mercredi 16 novembre 2016


Between the devil and the deep blue sea

Het rommelt nog steeds in de politieke wereld.
Dat is een understatement.
In de Verenigde Staten gaan de demonstraties tegen Trump nog steeds door.
Het wordt mij steeds duidelijker dat dat is omdat de democratische partij in de USA niet alleen een politieke partij is maar ook een moreel gelijk vertegenwoordigt.
Met de keus van Trump is zo niet alleen een politieke nederlaag geleden maar is ook een inbreuk gepleegd op dat morele gelijk dat de democraten menen te vertegenwoordigen. 
Het geloof dat de democraten uitstraalden werd door de verkiezingen doorbroken.
Het geloof waarvan de geboden geënt waren in het “politiek correcte”,  de tolerantie grens van de democraten.
Met andere woorden wat zij allen,  ook niet democraten,  oplegden.
Denk erom, het gaat mij niet om het gelijk of ongelijk van dat geloof maar over het afdwingen ervan voor iedereen, democraat of niet.

Het was voor mij duidelijk te horen in wat Obama over Trump zei. 
Trump zou niet ideologisch maar pragmatisch regeren.
Dat was al meteen zonneklaar in zijn uitspraken over de klimaat problematiek hoewel er tijdens de verkiezingscampagne het klimaat buiten de discussies bleef.
Trump wil de klimaat voornemens  in Parijs overeengekomen en die men nu nu in Marrakesh nader probeert te  concretiseren, althans dat is het voornemen, terugdraaien.
Trump heeft al vele malen laten merken dat hij de klimaatverandering niet als iets serieus beschouwt en dat hij, wat de USA betreft,  de Parijse overeenkomst zou opzeggen als hij aan de macht kwam.

Daar kan ook ieder zijn eigen visie op hebben.

Maar zijn pragmatische argument ertegen is dat China er in een gunstiger economische positie door komt dan de USA.
Met Trump komt de zakelijkheid als belangrijkst element de politiek binnen.
Trump bekijkt de wereld vanuit een standpunt van pragmatiek, niet van dogmatiek.
Trump bekijkt de wereld vanuit het perspectief van de handel en industrie en de belangen van de USA.

Hij bekijkt ook de klimaat aanpak vanuit die optiek.

Er is in de middenstaten van de USA al een enorme armoede en werkloosheid ontstaan door het verdwijnen van de industriële productie naar lage lonen landen door de globalisering.

De globalisering heeft twee kanten.
Aan de ene  leidt hij tot het scheppen van (slecht betaalde) productie werkgelegenheid in laten we zeggen economisch onontwikkelde gebieden die daardoor de kans hebben zich verder te ontwikkelen.
Aan de andere kant leidde hij tot het verdwijnen van soortgelijke maar veel beter betaalde banen in de ontwikkelde  landen.
Dan praat ik nog niet over de vorming van multinationals die hun productie overbrengen naar de lage lonen landen en daardoor bij verkoop ervan op het prijsniveau in ontwikkelde landen grote marges konden bereiken en zo kleine bedrijven in de ontwikkelde landen weg konden concurreren.
Maar er kwam geen ander werk in de plaats van, laat ik zeggen, laagwaardig maar goed betaald productiewerk zoals oorspronkelijk wel werd gedacht.
De grote omvang die productie had in het nationaal inkomen werd vervangen door de sterke groei van de service sector, dienstverlening in plaats van productie.
Maar die vond plaats in andere delen van de USA en voor andere werknemers kwalificaties.
Terwijl de kuststaten bloeiden door hun ligging bloedden de productie staten in het midden.
Maar, ik houd dat vol, door die 30/30/30 verhouding bracht dat geen verandering in de politiek.

Trump ziet in het streven van de laatste tijd om het gebruik van met name kolen uit te bannen en te vervangen door alternatieve energiebronnen een groot gevaar voor de werkgelegenheid in de mijnbouw in de USA die toch al onder grote druk staat.
Die vindt plaats ook in de staten die al te lijden hebben gehad onder de productie verplaatsingen.
Trump wil juist productie terugbrengen naar de USA, niet verder afbreken.

Ik heb in vroegere blogs al geschreven dat in de nabije toekomst de energiekosten belangrijker kunnen worden dan de personeelskosten.
In feite is dat in sommige gevallen al zo.
Dat houdt in dat in de concurrentiepositie van landen die energiekosten het verschil kunnen maken tussen groei en krimp.
Het is niet voor niets dat in Duitsland de energieverslindende bedrijven vrijstelling hebben verkregen van de Duitse energie belasting om hun internationale concurrentiepositie niet in gevaar te brengen.
De burgers moeten ook voor die bedrijven de toeslag opbrengen, de EEG Umlage in 2017   wordt naar alle waarschijnlijkheid verhoogd van 6,3 naar 7,1 eurocent per kilowattuur voor de particuliere gebruiker.

Voor Trump zullen, als hij inderdaad productie naar de USA wil terughalen,  die energiekosten van groot belang zijn.
En gezien de toenemende robotisering in de productie en service sectoren met daardoor eveneens toenemend energiegebruik zullen die kosten steeds belangrijker worden en een steeds groter deel van de productiekosten gaan vormen.

Dat brengt nog een mondiaal probleem naar voren.
We zien al bij banken en verzekeringsbedrijven waar steeds meer taken geautomatiseerd gaan worden dat de werkgelegenheid daar onrustbarend snel terugloopt.
Ook daar nemen robots, want ook computers zijn robots, de te programmeren taken over van de mens.
Natuurlijk brengt dat werkgelegenheid mee maar veel geringer in aantal en veel hoger in kwalificaties.
De werkende mens ontvangt salaris en betaalt belasting. Maar what about the robot die zijn werk overneemt.
De besparing en dus lagere kosten en hogere opbrengst gaan niet naar de factor arbeid maar naar de factor kapitaal.
Ik heb daar al eens eerder een blog aan gewijd en zal dat opnieuw doen.

Maar natuurlijk door de bril van een amateur.









Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire