dimanche 31 mai 2015


Rente, geldverruiming, inflatie, bubbels, neveneffecten, hoofdpijn
 
 
Dit keer haal ik een paar dingen bij elkaar of door elkaar. Saai en taai. Als ik erover nadenk word ik wat onzeker en krijg ik hoofdpijn. Dit kan toch niet echt zo zijn. En zich vergissen of iets helemaal niet begrijpen is menselijk. Maar ik wil het toch voor mezelf optekenen om te weten te komen hoe het allemaal in elkaar steekt.

 

Enige tijd geleden heb ik uit de ECB publicatie no 161 mei 2015 een statement geciteerd over de werkingsduur van lage refirente door de ECB bepaald. Dat citaat heeft me aan het piekeren gebracht.

 

Dat statement ging over de werkingsduur van monetaire ingrepen door de Centrale Banken in dit geval specifiek over het rentewapen van de ECB.

 

"By “long term”, we mean everything around or beyond five years. This is a time horizon beyond which monetary policy impulses and exogenous shocks are typically assumed to have had their full impact (mostly, it is assumed in the literature and by central banks that monetary policy impulses are effective over a two-year horizon)".

 

Met andere woorden, na twee jaren is het grootste effect van het gebruikte rentewapen voorbij en na vijf jaren heeft het zijn uitwerkingstijd gehad en werkt het niet meer. Want daar gaat die publicatie over.

Dat geldt dus niet alleen voor dat rentewapen maar voor alle monetaire ingrepen van de centrale banken, ook de Quantitative Easing, de geldverruiming.

 

Als ik erover nadenk dan zit er toch iets scheefs in die redenering. Wordt er bedoeld na het stoppen van de ingrepen of vanaf het begin van die ingrepen.

 

Kijk eens naar de ontwikkeling van de ECB refirente in de eurozone sinds 2000 in de hieronder geplaatste tabellen.

 


Het is hier duidelijk dat de ECB sinds 1999 continu bezig is geweest met het aanpassen van de refirente en dat er verschillen tussen 4,8 en 0,005% rente zijn. Met andere woorden hoe zit het dan met die twee en vijf jaar termijn als de ECB steeds bezig blijft?

Overigens dat het niet werkt blijkt ook duidelijk uit de huidige situatie waarin de bazooka van Draghi nodig is volgens de ECB.

 

Dit statement in de publicatie spoort wel met de aansporingen (waarmee de ECB zich feitelijk op politiek terrein begeeft hetgeen niet hun taak is)  van de ECB aan de eurozone om met "hervormingen" te komen die de potentiële groei ervan bereikbaar maken.

 

Deze aansporingen hebben een ambigu karakter want het wordt duidelijk uit de voordrachten door leden van het bestuur van de ECB dat daarmee een verdere fiscale = financiële en politieke integratie van de eurozone (of de gehele EU, dat is niet zo duidelijk, omdat vooral in internationaal verband ten onrechte vaak de term "Europa" wordt gebruikt voor eurozone en economische unie) zou worden bedoeld.

Het verschil tussen die twee is dus internationaal soms niet geheel duidelijk. Maar goed.

 

Bij de Europese Unie worden er echter alleen hervormingen binnen de bestaande financieel zelfstandige staten EMU (eurozone) bedoeld die een betere afstemming op economisch en financieel gebied vormen.

 

Het verschil is dus tussen politiek afgedwongen (fiscale en politieke unie, één staat) en vrijwillig of per onderling verdrag overeengekomen regelingen.

 

Ook die "hervormingen" is een vrij vaag begrip.

Zolang het gaat over lastenverhogingen om aan de fiscale eisen van de verdragen en het S&G Pact te voldoen (hetgeen vrijwel geen enkele lidstaat kan) zijn er vrij weinig problemen voor de staat maar bij het reduceren van de omvang van het staatsapparaat (ontslaan, herplaatsen van functionarissen) stokt het al op de arbeidsvoorwaarden en ziet men in plaats daarvan een gestage uitbreiding van het staatsapparaat.

Als het gaat om de arbeidswetgeving zijn de vaak oppermachtige vakbonden een onwrikbaar obstakel bij hervormen van de rechtspositie hetgeen flexibilisering (brede inzetbaarheid, overplaats en ontslag mogelijkheden) in de weg staat.

Wel ziet men, althans in de zwakke landen salarisverlagingen om de concurrentiepositie op de interne eurozone markt en de buitenmarkt te verbeteren. Of het eerste zinvol is valt te betwisten.

 

Laten we wel constateren uit de bron van de centrale banken zelf dat zonder hervormingen een lage rente op de duur geen zin heeft.

 

Dat blijkt ook wel in de praktijk want gezien de resultaten werkt het rentewapen niet. Het blijft dan ook niet bij dat rentewapen.

Als het niet de gewenste uitwerking blijkt te hebben komt de "geldverruiming" in stelling, de niet orthodoxe, niet conventionele,  alternatieve, Quantitative Easing waarvan de ECB claimt dat deze tot de gewenste bijna 2% inflatie zal leiden en dat ze daarmee zal doorgaan tot deze bijna 2% is bereikt.

Een claim die noch in de VS, noch in het VK, is waargemaakt. Integendeel.

 

Voor 60 miljard euro per maand  worden van banken (en andere instellingen) waardepapieren, obligaties opgekocht, zodat de banken elke maand 60 miljard cash hebben te besteden, dus uit te lenen of de eigen liquiditeit te verhogen of wat dan ook.

Want de banken zijn niet gebonden aan de ECB voor de wijze waarop zij hun gelden gebruiken.

Duidelijk is dat die 60 miljard maandelijks niet in de echte eurozone economie worden gepompt.  Waar blijft het geld dan? Alleen de banken weten het. Maar overduidelijk is dat veel ervan naar de aandelenmarkten, dus naar het kapitaal vloeit.

 

Ook is zeker dat die enorme vermeerdering van de geldhoeveelheid de euro in waarde doet zakken. Dat bleek al bij de mogelijkheid en daarna het voornemen en nu de uitvoering van dat QE plan. De euro is sindsdien 20% in waarde gedaald (niet alleen zoals men zo graag zegt alleen tegen de dollar en bovendien gaat de meeste handel in dollars).

 

Ook op de rente heeft de QE een grote invloed. De rente op obligaties (yield) is bij korte leningen voor Duitsland en Nederland zelfs negatief. Ook voor de zwakke lidstaten, (onder de paraplu van de Draghi's belofte) zijn de rentetarieven voor staatsleningen zo laag als ze nooit bij normale omstandigheden geweest zouden zijn. Lenen is  uiterst goedkoop.

 

Voor spaarders is de lol er daardoor ook al lang af. De mogelijkheid dat banken in plaats van rente uit te betalen over het spaargeld zelf rente gaan rekenen voor het privilege geld bij hen te kunnen deponeren (in navolging van de ECB die ook aan de banken rente in rekening brengt als die hun overschot aan geld daar deponeren) lijkt  ongelofelijk maar is waar. Pensioenen staan er ook door onder druk.

 

Voor de consumenten is er ook een onaangenaam gevolg. Alle import wordt veel duurder. De euro is internationaal minder waard geworden en de importen zijn dus hoger in euros dan voorheen. Dat leidt tot prijsstijgingen voor die producten. Kleding en electronica zijn er voorbeelden van.

 

Voor banken zelf is er ook niet veel plezier. Hun marges worden wel erg klein. En door de nieuwe Bazel overeenkomsten moeten zij veel grotere reserves aanhouden.

 

Shadowbankieren (dus leningen e.d. afsluiten) door andere financiële instellingen dan banken, instellingen die niet aan de zwaardere bankvoorwaarden zijn gebonden neemt daardoor hand over hand toe. Daardoor nemen de riscio's eveneens toe.

 

De ingrepen van de Centrale Banken hebben dus een reeks van effecten in de echte economie die de werking daarvan, zo zou men kunnen stellen wel heel sterk beïnvloeden. Maar wat is nu het beoogde doel van die rente en geldverruiming ingrepen.

 

Dat doel is volgens de uitspraken van de ECB louter en alleen  de prijsstabiliteit, de kerntaak van de ECB en vrijwel de enige taak. Alle ingrepen zijn daar op gericht, hoewel sommige van die ingrepen bijvoorbeeld volgens Weidman, president van de Duitse Centrale Bank niet onder dat mandaat gevat kunnen worden. En zoals hierboven opgenoemd zijn er wel heel veel gevolgen ervan voor de totale economie, niet alleen voor de prijsstabiliteit

 

Die prijsstabiliteit wordt uitgedrukt in inflatie.

De mainstream economie neemt aan dat een percentage van net onder de 2% die prijsstabiliteit bevordert. Of dat inderdaad zo is wordt door andere kleinere stromingen in de economie weer betwijfeld.

Inflatie is niets meer of minder dan prijsstijgingen.

Een inflatie van 2% is een prijsstijging van een aantal niet volatiele (niet aan sterke prijsschommelingen onderhevige) producten.

Die productenreeks moet dus elk jaar 2% (of bijna 2%) duurder worden. Jaar na jaar na jaar na jaar. Na tien jaar dus zo'n 20% minimaal. Klinkt wel een beetje vreemd.

 

In plaats van prijsstijging zou je even goed kunnen spreken over geldontwaarding en koopkrachtverlaging. Want elk jaar kun je met je geld 2% minder kopen. Dat is na 10 jaar ook zo'n 20% minder koopkracht.

Dat kan natuurlijk niet en daarom kennen we het begrip indexering hetgeen wil zeggen dat de salarissen en lonen (en in Nederland theoretisch de pensioenen, maar dat gaat al vele jaren niet meer op) met de inflatie mee stijgen.

 

Maar wat heeft het nu voor zin om prijzen en dan ook de lonen steeds 2% omhoog te laten gaan? De verhouding blijft dan toch hetzelfde?

Wel allereerst het bedacht psychologische aspect. Als je weet dat volgend jaar iets 2% duurder is koop je het nu.

Vraag. Als je weet dat je salaris dan ook 2% is gestegen maakt dat toch niets uit? Antwoord, daarom is het ook psychologisch en niet rationeel. En veel in de echte economie berust op psychologie en niet op rekenen. Daarom kloppen de per rekenmodellen gefabriceerde prognoses ook niet.

 

Maar denk erom. De belasting is progressief en dus met de jaarlijkse 2% salarisverhoging zit je al gauw in een hogere schaal.

 

Iets anders nog, die salarisverhogingen kunnen net iets kleiner zijn dan de echte inflatie (bijvoordeeld door de hogere prijzen van niet in het inflatiepakket opgenomen producten) is en dus gaat de koopkracht sluipend achteruit maar neemt de concurrentiepositie langzaam toe. Slecht voor de consument, goed voor de export.

Een sprekend voorbeeld is het VK waar pas nu sommige salarisverhogingen echt zijn, dus boven de inflatiecijfers. De snelle groei van de economie van het VK wordt daar wel een beetje aan toegeschreven.

Dus naast dat psychologisch aspect zitten  er toch van die addertjes onder het gras.

 

Al die bijverschijnselen zijn onbedoelde neveneffecten voor het bereiken van dat doel, de inflatie van bijna 2%.

Als je echter de internationale berichtgeving erover leest zie je daar toch een wat ander accent liggen dan die 2%.

 

Daar blijven heel wat vragen over liggen. Als mijn hoofdpijn daarover morgen verdwenen is ga ik daar wat over nadenken. Misschien zie ik het dan anders in.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire