De Europese Unie en de Eurozone gaan nu het Gewone Volk tegenkomen
mijn mistroostige
overpeinzingen over de toekomst
Zolang in de lidstaten van de Europese Unie de gevestigde partijen de absolute
meerderheid hebben, ook al is hij klein
kan Brussel geholpen door die meerderheid in de parlementen van de
lidstaten de wensen en noden van de nieuwe eurosceptische partijen negeren en de eigen agenda uitvoeren ook al
is er binnen die meerderheid een zekere scepsis, maar de regeringsleiders
beslissen.
We zien dat in Nederland waar zelfs de oppositiepartijen geen weerstand
bieden.
Zodra echter eurosceptische partijen die absolute meerderheid verbreken en
deel uit moeten maken van een coalitie is dat wel van invloed op de politiek
van de Europese Unie, de regeringsleiders moeten dan rekening houden met de
wensen van die eurosceptische coalitiegenoot.
Dat valt nu te zien in Griekenland waar de hegemonie van de gevestige partijen
is doorbroken en ze zelf nu oppositiepartijen zijn, terwijl Syriza, de
eurosceptische partij, de macht heeft overgenomen en een verbeten strijd voert
tegen de eurozone eisen van nog grotere austerity en Syriza het bewind van ECB,
IMF en eurozone wil doorbreken en weer eigen baas in huis zijn.
2015 kan het jaar van de toekomst van de EU zijn.
We zien het in Spanje waar bij de regionale verkiezingen de absolute
meerderheid van Rajos is doorbroken en waar als deze trend zich doorzet bij de
parlementsverkiezingen hij ook nationaal de absolute meerderheid zou verliezen.
Spanje kan niet meer om Podemos heen, de anti austerity partij. Als de trend
zich doorzet in de nationaleverkiezingen van november a.s. is de macht van de
anti en eurosceptische partijen niet meer te breken.
In Portugal 20 september en 11 oktober zijn de nationale verkiezingen. Ook
daar neemt de weerstand tegen de austerity toe.
In Polen is de nieuw gekozen president Duda tegenstander van verdere
integratie van de EU en houdt ook de toetreding tot de eurozone van zich af.
In Italië neemt de weerstand tegen de austerity toe. De Northern League
anti EU partij neemt in aantal toe en ook de 5 Star Party van Beppe Grillo is
machtig.
De Britse verkiezingen hebben eveneens een duidelijk signaal afgegeven. De
EU is te ver gegaan. Maar daar is bij de nieuwe plannen niet veel van te merken.
Gisteren schreef ik over het gevaar van een fiscale unie zonder politieke
eenheid en macht. Dat wil niet zeggen dat ik voor een politieke unie zou zijn alleen
al om het simpele feit dat die niets zou oplossen.
In Spanje is voor het komende regeringsleidersoverleg,, waar Duitsland en
Frankrijk tegenover het VK lijken te komen staan, al een snelle ontwikkeling: Spanje wil de ECB meer politieke macht geven
om de imbalances (=verschillen in economisch potentieel) in de eurozone via
geldstromen te nivelleren.
De ECB zou hiervoor een apart budget moeten krijgen om in noodgevallen te
gebruiken om eurobonds uit te geven.
Dat is een andere weg dan de fiscale unie maar met hetzelfde resultaat: op
rekening van de andere eurolidstaten
geld vrijmaken voor lidstaten in nood en wel zonder dat die andere
staten er zeggenschap over hebben.
Het is een van de Spaanse kant begrijpelijk voorstel maar wederom een dat
niets oplost alleen maar bedekt.
Men kan naar mijn mening de
eurolidstaten in drie categorieën verdelen:
-de staten die economisch potentiëel hebben om goed in de eurozone te
functionneren
-de staten die een dermate zwak economisch potentiëel hebben dat de euro
voor hen blijvend te duur is
-de staten die wel economisch potentieel hebben maar weerzin hebben tegen de
hervormingen voor het bereiken ervan.
In de vijftien jaren die de eurozone bestaat is er in die verdeling geen
wezenlijke verandering opgetreden ondanks EU subsidiëring, bailouts, austerity en andere regelingen.
Het is daarom hoogst onwaarschijnlijk dat er nu om onduidelijke redenen wel
een verandering in zou plaats vinden.
Politieke integratie kan aan de tweede categorie niets veranderen.
Bij de derde categorie zou, bij dwingend opleggen van te nemen
maatregelen, een verbetering kunnen optreden.
De fiscale verbeteringen die door de austerity zijn opgetreden hebben in de
categorie twee landen tot een ernstige verarming van de werkende en
gepensioneerde bevolking geleid.
Austerity wordt uitgedrukt in BBP, Begrotingstekort/surplus, Staatsschuld.
De verbeteringen zijn voornamelijk te zien in BBP en Begrotingstekort.
Het begrotingstekort werd en wordt voornamelijk omlaag gebracht niet door de staatsuitgaven te verminderen (die blijven stijgen) maar door de belastingen en heffingen te verhogen.
Er ontstaat dus een verschuiving van de pijn van staat naar burger.
Daarnaast wordt als oplossing een verbetering van de concurrentiepositie gezien om de export te stimuleren. De simp
De eurozone is opgebouwd uit zelfstandige elkaar economisch beconcurrerende lidstaten waar het
omlaagbrengen van de productie kosten in een staat en dus verbeteren van de
concurrentiepositie ervan ten opzichte van een andere leidt tot een vergrote
uitvoer naar een andere lidstaat die
daardoor schade oploopt. Aangezien de meeste handel onderling is heeft dat een
grote invloed. Eurozone wijd is dus de winst van de een het verlies van de
ander.
Dat heeft tot gevolg dat er in plaats van de beoogde convergentie juist een
divergentie optreedt waarin de best functionerende economie de zwakkere steeds
zwakker maakt.
De zwakkere heeft geen verweer want door de gezamenlijke munt kan hij geen
aanpassingen maken aan onderlinge waardeverschillen ervan, die immers niet
bestaan, die zijn concurrentie positie
zou kunnen verbeteren.
Door de lastenverhogingen en (tezelfdertijd salarisverlagingen in de zwakke
lidstaten) neemt de koopkracht af en ontstaat een demand crisis die samen met
de prijsstijgingen en dus inflatie door de duurdere invoer als gevolg van de
sterk gedaalde wisselkoers van de euro tot nog verdere vermindering van de
vraag leidt. Inflatie zonder voldoende koopkracht.
Alleen uitvoer naar landen buiten de eurozone levert eurozone winst op.
Maar ook daarbij is er onderlinge concurrentie.
Ik heb al eens eerder betoogd dat er een redelijke relatie moet bestaan
tussen kapitaalrendement en arbeidsbeloning. Hier zien we dat de staat zijn
positie veilig wil stellen ten koste van de bevolking dat wil zeggen dat deel
van de bevolking dat van arbeid of eerder geleverde arbeid afhankelijk is.
Dit leidt in de zwakke landen tot vervallen in armoede en het opbouwen van
een verzet tegen het systeem dat dat veroorzaakt heeft.
Na vijftien jaar eurozone begint dat verzet zich nu uit te drukken in de
politiek. Vooral in de zwakke landen komen de anti austerity partijen sterk in
opkomst.
Zodra zij de macht hebben bereikt om mede te regeren zullen zij die invloed
willen gebruiken om de austerity, die hun tot die staat van verarming heeft gebracht, te ontgaan.
Wij zien die machtsovername nu in Griekenland, maar hij dreigt ook in
Spanje, Italië, Portugal.
Het ellendige is dat er geen uitweg is. Na vijftien jaren eurozone, die om
het erger te maken, de bevolkingen was voorgespiegeld als een grote verbetering,
zijn de staatschulden zo hoog gestegen dat er geen enkele reserve meer is. Het
kunstmatig verhogen van het BBP (in Nederland met 7%) door boekhoudkundige
trucs vermindert de schuld in euros natuurlijk niet. Schijn.
De begrotingstekorten zijn nog steeds tegen de 3% en zouden bij verzachten
van de austerity regels ongetwijfeld
stijgen, hetgeen betekent dat de schulden elk jaar met dat percentage zullen toenemen.
Prognoses laten, zoals tot nu toe altijd, een betere toekomst zien waarin
na een aantal jaren de begrotingstekorten bijna verdwenen zullen zijn, maar
zelfs in Nederland weten we wat het zoet na het zuur betekent. En Nederland is
een toplid met redelijke schuld en teruglopend tekort.
En dan is de koek nog op ook dus er valt niets te verdelen. Alleen te lenen
en de schuld te vergroten.
Er is voor mij één prangende vraag: hoe heeft het
zo ver kunnen komen.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire