mardi 16 août 2016


Wat heeft de
Quantitative Easing en
Rentepolitiek van de ECB
nu eigenlijk bereikt.





Als ongebonden amateur  ben blij dat ik geen wetenschapper ben.
Want een wetenschapper moet zijn eigen werk laten beoordelen door zijn collega's die moeten trachten  aan te tonen dat er fouten in zitten.
En als dat lukt is al zijn werk voor niets geweest. De door hem ontwikkelde theorie werkt niet. Dat is natuurlijk niet leuk. Pas als die falsificaties niet lukken weet hij dat zijn werk goed is geweest. Zo hoort het in de wetenschap.
Maar soms  lijkt er op of dat testen de vorm aanneemt van beoordelen niet door peers, kritisch gestemde gelijken, maar door gelijkgestemde geesten.
Soms wordt dat vriendelijk omschreven als "groupthink".

Langzamerhand begint er meer twijfel te ontstaan over de effectiviteit van de monetaire losse politiek. Geld bijdrukken, rente verlagen. Het IMF benadrukt na vele jaren enthousiasme over de quantitative easing en rentepolitiek nu meer de fiscale mogelijkheden  van de landen zelf. Lossere fiscale politiek (ze voegen er wel voorzichtig bij "waar dat kan") en structurele hervormingen. Denk eromdat die lossere politiek inhoudt meer schulden om te kunnen investeren en de eurozone bijvoorbeeld heeft al een veel te hoge schuld, meer dan 90%.Vandaar dat "waar dat kan".


Het optreden van de centrale banken die met hun manipulaties werkeloosheid, inflatie en economische groei proberen te sturen doet mij wel eens aan die "groupthink"  denken.
Monetaire manipulaties zijn hun wapens, de geldvoorraad vergroten of verkleinen en de rente verhogen of  verlagen.
Dat gaat dan in het gunstigste geval in samenhang met fiscale manipulaties door de politiek, belastingmaatregelen, begrotingen, uitgavenpatroon van de overheid.
Die beide zouden moeten ondersteund worden door structurele wijzigingen in de economische structuur. The three pronged aanpak die het leitmotif is Japan is.
Een van de axioma's daarbij is dat de inflatie om en nabij de 2% moet zijn als optimale waarde voor groei.
Dat stimuleert de kooplust en dus de groei.
Het ontstaan van kooplust bij stijgende prijzen (want dat is inflatie) wordt als vaststaand aangenomen.
Dat start een cirkel van koop, productie, werkgelegenheid, meer koopkracht, meer koop en zo voort.

Als zeiler doet het me een beetje denken aan het reven bij harde wind, zetten van bollejan bij weinig wind of spinnaker bij achter wind en laveren om  ondanks tegenwind toch bij de bestemming te geraken.

In de USA en in het VK is in het verleden uitgebreid gebruik gemaakt van die monetaire technieken. Of die nu zoveel succes hebben gehad valt niet te bewijzen. Er zijn schattingen dat de groei daardoor met enkele procenten is toegenomen, er wordt soms gesteld dat het zonder die technieken nog slechter was geworden en er zijn ook geluiden dat het niets heeft uitgemaakt.
Want economisch handelen is mensenwerk en wat de mens beweegt iets te doen valt niet in rekenmodellen te vatten. Euforie, paniek, vertrouwen, het zijn onlogische drijfveren maar heel menselijk.

Japan kampt al jaren tegen deflatie en gebrek aan kooplust met deze three pronged attack. Helaas zonder enig robust resultaat. De inflatie stijgt wat en daalt dan weer sterker. De economie trekt niet aan. Door het ongeremd opkopen van staatsobligaties wordt de Japanse Centrale Bank eigenaar van het grootste deel van de nationale schuld. Abrenomics schakelt nu naar een nog hogere versnelling. Naast de monetaire easing, het opkopen van schuld, komt nu een grote fiscale geld injectie. Het gevolg zal zijn nog hoger nationale schuld dan de huidige 229% en privé schuld van 243% van het GDP. En Japan hoopt daarmee 1.3% hoger groei te bereiken. Groei nu 0%.

Niemand durft te zeggen dat het een mislukking is. Maar ook durft niemand te zeggen dat het werkt. Groupthink.

In de eurozone zien we door de ECB een soortgelijke monetaire ingrepen.
Steeds uitgebreider opkopen van staatsobligaties door de Europese Centrale Bank.
Nu deze bron opdroogt gaat de ECB over tot het opkopen van obligaties van ondernemingen. De balans van de ECB, de schulden ervan dus voor de deelnemende landen aan de euro, loopt hoger en hoger op.
Maar de ECB gaat door volgens Draghi tot de inflatie bij die 2% zal komen.
En het verschil met Japan maakt de situatie voor de eurozone nog ingewikkelder. Want de Japanse Centrale Bank kan rekenen op de fiscale steun van één staat, Japan. Maar de ECB kan dat niet, moet laveren tussen de fiscale behoeftes van 19 staten die ver uiteen lopen. En kiest voor de steun aan de zwakken.
Want hoewel het officiële doel van de manipulaties van de ECB uitsluitend het verhogen van de inflatie naar 2% is zijn de secondary effects heel anders.
De inflatie blijft laag en zelfs in zwakke staten soms negatief.
Maar de lage rente en opkopen van obligaties houdt de zwakke landen op de been, houdt de rente op hun obligaties laag, soms zelfs negatief. Tegen alle logica in.

Maar wat hebben die meer dan 1000 miljard euro opkopen en de tot negatieve waarden verlaagde rente nu opgeleverd naast die ongewenste bijkomende gevolgen voor spaarders, pensioenen, zelfs banken.

In de Europese Unie bestaat vergelijkingsmateriaal.
De eurolanden onder de paraplu van de ECB zouden hebben moeten profiteren van de ECB opkooppolitiek en rentepolitek.
De EU niet euro landen hebben het zonder die steun moeten doen.
Er kan dus een vergelijking worden gemaakt tussen die twee die de impact van de ECB ingrepen in kaart brengt. Begrotingtekort of surplus, Staatschuld en Economische Groei.
Daarbij moet in aanmerking worden genomen dat het gaat om eurozone landen die aan de voorwaarden tot invoering ervan hebben voldaan en de overige EU landen die nog niet rijp zijn voor de toetreding tot de eurozone. Achterstand landen dus.

Bij de eurolanden heb ik een noordelijk land en een zuidelijk land opgenomen om de controverse austerity en lossere geldpolitiek te illustreren.  

De groei van het Bruto Binnenlands Product is in de "EU niet euro landen" groter dan in de eurolanden. Dus in de "niet eurolanden" grotere economische groei.
Er is een zeer groot verschil tussen de grote groei in Duitsland en lage in  Italië.


Bij de begroting cijfers komen de eurolande er iets beter af.
Het is overigens evident dat er bij vrijwel alle landen een structureel begrotingstekort bestaat.
Hier is de situatie van de eurolanden dus niets beter dan de "niet eurolanden" en is het verschil heel groot tussen Duitsland, dat een licht positieve begroting heeft bereikt en Italië dat slechter scoort dan  euro en "niet euro landen".

Dan tenslotte de staatschuld situatie.


Weer het vertrouwde beeld.


De "EU niet eurolanden" hebben lagere schulden dan de eurolanden.
Duitsland springt er weer uit als land met laagste staatsschuld en Italië heeft een staatschuld  die meer dan 40% hoger is dan van de eurozone landen totaal.

Maar, denk erom, dit zijn slechts de conclusies die een amateur trekt uit de gegevens van het Eurostat.
Volgende keer wat verdere overpeinzingen over die verschillen.

















Dan tenslotte de staatschuld situatie.

Weer het vertrouwde beeld.

De "EU niet eurolanden" hebben lagere schulden dan de eurolanden.

Duitsland springt er weer uit als land met laagste staatsschuld en Italië heeft een staatschuld  die meer dan 40% hoger is dan van de eurozone landen totaal.



Maar, denk erom, dit zijn slechts de conclusies die een amateur trekt uit de gegevens van het Eurostat.

Volgende keer wat verdere overpeinzingen over die verschillen.

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire