Today is QE Day
Vandaag komt het voltallige bestuur van de ECB in Cyprus
bijeen. Natuurlijk komt Griekenland ter sprake, dat is een vast item.
Maar de hoofdschotel is de Quantitative Easing. Draghi
gaat de details nu uit de doeken doen. Anderhalfjaar lang 60 miljard euro per
maand bijdrukken om gedekte waardepapieren en vooral eurozone staatsobligaties
aan te kopen zodat de verkopende banken elke maand 60 miljard cash in handen krijgen om die weer te investeren
of de eigen buffers te vergroten of wat dan ook.
Misschien zelfs langer dan 18 maanden want het is een
open end programma. Het kan dus doorgaan tot die 2% inflatie bereikt is.
Eeuwigdurend dus misschien.
Het is niet zonder risico want waardepapieren kunnen in
waarde dalen of zelfs waardeloos worden en lidstaten kunnen defaulten en niet
kunnen aflossen dus. Failliet gaan in mensentaal. Dan kan de ECB naar dat geld
fluiten. Dat geeft in een constructie als de eurozone extra problemen. Want de
ECB is niet de bank van één staat maar van negentien fiscaal onafhankelijke
lidstaten. Je kunt niet de ene staat opschepen met de schulden van een andere,
kijk maar naar een hypothetische kwijtschelding van Griekse schulden, hoe graag
sommige dat ook zouden willen. Dus moet er
een constructie komen dat de staat van oorsprong van de verkopen aan de ECB
voor 80% aansprakelijk wordt voor dat QE deel en alle borg staan voor de
resterende 20%. Althans zoiets verwacht men.
Zo moeten er meer rimpels glad gestreken worden. Vanavond
weten we het.
Gisteren heb ik al gesteld dat een van de niet beoogde
maar als bijkomend verschijnsel toch aanwezige de instorting van de waarde van
de euro is. Hieronder een grafische voorstelling van de gestage val van de euro
sinds mei 2014. Alleen al bij de aankondiging van de QE. Een verdere daling tot
1,07 dollar wordt verwacht en sommige analisten zien zelfs een wisselkoers van één euro op één dollar als mogelijkheid.
Een forse devaluatie dus.
Een van de
veronderstellingen bij de QE is dat de banken staan te springen om maandelijks
voor 60 miljard aan assets aan de ECB te verkopen. En dus dat het bedrijfsleven
staat te springen om dat geld weer van de banken te lenen.
Wat dat laatste betreft zijn de evaringen met de laatste
twee tranches van de LTRO's niet bemoedigend. Ondanks de zeer aantrekkelijke
rente was er niet veel vraag. Dat kan betekenen dat de banken het financiëel
niet aantrekkelijk vonden, hetgeen gezien de door de ECB gevraagde rente
niet aannemelijk is. Waarschijnlijker dat het bedrijfsleven geen interesse had
of dat de banken het risico te groot achtten. Het is niet redelijk te
verwachten dat dat nu met die 1100 miljard euros anders zou zijn. Indie paar
maanden is er niet veel veranderd en zeker niet verbeterd.
Er is bovendien mondiaal geen gebrek aan geld. De QE
geldenvan de USA zwerven nog rond.
Daar komt nog bij dat er voor de banken geen reden is
veilige assets met een zekere opbrengst om te ruilen voor geld dat zij weer
renderend moeten trachten te investeren. Dat in een tijd dat ze het zelfs niet
kunnen parkeren bij de ECB want dan moeten zij zelf rente gaan betalen. De
assets die de banken dus zullen trachten te slijten zullen de minder solide
zijn. Daar de ECB toch maandelijks die 60 miljard kwijt moet zien te raken
lopen ze de kans of een te hoge prijs te moeten betalen en wellicht zelfs de
functie van een bad bank met dubieuze
waardepapieren te krijgen. Of ze raken die 60 miljard per maand binnen de eurozone helemaal niet kwijt.
Tekenend daarvoor de wijze waarop nu Griekenland door de
ECB wordt benaderd. En daar kunnen alleen financiële zekerheden in het spel
zijn want de ECB kan zich niet mengen in de politiek van lidstaten. Hier speelt
dus uitsluitend het financiële risico een rol. Andere effecten ervan zijn
bijvangst.
Dat de lidstaten een flexibelere leen- en schuldpolitiek
zouden kunnen gaan voeren en dus de banken nieuwe uitgiften van obligaties van
de lidstaten zouden opkopen lijkt hoogst
onwaarschijnlijk. Daar zou het voornamelijk gaan om staten die al een veel te
hoog schuldpercentage hebben. Zie de tabel hieronder.Het zou zelfs tot een obligatiekoop/verkoop
spiraalkunnen leiden.
De gegevens in de
tabel voor 2015 zijn afkomstig van het World Debt Clock programma dat zo up to
date mogelijk is. Bedragen in miljarden euros.
Hieronder de
geschiedenis van de consumentenprijzen van 2000 tot 2014, of te wel het
inflatieverloop.
Het jaar 2005 wordt als basisjaar met factor 100 genomen.
Met een paar kleine dips zien we een constant opgaande lijn. De inflatie, de
prijsverhogingen dus of zoals men wil waardevermindering van de euro, zet jaar na jaar door
Hieronder de grafiek die dat weergeeft.
Stijgen de prijzen even hard als de lonen dan is er wat
koopkracht betreft een stabilisering. Stijgen de lonen meer dan de prijzen dan
is er sprake van toenemende koopkracht. Stijgen de prijzen daarentegen meer dan
de lonen dan is er sprake van een verminderde koopkracht en lagere consumptie.
Maar indien de lonen sterker stijgen dan de prijzen dan
kan dat alleen in stand gehouden worden door grotere productiviteit of lagere
productiekosten.Dit verklaart de toestanden in de zuidelijke lidstaten van de eurozone. Terwijl door de gemeenschappelijke munt, de euro, de prijsstijgingen over het algemeen gelijk zijn in de gehele eurozone, zijn de lonen in die landen juist verlaagd om de concurrentie positie tegenover andere lidstaten en het buiten euro gebied te verbeteren. Het gevolg is in die lidstaten een vermindering van de binnenlandse koopkracht, teruglopen van de vraag en consumptie, dus ophopen voorraden, vermindering of stilleggen productie, verlaging van marges en prijzen en deflatie als symptoom hiervan. Deflatie niet als de kwaal maar als symptoom van de economische ziekte.
De deflatie bestrijden heeft dus geen zin. Alleen een
aantrekken van de economie zal de deflatie doen verdwijnen.
En uit de grafieken blijkt dat inflatie door
loonsverhogingen moet worden gecompenseerd die dan weer hogere productiekosten
dus prijsverhogingen veroorzaakt. Inflatie zonder loonsverhogingen leidt tot
koopkrachtverlies en dus, hoe vreemd het ook klonkt, tot lagere vraag en op de
duur deflatie.
In het Verenigd Koninkrijk heeft men berekend dat pas nu
van een echte loonsverhoging sinds het uitbreken van de crisis in 2008 sprake
is. In de tussentijd is er dus geen verhoging van de welvaart geweest.
Een complicatie is uiteraard dat diegenen die geen
indexering van inkomen hebben, dus geen aanpassing aan de prijsverhogingen, de
dupe zijn. In Nederland dus o.a. de spaarders en gepensioneerden.
De inflatie is wel gunstig voor schuld. De waarde van de
schuld neemt evenredig met de inflatie af. In de zestiger jaren in Nederland
liep de inflatie zo snel op dat het voordeliger was een schuld te hebben want
de inflatie liep veel sterker op dan de rentetarieven. Veel huizenkopers in die tijd
hebben ervan geprofiteerd.
Quantitative Easing, de middeleeuwse aderlating van de
21ste eeuw.
There is
more between offer and demand than meets the eye.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire