mardi 9 août 2016





De toekomst van de Euro en daardoor van de Europese Unie

De visie van een geïnteresseerde leek

De Europese Unie is niet meer weg te denken.

Maar dat is voornamelijk en voor velen uitsluitend door de single market, het ontbreken van handelsbelemmeringen door vrijheid van beweging van goederen, diensten en personen.
En of die vrijheid ongebreideld is of beperkingen kan hebben.
En de huidige keuze is of dat gaat via een federale staat met deelstaten of een verbond van onafhankelijke landen.
Oftewel meer Europa of minder.
Een keuze waar, voor zover ik kan nagaan, de “elite” recht tegenover de “populisten” staan. Ik gebruik deze twee termen in navolging van deze twee groepen zelf, die ze voor elkaar reserveren.
En zolang via de verkiezingen de "elite" de meerderheid in de parlementen verwerft krijgt de federale staat de voorkeur.
Zo werkt onze democratie.

Vandaar dat referenda waar het gaat om één onderwerp bij de "elite" niet geliefd zijn.
Dat is in Groot Brittannië waar te nemen.
De uitkomst van het Brexit referendum was duidelijk  maar wordt  door de "elite" toch nog steeds aangevochten.
Beide partijen hadden ruim de tijd om hun argumenten naar voren te brengen.
Dus was het een eerlijk referendum.
Het verwijt dat er leugens werden gebruikt (van beide zijden)  is dun, want beide zijden hadden ruim de gelegenheid eventuele leugens van de tegenpartij aan het licht te brengen en daar zelfs hun voordeel mee te doen.
Dus is de Brexit de wil van de "populisten" die gewonnen heeft.
Maar in die Brexit heeft de euro ook een grote rol gespeeld.
En ook binnen de eurozone is er een enorme controverse.
Even cruciaal als die in de EU zelf. De austerity tegenover de flexibiliteit die noord en zuid eurozone splitst.


Het kon natuurlijk niet uitblijven.

Sinds 2000 is op alle mogelijke manieren geprobeerd van de euro een succes te maken.
Van het begin af aan is dat mislukt, maar dat kon gemaskeerd worden door schulden te maken.
Ondanks dat, of misschien juist daardoor,  is hij steeds door kunstgrepen, tegen de geest van de verdragen in, gered moeten worden.
Daarbij zijn de in de verdragen gestelde grenzen steeds ongestraft overschreden.

Maar op een gegeven moment is dat niet meer mogelijk.  
Dan blijkt dat structurele fouten niet door allerlei kunstgrepen verholpen kunnen worden.
Dat punt is nu voor de zuidelijke eurolanden bereikt.
Daar zijn schulden en tekorten niet meer te verbergen en te compenseren.
Schulden en tekorten die de economie verstikken, investeringen onmogelijk maken, de werkloosheid opjagen, generaties jongeren het land uitjagen of  voor hun leven werkloos maken.
De zuidelijke landen en Frankrijk verzetten zich daarom steeds krachtiger tegen wat zij noemen de austerity hen opgelegd door Duitsland.
Zij concentreren  hun verzet tegen de grenzen, speciaal geldend voor de eurolanden, van een staatsschuld van maximaal 60% van het bruto binnenlands product en de 3% norm van het door Brussel bestrafbare begrotingstekort (en eigenlijk de maximale 0.5% norm tekort).
Deze landen ervaren dat het onmogelijk is om binnen deze normen te blijven.
De bezuinigingen, grotendeels lastenverzwaringen  voor de burgers, maken het onmogelijk hun economie de nodige groei stimulans te geven om uit de negatieve spiraal van schulden  die niet door groei gecompenseerd worden te geraken.
Nu komt er zelfs overleg tussen die landen op gang om gezamenlijk een front te vormen tegen deze austerity en voor lossere begrotingstekort en staatsschuld regels te pleiten.
“The Greek government has invited the leaders of five southern EU countries, including France, Italy and Spain, to Athens in a bid to forge an anti-austerity alliance”.

Het staat dus als een paal boven water dat het de zuidelijke landen niet is gelukt van de euro een succes te maken, zelfs ondanks alle steun van opkoop van obligaties en lage rentes en ECB  garanties voor de instandhouding van de euro.
In hoeverre daarin ook een belangrijke rol is gespeeld door de moeizame of niet effectieve of niet doorgevoerde structurele hervormingen en in hoeverre voornamelijk de bevolking de lasten heeft moeten dragen waardoor koopkracht kelderde, de economie kromp  en de werkloosheid sterk steeg, valt over te twisten.

Dat  echter ook een essentiele rol is gespeeld door de lagere economische potentie van de zuidelijke landen waardoor de euro een voor hen veel te dure munt was is zeker.
Dat deze landen met een eigen munt ongetwijfeld via een devaluatie hun munt weer concurrerend zouden hebben gemaakt is vrijwel zeker.  
In het verleden hebben zij dat vaker gedaan.
Dat dat door de gezamenlijke munt uitgesloten was is een aanwijzing dat zij met een eigen munt beter af zouden zijn geweest en in ieder geval hun monetaire politiek in eigen hand hadden gehad in plaats van die te moeten delen met sterkere landen.

Is Duitsland, en samen daarmee de andere noordelijke eurolanden, nu de schuld van het economisch achterblijven van het zuiden. Houden deze landen het loslaten van de grenzen van financieel beheer ten onrechte tegen.

De zuidelijke landen vergeten dat zij ook hun handtekening gezet hebben onder de verdragen van Maastricht en Lissabon en het Stabiliteits en Groei Pact met verscherpingen.
Zij vergeten dat deze verdragen de randvoorwaarden voor de invoering van de euro bevatten en dat er zonder die randvoorwaarden geen euro zou hebben bestaan.
Dat dat een veel betere situatie dan nu zou hebben veroorzaakt is onder de hand voor iedereen duidelijk.
De euro is een politieke instrument om landen aan elkaar te binden door die gezamenlijke munt en vormt geen optimale munt zone.
De euro is van het begin of aan een mislukking geweest dat alleen door schulden maken kunstmatig in stand is gehouden. Dat valt af te leiden  uit de tabellen aan het einde van dit blog.

De austerity politiek in de EU en eurozone is vastgelegd in het Verdrag van Maastricht, het Verdrag van Lissabon en het Stability & Growth Pact dat bovendien nog herhaalde malen is aangescherpt.
Het is dus een politiek die door de EU en alle eurolanden is goedgekeurd en niet zo maar een soort voorkeur van een enkel land.
Op basis van die verdragen is de euro in het leven geroepen.
Het is de politiek van eurolanden die elkaar niet direct financieel mogen steunen, dus zelf verantwoordelijk zijn voor hun financiele stabiliteit.
Een voorwaarde uit het verdrag van Lissabon dat in de praktijk al lang niet meer geldt.
Want op indirecte wijze, via het Europees Stabiliteits Mechanisme kunnen eurolanden in liquiditeitsproblemen tegen lage rente geld lenen van dat door alle eurolanden gevulde fonds met aanvullende voorwaarden voor bezuiniging.
Dat die eerder de problemen op de lange baan schuiven  en vergroten dan oplossen blijkt ook uit de tabellen onder het blog.
Bovendien is de ECB monetaire politiek van uiterst lage of negatieve rente en het opkopen van staatsobligaties via de eurozone banken, zelfs als dat niet de bedoeling is, een financiele steun voor vooral de zwakke landen.
Maar hij heeft ook het aangaan van overmatige schulden daardoor bevorderd.
Tenslotte is het ECB Target 2  systeem, het inter euro betalingssysteem, de functie van extra kredietverlener voor de zuidelijke landen gaan vervullen zoals uit de balans ervan duidelijk wordt.
Er zijn dus al allerlei niet met de geest van het verdrag van Lissabon strokende kunstgrepen uitgevoerd om de zuidelijke landen te steunen.
Maar al deze kunstgrepen zijn niet in staat geweest de zuidelijke landen concurrerend met de noordelijke te maken.
Want de eurozone bestaat uit economisch en financieel zelfstandige landen die elkaars concurrenten zijn zowel op de onderlinge euro markt als op de wereld markt.
Dat wil dus zeggen dat bij weinig groeiende eurozone Gross Domestic Product het economisch voordeel voor het ene land een nadeel is voor andere zowel bij de onderlinge handel als bij de handel buiten de eurozone.
Aan elkaar gekoppeld door de euro maar economisch concurrerend.

Om duidelijk te maken hoe van het begin af aan de eurolanden, ook de meeste noordelijke landen,  op de verkeerde weg waren voeg ik twee tabellen in.
De eerste geeft de ontwikkelingen aan van het begrotingstekort van de eurolanden vanaf het jaar 2000, het begin van de euro.
Duidelijk is te zien dat direct van het begin af aan de begrotingstekorten ontstonden en dus de staatsschulden begonnen te stijgen.
 De tweede tabel toont de ontwikkeling van die schulden zelf  vanaf 2004 in percentages van het Bruto Binnenlands Product.
Beide geven duidelijk aan dat van het begin af aan de eurolanden op het verkeerde spoor zaten.
Ook wordt het duidelijk dat de Commissie, die de ontwikkelingen had moeten controleren en maatregelen moeten treffen om verdere ontsporingen te voorkomen nooit een sanctie heeft opgelegd aan overtredende landen.
En er waren redenen te over om dat wel te doen.





 Overschrijdingen van de 60% schuld norm in rood.

---------------------------------------------------------------------------------

De euro zal grondig moeten worden herzien om te overleven.
Er zijn verschillende oplossingen hiervoor zoals de euro splitsen in noord euro en zuid euro die elk een verschillende waarde hebben ten opzichte van de euro nu.
Een andere is de dubbele munt, één voor binnenlands gebruik met verschillende waarde ten opzichte van de centrale euro.
Beide bieden een oplossing voor de structurele economische verschillen tussen de eurolanden.
Doordat voor elk land optimale fiscale politiek mogelijk wordt  met waardebepaling van eigen munt door de marktwerking wordt hervorming economisch interessant en noodzakelijk.

Een fiscale unie, die structurele geldstromen van noord naar zuid mogelijk maakt, is geen oplossing.
Dan is er geen aanpassing aan de economische verschillen maar een blijvende subsidieregeling die structurele hervormingen overbodig maken.
Dat is te zien in Zuid Italië en Wallonië.
Wat een fiscale unie evenzeer onmogelijk maakt is dat alle eurolanden hun eigen wetgeving hebben op arbeid en belasting gebied.
Een fiscale unie zonder gemeenschappelijke wetgeving op die gebieden leidt tot onrechtvaardigheid en daardoor onrust.
Bovendien zouden structurele geldstromen de sterkere eurolanden ernstig in hun ontwikkeling schaden.
En ook in die landen is de schuldenlast te hoog, hoewel in de meeste gevallen houdbaar.


En, als al die verschillen overbrugd zijn, blijft het probleem van de bestaande staatsschulden. Want hoe zijn die terug te dringen naar een houdbaar niveau bij marktconforme rentetarieven.
Nu, bij uiterst lage of zelfs negatieve rente, is lenen goedkoop en aantrekkelijk.
Maar zodra de rente gaat stijgen is dat weer voorbij.
Dan hakken de rentebetalingen er diep in.
Oplossen via inflatie door bijvoorbeeld ongelimiteerd geld bijdrukken is een gevaarlijke illusie.


 Maar zoals altijd zijn dit slechts de gedachten van een amateur en voorstander van een door de Europese bevolking gedragen Europese Unie.












Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire