Lage en negatieve rente,
de staat spekt de kas er mee.
De spaarders en gepensioneerden
betalen het gelag.
De miljoenen nota is gepresenteerd door de regering, de debatten erover zijn
aan de gang, de oppositiepartijen met hun varianten en hun kritiek, de regeringspartijen
met hun bijval.
Iedereen gaat erop vooruit, de gepensioneerden 1% zo lees is.
Dat laatste neem ik met een grote pot zout.
Onze grote pensioenfondsen beleggen in fondsen die bij hun identiteit
passen.
Dat betekent dat de fondsen die het meest opbrengen vaak niet bij die identiteit
passen en dus gepasseerd worden.
Onze pensioen fondsen hebben dus naast hun financiële doelstellingen ook
een moreel doel.
Laten we de ontwikkeling van de
lange rente die de Nederlandse staat betaalt op de obligatieleningen met een 10
jaar looptijd vergelijken met de pensioen ontwikkeling van het ABP,
Nederlands grootste pensioenfonds.
In de periode 2008 2010 was deze obligatie rente maximaal 4% en minimaal 3%.
Voor die tijd ook ongeveer 4%.
Dat percentage daalde daarna elk jaar tot het nu in 2019 0.45% negatief
is d.w.z voor elke 1000 euro lening ontvangt de Nederlandse staat nu 5 euro
extra in plaats van 40 euro te betalen zoals in 2008/2010
Voor de staat levert dus obligatieleningen uitschrijven extra geld op in
plaats van rentekosten te moeten betalen.
De staat betaalt dus niet alleen minder rente maar krijgt nu ook geld toe.
Hoe raar het ook klinkt: de staat verdient dus aan de leningen.
Als we deze voor de staat gunstige gang van zaken vergelijken met die
voor de gepensioneerden van het ABP dan zien we het tegenovergestelde beeld.
Het ABP pensioen is (in principe) geïndexeerd en heeft dus een
inflatiecorrectie en volgt dus de prijsontwikkeling.
Maar sinds 2000 heeft deze indexering
niet of onvoldoende plaats gevonden.
Het gevolg is dat ieder jaar de
waarde, de koopkracht van het pensioen
is afgenomen.
Vergeleken bij 2002 is een ABP
pensioen nog maar 85,5% waard, in de loop van die jaren is de koopkracht ervan
met 15,5% afgenomen.
Nu dreigt als gevolg van de door hun identiteit beperkter
beleggingsbeleid en de zeer lage rekentente (1.18%) gebaseerd op toekomstige
verwachte renteontwikkelingen door de Nederlandse Bank niet alleen een verder dalen van de
koopkracht ervan door de inflatie (de inflatie in augustus was 2.8% op
jaarbasis in augustus) maar bovendien een verlaging van het nominale bedrag van
tussen 5 en 8%.
Dubbel op dus, teruggang door de inflatie plus korting op het bedrag zelf
door een geschatte toekomstige hoogte van de rente.
Om zo groot mogelijk duidelijkheid te tonen hieronder de jaarlijkse inflatie van
2000 tot augustus 2019, dat wil zeggen elk jaar het prijsverloop oftewel geldontwaarding ten opzichte van het
jaar daarvoor.
Zo is het duidelijk dat de gunstige financiële toestand van de
Nederlandse staat niet betekent dat die ook voor alle burgers geldt.
De staat wint aan lage of negatieve rente, de spaarder en gepensioneerde levert in door die lage of negatieve rente.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire