mercredi 11 mars 2015

De zekerheid van wat?
 
Draghi verklaart, lees ik,  dat zijn QE en andere maatregelen de inflatie op de gewenste 2% zullen brengen. Maar waarop is die zekerheid gebaseerd?
Niet op Japan dat wanhopig probeert zonder 2% ook maar te benaderen. Niet op de USA waar deflatie wederom dreigt. Niet op de UK waar Draghi's collega juist zegt dat het niet helpt. Dat de dalende olieprijzen juist de economie stimuleren. Waar dan wel?
Is de wereldwijde lage inflatie niet een normale ontwikkeling in een nieuwe globale setting? Waar nieuwe grenzen en nieuwe krachtposities zich manifesteren?
Is het niet beter zich daarop te richten?
 
Waar haalt Draghi  zijn zekerheid vandaan?
 
 

De Zuid Euro geschapen door de ECB

 
De euro blijft in waarde zakken. Was eerst 1,10 dollar een schrikbeeld, nu is de werkelijkheid al 1,07 en pariteit, een euro voor een dollar, al geaccepteerd en wordt zelfs een koers van 0,85 niet als onmogelijk gezien. Dat wil dus zeggen dat men het niet meer weet.
Natuurlijk is dan de verwijzing naar de kracht van de dollar een mooi excuus. Ja, de USA profiteert voluit van de lage olieprijs in dollars die in de eurozone 20% minder voordeel oplevert door de devaluatie van de euro. De USA profiteren ook van het goedkope schaliegas en olie waarvan de exploitatie door de razendsnelle nieuwe fracktie technieken steeds goedkoper wordt. De USA profiteren van de daardoor lage energiekosten waardoor bedrijven meer lucht voor investeren en de consument met hetzelfde inkomen meer koopkracht heeft.

Maar de euro daalt niet alleen in waarde ten opzichte van de Amerikaanse dollar maar ook tegenover Zwitserse franc die de koppeling met de vallende euro heeft moeten loslaten, tegenover de Canadese dollar, de Australische dollar, de Zweedse kroon en  andere belangrijke valutas. Als voorbeeld hieronder de val van de euro ten opzichte van het UK, ook lid van de Europese Unie.
 
 

De euro is de munt van het falende zuiden geworden en is niet meer die van succesrijkere noorden.

Wat gemakshalve vergeten wordt is dat door deze waardeval van de euro niet alleen de export wordt bevorderd, althans dat is de theorie, maar ook dat de import evenredig duurder wordt.

Vergeten wordt ook voor het gemak dat het voor de interne handel in de eurozone door die gemeenschappelijke munt niets uitmaakt. Althans op het eerste gezicht. Want weliswaar heeft de eurozone een groot handelsoverschot en profiteert door het verschil tussen grotere export en duurdere import. Maar dat handelsoverschot komt voor rekening van de meer exporterende landen en export is per definitie naar buiten de eurozone, handel tussen de lidstaten is interne verplaatsing van goederen en diensten.

 


 export december 214           161,5 miljard euro

import decembeer 2014       137,2 miljard

 
De lidstaten met een positieve handelsbalans profiteren van de waardedaling en de andere die een negatieve handelsbalans hebben lijden, tenzij zij hun export door die val van de euro zo sterk kunnen opvoeren dat hij de import in waarde overtreft.

Zo is dat schijnbare voordeel van de vallende euro een zwaard van Damocles.

Vergeten  wordt ook dat de eurozone, behoudens landbouw producten, geen grondstoffen heeft en die alle moet invoeren. Gas en olie bijvoorbeeld. Met huivering moet men hopen dat  de olieprijs zo laag zal blijven. En de wereldhandel vindt plaats in dollars.

In de USA ziet men de inflatie snel terug lopen. Geen wonder met die meer dan gehalveerde olie en dus energie prijzen. Daardoor is het een logisch verschijnsel dat de economie zelfs verder aanjaagt door de ermee verbonden relatief grotere koopkracht.

In de eurozone zullen we waarschijnlijk het tegenovergestelde gaan zien: de duurdere import zal hogere prijzen dus stijgende inflatie veroorzaken. Maar bij gelijkblijvende inkomens zal doordoor juist de koopkracht relatief afnemen. Netto nadeel.

Dat kunnen de strerkere landen wellicht opvangen door de groeiende export maar niet die landen die die vergrotingvan de export niet kunnen verwezenlijken.

En, zoals ik al meer heb gezegd, de lidstaten beconcurreren elkaar binnen de eurozone. Elke lidstaat heeft zijn eigen handelsbalans waarin binnen en buiten moeilijk te scheiden valt. En ook bij de export naar buiten de eurozone.

Dus bij interne verplaatsing van goederen en diensten van de ene lidstaat naar de andere profiteert de ene lidstaat ten koste van de ander. Alleen bij gelijke interne verplaatsingen gebeurt dat niet. Bij een zeer geringe groei van het Gross Domestic Product van de gehele zone telt dat flink aan.
Het verklaart dat Duitsland een steeds sterkere poitie in kan nemen, het neemt een flink deel van de export naar buiten voor zijn rekening dus zijn external handelsbalans is ijzersterk. Andere lidstaten kunnen dat niet evenaren. Zij importeren ook vanuit Duitsland op de pof, hetgeen mogelijk is gemaakt doot het target 2 systeem, en door leningen. Zo ontstaat met Dutsland een onhoudbare onbalans. Zo ook, in mindere mate, met Nederland. In plaats van dat deze verschillen kleiner worden vreten ze verder door. De eurozone heeft dat laten doorwoekeren en daar plukken we nu de wrange vruchten van.
Om het zuiden en Frankrijk betere kansen te geven wordt de euro door de QE veel minder waard gemaakt hetgeen theoretisch het zuiden dus betere kansen geeft op de externe markt te concurreren. Maar zoals ik boven heb geschetst, het kan zich ook tegen het zuiden keren als die kans op grotere export niet genoeg aan echte groei  oplevert om het schuldpercentage redelijk te maken. En het schuldbedrag neemt per definitie toe met het percentage begrotingstekort, ongeacht groei. In 2014 was dat tekort 2,9% eurozone breed. Dus is de eurozone schuld ook met dat percentage toegenomen.

Pas bij een begrotingsoverschot gaat het schuldbedrag verminderen. Daar is de eurozone (en de gehele wereld) nog lang niet aan toe.
 
De Euro is nu de munt van het zuiden geworden. De keiharde wet, de groei naar het lagere niveau.

 

 

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire