Menselijke Arbeid en Robots op de Verdringingstoer
toekomstvisie als nachtmerrie
Enige tijd geleden heb ik een simpel overzicht gemaakt over hoe ik de
relatie kapitaal en menselijke arbeid zie.
Door dit schema probeerde ik de
wederzijdse financiële afhankelijkheid van de mens en zijn arbeid enerzijds en
het kapitaal anderzijds aan te tonen.
De zwarte lijnen geven de gang van oorsprong naar consumenten aan. Neem
materiaal zeer ruim op, een geïmporteerd artikel dat verpakt moet worden, valt
hieronder, evenals de handelingen van een verkoper van artkelen in een supermarket, niet alleen de fabricage.
In feite betreft het alle aktiviteiten die tot de belasting op toegevoegde
waarde leiden.
De rode lijnen geven de geldstromen aan die voor de procesgang noodzakelijk
zijn.
Stel nu een situatie voor waarin de menselijke arbeid totaal wordt
vervangen door robots en andere geautomatiseerde technieken. Uitgesloten
natuurlijk denken wij, maar die simulatie geeft de onderlinge afhankelijkheid
van menselijke arbeid en kapitaal duidelijk aan.
Immers in het geval dat menselijke arbeid niet meer nodig is en dus ook
geen inkomsten voor de mensen genereert zijn er ook geen afnemers meer omdat er dan geen geldstroom van kapitaal naar mens
is is er dus ook geen koopkracht voor
afnemers. De mens heeft geen inkomen meer, dus is er geen demand meer en dus
levert het kapitaal geen rendement op.
De overheid kan niet ingrijpen want ook die, afhankelijk van belastingen en
heffingen, komt droog te staan.
Nogmaals, dit is een ondenkbare situatie maar mijn bedoeling is duidelijk te
maken dat er een redelijke verhouding moet zijn tussen de beloning van de
menselijke arbeid en het rendement op het kapitaal. Een economische noodzaak
want eist het kapitaal een te groot deel op dan vertaalt zich dat in lagere
lonen en lagere koopkracht en daardoor juist minder rendement voor het kapitaal
en grotere inkomens ongelijkheid.. Het is dus in het belang van beide op de
langere termijn om tot zo'n redelijke verhouding te komen. Helaas wordt teveel
op de korte termijn gedacht.
Bij een te grote en te langdurige wanverhouding kan dat tot een economische
krimp en dus lager BBP leiden en zal de
overheid vervolgens om zijn uitgavenpatroon te kunnen handhaven zijn inkomsten willen
vergroten door zowel kapitaal als arbeid zwaarder te belasten. Daardoor
ontstaat een zichzelf versterkende cirkelgang van koopkrachtdaling en
lastenverzwaring.
Maar het is evenzeer waar dat een loon dat de groei van de inflatie niet
bijhoudt juist kan leiden tot een groei van de economie. Dat is zichtbaar in
het Verenigd Koninkrijk waar de lonen die prijsverhoging niet geheel hebben
gevolgd en daardoor de productiekosten lager werden hetgeen het Britse succes
mede kan verklaren. Dat is een van de voordelen voor de staat van een gestage
inflatie. Een geruisloze waardevermindering van het geld die niet volledig
wordt gecompenseerd. Maar dat kan niet te lang worden doorgezet. Daarom moet nu
de productiviteit in het VK verhoogd worden en dat is niet het geval geweest.
Een van de ongetwijfeld niet bedoelde gevolgen van de politiek van de
centrale banken om ongeacht de oorzaak ervan te lage inflatie, arbritair dus op
2% gesteld, op die 2% te brengen door
renteverlagingen en geldverruiming zal als gevolg hebben dat arbeid lager
beloond wordt en gespaard geld minder opbrengt. Aan de andere kant vloeit er
meer geld de kant van het kapitaal op zoals zichtbaar is in de vermogens van
grote bedrijven en de kans op een bubble in de aandelenmarkten. Zo kan die
redelijke verhouding goed verstoord worden.
Bij een protectionistisch stelsel
speelt dit alles zich af in een gesloten
systeem en is controle goed denkbaar. In de globale economie waar productie,
service en consumptie over verschillende
open monetaire systemen plaats vindt is dat niet goed mogelijk. Wij zien hoe
multinationals zich niet in de productie landen vestigen maar in landen die
belasting technisch gezien hun het beste uitkomen. Maar eveneens globaal gezien
is er geen verschil in de gevolgen.
Die Welt heeft een Amerikaans onderzoek naar de verdringing van menselijke
arbeid door robots en ander geautomatiseerde technieken in Duitsland
gedupliceerd. De resultaten zijn neergelegd in de volgende tabel.
We moeten deze tabel bezien in combinatie met de voorafgaande. Hier wordt
immers weergegeven hoeveel van de menselijke arbeid in de eerste tabel zou
kunnen worden overgenomen door robots en soortgelijken.
18 miljoen van de 30 miljoen werknemers zouden kunnen worden verdrongen
door machines, robots. Een onthutsend beeld. Natuurlijk, we zien al de
massaontslagen in de service sector bij banken en soortgelijke instellingen. Medewerkers
die vervangen worden door machines die hetzelfde werk emotieloos voor minder
kosten verrichten. Winst is opbrengst min kosten. Dat wil dus zeggen dat er bij
dezelfde omzet meer winst wordt gemaakt. Winst gaat naar de kapitaalzijde.
Arbeid is een kostenpost. Die Welt noemt
het dan ook een sociale bom.
Dat wil zeggen aan het einde. Want
het overnemen van al dat werk gebeurt sluipend en langzaam. De technische
ontwikkelingen bevinden zich immers nog
in een beginstadium. Ook moeten die ontwikkelingskosten zodanig zijn dat het
inzetten van de robots een kostenbesparing oplevert. Denk daarbij aan de
energiekosten.
De rol van de overheid bij deze ontwikkeling is cruciaal. Bij vroegere
economische revoluties ontstonden er
nieuwe andersoortige banen waarvoor wellicht een andere opleiding nodig was,
maar dat was oplosbaar. In het geval van de robotisering ziet men dat echter
niet als reële mogelijkheid. Dat wil dus zeggen dat de overheden met meer dan
de helft van de arbeidsbevolking in de werkloosheid opgezadeld wordt. Dat kan
alleen worden opgelost door het inzetten
van robots extra te belasten om geld vrij te maken voor een uitkering aan de
nieuwe werklozen. Dan zou zelfs het punt weer kunnen komen dat door die robot belasting
de inzet van menselijke arbeid weer kostentechnisch gezien voordeliger zou
kunnen zijn. Maar dat maakt het tot een politiek probleem.
In de dertiger jaren van de vorige eeuw schreef Aldous Huxley zijn roman Brave New World waar
het probleem van de aantallen werkenden aangepakt werd door de voortplanting te
robotiseren. De rijping van de embryos
vond plaats buiten het moederlichaam in kweek units. Er werden voor elk beroep
de benodigde aantallen mensen gekweekt die tijdens de rijping door chemische
processen en geestelijke indoctrinatie
voor dat beroep geschikt werden gemaakt en tevreden met hun lot.
De heersende en dus niet arbeidende klasse verveelde zich deerlijk en werd
door het gebruik van "soma", een wat we nu zouden noemen
anti-depressief kalm en tevreden
gehouden maar leidde daardoor toch slechts een pover half-bestaan.
Een in en in triest verhaal. Wordt iets dergelijk onze toekomst?
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire