QE wat het wil doen en niet kan
en wat het niet wil doen maar wel kan
Na het lezen van wat artikelen over de Japanse wederwaardigheden met de
geldverruiming daar en wat Duitse reacties op de QE in de eurozone en de USA en
het VK na afloop van die QE ben ik daar toch wat over gaan piekeren. Er is meer
gaande in de eurozone dan alleen de Griekse kwestie. Die is eigenlijk maar
bijzaak.
Ik lees dat er meer dan twintig landen zijn die beschermende maatregelen hebben
getroffen tegen een dreigende te lage inflatie of zelfs deflatie of
tegen andere landen die inflatieverhogende maatregelen doorvoeren.
Een deflatie die sterk gevoed wordt door de dalende dollarprijs voor olie.
Men ziet dat de echte economie opveert door deze prijsdaling. De koopkracht
van de consument neemt erdoor toe, de
productiekosten voor het bedrijfsleven nemen af. Perfect voor de echte economie
dus die een versnelde groei gaat tonen. De conclusie moet zijn dat
prijsverlagingen, disinflatie of deflatie dus niet altijd nadeling behoeven te
zijn.
Een lichte deflatie behoeft dus niet fataal voor de de echte economie te
zijn, zoals ons zo vaak wordt voorgehouden. Natuurlijk moet hij niet te groot
worden, maar dat geldt in nog actueel meerdere mate voor te grote inflatie.
Voor één groep is echter zelfs een lichte deflatie nadelig: de groep die
schulden heeft. Bij een inflatie van zeg 2%, het peil dat centrale banken zo
graag zien, prijsverhogingen van 2% dus ofte wel 2% waardevermindering van de
munt neemt de schuld elk jaar met 2% af. Voor landen (en dat zijn de meeste) en
instellingen met grote schulden is dat dus voordelig.
Bij deflatie vindt het tegenovergestelde plaats, de waarde van de schuld
neemt toe met het deflatie percentage.
Duidelijk welke van de twee onze regeringen het liefst zien en nastreven.
Een constante inflatie van jaarlijks
2% heeft nog een ander effect. Aanpassing van de lonen. Vakbonden willen
het verlies aan koopkracht gecompenseerd zien door een loonsverhoging. Zo ziet men in grafieken dat elk jaar de
prijsstijging gevolgd wordt door een overeenkomstige loonstijging die de
productiekosten weer verhoogt en zo weer een prijsstijging tengevolge heeft. Dat brengt het gevaar van uit de hand lopen
van die inflatie met zich mee. Voor Duitsland met de hyperinflatie van de Weimar Republiek nog steeds vers in het geheugen een vreselijke nachtmerrie.
Voor de loontrekker dus een nul nul situatie. De idee erachter is
dat het de groei stimuleert door de vrees voor verdere inflatie en dus kopen
maar voor de prijzen weeer zijn gestegen en dus groei.
Je hoort nu ook wel hier en daar een twijfel aan dat systeem van nimmer
stoppende inflatie van 2%. Zelfs dat in periodes van deflatie de economische
groei soms groter was. De economie is nu eenmaal geen exacte wetenschap maar een
empirische wetenschap met theorieën en stromingen over oorzaak en gevolg.
Als die 2% inflatie niet op natuurlijk economische wijze tot stand komt
komen de Centrale Banken in actie en gaan allerlei maatregelen treffen om die
inflatie op de die 2% te krijgen. Bijvoorbeeld de rente verlagen zodat geld
lenen aantrekkelijk wordt. Men leent en koopt meer en dat drijft de inflatie
op. Of aan banken geldleningen verschaffen tegen speciale lage rentetarieven in de
hoop dat die daardoor ook lagere tarieven aan de leners zullen berekenen. Soms
helpt dat allemaal niet, of loopt
zelfs slecht af omdat het bedrijfsleven gelokt door de zo lage rentes te veel hooi
op de vork heeft genomen en er bubbels
ontstaan die later kunnen barsten en tot catastrofes kunnen leiden zoals de huizenbubbel in Spanje.
Desalniettemin denkt de ECB dat het in de eurozone met een scheppen van 1140 miljard euro wel gaat lukken,
omstreeks 2017 al naar vrijwel 1,8% inflatie en dat onder ongunstiger omstandigheden dan in de
andere landen met QE omdat de ECB geen centrale bank van één ongedeelde staat
is maar 19 economisch en financiëel onafhankelijke lidstaten vertegenwoordigt
waarvan de belangen en noden ver uiteenlopen.
Een direct gevolg van het aankondigen en starten van de QE door de ECB
heeft in ieder geval, officiëel onbedoeld maar wel voordelig, de wisselkoers
van de euro zo'n 20% laten zakken van $ 1.39 naar $1.06. Dat verlaagt de
exportprijzen aanzienlijk zodat de concurrentiepositie op de wereldmarkt flink toeneemt.
Voor handel binnen de eurozone maakt het door dezelfde munt niets of weinig
uit. Wel verhoogt het de prijs van invoer van grondstoffen, halffabrikaten en
andere producten in dollars geprijsd en dus de inflatie. Helaas daardoor de
koopkracht verminderend want de lonen blijven onveranderd. Voor de consument
dus niet voordelig.
Wat is er na de QE? Meer QE en nog meer QE want het is het laatste wapen
dat de Centrale Banken in handen hebben. Want de centrale banken hebben veel
macht maar officiëel niet over de landspolitiek, het fiscale beheer, belasting, begroting, middelentoewijzing.
Dat doet de landsregering. Idealiter in overleg met de Centrale Bank.
Zo ging dat ook in Japan, abenomics QE was een samenhangend plan van centrale
bank, de rentebepaling en geldverruiming en de Japanse staat, de belastingen,
begrotingen en fondsentoewijzing. In 2013 werd met de uitvoering begonnen. Maar
nu is de fiscale politiek een breekpunt geworden met een primair begrotingstekort (dus nog zonder
de rentebetalingen op schulden mee te rekenen) van 6,6% van het GDP. De
centrale bank vindt dat de regering niet genoeg doet om dat tekort omlaag te
brengen. De regering vindt dat de bank zich tot de monetaire kant moet beperken.
Ook die monetaire kant leidt tot een verschil van mening. Kuroda, de bank
baas, beloofde wat dan ook te doen om die inflatie naar 2% te brengen (waar
doet dat me toch aan denken?). Maar de Japanse Centrale Bank doet misschien
niet genoeg om dat te bereiken. (Maar waar is dat wel gelukt?). Ook lijkt Abe
geen nieuwe serie obligatieaankoop te willen. De voor de fiscal balance
noodzakelijke verhoging van de BTW van 5% naar 8% veroorzaakte een recessie
terwijl juist een groei was verwacht ter voorbereiding van een tweede BTW
verhoging naar 10% die tenslotte naar een primair begrotingsoverschot zou leiden omstreeks 2020. Daarbij is de Japanse
nationale schuld wereldaanvoerder met 240% van het GDP.
Karuda kwam vervolgens met een verhoging van de QE naar 80 miljoen yen per
jaar. Hij wilde dat Abe de tweede verhoging van de BTW zou doorzetten. Maar Abe
stelde hem uit tot 2017 want de economie zou dat niet kunnen verdragen.
Dus is er geen duidelijk uitzicht op een verbetering van de fiscale
situatie, veel van de groeiversterkende structurele hervormingen zijn uitgebleven,
de inflatie (ook door de olie) is geen 2% maar 0%.
De QE heeft vastgoed en effectenbeurzen omhoog gejaagd en de yen in waarde
verlaagd zodat de export profiteerde.
Maar de middenstand en consumenten voelen alleen de hogere prijzen.
De Japanse ervaringen met de QE zijn als ik dit
zie niet zo positief. Of dat met nog meer QE zal veranderen? De Centrale Bank
zal dan zo ongeveer de gehele nationale shculd hebben opgekocht.
In de eurozone zijn de opvattingen over de QE ook zeer uiteenlopend. Vooral
Duitsland is een geducht tegenstander ervan. Begrijpelijk want Duitsland zou
het als niet euroland niet nodig hebben en het zou zelfs nadelig kunnen zijn.
Daarentegen zijn de zuidelijke landen, sterk in het nadeel op de mondiale markt
er voorstanders van.
Roger Bootle* laat zijn licht erover schijnen. Wat doet QE.
Allereerst worden de banken overspoeld met liquiditeit waarover ze
nauwelijks kunnen verdienen aan rente. In normale tijden zouden ze het uitlenen
tegen een redelijke rente en dat zou de algemene vraag verhogen. Maar de tijden
zijn niet normaal en uit angst verlies te maken potten ze het liever op.
Tweedens heeft de QE een verhogende tendens op de prijs van ermee gekochte activa
en verlaagt daardoor de renteopbrengst ervan. Dit verhoogt de rijkdom niveaus
en verlaagt de financieringskosten.
Ten derde wordt de waarde van portfolios gewijzigd dordat de handelaren
meer geld of geldequivalenten hebben en minder, riskante, activa met hoge
opbrengst. Dit leidt hen ertoe elders andere activa te kopen en daar een uitbreidende impuls te veroorzaken.
Ten vierde met meer liquiditeit van één muntsoort (geld
"bijgedrukt") uitgegeven in een land vergeleken met andere
landen zullen kapitalisten daarop
reageren door hun portfolio aan te passen door eigen muntsoort te vervangen
door buitenlandse en verlagen daardoor de wisselkoers met alle gevolgen voor
concurrentievermogen en prijspeil.
Alleen punt vier, een zwakkere wisselkoers heeft effect, een krachtig
effect als de wisselkoers echt flink daalt.
Tot dusverre is dat het geval
geweest voor de ECB.
Maar zal Duitsland accepteren dat de euro, ook hun munt, opzettelijk
verzwakt wordt?
Zullen andere landen buiten de eurozone zoals de USA, China, Japan en het
VK toestaan dat de eurozone zo uit de problemen klimt? Het is tenslotte de
export van de zwakke vraag en de deflatieneiging van de eurozone naar andere
landen.
Hoe wordt er in Duitsland zelf over gedacht? Het is opvallend dat na vele jaren
van dociel aanvaarden het laatste jaar in de Duitse pers een veel kritischer
houding tegenover de eurozone wordt getoond en wat de geldverruiming betreft
een sterk afwijzende.
Vooral de mogelijkheid dat zwakke landen niet meer de dwingende noodzaak van de anders noodzakelijke hervorming van bijvoorbeeld de arbeidsmarkt voelen door de nieuwe toestroom van honderden miljarden tegen een minieme rente. En Duitsland is tenslotte de geestelijk vader van de austerity en had zonder die zuinigheid en vlijt waarschijnlijk niet ingestemd met de euro. Morgen ga ik dat op een rijtje zetten.
*Roger Bootle The Trouble with Europe
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire