samedi 5 novembre 2016

"modelling and reality" 

Hoe zeg je dat in het Nederlands?
modellen en werkelijkheid.

Wij leven in een hybride of als je dat wilt surrealistisch tijdperk.
Aan de ene zijde rekenmodellen die mathematisch werkend subjectieve input verwerken tot subjectieve output. 
Aan de andere zijde de werkelijkheid die volgens andersdenkenden wordt aangepast aan de modellen of waarvan in andere gevallen door mededenkenden gezegd wordt dat hij zonder die modelmatige aanpak nog slechter zou zijn geweest.
Dat laatste, uiteraard, tenzij de uitkomsten van de rekenmodellen overeenkomen met de werkelijkheid.
Kritiek op discrepanties tussen modellen en werkelijkheid wordt gezien als een heresie, een strafbaar feit, twijfelen aan een algemeen aanvaarde wetenschap, een contradictio in terminis want wetenschap wordt juist gekenmerkt door drie dingen. Twijfel, Toetsing aan de Feiten en Verdere Ontwikkeling.
Anders geloofden we nog dat de aarde het middelpunt van ons met het blote oog waarneembare heelal is.
Maar terwijl de centrale banken, beurzen en analisten vol spanning de uitkomst van de Amerikaanse presidentsverkiezingen afwachten staat de euro steeds meer in het centrum van de belangstelling.


Gaat het nu echt goed met de eurozone zij het met maar matige snelheid zoals ik steeds lees.
Want er kan dan enige groei zijn, de schatting is 1,6% in 2016, maar die is toch maar heel matig gezien de monetaire steun van de ECB, de lage olie en grondstoffenprijzen en de lage koers van de euro ten opzichte van de dollar zoals ik in een vorig blog heb laten zien.
Deze groei is ook nog steeds lager dan de begrotingstekorten die voor 2016 op 1,8% geschat worden, indien de lidstaten zich aan de afspraken houden.
En beide zijn het schattingen want pas in  de loop van 2017 kunnen de juiste getallen en percentages worden berekend.
En gezien de waarschuwingen die de Commissie heeft laten uitgaan naar een flink aantal lidstaten kan dat deficit wel eens hoger uitvallen.
Want de migrantenstroom zal weliswaar het Bruto Binnenlands Produkt BBP (GDP) verhogen maar zal schuldgefinancierd moeten worden waardoor schuld en tekort zullen stijgen.
Italië en Frankrijk waarschuwen er al voor maar het geldt voor alle landen die migranten in grote aantallen opnemen.

Vooraanstaande economen, ook diegenen die in het begin de euro als positief zagen,  waarschuwen nu steeds vaker dat de euro op de huidige koers ineen zal storten en de EU in zijn val meeslepen. Sommigen van hen zien zelfs geen realistische oplossing.

Bezien we de groei, begrotingstekorten, staatsschulden en werkloosheidpercentages dan begrijpen we hun vrees.

De volgende tabel maakt het mogelijk een overzicht te geven over de toestand van de eurozone.
Want groei, begrotingstekorten, staatsschulden en werkloosheidpercentages geven de gezondheid van de staat weer en de invloed ervan op de gehele eurozone.
Er moet ook een onderscheid worden gemaakt tussen de economische toestand van de staat en die van de bevolking.
Het werkloosheidspercentage geeft wel ook een aanwijzing voor dat laatste.
Hoge werkloosheid gaat gepaard met grotere kans op armoede. Maar ook bij lage werkloosheid bestaat de kans op in work poverty. Maar dit gaat over de staat, niet de bevolking.




 In deze tabel zien we in kolom 1 het BBP (GDP) van december 2015 in dollars.
Kolom twee geeft het geschatte groeipercentage van 2016 weer.
Kolom 3 de daaruit voortvloeiende BBP in dollars van 2016.
Kolom vier geeft aan welk percentage deze 2016 BBP per land uitmaakt voor de gehele eurozone, met andere woorden de belangrijkheid van dat land voor de eurozone.
Kolom 5 geeft aan het percentage werklozen,
Kolom 6 het percentage staatsschuld tov het BBP van de lidsstaat.

Kleur rood geeft aan de gevaarlijke zone, groen de middelmatige, blauw de voldoende.
Een schuld van meer dan 70% is rood, een werkloosheidspercentage van hoger dan 9 is rood,
Een groei van minder dan 1% is rood, tussen 1 en 1,5% groen en boven 1,5% blauw
Een percentage van 2 of lager in kolom 4 geeft aan nauwelijks financiële invloed op de totale eurozone,
een percentage van 5 of hoger geeft aan grote financiële invloed op de totale eurozone,  tussen 2 en 5% geringe financiële invloed.

Zo toont de tabel niet alleen de toestand van elke lidstaat individueel maar ook de impact daarvan op de totale eurozone.
Zo zien we dat er van de vijf financieel belangrijkste landen die gezamenlijk 82,68%  van de financiën van de eurozone opleveren,  Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje en Nederland alleen Duitsland en Nederland (samen 35,63% van de gehele eurozone) een gezonde toestand vertonen  en Frankrijk, Italië en Spanje (samen 47,05%) in grote problemen verkeren. 

Het is dus goed verklaarbaar dat deze economen tot hun negatief, soms zelfs vernietigend oordeel kwamen.
Wij moeten daarbij ook in aanmerking nemen dat de ECB via de belofte "whatever it takes" en de steun door monetaire easing waardoor de wisselkoers van de euro sterk is gedaald en het opkopen van staatsobligaties van een waarde van al meer dan een biljoen euros en daardoor de rente ervan te drukken en de lage rentepolitiek een ineenstorten tot nu toe heeft weten te voorkomen.

Het is duidelijk dat na 15 jaar euro en in die tijd een steeds groeiende schuld en onvoldoende groei doorgaan op de huidige weg niet zinnig is.

Kan de euro nog wel op de rails gezet worden?

Allereerst moet worden geregeld dat het negeren en omzeilen van de voorwaarden aan de euro gesteld in de verdragen moet worden teruggedraaid.
Dat houdt dus op de eerste plaats in geen steun, direct of indirect, van de lidstaten onderling of van de ECB.
Op de tweede plaats een strikt vasthouden aan het verzwaarde Stabiliteits en Groei Pact. Geen begrotingstekorten hoger dan 0,5%, geen staatsschuld hoger dan 60%.
Dat laatste zou kunnen worden vervangen door een staatsschuld met een rentelast die minder bedraagt dan bijvoorbeeld 80% van de economische groei.

Het allerbelangrijkste is echter erkennen dat het economisch potentieel van de eurolanden sterk uiteenloopt ook door culturele verschillen die niet te overbruggen zijn.
Je kunt van Griekenland geen spiegelbeeld van Duitsland maken.
Er zullen dus binnen de eurozone landen zijn die met de bestaande structuren kunnen leven en een gezonde balans vertonen en landen voor wie de voorwaarden te zwaar zijn en dus steeds een negatiever balans vertonen.
Structurele geldstromen van sterker naar zwak zouden die onbalans wellicht kunnen herstellen.
Dat is echter politiek en economisch onmogelijk.
Dat te bagatelliseren door te wijzen op Noord en Zuid Italië en Vlaanderen en Wallonië en de Randstad en Drente houdt geen stand.
Dat zijn regios binnen bestaande staten met dezelfde wetgeving voor die regios en zelfs daar is er stijgend verzet tegen structurele geldstromen van florerend naar kwijnend.
Bovendien helpen ze niet om die regios beter te laten floreren, integendeel ze houden de huidige toestand in stand omdat die door die steun draagbaar is.
Zonder voor een voor alle landen dezelfde geldende wetgeving is zo'n constructie in de eurozone onmogelijk en de politieke unie die daarvoor noodzakelijk zou zijn bestaat alleen in de geest van de modelgestuurde eurofielen maar niet in die van de lidstaten en de bevolkingen ervan.
Tenslotte is de bijkomende problematiek dat er juist bij de toplanden de schuldenlast ondraagbaar is terwijl hij bij kleine, later toegevoegde landen, gunstiger is.

Een door de lage rentepolitiek en money glut opgebouwde ondragelijke staatsschuld van meer dan 90% voor de gehele eurozone met acht lidstaten van de negentien die net onder of veel meer dan 100% staatsschuld hebben waarvan drie tot de top vijf eurolanden behoren is niet alleen een rem op mogelijke investeringen maar in feite een solvabiliteits probleem dat alleen door de opkooppolitiek en rente politiek van de ECB overeind gehouden wordt.
Want bij een marktconforme rente zou deze onbetaalbaar zijn.
Kijk naar de vrees van Portugal dat zij de junk status zouden krijgen toebedeeld, hetgeen op het nippertje is voorkomen.
De junk status zou het de ECB onmogelijk maken Portugese obligaties op te kopen en de rente erop zou dan omhoog vliegen met alle gevolgen van dien voor nieuwe leningen.

En deze opkoop politiek kan natuurlijk tot in het oneindige worden voortgezet maar zal dan noodzakelijkerwijs leiden tot een inflatie die uit de hand zou gaan lopen. Want terwijl de oorspronkelijke gedachte was het nieuw gedrukte geld te steriliseren door elders geld uit de circulatie te halen en bovendien bij de vervaldatum van de opgekochte obligaties de opbrengst ervan uit de circulatie te halen, zodat de totale geldhoeveelheid op de duur weer tot normale proporties zou worden teruggebracht en de balans van de Centrale Bank weer slinkt, gebeurt dat niet (ook niet in de USA en het VK) zodat het nieuwe geld in de circulatie blijft.
En hoe meer geld hoe lager de waarde.
Verschillen in potentie, te hoge schuld, te weinig groei.

Men zou de euro kunnen afschaffen en de oorspronkelijke munten weer invoeren.
Maar wat dan te doen met de eurozone schuld van meer dan 9 biljoen euros, de ECB balans, die, dacht ik, haast 4 biljoen bedraagt, het target 2 systeem dat bulkt van de vorderingen erop door Duitsland.
Natuurlijk hoor je dan het argument dat dat toch op het ene of andere moment zal moeten gebeuren.
En daartegenover het argument dat je dan weer met 19 verschillende muntsoorten moet werken hoewel dat in het digitale tijdperk geen groot probleem zo zijn.

De staatsschuld zou natuurlijk voor een deel geparkeerd kunnen worden bij de ECB tegen een zeer lage rente.
Stel dat de ECB (hetgeen nu verboden is) staatsobligaties direct van de lidstaten opkoopt tot er per lidstaat een schuld van 70% overblijft. Bij elke vervaldatum wordt een nieuwe obligatielening voor hetzelfde bedrag en dezelfde voorwaarden opgesteld. De schuld blijft zo bestaan maar wordt geneutraliseerd.

Bij het voortzetten van de huidige situatie zou dat het probleem alleen verschuiven en verergeren. Wanneer immers de groei lager is dan het begrotingstekort wast de schuld weer aan.

Deze vorm van schuldneutralisering heeft uitsluitend zin als hij  gepaard gaat met een duaal muntstelsel zoals bijvoorbeeld bij de Matheo Solution van Ten Dam.
In feite voert elke lidstaat een eigen munt in maar de euro blijft als overkoepelende munt en voor buitenlandse handel bestaan.
De eigen munt krijgt een voor dat land geschikte waarde ten opzichte van die overkoepelende euro. Een devaluatie dus die rekening houdt met de potentiële economische kracht en de cultuur van het land.
Doordat de schuld geneutraliseerd is tot een draagbaar niveau door de ECB en het land een eigen munt heeft die concurrentie met andere landen mogelijk maakt heeft dan elk land de kans zich te ontwikkelen naar eigen mogelijkheden zonder de ondragelijke schuldenlast.
Een centrale investeringsbank zou daarbij grote diensten kunnen bewijzen zonder dat de schuld toeneemt.
Er is een sinequa non: elk land moet een gebalanceerd budget aanhouden. Geen begrotingstekorten en dus geen nieuwe schulden.
Daar staat of valt alles mee.
Het is dus weer de verantwoordelijkheid van het land zelf om te hervormen en te saneren.
Maar ondanks de eigen munt en eigen fiscale politiek blijft er er een centraal toezicht om de begrotingen gebalanceerd te houden.
Dat houdt in dat landen die zich niet aan de regels willen houden de eurozone zullen moeten verlaten maar dan wel hun deel van de schuld aan de ECB moeten betalen.
En bij vrijwillig verlaten van de zone moet het land zijn percentuele aansprakelijkheid voor de schulden van de ECB kwijten, met andere woorden betalen ook voor de schulden van andere landen.

De functie van de ECB wordt er ingrijpend door gewijzigd.
Directe steun voor de schuld neutralisering
Omdat elke lidstaat weer zijn eigen munt heeft en een eigen monetaire politiek vervalt de taak van de ECB voor de stabiliteit van de diverse munten.
Die wordt  via de wisselkoersen ten opzichte van de euro geregeld.
De ECB verliest daardoor zijn onafhankelijkheid en zijn zelfstandigheid.
En de ECB zal zijn toezicht op de banken moeten verscherpen

Maar dit zijn de ongeremde overdenkingen van een amateur.
Maar evenzeer is het zo dat als er niet wordt ingegrepen op deze fundamentele punten er een moment komt waarop het schip de wal keert.
Waarbij het schip de economie is en de wal de eurozone.
Vandaar het omgekeerde gezegde.




Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire