Bewitched, bothered and bewildered, am I.
zoals ik het probeer te zien
Gebogen over hun
stuurwiel zitten zij zonder valhelm, de presidenten van de centrale banken, Mrs
Yellen, Mr Draghi, Mr Kuroda, Mr Carney en de andere. Met de linkervoet bedienen zij
het rentepedaal, met hun rechtervoet het
geldpedaal van de motoren van de economie en zo racen zij zij aan zij om te
voorkomen dat zij de race verliezen. Er is één pedaal dat
zij niet hebben: de rem.
Zij heheersen en
sturen de mondiale economie. Heel vroeger werd die economie staatshuishoudkunde
genoemd en dat is het ook. Het staat in feite ver af van het welzijn van de
burgers, de belastingverschuldigden. Al vanouds zijn de burgers gezien als
vullers van de staatskassen. Toen Willem de Veroveraar Engeland had veroverd
liet hij direct de bezittingen van alle Engelsen
vast leggen in wat in de volksmond het Domesday Book werd genoemd, op grond
waarvan de belastingen werden vastgesteld en geïnd. Wij kennen ook nog altijd
de tiende penning van de gehate Alva. Er is dus niets nieuws onder de zon.
Het eurozone tekort over 2014 is onder de 3% gekomen, 2,4%. Het
percentage van de nationale schuld van de eurozone is gezakt naar 91% deelt de
EU ons mede.
Een groot succes.
Er is echter een "maar". Door de nieuwe berekeningsmethode van het BBP of GDP, het
Bruto Binnenlands Product (wereldwijd ingevoerd) waarbij overheidsuitgaven aan
innovatie, inkomsten uit criminaliteit
e.d. bij het BBP werden opgeteld is het eurozone BBP in één klap met
zo'n 3% verhoogd.
Vandaar dat het
begrotingstekort als percentage lager is geworden. Datzelfde geldt voor het
percentage van de staatschuld. Het heeft
echter geen enkele invloed op het
schuldbedrag zelf.
Om het in de gedachten terug te roepen, deze nieuwe
berekenings methode is de oorzaak dat Nederland 1,1 miljard euro extra moest
betalen aan de EU omdat het BBP ineens zo'n 6% gestegen was door deze nieuwe
berekeningsmethode.
Dat deze daardoor lagere percentages als een vooruitgang
werden gezien is dus ietwat opgeblazen.
Als ik echter de cijfers neem van maart 2015 van het programma
"World Debt Clock" dat de schuldpercentages berekent door de deling
van BBP en schuldbedrag kom ik op andere percentages. Hieronder de daaruit
verkregen tabel voor de eurozone landen waarbij het percentage voor de eurozone
op 97,11 komt te liggen. Verschillende berekeningsmethodieken kunnen dus
behoorlijke verschillen vertonen.
Uit deze cijfers blijkt ook dat slechts zes van de
lidstaten, waaronder vijf nieuwe, aan de 60% schuldpercentage voldoen.
Eveneens zijn er zes die een schuldpercentage van meer
dan 100% vertonen.
Al met al geen overeenstemming met het vereiste in het Stabilisatie en Groei
Verdrag.
Dan moet niet vergeten te worden daarbij te vermelden dat
elk jaar de staatsschulden stijgen zolang er een begrotingstekort is met dat
tekort.
Nu is het wereldwijd ook niet best gesteld met de
schulden. In de rijke landen is het schuldenniveau publiek en privaat gestegen
tot 275% en 175% in de Emerging Markets. Beide 30% meer dan voor de 2008
crisis.
(Staats)schulden hebben drie aspecten. De hoofdsom die na
verloop van tijd terugbetaald moet worden, de rente die volgens een
overeengekomen percentage over de hoofdsom per jaar betaald moet worden en de
muntsoort waarin ze zijn afgesloten.
Dat dat laatste ook belangrijk is ondervinden die Fransen
die hypotheken in Zwitserse franken hadden afgesloten vanwege de lage rente en
door de waardevermindering van de euro door het loslaten van de koppeling met
de Zwitserse frank nu ineens in euros omgerekend een veel hoger bedrag aan schuld hebben.
Wereldwijd is er naar men aanneemt 9 biljoen dollars
geleend door Emerging Markets, gelokt door de lage rente.
Wat de hoofdsom betreft, doordat alle staten vrijwel
altijd een begrotingstekort hebben en dus steeds toenemende schulden hebben
worden deze steevast afgelost door nieuwe grotere leningen af te sluiten.
Immers zolang een staat een begrotingstekort heeft neemt
het bedrag van de staatsschuld toe. En zo'n tekort is heel gewoon.
Het rentepercentage is een geheel ander verhaal. Normaal
gesproken hangt de rente sterk af van de schaarste van geld en het risico op
niet terugbetalen. De rente heeft daarmee een grote invloed op het leengedrag
van particulieren, bedrijven en landen. Is er al veel geleend dat neemt het
risico toe en zal het rentepercentage oplopen tot het zo hoog is dat de lener
wel uitkijkt en niet meer lenen kan. Is het ricico groot omdat de lener niet
erg solvabel is dan zal het rentepercentage veel hoger dan normaal zijn. Het
rentepercentage heeft dus een remmende invloed op riskant leengedrag.
De waarde van de hoofdsom heeft twee kanten: het bedrag
in de muntsoort waarin geleend is en de waarde daarvan omgerekend naar de
globale reservemunt, de dollar.
Nemen we de euro bijvoorbeeld dan zien we dat de waarde ervan
ten opzichte van de dollar sinds januari 2014 met 20% is gedaald.
We zien dan ook in de statistieken dat terwijl er in de eurozone groei is in de
periode 2014-2015 in de euromunt uitgedrukt
er in de dollar uitgedrukt juist een krimp is door de waardevermindering
van de euro. Hieronder een tabel van de waarde ontwikkeling van de euro ten
opzichte van een aantal belangrijke muntsoorten.
Nu zijn er twee mogelijkheden.
De ontwikkelingen worden overgelaten aan de markt. Dan
treden de bovengenoemde remmen in werking. Er geldt dan wel het recht van de
sterksten.
De andere is het alles regelen door de overheid. In
extreme vormen het kapitalisme en het socialisme. De volkomen
verantwoordelijkheid van het individu tegenover de overheersende regelgeving
door de overheid. Of een eclectisme met kenmerken van beide. Bescherming van de
zwakken.
De banken en centrale banken spelen in dat bespelen van
de economie, de staatshuishoudkunde en de gevolgen voor het individu een
centrale rol. De banken vormen het verband tussen kapitaal en bedrijfsleven, de
centrale banken bewaren, of trachten dat, het evenwicht tussen landen.
De banken doen het door de rentebepaling voor leningen,
de centrale banken door het manipuleren van rentehoogte en geldschepping.
Geld heeft zijn karakter verloren sinds het werd
losgekoppend van intrinsieke waarde van de munten of dekking door de
goudvoorraad van de landen. Geld in onze tijd bestaat eigenlijk niet meer in
die vorm, het is alleen een soort recht op koop, in computerprogramma's
vastgelegd.
Daarbij spelen de centrale banken inderdaad een centrale
rol. "geld"creëren tegen te vaak dubieuze waarborgen, rentetarieven
manipuleren om lenen te vergemakkelijken of moeilijker te maken, zo trachten zij
voor hun eigen muntsoort de beste condities te scheppen op de globale markten.
Het is om hoofdpijn te krijgen. Inflatie opwekken
gekoppeld aan loonsverhogingen, geld
scheppen om investeringen gemakkelijker te maken. Deels
imaginair. Groter groei maken dan inflatie gepaard aan begrotingsoverschotten
om schulden weg te werken die door inflatie minder waarde hebben gekregen.
Neem de euro, 20% minder waard tegenover de wereldmunt
dan in januari 2014. Voor de eurozone schept dat hopelijk meer export dan de
import duurder wordt. Maar bij gelijkblijvende lonen daalt de koopkracht door die
duurdere import. Geimporteerde inflatie dus. Kleding en electronica worden al
genoemd maar het zijn alle goederen waarin importbestandelen zijn verwerkt. Als
er geen loon compensatie komt daalt de koopkracht die toch al miniem is. Wordt
dat gecompenseerd door de veronderstelde grotere export waardoor meer
werkgelegenheid, investeringen en loon? Een ding is zeker door de lage rente
lijden de spaarders en gepensioneerden en gedijt de beurs, het kapitaal dus. De
al bestaande ongelijkheid neemt toe.
Volgende keer peins ik daarover door.
Maar ik heb het mischien ook helemaal mis net als in
ieder geval een van de voornaamste economische stromingen, de ene van
zuinigheid en vlijt en de andere van juist meer schulden om te investeren. Want
de economie is geen wiskunde maar een aantal visies. En visies kunnen heel
bedriegelijk zijn.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire