vendredi 24 avril 2015



Bewitched, bothered and bewildered, am I.

zoals ik het probeer te zien

Gebogen over hun stuurwiel zitten zij zonder valhelm, de presidenten van de centrale banken, Mrs Yellen, Mr Draghi, Mr Kuroda, Mr Carney  en de andere. Met de linkervoet bedienen zij het rentepedaal, met  hun rechtervoet het geldpedaal van de motoren van de economie en zo racen zij zij aan zij om te voorkomen dat zij de race verliezen. Er is één pedaal dat zij niet hebben: de rem.

Zij heheersen en sturen de mondiale economie. Heel vroeger werd die economie staatshuishoudkunde genoemd en dat is het ook. Het staat in feite ver af van het welzijn van de burgers, de belastingverschuldigden. Al vanouds zijn de burgers gezien als vullers van de staatskassen. Toen Willem de Veroveraar Engeland had veroverd liet hij direct de bezittingen van alle Engelsen vast leggen in wat in de volksmond het Domesday Book werd genoemd, op grond waarvan de belastingen werden vastgesteld en geïnd. Wij kennen ook nog altijd de tiende penning van de gehate Alva. Er is dus niets nieuws onder de zon.

Het eurozone tekort over 2014 is onder de 3% gekomen, 2,4%. Het percentage van de nationale schuld van de eurozone is gezakt naar 91% deelt de EU ons mede.
Een groot succes.
Er is echter een "maar". Door de nieuwe berekeningsmethode van het BBP of GDP, het Bruto Binnenlands Product (wereldwijd ingevoerd) waarbij overheidsuitgaven aan innovatie, inkomsten uit criminaliteit  e.d. bij het BBP werden opgeteld is het eurozone BBP in één klap met zo'n 3% verhoogd.
Vandaar dat het begrotingstekort als percentage lager is geworden. Datzelfde geldt voor het percentage van de staatschuld. Het heeft  echter  geen enkele invloed op het schuldbedrag zelf.
Om het in de gedachten terug te roepen, deze nieuwe berekenings methode is de oorzaak dat Nederland 1,1 miljard euro extra moest betalen aan de EU omdat het BBP ineens zo'n 6% gestegen was door deze nieuwe berekeningsmethode.

Dat deze daardoor lagere percentages als een vooruitgang werden gezien is dus ietwat opgeblazen.

Als ik echter de cijfers neem van maart 2015 van het programma "World Debt Clock" dat de schuldpercentages berekent door de deling van BBP en schuldbedrag kom ik op andere percentages. Hieronder de daaruit verkregen tabel voor de eurozone landen waarbij het percentage voor de eurozone op 97,11 komt te liggen. Verschillende berekeningsmethodieken kunnen dus behoorlijke verschillen vertonen.


Uit deze cijfers blijkt ook dat slechts zes van de lidstaten, waaronder vijf nieuwe, aan de 60% schuldpercentage voldoen.
Eveneens zijn er zes die een schuldpercentage van meer dan 100% vertonen.
Al met al geen overeenstemming met  het vereiste in het Stabilisatie en Groei Verdrag.

Dan moet niet vergeten te worden daarbij te vermelden dat elk jaar de staatsschulden stijgen zolang er een begrotingstekort is met dat tekort.

Nu is het wereldwijd ook niet best gesteld met de schulden. In de rijke landen is het schuldenniveau publiek en privaat gestegen tot 275% en 175% in de Emerging Markets. Beide 30% meer dan voor de 2008 crisis.

(Staats)schulden hebben drie aspecten. De hoofdsom die na verloop van tijd terugbetaald moet worden, de rente die volgens een overeengekomen percentage over de hoofdsom per jaar betaald moet worden en de muntsoort waarin ze zijn afgesloten.
Dat dat laatste ook belangrijk is ondervinden die Fransen die hypotheken in Zwitserse franken hadden afgesloten vanwege de lage rente en door de waardevermindering van de euro door het loslaten van de koppeling met de Zwitserse frank nu ineens in euros omgerekend een  veel hoger bedrag aan schuld hebben.
Wereldwijd is er naar men aanneemt 9 biljoen dollars geleend door Emerging Markets, gelokt door de lage rente.
Wat de hoofdsom betreft, doordat alle staten vrijwel altijd een begrotingstekort hebben en dus steeds toenemende schulden hebben worden deze steevast afgelost door nieuwe grotere leningen af te sluiten.
Immers zolang een staat een begrotingstekort heeft neemt het bedrag van de staatsschuld toe. En zo'n tekort is heel gewoon.

Het rentepercentage is een geheel ander verhaal. Normaal gesproken hangt de rente sterk af van de schaarste van geld en het risico op niet terugbetalen. De rente heeft daarmee een grote invloed op het leengedrag van particulieren, bedrijven en landen. Is er al veel geleend dat neemt het risico toe en zal het rentepercentage oplopen tot het zo hoog is dat de lener wel uitkijkt en niet meer lenen kan. Is het ricico groot omdat de lener niet erg solvabel is dan zal het rentepercentage veel hoger dan normaal zijn. Het rentepercentage heeft dus een remmende invloed op riskant leengedrag.

De waarde van de hoofdsom heeft twee kanten: het bedrag in de muntsoort waarin geleend is en de waarde daarvan omgerekend naar de globale reservemunt, de dollar.
Nemen we de euro bijvoorbeeld dan zien we dat de waarde ervan ten opzichte van de dollar sinds januari 2014 met 20% is gedaald.
We zien dan ook in de statistieken dat  terwijl er in de eurozone groei is in de periode 2014-2015 in de euromunt uitgedrukt  er in de dollar uitgedrukt juist een krimp is door de waardevermindering van de euro. Hieronder een tabel van de waarde ontwikkeling van de euro ten opzichte van een aantal belangrijke muntsoorten.




Nu zijn er twee mogelijkheden.
De ontwikkelingen worden overgelaten aan de markt. Dan treden de bovengenoemde remmen in werking. Er geldt dan wel het recht van de sterksten.
De andere is het alles regelen door de overheid. In extreme vormen het kapitalisme en het socialisme. De volkomen verantwoordelijkheid van het individu tegenover de overheersende regelgeving door de overheid. Of een eclectisme met kenmerken van beide. Bescherming van de zwakken.

De banken en centrale banken spelen in dat bespelen van de economie, de staatshuishoudkunde en de gevolgen voor het individu een centrale rol. De banken vormen het verband tussen kapitaal en bedrijfsleven, de centrale banken bewaren, of trachten dat, het evenwicht tussen landen. 
De banken doen het door de rentebepaling voor leningen, de centrale banken door het manipuleren van rentehoogte en geldschepping.
Geld heeft zijn karakter verloren sinds het werd losgekoppend van intrinsieke waarde van de munten of dekking door de goudvoorraad van de landen. Geld in onze tijd bestaat eigenlijk niet meer in die vorm, het is alleen een soort recht op koop, in computerprogramma's vastgelegd.

Daarbij spelen de centrale banken inderdaad een centrale rol. "geld"creëren tegen te vaak dubieuze waarborgen, rentetarieven manipuleren om lenen te vergemakkelijken of moeilijker te maken, zo trachten zij voor hun eigen muntsoort de beste condities te scheppen op de globale markten.

Het is om hoofdpijn te krijgen. Inflatie opwekken gekoppeld aan loonsverhogingen,  geld scheppen om investeringen gemakkelijker te maken. Deels imaginair. Groter groei maken dan inflatie gepaard aan begrotingsoverschotten om schulden weg te werken die door inflatie minder waarde hebben gekregen.

Neem de euro, 20% minder waard tegenover de wereldmunt dan in januari 2014. Voor de eurozone schept dat hopelijk meer export dan de import duurder wordt. Maar bij gelijkblijvende lonen daalt de koopkracht door die duurdere import. Geimporteerde inflatie dus. Kleding en electronica worden al genoemd maar het zijn alle goederen waarin importbestandelen zijn verwerkt. Als er geen loon compensatie komt daalt de koopkracht die toch al miniem is. Wordt dat gecompenseerd door de veronderstelde grotere export waardoor meer werkgelegenheid, investeringen en loon? Een ding is zeker door de lage rente lijden de spaarders en gepensioneerden en gedijt de beurs, het kapitaal dus. De al bestaande ongelijkheid neemt toe.

Volgende keer peins ik daarover door.
Maar ik heb het mischien ook helemaal mis net als in ieder geval een van de voornaamste economische stromingen, de ene van zuinigheid en vlijt en de andere van juist meer schulden om te investeren. Want de economie is geen wiskunde maar een aantal visies. En visies kunnen heel bedriegelijk zijn.














 

 

 

 

 


Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire