenland maar verval ervan hebben gebracht.

Het Griekse eurozone probleem is dus een politiek probleem. Politiek de beste oplossing voor de eurozone zoeken wil niet zeggen de beste economische oplossing voor Griekenland en voor de eurozone. 
Zoals in de de middeleeuwen wordt de gewone bevolking altijd de speelbal en het slachtoffer. Geen wonder derhalve dat de oppositie partijen tegen de eurozone en de EU in kracht toenemen. Vooral in de landen waar de gewone mens het zwaarst getroffen wordt.









Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire