Wat heeft de
Quantitative Easing en
Rentepolitiek
van de ECB
nu eigenlijk bereikt.
Als ongebonden amateur ben blij dat
ik geen wetenschapper ben.
Want een wetenschapper moet zijn eigen werk laten beoordelen door zijn
collega's die moeten trachten aan te
tonen dat er fouten in zitten. En als dat lukt is al zijn werk voor niets geweest. De door hem ontwikkelde theorie werkt niet. Dat is natuurlijk niet leuk. Pas als die falsificaties niet lukken weet hij dat zijn werk goed is geweest. Zo hoort het in de wetenschap.
Maar soms lijkt er op of dat testen de vorm aanneemt van beoordelen niet door peers, kritisch gestemde gelijken, maar door gelijkgestemde geesten.
Soms wordt dat vriendelijk omschreven als "groupthink".
Langzamerhand begint er meer twijfel te ontstaan over de effectiviteit van
de monetaire losse politiek. Geld bijdrukken, rente verlagen. Het IMF benadrukt
na vele jaren enthousiasme over de quantitative easing en rentepolitiek nu meer
de fiscale mogelijkheden van de landen
zelf. Lossere fiscale politiek (ze voegen er wel voorzichtig bij "waar dat
kan") en structurele hervormingen. Denk eromdat die lossere politiek
inhoudt meer schulden om te kunnen investeren en de eurozone bijvoorbeeld heeft
al een veel te hoge schuld, meer dan 90%.Vandaar dat "waar dat kan".
Het optreden van de centrale banken die met hun manipulaties werkeloosheid,
inflatie en economische groei proberen te sturen doet mij wel eens aan die
"groupthink" denken.
Monetaire manipulaties zijn hun wapens, de geldvoorraad vergroten of
verkleinen en de rente verhogen of verlagen.Dat gaat dan in het gunstigste geval in samenhang met fiscale manipulaties door de politiek, belastingmaatregelen, begrotingen, uitgavenpatroon van de overheid.
Die beide zouden moeten ondersteund worden door structurele wijzigingen in de economische structuur. The three pronged aanpak die het leitmotif is Japan is.
Een van de axioma's daarbij is dat de inflatie om en nabij de 2% moet zijn als optimale waarde voor groei.
Dat stimuleert de kooplust en dus de groei.
Het ontstaan van kooplust bij stijgende prijzen (want dat is inflatie) wordt als vaststaand aangenomen.
Dat start een cirkel van koop, productie, werkgelegenheid, meer koopkracht, meer koop en zo voort.
Als zeiler doet het me een beetje denken aan het reven bij harde wind,
zetten van bollejan bij weinig wind of spinnaker bij achter wind en laveren om ondanks tegenwind toch bij de bestemming te
geraken.
In de USA en in het VK is in het verleden uitgebreid gebruik gemaakt van die
monetaire technieken. Of die nu zoveel succes hebben gehad valt niet te
bewijzen. Er zijn schattingen dat de groei daardoor met enkele procenten is
toegenomen, er wordt soms gesteld dat het zonder die technieken nog slechter
was geworden en er zijn ook geluiden dat het niets heeft uitgemaakt.
Want economisch handelen is mensenwerk en wat de mens beweegt iets te doen
valt niet in rekenmodellen te vatten. Euforie, paniek, vertrouwen, het zijn
onlogische drijfveren maar heel menselijk.
Japan kampt al jaren tegen deflatie en gebrek aan kooplust met deze three
pronged attack. Helaas zonder enig robust resultaat. De inflatie stijgt wat en
daalt dan weer sterker. De economie trekt niet aan. Door het ongeremd opkopen
van staatsobligaties wordt de Japanse Centrale Bank eigenaar van het grootste
deel van de nationale schuld. Abrenomics schakelt nu naar een nog hogere
versnelling. Naast de monetaire easing, het opkopen van schuld, komt nu een
grote fiscale geld injectie. Het gevolg zal zijn nog hoger nationale schuld dan
de huidige 229% en privé schuld van 243% van het GDP. En Japan hoopt daarmee
1.3% hoger groei te bereiken. Groei nu 0%.
Niemand durft te zeggen dat het een mislukking is. Maar ook durft niemand
te zeggen dat het werkt. Groupthink.
In de eurozone zien we door de ECB een soortgelijke monetaire ingrepen.
Steeds uitgebreider opkopen van staatsobligaties door de Europese Centrale
Bank. Nu deze bron opdroogt gaat de ECB over tot het opkopen van obligaties van ondernemingen. De balans van de ECB, de schulden ervan dus voor de deelnemende landen aan de euro, loopt hoger en hoger op.
Maar de ECB gaat door volgens Draghi tot de inflatie bij die 2% zal komen.
En het verschil met Japan maakt de situatie voor de eurozone nog ingewikkelder. Want de Japanse Centrale Bank kan rekenen op de fiscale steun van één staat, Japan. Maar de ECB kan dat niet, moet laveren tussen de fiscale behoeftes van 19 staten die ver uiteen lopen. En kiest voor de steun aan de zwakken.
Want hoewel het officiële doel van de manipulaties van de ECB uitsluitend het verhogen van de inflatie naar 2% is zijn de secondary effects heel anders.
De inflatie blijft laag en zelfs in zwakke staten soms negatief.
Maar de lage rente en opkopen van obligaties houdt de zwakke landen op de been, houdt de rente op hun obligaties laag, soms zelfs negatief. Tegen alle logica in.
Maar wat hebben die meer dan 1000 miljard euro opkopen en de tot negatieve
waarden verlaagde rente nu opgeleverd naast die ongewenste bijkomende gevolgen
voor spaarders, pensioenen, zelfs banken.
In de Europese Unie bestaat vergelijkingsmateriaal. De eurolanden onder de paraplu van de ECB zouden hebben moeten profiteren van de ECB opkooppolitiek en rentepolitek.
De EU niet euro landen hebben het zonder die steun moeten doen.
Er kan dus een vergelijking worden gemaakt tussen die twee die de impact van de ECB ingrepen in kaart brengt. Begrotingtekort of surplus, Staatschuld en Economische Groei.
Daarbij moet in aanmerking worden genomen dat het gaat om eurozone landen die aan de voorwaarden tot invoering ervan hebben voldaan en de overige EU landen die nog niet rijp zijn voor de toetreding tot de eurozone. Achterstand landen dus.
Bij de eurolanden heb ik een noordelijk land en een zuidelijk land
opgenomen om de controverse austerity en lossere geldpolitiek te illustreren.
De groei van het Bruto
Binnenlands Product is in de "EU niet euro landen" groter dan in de
eurolanden. Dus in de "niet eurolanden" grotere economische groei.
Er is een zeer groot verschil tussen de grote groei in Duitsland en lage in Italië.Het is overigens evident dat er bij vrijwel alle landen een structureel begrotingstekort bestaat.
Hier is de situatie van de eurolanden dus niets beter dan de "niet eurolanden" en is het verschil heel groot tussen Duitsland, dat een licht positieve begroting heeft bereikt en Italië dat slechter scoort dan euro en "niet euro landen".
Weer het vertrouwde beeld.
De "EU niet eurolanden" hebben lagere schulden dan de eurolanden.
Duitsland springt er weer uit als land met laagste staatsschuld en Italië
heeft een staatschuld die meer dan 40%
hoger is dan van de eurozone landen totaal.
Maar, denk erom, dit zijn slechts de conclusies die een amateur trekt uit
de gegevens van het Eurostat.
Volgende keer wat verdere overpeinzingen over die verschillen.
Dan tenslotte de staatschuld
situatie.
Weer het vertrouwde beeld.
De "EU niet eurolanden" hebben lagere schulden dan de eurolanden.
Duitsland springt er weer uit als land met laagste staatsschuld en Italië
heeft een staatschuld die meer dan 40%
hoger is dan van de eurozone landen totaal.
Maar, denk erom, dit zijn slechts de conclusies die een amateur trekt uit
de gegevens van het Eurostat.
Volgende keer wat verdere overpeinzingen over die verschillen.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire