samedi 13 juin 2015



Griekenland, tragedie of farce?

na maanden en maanden van niet geven en niet nemen moet er toch een besluit vallen (niet genomen worden).

Griekenland had en heeft een onhoudbaar hoge staatsschuld die in 2010 bij de bailout is overgeheveld van de eurozone banken als schuldeisers naar de eurozone (ECB en ESM)  en het IMF als schuldeisers, van privaat naar publiek=eurozone belastingbetalers. Niet dus om de Griekse economie te stimuleren.

Griekenland is nu en al sinds 2010 technisch failliet en kan de schuldeisers IMF, ECB, ESM dus niet terugbetalen, komt met nieuwe voorstellen om te overleven, de eurozone vindt ze niet voldoende, vindt ze nooit voldoende want de eurozone wil de eurozone in stand houden op haar voorwaarden niet op de voorstellen van Griekenland. De voorstellen van de eurozone zijn doorgaan zoals het nu is met bij een nieuwe bailout nog strengere voorwaarden.

Bij nieuwe verkiezingen is de Griekse regeringscoalitie die mede verantwoordelijk was voor de austerity politiek weggestemd en is een nieuwe regering gevormd die als belangrijkste punt heeft de austerity op te heffen en weer zelf het land te besturen. Zonder Troika dus.

Sinds de Troika in 2010 het financiële bewind in Griekenland heeft overgenomen met zo veel mogelijk toepassen van die bij de bailout gestelde voorwaarden is de Griekse economie ingestort met een BBP val met 25% en de werkloosheid boven 25% (jeugd boven 50%) en de staatsschuld tot 180%  opgelopen
In plaats van een verbetering van de Griekse economie heeft dus een totaal verval plaatsgevonden.

Bovendien zijn de bailout gelden voor bijna 90% gebruikt om oude schulden en verplichtingen af te kopen. Nieuwe schuld dus in plaats van de oude met nu voor 80% publieke (=belastingbetaler) crediteuren. Ook nieuwe leningen dienen voornamelijk om de nu vervallende leningen terug te betalen en de interest op de leningen. Dus bieden ook geen mogelijkheid tot nieuwe investeringen en stimulering van de economie.
Die zou moeten komen uit een grotere groei door het verkrijgen van een primair begrotingsoverschot (dus zonder de rentekosten van schulden mee te rekenen), dus zwaardere lasten en minder overheidsuitgaven, dus  ten koste van de bevolking
Bijkomend niet Grieks verschijnsel maar wel van grote invloed: de eurozone als geheel heeft een publieke schuld van 95% van het eurozone BBP. Er zijn dus geen eurozone reserves om bij te springen.

Dat is een vereenvoudigde analyse van de huidige impasse. Wat de Grieken willen wil de eurozone niet en wat de eurozone wil leidt volgens de Grieken tot nog groter verval van hun economie.
Dat is duidelijk uit de onderhandelingen. Beide zijden willen kruimels toegeven, maar niet de principes.  De eurozone wil de onderwerping van  Griekenland aan de plannen van de eurozone en Griekenland wil zijn zelfstandigheid terug en baseert dat op de uitslag van de verkiezingen.

Er zijn vier invalshoeken bij deze impasse.

De financiële
de economische
de humanitaire
de politieke.

De eurozone hanteert de financiële invalshoek. Zij kijkt uitsluitend naar de fiscale elementen: BBP, begrotingstekort (of optimistisch surplus) en staatsschuld. Om kort te gaan, wat bij vrijwel geen enkele lidstaat klopt: begrotingstekort lager dan 3% (of in overeenstemming met de middellange termijn planning) en staatsschuld (beneden de 60% of in overeenstemming met de 5% jaarlijkse daling ervan tot 60% is bereikt).

De economische invalshoek is gecompliceerder. Daar zien we ruwweg de zuinigheid en vlijt stroming (austerity) en de investerings stroming, juist meer geld vrijmaken om door bijvoorbeeld infrastructuur investeringen de economie een  oppepper te geven.
Zuidelijke lidstaten hangen de investerings stroming aan, noordelijke de austerity.

Daar vloeit de humanitaire invalshoek uit voort.

Het grote nadeel van de austerity politiek is dat het de koopkracht van de bevolking ondermijnt door hogere lasten en om de concurrentiepositie te verbeteren lagere lonen juist in de zwakke landen waardoor werkenden in loondienst en gepensioneerden hun koopkracht verliezen, euphemistisch interne devaluatie genoemd. 
Hierdoor worden uitsluitend werknemers en gepensioneerden getroffen, de anderen lijden niet onder de verlagingen.  Nu is dat in het geval van welvarende landen niet zo'n probleem, een stapje terug betekent niet armoede. Bovendien bestaat daar  een sociaal vangnet. Dat geldt dus voor de meer welvarende noordelijke landen (even de nieuwkomers in de eurozone uitgezonderd).
Voor de armere lidstaten, waar de armoedegrens sneller wordt bereikt, is eenzelfde aantasting van de koopkracht echter voldoende om die armoede grens te overschrijden terwijl er geen sociaal vangnet bestaat. Als men bij werkloosheid na een of twee jaren geen enkele uitkering meer verkrijgt maar afhankelijk is van de liefdadigheid en dat is het geval of het vooruitzicht  bij 25% van de beroepsbevolking en meer dan 50% bij de jeugd kan men echt wel van een humanitaire crisis spreken. In een geciviliseerde EMU zoals de eurozone is dat onaanvaardbaar.

De politieke invalshoek wordt steeds belangrijker. Ten eerste wordt de internationale belangstelling getrokken naar een eurozone conflict met een economisch nietswaardige lidstaat die met zijn 2% van de eurozone economie van nul en gener waarde is met de vraag waarom al die moeite.
Ten tweede wordt internationaal steeds duidelijker hoe de bailout constructies in elkaar steken en dat het in feite een schulden verschuif en niet schulden oplossing systeem is.
Ten derde wordt duidelijk dat dwang met geld wordt gebruikt om Griekenland in het gareel te krijgen en dat democratische keuzes daarbij niet gelden.
Ten vierde wordt duidelijk dat als de gebruikte aanpak gedurende vijf jaren  een negatief resultaat heeft opgeleverd van een doorgaan en verzwaring ervan niet kan worden verwacht dat die ineens een positief resultaat zouden opleveren.
Ten vijfde wordt duidelijk dat de strategische positie van Griekenland niet toelaat dat het land zich van de eurozone en westerse invloed losmaakt en zelfs hulp uit de Russische invloedssfeer zou krijgen.
Ten zesde levert de kans dat als Griekenland zich losweekt uit de eurozone en na enkele jaren zou blijken dat zij inderdaad op eigen benen kan staan een groot gevaar op dat andere landen zich dan ook zouden losmaken uit de eurozone.
Maar Griekenland coulanter behandelen dan de andere gebailoute landen levert ook een groot gevaar voor het voortbestaan van de eurozone op. Waarom zij wel en wij niet.

Al deze invalshoeken en hun consequenties maken duidelijk dat het geen simpel probleem is. Het komt voort uit de tweeslachtige opzet van de EU en de eurozone waar de gedachte dat structureel naar elkaar toegroeien vanzelfsprekend zou plaatsvinden zonder structurele binding een hersenschim is gebleken met grotere verschillen in plaats van samensmelting en dat de fiscaal economische opzet, gebaseerd op een voortdurende sterkere groei een even groot fantasme is geworden.


Hoe het mogelijk zou zijn  vijftien jaren van wanbeheer en een eurozone met onbeheersbare 95% en toenemende schuld en schrale groei om te smeden tot een soepel functionerende eenheid met 60% schuld; 3% groei en 2 % begrotings surplus om zo de schulden zowel percentagegewijs als in euros te doen teruglopen en lidstaten te kweken die staan te popelen om zich bij de eurozone aan te sluiten is niemand duidelijk.
Even duidelijk dat op de huidige wijze doorgaan de situatie alleen maar verslechtert.

Wie beschikt over de Deus ex Machina die altijd in de Griekse treurspelen de troefkaart bleekt te zijn.




Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire