mardi 30 août 2016


Centrale Banken,
Euro overdenkingen,
Wat wordt de toekomst van de EU en
Wie bestuurt de EU.

globalisering: produceren waar het het goedkoopst is, verkopen waar het het meest opbrengt en belasting betalen waar die het laagst is. Allemaal superlatieven. Maar dat laatste wil de EU niet. Maar Ierland wel.

Ik vraag me wel eens af wat belangrijker is voor de groei van de economie, de inflatie of de wisselkoersen. Want terwijl de inflatie structureel laag is en zeer waarschijnlijk wel heel veel jaren lang laag zal blijven,  terwijl er toch groei is, al is die maar klein, streeft elk land naar een gunstiger wisselkoers voor zijn export, een betere concurrentie positie, een groter stuk van de koek, het wereld GDP. En ook die wisselkoers wordt beïnvloed door de Centrale Banken. Hoe meer geld bijgedrukt hoe lager de waarde, hoe hoger de rente hoe hoger de waarde.Niet de economie stuurt zo de wisselkoersen maar de centrale banken sturen zo de economie.
We zien dat nu weer bij de ons nog steeds boven het hoofd hangende maar ook steeds uitgestelde renteverhoging door de FED in de USA die nu wel heel waarschijnlijk wordt. Want door die renteverhoging zal de dollar in waarde stijgen en dus ook de wisselkoers ervan en dat zal de concurrentiepositie beinvloeden. Onmiddellijk reageren alleen al bij het vooruitzicht ervan de beurzen. En spitsen alle andere centrale banken de oren. Ook de ECB heeft dat uitgesproken.
Maar in Jackson Hole is gebleken dat de Centrale Banken weer zijn blijven steken in het groupthink syndroom. Ook al helpt het niet wat we doen, we moeten er toch op volle kracht mee doorgaan met nog wat extras. Want ook daar is er is geen plan B.
En mijn andere vraag betreft de euro en alle manipulaties daarmee en daaromheen.
Want het lijkt er wel op of er compleet wordt vergeten dat die euro is gegrond op het verdrag van Maastricht en daarna Lissabon. En dat in die verdragen harde voorwaarden voor die euro worden gesteld. Geen directe financiële steun onderling, ook niet door de ECB. Geen staatsschuld hoger dan 60% van het BBP. Geen groter begrotingstekort dan 0,5%. Bij meer dan 3% overschrijding hiervan ingrijpen door de EU.
Griekenland eist nu de toegezegde schuldenverlichting. Italië wil opheffing van de 3% grens. Geen enkel euroland heeft minder dan 60% schuld. Wel  een stel boven de 90%. Het economisch verschil tussen noord en zuid eurolanden neemt steeds verder toe. Er is indirecte financiële steun alom. En wat is de rol van de ECB hierin. Hoe heeft het zover kunnen komen.
En dat terwijl de invoering van die euro, gebaseerd op die verdragsvoorwaarden, het einddoel van alle EU landen is. Het verdrag draait zich in zijn graf om.
Maar Mw Merkel, Mrs EU,  gaat onverstoorbaar verder met haar gesprekken met de andere regeringsleiders over vier knelpunten. Maar natuurlijk komt er meer naar voren.
Maar is praten over losse punten wel zinnig. Crisisberaad. Zou het niet over iets totaal anders moeten gaan.

De kernvraag die Mw Merkel zou moeten onderzoeken is de echte toekomst van de Europese Unie, het Grote Eindstation.

Moet de EU uitgroeien tot een Federale Staat met Deelstaten of moet de EU een Verbond van Zelfstandige Staten blijven.

Een Federale Staat wil zeggen een volledig  Europees parlement direct door de EU bevolking gekozen,  met een door dat parlement gecontroleerde echte regering, een eigen taal, een eigen EU wetgeving.
Vergelijkbaar met de Duitsland of de Verenigde Staten.

Of moet het een Verbond van Zelfstandige Staten blijven die bepaalde kerntaken centraal willen doen uitvoeren.
Zoals die daartoe zijn vastgelegd in het verdrag van Lissabon
Waar alle andere taken de bevoegdheid zijn van de zelfstandige staten. Ook de volgens het Verdrag van Lissabon door de EU met de lidstaten gedeelde taken.

De keuze tussen deze twee is essentiëel omdat in de huidige situatie de bestuurstructuur van de EU ondoorzichtig en multi interpretabel is.
Nu kunnen alle gedeelde taken door de EU worden opgeëist omdat zij beter op het hoogste niveau zouden kunnen worden uitgevoerd.
Dat is in vele gevallen zeer discutabel.
Nu is het mogelijk dat de Commissie zichzelf politieke macht toekent  terwijl die volgens het Verdrag van Lissabon bij de Raad van Regeringsleiders berust en de Commissie alleen de politieke beleidslijnen van de Raad van Regeringsleiders in wetgeving moet omzetten via voorstellen aan het Europees Parlement die dan in laatste instantie door de Raad van Ministers moeten worden goedgekeurd of teruggestuurd.
De Commissie heeft dan de taak toe te zien op de juiste uitvoering van deze wetgeving.
Maar in de praktijk stelt de Commissie zich steeds meer op als regering met een minister  president. Eerlijkshalve moet je er dan wel aan toevoegen dat de heer Juncker dat ook heeft aangekondigd.
Maar dat kan alleen maar omdat de Raad van Regeringsleiders niet goed functionneert onder andere omdat hun beleidsbeslissingen met algemene stemmen moet worden genomen, hetgeen vaak niet mogelijk blijkt.

De Raad van Ministers is niet één Raad maar een aantal Raden van verschillende samenstellingen, financiën, economie. Dat is ook niet erg bevattelijk bij  complexe discipline overstijgende onderwerpen.

Dit leidt er toe dat de EU zich ontwikkelt zoals de Commissie met de administratieve macht van Brussel achter zich voor ogen staat en dat de Commissie zich als regering kan opstellen.
En het is duidelijk dat de Commissie een fervente voorstander is van een Federale Staat, een politieke keuze.
Maar hun weg daarheen leidt niet tot een democratische Federale Staat zoals hierboven geschetst maar een tot een gecentraliseerde technocratie zonder directe democratische politieke onderbouwing.

Het  is dus gecompliceerder dan alleen de vraag minder of meer Europa. En of over die vier punten eenstemmigheid kan worden bereikt in de Raad van Regeringsleiders in september a.s. is maar de vraag.
Om de toekomst van de EU zeker te stellen moet er een keus komen; welke van de twee opties de Raad van Regeringsleiders voor  ogen staat en hoe de bestaande verdragen zo moeten worden gewijzigd  dat deze keuze ook een verdraggesteunde basis heeft.
Er zijn sinds de Kolen en Staal Gemeenschap al vele nieuwe verdragen gesloten die de oude, niet toereikende, hebben vervangen.
Nu is dat weer nodig.

Want een opportunistische ontwikkeling zoals nu plaats vindt leidt binnen de EU tot grote onenigheid zoals de Oostelijke lidstaten duidelijk laten blijken evenals de opkomst van EU scepticisme in vele andere lidstaten.

En uit dat opportunisme volgt de mogelijkheid, zoals voor de Brexit geopperd, van een gedeelde EU, de kern die steeds sterker integereert en de peripherie die daar wat bijbungelt.
Dat is in de eerste plaats tegen de Verdragen in die spreken van één Europese Unie die één EMU is, één Europese Munt Unie met de euro als valuta.
Nu lijkt het wel of het verdrag van Lissabon alleen gebruikt wordt als dat opportunistisch nuttig is en verder zo uitgelegd wordt als passend bij de opportuniteit.

De eurozone is een voorloper die tevens het eindpunt van de EU is want alle andere lidstaten (behalve Denemarken) moeten volgens het Verdragen de euro invoeren zodra zij aan de voorwaarden voldoen.
En de eurolanden als de kern beschouwen die sterker wil integreren is in tegenspraak met de juist in die landen toenemende groei van eurosceptische en nationalistisch georiënteerde partijen en de tegenstelling noord zuid die vrijwel onoverbrugbaar wordt.

Mw Merkel peilt op haar rondreis de meningen van de regeringsleiders. Die zullen hun meningen ongetwijfeld baseren op de wensen van hun parlementen.

Maar de zaken liggen toch ingewikkelder dan op het niveau van regeringsleiders.

Want polls van PEW en andere (hieronder afgebeeld) laten zien dat de meerderheid van de ondervraagden weliswaar voorstander van een EU is maar dat binnen die meerderheid weer een meerderheid is die meer macht terug wil geven aan de nationale staten, dus niet deze EU wensen.




Dat houdt voor mij in dat de keuze van de ondervraagden in meerderheid is voor het Verbond van Zelfstandige Staten die meer zeggenschap terug moeten krijgen.
Een minderheid is voor meer macht naar Brussel, hetgeen kan worden uitgelegd als voorstanders van een Federale Staat met Deelstaten.
Een minderheid van de ondervraagden wil de EU zelfs opheffen. Ook hun mening telt mee.

Maar of deze nuanceringen ook door de parlementen worden gedeeld en door de regeringsleiders valt te betwijfelen.
Maar er zal toch een beslissing moeten worden genomen want zoals hierboven geschetst stuiten de huidige in de praktijk gegroeide machtsverhoudingen in de top van de EU gezien de opkomst van EU sceptische partijen en de enquetes op een snel groeiende weerstand.

De regeringsleiders zullen toch ooit een keus moeten maken.
En er zal toch een verdragsverandering voor nodig zijn.
Tenzij men de uitleg van de verdragen nog verder wil oprekken. Maar dat zou dat opportunisme alleen maar voortzetten en de tegenstand versterken, zo denk ik.


Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire