Globalisering, Centrale Banken
en de Groeiende
Ongelijkheid tussen Kapitaal en Loon.
Mijn overpeinzingen dit keer volgen logisch
(althans, zo denk ik), op vorige overpeinzingen.
Ben ik een voorstander van de Europese
Unie?
Zeker, want gezamenlijk vormen de lidstaten
een machtig handelsblok dat zich kan meten met de USA en de machtige
handelsblokken in de wereld met daarbij de aanstormende zoals Indonesië.
Daardoor kan het handelsovereenkomsten
sluiten met deze handelspartners op voet van gelijkheid en zo goede voorwaarden
verkrijgen.
Maar ben ik ook een voorstander van een Europese Superstaat, een
Federaal Europa met ondergeschikte lidstaten gecentreerd in Brussel.
Nee, zeker niet, ik ben van mening dat alleen
wat onmogelijk decentraal kan gebeuren
centraal moet en dat de vrije markt van goederen en diensten de kern van de EU
uitmaakt.
De lidstaten blijven politiek zelfstandig.
Dat verklaart de Brexit want het VK wil wel
de vrijhandelszone maar niet de groeiende politieke macht van Brussel en vreest
voor het EU lidmaatschap van een steeds overheersender Brussel.
Als economische macht staat Britain op de
tweede plaats in de EU na Duitsland en is dus niet zomaar een van de
achtentwintig lidstaten, brengt 15% op van het GDP van de EU (Nederland: 0.5%).
Met een harde Brexit zou dus de EU bijna
1/6 deel van zijn economische potentie
verliezen.
Daarom hoop ik op een oplossing van de Brexit
tussen het VK en de EU die voor beide aanvaardbaar en voordelig is.
Daarom hoop ik ook dat dat slepende conflict
tussen eindstadium EU als superstaat of zelfstandige staten met enkele centrale
thema’s opgelost wordt zodat elke lidstaat weet wat de definitieve stand van
zaken is.
De EU is een economisch machtsblok en sluit
met potentiële handelspartners, andere landen of handelsblokken in de gehele
wereld handelsovereenkomsten met bijkomende voorwaarden.
Ongereguleerde globalisering bestaat zo niet,
douanerechten en allerlei heffingen beschermen de landen daartegen met de WTO die waakt tegen uitwassen.
Deze globalisering kan echter een
ongelijkheid van inkomen uit loon en uit kapitaal veroorzaken veroorzaakt door "outsourcing".
Door de productie van halffabrikaten of
eindproducten of diensten te laten plaatsvinden in lage lonen landen kan men een flinke
kosten besparing op de eindprijs verkrijgen.
Een gevolg hiervan is dat arbeidsplaatsen
in het eigen land worden opgeheven en er arbeidsplaatsen in de lage lonen
landen worden geschapen.
Daar worden lonen en vaak lagere
belastingen betaald.
Een tweede gevolg is dat de productiekosten
worden verlaagd en bij gelijkblijvende verkoopprijs in het eigen land de
winstmarge toeneemt en de eigenaren (aandeelhouders) profiteren.
De totale economie in het eigen land vermindert
dus en de economie in het lage lonen land groeit.
De koopkracht in het eigen land neemt deels
toe (aandeelhouders) en deels af (ontslagen werknemers).
De post manufacturing neemt in volume af en
moet worden opgevangen door service, dienstverlening om de arbeidsmarkt in
stand te houden, waar de lonen vaak lager zijn dan in manufacturing.
Voor de staat betekent dit overigens lagere
belastinginkomsten en grotere uitgaven voor de sociale zorg en hogere
staatsschulden.
Voor de lage lonen landen betekent het een
groeiende economie met hogere belastinginkomsten en toenemende welvaart
waardoor ook daar tenslotte de lonen zullen stijgen en nieuwe lage lonenlanden
moeten worden gezocht voor de nodige supply lines.
Een volgende factor in de
inkomensongelijkheid komt voor uit de losse geldpolitiek van de centrale
banken.
Door de rente laag te houden kunnen
ondernemingen tegen lage en soms verwaarloosbare rentekosten geld lenen waarmee ze twee dingen
kunnen doen: investeren om de productiecapaciteit op te voeren of te optimaliseren
of om de productiekosten te verlagen en zo de winstmarge te vergroten en deze
de aandeelhouders ten goede laten komen en niet om de lonen te verhogen.
Daarbij in aanmerking nemen dat
ondernemingen alleen geneigd zijn te investeren als zij daartegenover een
grotere omzet kunnen verwachten.
Maar als de koopkracht niet stijgt door
stagnerende lonen en teruglopende
arbeidsmarkt (door bijvoorbeeld outsourcing) dan zal de omzet niet
stijgen en zullen zij niet investeren.
Deze inkomensongelijkheid leidt bij ons
sociale klimaat enerzijds tot steeds hogere lasten voor de grote midden klasse die
in de productie sector werkzaam is of was want daar is het meeste geld te
behalen bij gelijkblijvende of zelfs door inflatie verminderde lonen waardoor
deze middenklasse krimpt en zelfs zou kunnen verdwijnen.
Ik zie in de handelspolitiek van de USA of
moet ik zeggen Trump, gericht op het meer in balans brengen van de
handelsbalans, als ultiem doel zoveel mogelijk geëxporteerde productie naar de
USA terug te halen.
Door heronderhandelen van bestaande handels
akkoorden en opleggen van invoerrechten zou de kosten balans tussen eigen
productie en importen in evenwicht kunnen komen en dus weer opbouwen van het
productieapparaat in de USA ten goede komen.
Een vermindering van de globalisering en
terug naar de nationale markt, zo autarkisch mogelijk, waarbij het bezit van
grondstoffen uiterst belangrijk is.
Een onzekere factor hierbij is de
robotisering.
Mocht het inderdaad zo zijn dat een hoog
percentage van de huidige menselijke arbeid door robots zal worden overgenomen
dan zijn in plaats van arbeidsloonkosten de energiekosten een doorslaggevende factor
voor de locatie van productie.
Dan zal ook de gehele sociale en belasting
wetgeving moeten worden aangepast.
Dan staat alles op zijn kop.
Maar zal het ooit zover komen?
Maar uiteraard zijn deze speculaties alleen
maar de overpeinzingen van een geïnteresseerde oude gepensioneerde leek.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire