mercredi 6 juillet 2016

De onoverzichtelijke en ondoorzichtige bestuursstructuur van EU en eurozone 
en het noord zuid gat


Als ik alle berichten volg over de onwikkelingen in de Europese Unie van de laatste weken dan denk ik dat de founding fathers van de kolen en staal gemeenschap niet erg gelukkig zouden zijn met wat hun opvolgers met hun schepping gedaan hebben. Tot en met de Europese Economische Gemeenschap was er de opgaande lijn van samenwerking op het gebied van handel en industrie, het slechten van de hindernissen daarbij en het gevolg was een groeiende welvaart en wederzijdse appreciatie van de leden die elk op hun eigen wijze met hun eigen munten en eigen economische mogelijkheden handel en industrie combineerden.
Geen problemen met één munt, geen problemen met afstaan van macht maar oplossingen door samenwerking met respecteren van elkaars wetten en cultuur.
Met de Europese Politiek Georiënteerde Unie zijn de problemen ontstaan omdat er geen respect meer bestond voor de culturele en wets verschillen en de gedachte leefde dat met één munt en één centrale orde een politieke unie vanzelf zou ontstaan. Ever Closer Union die nu alleen nog leeft in het gedachtengoed van de door een  ideaal gedreven eurofielen en door de regels gedreven technocraten maar allang niet meer gedragen wordt door de van hun eigen beslissingsrecht ontnome volkeren. Brexit is een vreedzame uitbarsting van dat gevoel. Jammer dat hij dreigt te verzanden door de machtsstrijd van de elite die hun eigen machtspositie belangrijker vinden dan het veilig stellen van hun land en volk. En het zou doodzonde zijn als de handels en industrie gemeenschap ten onder zou gaan omdat de eenheidsgedachte van de elite niet zou kunnen evolueren in een accepteren dat een politieke unie door de verscheidenheid van talen, culturen en daarin gebedde wetgevingen voor de Europeanen onaanvaarbaar is. Maar de problemen stapelen zich op. Naast de dreigende banken crisis is er het principe probleem van de aanpak van de economie in die verscheidenheid van landen. Die éne munt die alle verschillen naar voren brengt.



Gisteren nog viel, dacht ik, te verwachten dat Spanje en Portugal door de Commissie zouden worden bestraft voor het niet voldoen aan het door alle lidstaten aanvaarde Stabiliteit en Groei Pact, het S&G Pact, vanwege een te groot begrotingstekort, een tekort van meer dan 3% van het Bruto Binnenlands Product.
Vandaag lees ik alweer dat de Commissie dit niet zal doen.
Nu is tot nu toe nog nimmer een euroland bestraft voor het negeren van het S&G Pact zodat dat  geen verbazingwekkend nieuws zou zijn maar dit keer ligt de zaak toch iets anders.

Het conflict tussen austerity, dus zuinigheid en vlijt, aan de ene zijde en de wens tot grotere souplesse bij de uitleg van het Stability and Growth Pact (in feite de ontkenning van de essentie ervan, namelijk de austerity) wordt nu steeds openlijker uitgevochten in plaats van stilzwijgend gedoogd. En de Commissie wiens taak het is erop toe te zien dat de EU regelgeving wordt nageleefd en maatregelen moet treffen om dat te doen, neemt nu een positie in die strijdig is met die regelgeving. Hij weigert het S&G Pact toe te passen en sancties aan de overtredende landen op te leggen. Een politieke keuze die tegen de verdragen en S&G Pact ingaat.

Schaüble, de Duitse Minister van Financiën had al eerder  bezwaar gemaakt tegen het naar zich toetrekken van politieke macht door het uitvoerend en toezichthoudend orgaan van de EU, de Commissie, en wilde deze twee aspecten, politiek en toezicht,  scheiden en voor de eurozone, de kern van de EU, een aparte toezichthouder instellen die de uitvoering ven de regelgeving afdwingt.

Het is echter niet alleen een controverse waar de Commissie een politieke stelling inneemt.
Het is in de eerste plaats een controverse tussen de noordelijke eurolanden die zich wel aan de S&G Pact regels houden en die wel pijnlijke hervormingen hebben uitgevoerd, maar daar ook door hun groter economisch potentieel in staat waren, en de zuidelijke die zien dat ondanks de hervormingen (voornamelijk loonsverlagingen) die zij hebben doorgevoerd het resultaat ervan negatief is. Achteruitgang in plaats van vooruitgang en een ontevreden deel van de bevolking, van dat deel ervan dat onder de loonsverlagingen lijdt, onder de interne devaluatie.

De grenzen van 3% begrotingstekort maximaal en bij overschrijding ervan ingrijpen door de Commissie zouden volgens het zuiden moeten komen te vervallen en evenzeer mag een schuld van hoger dan 60% ongestraft blijven (hetgeen stilzwijgend al tientallen jaren geschiedt).
Met andere woorden, de bepalingen erover in de verdragen van Maastricht en Lissabon en het S&G Pact en erop volgende aanscherpingen ervan kunnen bij het oud vuil worden gezet.

Althans dat is de opvatting van de zuidelijke landen, juist die landen voor wie de euro, ondanks alle steun van de ECB die ik vorige keer vermeldde, te duur is en blijft en die dus, dat moet toegegeven worden, niet aan de eisen van het S&G Pact kunnen voldoen.
Dat blijkt overduidelijk uit het tabelletje van de vier zuidelijke landen dat ik er bij voegde.
Dat ontkennen zou weer een bewijs zijn van de twee werelden waarin de Europese Unie leeft.
De een van de theoretische modellen in Brussel de ander van de economische werkelijkheid op de werkvloer.
Maar toch gebeurt dit.

Aan de ene zijde wordt, ondanks vijftien en meer jaren van de rauwe werkelijkheid, nog steeds geloof gehecht aan de theorie dat door geldinjecties gekoppeld aan hervormingen de economieën van de zwakke eurolanden op hetzelfde niveau gebracht kunnen worden als dat van de economisch sterkere landen.
Dat komt neer op het trachten water te persen uit een rotsblok. Wat er niet is kan niet verbeterd worden.
Daarbij komt nog dat deze minimum aanvaardbare prestatie gemeten wordt aan slechts twee criteria, begrotingsresultaat en schuldgrootte, de befaamde of beruchte 3% en 60%, waarbij in de praktijk deze laatste niet meetelt om de doodeenvoudige reden dat vrijwel alle eurolanden de 60% overschreden hebben, sommige een beetje, andere tot ver boven de 100%.

Om nu die noodzakelijke 3% te bereiken zijn er twee mogelijkheden, de staatsinkomens te verhogen of de staats uitgaven te verlagen.
Verlaging is moeilijk want dat houdt in de bureaucratie te verminderen, de sociale uitgaven te verminderen of bestaande  investeringen te verminderen.
Het verhogen van het staats inkomen is op de ene manier eenvoudig,  belastingverhogingen en op de andere manier moeilijker, de economische groei verhogen.
Het ligt voor de hand dat de overheid om die 3% te bereiken het allereerste greep naar de simpele wijze, de belastingverhogingen, om zo ingrijpen door de Commissie te voorkomen.
Dat wil dus zeggen dat de overheid een groter deel van het BBP opeiste dan voorheen en dat derhalve voor de private sector minder overbleef.
Gevolg lagere koopkracht, minder ruimte voor ondernemingen om te investeren, dus een lagere groei van de economie in landen die toch al economisch bij de sterkere achterbleven en daardoor een daling van het BBP.
Verdere belastingverhogingen om die 3% desondanks weer opnieuw te bereiken leverden het tegenovergestelde van het beoogde op: een vicieuze cirkel omlaag.
Om door hogere export de economie een steun in de rug te geven ging men dan over tot loonsverlagingen waardoor de productiekosten daalden en dus een betere concurrentiepositie werd bereikt en het BBP zou stijgen. Maar de koopkrachtverlaging hierdoor veroorzaakt deed de binnenlandse consumptie en dus de binnenlandse economie verder krimpen. 
De neerwaartse spiraal maakte op een gegeven moment die 3% onmogelijk. In het tabelletje bij het vorige blog van de vier zuidelijke landen is het gevolg duidelijk te zien, ondanks de indirecte ECB steun.

De zuidelijke landen hebben nu het geloof dat in plaats van die geforceerde 3% aan te houden een hoger begrotingstekort hun de financiële ruimte zou verschaffen om door investeringen (bijvoorbeeld in de hiervoor traditioneel geliefde infrastructuur) de economie en dus het BBP zo snel te laten groeien dat het schuldpercentage zou afnemen tot een houdbaar percentage. Uit de schulden groeien dus. De lossere fiscale politiek.
In het VK heeft deze strategie tot nu toe goede resultaten getoond. Maar daar was de uitgangspositie beter. Lagere schuld.

Een alternatief zou zijn de door de EU geprefereerde bail-out strategie waar eurolanden in liquiditeitsproblemen (en niet zoals in feite is geschied, landen die insolvent waren) een lening tegen lage rente konden krijgen (of wel haast gedwongen werden die te accepteren) gekoppeld aan strenge voorwaarden tot hervorming, gemonitord (of misschien afgedwongen) door EU, ECB, IMF.
Nadelen waren, geen eigen baas meer, het leningsbedrag wordt opgeteld bij de staatsschuld en de lening wordt gebruikt om de huidige schuldeisers te betalen en niet als stimulerende geldinjectie in de economie.
Meer een bescherming van de schuldeisers  dan van het land in kwestie.
Kijk maar naar de schulden van de bailout landen. Ierland is het enige bailoutland dat (door de gunstige ligging en het gunstige investeringsklimaat  voor multinationals) sterk groeit maar nog steeds in overgrote schulden steekt.
Spanje heeft via sluiproutes de Troika kunnen ontwijken en groeit flink maar kijk eens naar de torenhoge schuld.
Bailouts werken niet echt. Oude schuldeisers worden betaald en nieuwe schulden aangegaan.

Om dus in het zuiden te blijven, de zuidelijke landen bevinden zich tussen de Scylla en de Charybdis, the devil and the deep blue sea.
Austerity lukt niet en voor losse geldpolitiek zitten ze te diep in de schuld.
Bovendien zou dat laatste misschien wel lukken met een eigen munt waardoor aanpassing van de waarde van die munt aan andere landen mogelijk zou zijn, maar niet in het ijzeren harnas van de euro.

Blijven over structurele euro geldstromen van sterkere naar zwakkere landen in de hoop dat die zich daaraan zouden optrekken.
Maar zie Noord en Zuid Italië, Vlaanderen en Wallonië.
Zelfs binnen een enkel land lukt dat niet, laat staan tussen verschillende landen.
En door de sterk verschillende sociale wetgevingen zou het tot grote spanningen tussen de landen leiden.

Indirecte steun via de ECB zoals nu plaats vindt kan natuurlijk niet structureel worden. Opkopen van staatsobligaties, rente verlagen tot negatieve rente toe. Dat leidt tot veranderingen in de financiële wereld die die gehele wereld op de kop zetten. Centrale banken hebben naar mijn persoonlijke mening te veel getracht de echte economie te beheren in plaats van te begeleiden.
Door te lage rente zijn de schulden zo onhoudbaar opgelopen. Bij hogere rentes was dat afgeremd.
Opkopen van gammele staatsobligaties verstevigt de echte economie van die landen niet maar bevestigt ze wel in het huidige economisch patroon en neemt de absolute noodzaak van innovatie weg.
Bovendien is het begrensd in omvang.
Een Centrale Bank kan wel onbeperkt geld bijdrukken (met alle gevolgen ervan) maar niet de obligatiemarkt onbeperkt vergroten.
Dat is te zien bij de ECB die om die 80 miljard per maand te bereiken nu ook ondernemingsobligaties moet opkopen. Het is een stop gap, geen oplossing en vermindert de geldwaarde.

Natuurlijk zou een voor de hand liggende oplossing zijn de eurolanden te splitsen in twee groepen, de noordelijke en zuidelijke met een euro-noord en een euro-zuid met verschillende waarde.
Een waarde die is aangepast aan het economisch potentieel van de twee delen.
De mogelijkheid moet dan bestaan dat, indien een EU lidstaat daartoe economisch in staat is,  deze zich aansluit bij de noord-euro en anders bij de zuid-euro wordt ingedeeld. Een flexibelere structuur dan nu.

Maar voorlopig en misschien wel blijvend worstelt de eurozone met de keuze tussen de twee opties, austerity of losse geldpolitiek, die beide ongeschikt zijn voor beide groepen landen.
En in de tussentijd moet de monetaire politiek van de ECB  kost wat kost de euro in stand houden met methodes die weer door de noordelijke landen met argusogen gevolgd worden. Een politiek die niet vol te houden is.

Het verdrag van Lissabon is door de multi-interpretabiliteit en tweeslachtigheid geen gezonde basis om de EU tot eurostaat te laten groeien.
Maar echte oplossingen zouden diep in de structuur van de EU ingrijpen en een nieuw verdrag eisen. Daarvoor schrikken de eurofilen en technocraten terug. De gordiaanse knoop.



















Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire