Alle
menschen werden Brüder
De
negende symphonie van Beethoven, het lied van de Europese Unie. Zo
was het bedoeld, alle mensen zouden broeders worden.
Helaas
is in de loop van de jaren de werkelijkheid wel een beetje anders uitgepakt.
Tussen
Griekenland en Duitsland is nu zelfs een grimmige sfeer ontstaan. Varoukavis heeft Duitsland de opgeheven
middelvinger gegeven zegt BILD. Dat was niet gisteren of vorige week maar in
2013. Nu weer opgehaald. Varoukavis ontkent maar Bild zegt bewijs te hebben.
Dat zulke oude zaken worden opgerakeld belooft niet veel goeds. Schauble, de
oude Duits vos heeft Tsipras beledigd, vindt Griekenland. De Duitse pers is uitgebroken in een
langdurige tirade tegen Griekenland. Wat Griekenland biedt deugt van geen
kanten. Duitsland heeft Griekenland juist altijd geholpen.
Griekenland
wil de allerarmsten gratis electriciteit geven en voedselbonnen. Maar laten we
niet vergeten dat in Duitsland honderd duizenden huishoudens van electriciteit
zijn afgesneden omdat zij de rekeningen niet meer konden betalen. Laten we ook
niet vergeten dat in Groot Brittannië twee miljoen mensen met een baan in
armoede leven. Niet alleen in Griekenland is er dus armoede onder grote groepen
mensen. Het is een algemeen verschijnsel.
Zoals
ik al vaak gezegd heb, de eurozone is banken en lidstaten en de burgers zijn er
om voor te zorgen dat die twee blijven functioneren. De burger betaalt. Staat
en banken kunnen dus gezond lijken terwijl de burgers worden overbelast. Dat kan niet ongelimiteerd
doorgaan.
Griekenland
wijst er terecht op dat met de bailouts, een verschuiving van crediteuren in
feite, van private schuldeisers, banken dus, naar de EU en ESM en ECB en niet
te vergeten target 2, de economische situatie en de toestand voor de burgers
alleen maar verslechterd zijn en een doorgaan ermee via een eventuele derde
bailout de schulden alleen maar zal verhogen maar niets zal doen aan een
verbetering van de Griekse economie. Alleen de staat en de banken in stand
houden.
De
andere landen kunnen Griekenland verwijten dat zij de opgelegde hervormingen
hebben gedwarsboomd. Griekenland kan
de eurozone en ECB verwijten dat zij te gemakkelijk en goedkoop leningen hebben
verstrekt die Griekenland in staat gesteld hebben bij de andere landen
onverantwwoorde aankopen te doen. Beide zijden hebben onverantwoord gehandeld.
Dat
heeft geleid tot een situatie waarin de Griekse burgers het niet meer
accepteren. Hun incasseringsvermogen is uitgeput. Een regeringswisseling bij de
nieuwe verkiezingen was het resultaat. Een regering die een andere aanpak voor
Griekenland wil.
Het
gevolg is de patstelling: De eurogroep wil van geen verandering weten.
Griekenland moet doorgaan met de austerity programmas door de eurozone
opgelegd. De dwang hiertoe is krachtig: alleen dan krijgt Griekenland het geld
om de schulden en de rente de komende
maanden te betalen. Zonder dat geld gaat Griekenland failliet. Griekenland wil
dat niet en wil zelfstandig zonder het juk van de eurozone voorwaarden verder.
Want op de oude manier verder gaan vergroot de ellende en brengt gezien de
geschiedenis van de bailouts tot nu toe geen enkele verbetering voor de
burgers. Integendeel, de voorwaarden worden nog aangescherpt en de schulden
hoger..
Het
is voor Griekenland niet een kwestie van cijfertjes zoals voor de Troika maar
van overleven en vooruitgaan.
Maar
voor de andere lidstaten die voor het merendeel ook in de financiële problemen
zitten met overmatige schulden en ook meer aan overleven dan aan luxe denken is
het een hard gelag voor Griekenland op te moeten draaien. Zij hebben zelf al
problemen genoeg. En oppositiepartijen volgen met argusogen de ontwikkelingen.
In Italië en Spanje kan
de establishment geen coulante behandeling van Griekenland accepteren uit vrees
voor de repercussies.
De
Europese Commissie stelt zich flexibeler op dan de eurozone. Begrijpelijk want
zij willen Griekenland wat het ook kost, in de eurozone en EU houden.
Op
de eerste plaats omdat een uittreden van Griekenland gevolgd door een failliet en devaluatie een nieuwe
schuldverdeling onder de resterende lidstaten inhoudt. Dat kan dan wel binnen
het ESM verwerkt worden door leningen
met garantie van de overige lidstaten zodat het geen direct gevolg heeft
voor de lidstaten, tenzij deze daartegen protesteren.
Op
de tweede plaats is het een precedent. Er zijn wellicht meer lidstaten die in
uittreden meer voordeel zien dan in lid blijven.
Op
de derde plaats bestaat de mogelijkheid dat het met Griekenland na devaluatie
en herzieningen van belastinginning en uitdunnen van de bureaucratie en de
aantrekkelijkheid als vakantieland, dan nog goedkoper dan nu al, inderdaad beter gaat. Als tenminste de nieuwe
regering niet op de oude voet doorgaat maar inderdaad afrekent met
vriendjespolitiek, belastingontduiking en bureaucratie.
Maar
hoe het ook verder gaat, het ideaal van lidstaten die boezemvrienden zijn en
naar elkaar toegroeien en welvaart en werk scheppen is ver te zoeken.
Logisch,
want de landen van de eurozone en de EU zijn met elkaar concurrerende landen.
De sterkere hebben nu eenmaal betere kansen dan de zwakkere. Daardoor worden de
verschillen groter in plaats van kleiner. En in een concurrerende setting reikt
solidariteit niet erg ver.
Wat
in een idealistische visie zo schoon lijkt blijkt in de echte wereld niet op te
gaan. De opzet van EU en eurozone roept om ellende.
Zolang
in de de Europese Unie en de eurozone de
omvang van de schulden nog niet de grote omvang van nu hadden konden de
verschillen tussen de lidstaten nog redelijk verbloemd worden.
Maar
veel was schijn, zoals de lage rentestand waardoor lenen door de lidstaten
goedkoop was en een schijnwelvaart ontstond.
Maar
toen de Lehmann crisis toesloeg en bleek dat vele leningen op zand waren
gegrond en de banken gered moesten worden ten koste van de welvaart van de bevolking
en de schulden snel opliepen werden ook die verschillen pijnlijk zichtbaar In het zuiden liep de werkeloosheid
schrikbarend op en door loonsverlagingen om de concurrentie met het welvarender
noorden te kunnen aangaan verarmde ook de werkende bevolking en liep de
koopkracht en dus de binnenlaandse consumptie terug zodat de inflatie daalde en
deflatie begon op te treden.
Er
ontstond een duidelijke scheiding tussen de noordelijke staten met de sterktste
economie die het minste te lijden hadden onder de crisis en de zuidelijke die
veel kwetsbaarder waren.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire