mardi 17 mai 2016


Remain of Leave.
Dit keer zijn het de kiezers, de gewone mensen, die het voor het zeggen hebben



Het blijft rumoerig over de ECB en het Referendum. In Duitsland is er weer een gang naar het Verfassungsgericht (dat overigens nog een finale uitspraak moet doen over de QE van de ECB) maar nu over het voornemen van de ECB ook corporate assets, ruw gezegd obligaties, dus schulden,  van bedrijven, op te kopen. De indieners van de klacht zien daar weer een onrechtmatige zaak in die buiten het mandaat van de ECB valt, directe steun aan bedrijven.
In Bloomberg staat een bijdrage waarin wordt gesteld dat maatschappijen hun dividenduitkeringen  deels kunnen financieren met de  0% leningen want ze willen hun dividenduitkeringen op peil houden ook al spoort dat niet met de bedrijfsresultaten. Je zou het kunnen uitleggen dat wat de spaarders wordt ontnomen door de lage, 0% rente en negatieve rente, nu deels verdwijnt naar het kapitaal en dividenduitkeringen financiert.

Maar terug naar de impasse in de EU en eurozone.
Ik geloof dat er zoveel consequenties aan het Britse referendum verbonden zijn, wat de uitslag ook zal zijn dat men die in beschouwing moet nemen zonder partij te kiezen. Ik probeer er van een aantal een beeld te geven, maar dat beeld is gecompliceerd.

Boris Johnson, de oud burgemeester van Londen en "Leave" voorvechter heeft verklaard dat de EU probeert een Europese superstaat te stichten, net als Hitler, alleen met andere middelen.
Dat kwam hem natuurlijk op woedende reacties uit het "Remain" kamp te staan.
Beide politieke kampen proberen de kiezer de voordelen van hun keuze en de nadelen van de andere te laten zien.
Angst, Economisch Duimzuigen, Wilde Voorspellingen, Halve (en misschien wel Hele) Onwaarheden. Multinationale Belangen, Eigen Baas. Alles wordt uit de kast gehaald.
Maar de kiezer zal dit keer beslissen, niet de politici. Dat is het grote verschil.

Dus hoe wordt er eigenlijk niet door de  politieke elite maar door de gewone man over het Britse referendum en ook de EU gedacht. 
Het gerenommeerde onderzoeksbureau Ipsos Mori heeft daar onderzoek naar gedaan.
Bij 14  landen binnen en buiten EU en 11030 volwassenen.

Ongeveer de helft van de ondervraagden was van mening dat Groot Brittannië de EU zou verlaten. In GB zelf was dat 35%.
Voorts vond 45% van de ondervraagden dat er ook in hun eigen land  een referendum zou moeten komen over "in" of "uit".
Ongeveer 50% van de Italianen, 40% van de Fransen en Zweden  zouden dan voor "uit" stemmen, maar slechts 22% van de Polen.
Brexit zou een domino effect kunnen hebben vond 48% van de ondervraagden in de EU landen.
Bijna 50% dacht dat de EU economische en reputatie schade zou lijden door een Brexit. Minder dan 40% dacht dat dat voor GB het geval zou zijn

En wat denken de ondervraagden over de EU in 2020.
Mori heeft het uitgezocht.

6% denkt dat er dan één EU regering zal zijn, 15% wil dat hun land daar naar streeft
16% denkt meer integratie, 24%  hun land daarnaar streven
39% denkt dat de EU zoals nu zal zijn, 18% hun land daarnaar streven
29% denkt minder integratie, 23% hun land daarnaar streven
11% denkt dat de EU dan niet meer bestaat, 21% wil dat hun land daarnaar streeft
Op  http://www.ipsos-mori.com/researchpublications 9 mei staat het gehele onderzoek.

Er  bestaat dus niet alleen, zoals uit het vorige blog en de tabel daarin blijkt, een financiële impasse met de austerity politiek van zuinigheid en vlijt tegenover de losse politiek van  meer uitgeven aan investeringen en dus hogere schulden in de eurozone.
Terwijl  beide dan ook nog overschaduwd worden door de internationaal vergeleken torenhoge, objectief gezien onhoudbare  staatsschulden in de eurozone.
Maar uit de Mori enquete blijkt ook een existentiële impasse.
Het bestaansrecht van de Europese Unie. De richting waarin de EU zich ontwikkelt.
En het verlangen daarover als bevolking, kiezers,  te kunnen oordelen in referenda zoals in juni in Groot Brittannië.


Wat ver in het verleden ligt maar wel de oorzaak is van de huidige impasse is de idealistische tijd van het Verdrag van Maastricht in 1992 toen de Europese Unie werd gesticht en de euro als enige munt van de unie werd ingevoerd, de EU als Economische en Monetaire Unie werd beoogd, vol optimisme en vol vertrouwen dat dat een nieuwe Europese oorlog zou voorkomen.
Als beperking van de fiscale onafhankelijkheid van de lidstaten werd een begrotingstekort van 0,5% als grens vastgesteld en een staatsschuld van maximaal 60%  beide van het bruto binnenlands product.
En de Europese Unie als toezichthouder zou optreden als een lidstaat een begrotingstekort van meer dan 3% zou hebben.
Men hief het glas en zette de handtekening. De zoveelste al en er zouden nog vele volgen.
De Europese Unie was een feit geworden.

In 2007 bij het verdrag van Lissabon werd, ik geloof door Duitsland geëist, de bepaling toegevoegd dat de lidstaten elkaar onderling niet financieel direct mochten steunen en de ECB dat evenmin mocht doen.

De eigen munt van de EU is dus de euro en alle EU lidstaten moeten die munt invoeren.  Maar ten tijde van het verdrag van Maastricht konden de lidstaten niet allemaal aan de toelatingsvoorwaarden voldoen. Pas in 1999 werd daarom  de euro officieel ingevoerd en in januari 2001 in omloop gebracht. In 1998 zag de Europese Centrale Bank, de ECB het levenslicht.
De euro werd dus niet in één klap ingevoerd. Niet elke lidstaat voldeed  aan de voorwaarden en dus zou er een voorhoede komen die de munt al zou invoeren en de rest zou volgen zodra ze ook aan die voorwaarden voldeden.  Twaalf lidstaten gebruikten hem in 2001.
De Europese Unie met de Europese Munt Unie hadden dus wel het licht gezien, maar de muntunie was nog lang niet algemeen.

In 2001 was dus de te waterlating van de euro en in 2003 maakte het schip al slagzij omdat de twee centrale steunpilaren van de EMU, Duitsland en Frankrijk, er niet in slaagden binnen dat 3% begrotingstekort te blijven. Geen bestraffing en dus was het hek van de dam. 2008 maakte duidelijk hoe de eurozone er in werkelijkheid voor stond. Nu in 2016 is het GDP weer ongeveer op het oude peil. Maar de schulden zijn voor de landen boven de streep in de tabel veel en veel hoger dan in 2001, torenhoog. Zoals ik als zei, na Japan en de VS  de hoogste onder de belangrijke landen. Een betonnen blok aan het been van de vooruitgang.

Een fiscale unie met alles gemeenschappelijk zou een einde van het conflict over de austerity/loose politiek kunnen zijn.  Dan zou er structureel geld van onder de streep naar de landen erboven kunnen vloeien. Maar verboden in het verdrag van Lissabon, hoewel ook bij de bailouts daarvoor een sluiproute is geschapen door het ESM op te richten.
Maar een fiscale unie zonder gemeenschappelijke sociale en belastingwetgeving is juridisch en practisch onmogelijk. Denk aan pensioen leeftijden en systemen om slechts één ding te noemen. Dan zou het gewoon geld weggeven worden. En het zou de potentiële verschillen tussen de lidstaten niet opheffen. Maar de verschillen tussen de lidstaten zijn zo onoverbrugbaar groot dat een gezamenlijke sociale en belastingwetgeving uitgesloten is. Dat is juist de reden waarom de euro nooit een succes kan zijn.
Zelfs Duitsland, dat al financiëel enorm veel heeft moeten toegeven om hun grote ideaal, het verenigd Europa, te bereiken zal het daarom nooit kunnen toestaan.

Een ander probleem zal de komende jaren actueel worden. Iedere EU lidstaat moet volgens het verdrag van Maastricht verplicht de euro invoeren als men aan de voorwaarden er voor voldoet, het VK en Denemarken uitgesloten.
Maar wie gelooft in alle ernst dat de armlastige landen die om geopolitieke redenen tot de EU zijn en zullen worden toegelaten ooit aan die voorwaarden zullen kunnen voldoen.
Dat zou betekenen dat de EU altijd in een tussen stadium zou blijven verkeren met volledige lidstaten met de euro als munt en een aantal dat er bij blijft hangen en waarschijnlijk blijvend steun van de EU zal behoeven.

Als bij het referendum in juni a.s. de Britten besluiten in de EU te blijven en beslissingen van de EU die op de euro slaan niet voor hen zullen gelden zal er dus een situatie van twee regelgevingen zijn ingevoerd, de algemeen geldende en die alleen geldend voor de eurolanden. Een onmogelijke toestand, één EU met twee regelgevingen waarbij het vrijwel onmogelijk is die twee elkaar niet te laten beïnvloeden. Een Europese Unie die tegen de verdragen ingaat.

Dat houdt twee mogelijkheden in.
De EU komt nooit af maar blijft in theorie vasthouden aan de verplichting dat elke lidstaat de euro moet invoeren als hij aan de voorwaarden voldoet.
De EU splitst zich op  in een groep eurolanden en een groep niet eurolanden, maar beiden geworteld in het verdrag van Lissabon met de daarin vastgelegde bestuursstructuur.
Dan moet echter wel dat verdrag gewijzigd worden met de bepaling dat de euro niet de munt van alle EU lidstaten is en moet de positie van wat dan de eurogroep is in het verdrag opgenomen wordt.
Want de eurogroep heeft een informele status, is een ad hoc club zoals Yanis Varoufakis vorig jaar te horen  kreeg en valt onder het bestuur van de EU. 

Zo wordt er internationaal  al gesproken over een kern die verder integreert  en daarnaast EU lidstaten met een of meer niveaus van binding aan de EU, een soort à la carte EU waarbij door Brussel naar zich toegetrokken bevoegdheden weer naar de nationale parlementen terugkeren.
Dat dat eerste niet de bedoeling was van de founding fathers is wel duidelijk.
Ook komt dan naar voren dat landen zouden moeten kunnen overstappen van de euro naar een eigen munt zonder het EU lidmaatschap te verliezen.
Want dan is de euro niet meer de enige munt van de EU en is de EU geen Economische en Monetaire Unie meer. Maar Juncker heeft gezegd dat de verplichting de euro in te voeren blijft bestaan. Dat is dus het officiele standpunt. Maar standpunten in de EU zijn standpunten van de dag. Dat blijkt al sinds de oprichting.

Hoe de toekomst van de Europese Unie zich dus verder zal ontwikkelen valt niet te voorspellen.
Wel is duidelijk dat de uitkomst van het Britse referendum hoe dan ook niet alleen de toekomst van het VK zal bepalen maar ook die van de EU.
Een "remain" zou de EU sterker kunnen maken omdat de vrees voor een Brits uittreden dan niet meer bestaat.  Het VK staat dan veel zwakker tegenover de EU dan voor het referendum. Want in dat geval willen de kiezers de EU.
Dat er dan een "gelagerde" EU zou ontstaan met het VK met Denemarken en andere lidstaten zonder euro en weer andere lidstaten (potentieel) met de euro lijkt onwaarschijnlijk, hoewel dat wel de visie van Cameron is.
Waarschijnlijker dan is het zwijgend accepteren van niet euro waardige landen en binnen de eurozone via de ECB steun aan zwakke landen. Het streven naar meer integratie binnen de eurolanden. Zoals nu ook getracht wordt. Het verschuiven naar de toekomst van de schuldaflossing (bijvoorbeeld omzetten naar onaflosbare obligaties) in de hoop dat toekomstige inflatie de schulden in waarde zal doen verminderen en groei dat in percentages zal doen.
De opvatting van Cameron dat er een "reformed Europe" door de onderhandelingen is ontstaan lijkt mij met mijn lekenblik erg optimistisch als ik zie dat de andere EU landen maar bitter weinig  wilden toegeven.

Een Brits uittreden zou zo'n "gelagerde" EU eerder mogelijk maken omdat andere lidstaten dan ook meer eigen macht zouden willen verkrijgen. De machtsverhoudingen zouden ook veranderen. Hoe veel beide zijden economisch zouden verliezen of winnen hangt af van economisch denken en handelen of politiek bedrijven.

Indien Cameron meer wezenlijke toezeggingen met keiharde garanties (dus verdrags veranderingen) had kunnen verkrijgen zou een andere situatie zijn ontstaan. Het eisen van een "gelagerde" EU zou beter hebben gewerkt dan een vaag "buiten euro besluiten"  vallen. Dat zou, denk ik met mijn lekenblik, voor zowel EU als het VK gunstiger zijn geweest.

Dus wachten we vol spanning 23 juni af.
















Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire